• No results found

4. Analyse

4.3 Extra gerealiseerde producten

4.3.3 Personeelsbeleid

Er is niet direct iemand permanent aangesteld vanuit de transgender gemeenschap. Wel zijn vacatures doorgestuurd naar alle deelnemers uit het netwerk. Waaronder de vacature voor een plek in de Raad van Toezicht van het museum. Ook heeft een deelnemer tijdelijk stagegelopen in het museum.

D2: “[…] dat vacatures van het museum doorgestuurd werden naar die groepen. […] Nou dat is zo goed. […] nou dat zijn toch weer mogelijkheden om gewoon mee te doen in een normale

75

sollicitatieprocedure. […] Nou je zou het van een museum niet zo gauw verwachten. Die groep die ze erbij betrokken hebben ook nog eens een keer buiten het museale aspect gaan benaderen.”

4.3.4 Vertoning documentaires

Gedurende de looptijd van de tentoonstelling was de documentaire TransAnders van Kim Bakker tweemaal te zien in het auditorium. Tijdens de reprise werd de documentaire drie keer getoond.116

4.3.5 Onderwijsprogramma

In samenwerking met de organisatie The Genderbread Kit ontwikkelde het Amsterdam Museum een onderwijsprogramma voor het voortgezet onderwijs voor kinderen vanaf de derde klas.117

4.3.6 Deel-conclusie

Naast de beoogde producten zijn er nog vijf overige producten gerealiseerd die op andere manieren tot stand zijn gekomen. Deels met veel invloed en zeggenschap van de

gemeenschap, deels met weinig. Het zijn allemaal producten uit de engagement zone. Het museum heeft zich niet vastgebeten op alleen de beoogde producten uit het projectplan Ontmoet Amsterdam 2015. Hierdoor ontstond er ruimte voor de deelnemers om met nieuwe ideeën te komen. Ze hielpen bij de realisatie ervan. Het museum behield de macht over het proces en de uitvoer. Dit past bij de participatievorm meewerken. Ook zijn er voorbeelden van bijdragen en podium.

116 Hart, ‘TransAnders de documentaire’ <http://hart.amsterdammuseum.nl/nl/page/52838> Geraadpleegd op 29-10-2016

117 Amsterdam Museum, ‘Genderbreadkit onderwijsprogramma’

<https://www.amsterdammuseum.nl/aanbod-voortgezet-onderwijs/genderbread-kit> Geraadpleegd op 29-10-2016

Conclusie

Bovenstaande analyse geeft een verdiepend inzicht in de doelstellingen en de producten van het Amsterdam Museum en de ervaringen van de deelnemers en medewerkers. In dit hoofdstuk zal ik een antwoord geven op de hoofd- en deelvragen. Vervolgens zal ik concluderende uitspraken doen over de rol van het Amsterdam Museum en zijn positie in het actuele museologische debat.

1. Deelvragen

Hoe ziet het Amsterdam Museum zijn rol in de relatie tot de verschillende Amsterdamse gemeenschappen, en meer specifiek tot de gemeenschap van transgenders?

Het Amsterdam Museum heeft niet zomaar gekozen voor een samenwerking met de

transgender gemeenschap. Dit kan gezien worden vanuit een bredere context. Het museum ziet zichzelf als een verbindende factor voor de Amsterdamse samenleving en handelt hier actief naar. Het Amsterdam Museum kan gezien worden als, wat Crooke noemt, een Active Museum. Dit zijn musea a) die gemeenschappen symboliseren, b) waarvan

aandachtsgebieden van het beleid te herkennen zijn in overheids/gemeentebeleid en c) die ruimte bieden voor gemeenschapsactivisme. Deze drie kenmerken zijn ook terug te vinden in de doelstellingen en programmering van het Amsterdam Museum. Ze kunnen gezien worden als de drie belangrijke motieven voor de keuze om samen te werken met

gemeenschappen op basis van participatie. Het gaat hier onder meer om maatschappelijke verantwoordelijkheid gestalte te geven wat tot uiting komt in de programmalijn Ontmoet Amsterdam.

Een van de doelen was om samen te werken met gemeenschappen op basis van de participatievormen van Nina Simon, met de nadruk op co-creatie. In het geval van

Transmission is deze doelstelling deels gerealiseerd. Alle participatievormen zijn te

herkennen in de realisatie van Transmission. De participatievorm co-creatie is echter niet de vorm van samenwerking die het meest terug te vinden is. Meer nadruk lag op bijdragen en meewerken. Dit komt doordat de gemeenschap niet betrokken is geweest bij het vormen van het concept en het opstellen van de doelen. Dit is een belangrijk vereiste die komt kijken

77

bij co-creatie. Het museum heeft dus goede intenties maar het wordt nog niet volledig goed uitgevoerd.

Het Amsterdam Museum heeft Transmission bestempeld als pilotproject en onderdeel van Ontmoet Amsterdam. Dit toont aan dat het museum in de toekomst door wil met Ontmoet Amsterdam en bovendien wil leren van de werkwijze tijdens Transmission. Het museum heeft laten zien op een nieuwe en effectieve manier te willen leren samenwerken met gemeenschappen en andere belanghebbenden. Dit past bij de ideeën van Meijer-van Mensch over de nieuwe taken van de museumprofessional van de toekomst. Die moet leren hoe samenwerking op een ethische manier kan verlopen. De sleutel ligt bij de afweging van belangen. Uit de ervaringen van de medewerkers blijkt dat zij inzien dat dit een punt is waar zij nog ervaring moeten opdoen en dat zij midden in het leerproces zitten.

Hoe ziet de gemeenschap van transgenders de rol van het Amsterdam Museum in diens relatie met de transgemeenschap?

De deelnemers beschouwden het Amsterdam Museum als autoriteit. Gedurende het project hebben zij hun eigen rol voornamelijk gezien als bijdragend en meewerkend. Het museum nam de beslissingen over het concept van de tentoonstelling en behield zeggenschap over de inrichting van de zaal en de website. De meningen van de deelnemers waren hierover verdeeld. Sommigen vonden dit vanzelfsprekend en terecht, gezien de museale expertise van de medewerkers. Anderen vinden het jammer en hadden liever gezien dat zij zelf meer inspraak zouden hebben gehad op sommige gebieden. Enkele deelnemers voelden zich leverancier in plaats van maker.

Volgens Onciul kan onduidelijke communicatie in de engagement zone leiden tot conflict. Dit heeft ook plaats gevonden tijdens Transmission, namelijk met betrekking tot de foto’s van Miep. Het Amsterdam Museum is niet transparant geweest in de engagement zone rondom de fotoseries en de inspraak van de deelnemers. Dit heeft geleid tot

averechtse effecten: misrepresentatie en het gevoel van een clichématig beeld. Het heeft daarnaast geleid tot uit het project stappende deelnemers.

De deelnemers zijn over een aantal punten negatief: de foto’s van Miep als rode draad in de tentoonstelling, het feit dat daar niets meer aan te veranderen was, communicatie (te

lief, niet professioneel, soms helemaal geen communicatie na beslissingen), wel feedback mogen geven maar dat daarmee niets gedaan werd.

De deelnemers zijn positief over een aantal dingen: dat een museum aandacht geeft aan het onderwerp Transgender. Daarbij benadrukken een aantal deelnemers het belang dat het Amsterdam Museum daar aandacht aan geeft. Voor hen betekent dit dat zij worden gezien als onderdeel van de Amsterdamse cultuur en identiteit. Het is een legitimering van hun bestaan. Daarnaast zijn veel deelnemers positief over het persoonlijke contact met de medewerkers. Er werd altijd goed geluisterd en men was actief op zoek naar en stond open voor nieuwe ideeën.

Er waren ook een aantal zaken die de deelnemers zelf niet per se zagen als taak van het museum, maar wel als een positieve ervaring beschouwen. Bijvoorbeeld het doorsturen van de vacatures of het instellen van genderneutrale wc’s. Het Amsterdam Museum

besteedt hier aandacht aan, waardoor de gemeenschap onderdeel van de heersende orde wordt en bestaansrecht krijgt. Hierin zijn gelijkenissen te herkennen in Crookes’ oproep om gemeenschappen te betrekken in alle lagen van het instituut. Op die manier klinkt hun stem in alle lagen door en wijst dit op volledige en integere representatie.

Hoe geven museum en gemeenschappen vorm aan hun relatie?

Transmission is een product uit wat Onciul de engagement zone noemt en daarmee

voortkomt uit de relatie tussen het Amsterdam Museum en deelnemers uit de transgender gemeenschap. In deze engagement zone vonden interacties plaats tussen medewerkers van het museum, deelnemers, kunstenaars en een model, in de vorm van groepsgesprekken, individuele en persoonlijke gesprekken, telefonisch contact en emailcorrespondentie.

De producten die uit de engagement zone voortkwamen waren divers van aard, zoals Onciul ook omschrijft in haar model. Dit laat zien dat producten uit de samenwerking zich niet alleen beperken tot een tentoonstelling, evenementen en gespreksmomenten, maar zich ook door vertalen naar aanpassingen in het gebouw, het acquisitiebeleid en het personeelsbeleid.

79

Hoe wordt er gehoor gegeven aan de meerstemmigheid in de relatie tussen het Amsterdam Museum en de transgender gemeenschap?

Door middel van alle verschillende producten wordt er gehoor gegeven aan de

meerstemmigheid in de relatie. In de verschillende producten worden de wensen en ideeën van deelnemers vertaald. Ten eerste in de tentoonstelling. Hier krijgen de deelnemers de kans hun eigen verhaal te vertellen in de audiotour en tevens te laten zien in de objecten. Ten tweede in de rondetafelgesprekken waarin alle deelnemers de kans krijgen hun ideeën te delen met de museummedewerkers. In de ideale situatie, zoals die geschetst wordt door Meijer-van Mensch, heeft de museumprofessional een faciliterende rol die de belangen en stemmen van de betrokken partijen tegen elkaar afweegt. In het geval van Transmission is dit niet altijd op de manier gegaan zoals de auteur voor ogen heeft, namelijk vanuit een ethisch professioneel bewustzijn. Dit heeft tot een aantal conflicten en onduidelijkheden geleid.

Meijer-van Mensch stelt dat het de taak is van de museumprofessional om deze vaardigheid eigen te maken. Zij erkent het leerproces. Dit leerproces is te herkennen in Transmission. Medewerkers zijn zich ervan bewust dat zij op dit vlak nog veel ervaring moeten opdoen. Er is een conflict ontstaan doordat de museummedewerkers de belangen van de kunstenaars hoger waardeerden dan die van de deelnemers. De

museummedewerkers hebben dit conflict uiteindelijk opgelost in de reprise. De medewerkers hebben hun eerdere beslissingen aangepast.