• No results found

4. Analyse

4.1 Het Amsterdam Museum als ‘Active Museum’

Volgens zowel Onciul als Crooke is het belangrijk om de bredere context van een museum te schetsen. Deze context kan aantonen welke positie een museum inneemt ten opzichte van gemeenschappen. Wat zijn de motivaties en prioriteiten ten opzichte van de

gemeenschappen die zij betrekt? Wanneer de context van een museum bekend is, kunnen de overwegingen en motivaties met betrekking tot een specifiek project beter worden uitgelegd.

Aan de hand van de drie perspectieven van Crooke over het Active Museum schets ik hieronder de bredere context van het Amsterdam Museum en de relatie tot

gemeenschappen. Hiervoor zijn verschillende bronnen gebruikt waaronder de reguliere website, de online community “het HART” en verschillende beleidsdocumenten.

4.1.1 Het idee van musea als symbool voor gemeenschappen

Het eerste perspectief richt zich op de vraag hoe het museum fungeert als een symbool voor gemeenschappen. Het Amsterdam Museum vertelt in eerste instantie het verhaal van Amsterdam. Het museum geeft representaties van de Amsterdamse historie en de cultuur en identiteit van Amsterdammers. Hierbij wordt gekeken naar de geschiedenis, het heden en de toekomst. Met behulp van het gebouw, de collectie, de tentoonstellingen en de

programma’s creëert het museum een verhaal dat bijdraagt aan de wijze waarop de

Amsterdamse identiteit en cultuur wordt gevormd. Het Amsterdam Museum is zich bewust van deze positie en is actief in het opzetten van experimentele participatieprogramma’s. Het

49

museum betrekt al een aantal jaar Amsterdamse gemeenschappen bij museale activiteiten. Sinds 2014 richt het zich ook expliciet op gemeenschappen die nog weinig of niet worden gerepresenteerd in de stad of in het museum, vanuit de ambitie dat alle Amsterdammers zichzelf herkennen in de representatie praktijk van het museum. Dit kwam tot uiting in de ontwikkeling van de programmalijn ‘Ontmoet Amsterdam’. Gemeenschappen die op zoek zijn naar herkenning en erkenning staan centraal. Door deze gemeenschappen te betrekken in de museale activiteiten worden ze direct een onderdeel van het narratief dat het

Amsterdam Museum vertelt. Deze gemeenschappen horen bij het verhaal van Amsterdam. Het geeft ze bestaansrecht en legitimiteit. De transgendergemeenschap was de eerste gemeenschap die onder deze programmalijn viel. In het najaar van 2016 is er nog een ander participatieproject geweest dat hoorde bij Ontmoet Amsterdam: ‘Zwart Amsterdam’. Voor deze tentoonstelling werden Amsterdammers opgeroepen om beelden en ideeën in te sturen die symbool staan voor zwarte rolmodellen.101 Door de Amsterdammers te vragen

zelf hun definitie van een zwart rolmodel te geven, zullen zij zich eerder herkennen in de tentoonstelling dan wanneer de conservatoren definities van rolmodellen geven.

Ook online is het Amsterdam Museum actief in het betrekken en vormen van

gemeenschappen. Dit doet zij met drie websites: ‘Geheugen van Amsterdam’, ‘Geheugen van Oost’ en ‘Geheugen van West’.102 Op deze sites roept het museum Amsterdammers op

om verhalen over hun buurt te delen. De verhalen worden door de bewoners aangedragen. Op die manier hebben zij zelf de macht over hoe de identiteit van de gemeenschap, namelijk de (oud-)bewoners van respectievelijk Amsterdam, Oost en West, eruitziet. Waar het

museum met deze websites de macht in behoudt, is in het creëren van gemeenschappen die gebaseerd zijn op locatie. Ze zijn op initiatief van het museum opgezet.

4.1.2 Het overheidsbeleid in relatie tot museumbeleid en gemeenschappen

Het tweede perspectief geeft weer hoe het museumbeleid zich verhoudt tot het beleid van de overheid of de gemeente. Op verschillende manieren is er een connectie te zien tussen

101 Hart, ‘Zwart Amsterdam’ <https://hart.amsterdam/nl/page/56599/zwart-amsterdam> Geraadpleegd op 05-03-2017

102 Amsterdam Museum, ‘Geheugen van Amsterdam’ <https://geheugenvan.amsterdam/>; ‘Geheugen van Oost’ <https://geheugenvanoost.amsterdam/>; ‘Geheugen van West’ <https://geheugenvanwest.amsterdam/> Geraadpleegd op 05-03-2017

het Amsterdam Museum en het beleid van de Gemeente Amsterdam. Door zich te profileren als instituut dat maatschappelijke verbinding hoog in het vaandel heeft staan, met aandacht voor LHBTI-zichtbaarheid, linkt het museum aan het gemeentebeleid en de Roze Agenda. Het Amsterdam Museum wil zichzelf graag profileren als een maatschappelijk betrokken museum. Dat blijkt uit het maatschappelijk profiel, een document van het Amsterdam Museum dat is opgesteld in 2014. Daarin staat het maatschappelijke doel dat na een inventarisatie uit 2013 is opgesteld.103 Dat doel luidt als volgt:

“Een toegankelijk museum dat de binding met en tussen de verschillende bevolkingsgroepen vergroot en functioneert als ontmoetingsplek.”104

Deze zin impliceert dat de binding tussen de verschillende bevolkingsgroepen niet sterk genoeg is en dat het museum nodig is om die binding te vergroten. Dit toont aan dat het Amsterdam Museum zich ook inzet om maatschappelijke vraagstukken op te lossen. De LHBTI-gemeenschap is zowel in het museum zelf als online vertegenwoordigd. Dat uit zich onder andere in tentoonstellingen met als thema LHBTI, zoals bijvoorbeeld Transmission. Ook is er veel aandacht voor de LHBTI-gemeenschap op het Hart in blogs en

nieuwsberichten.

Met deze aandacht voor de rechten en zichtbaarheid van de LHBTI-gemeenschap zijn gelijkenissen aan te wijzen met het diversiteitsbeleid en de Roze Agenda van de Gemeente Amsterdam. De gemeente zet zich, zoals eerder beschreven, in voor meer zichtbaarheid van LHBTI-ers, in het bijzonder transgenders. De Gemeente Amsterdam ziet het potentieel van het Amsterdam Museum in het vergroten van de zichtbaarheid van de LHBTI-gemeenschap. In het Uitvoeringsplan van de Roze Agenda 2015-2018 wordt de bestaande samenwerking uitgelicht.105 De gemeente heeft de ambitie om de samenwerking met het Amsterdam

Museum in de toekomst ‘voort te zetten’ en te ‘intensiveren’.

Hoewel de Gemeente Amsterdam niet direct de projecten van het Amsterdam Museum met betrekking tot LHBTI en transgender financieel ondersteunt, is er wel een relatie te zien tussen het gemeentebeleid en de doelstellingen van het museum.

103 Bijlage: Maatschappelijk profiel, Amsterdam Museum. Amsterdam 23-06-2014.

104 Volgens het document komt dit doel op meta-niveau overeen met de doelstellingen van het Amsterdam Museum, het Bijbels Museum en Museum Ons’ Lieve Heer op Solder, samen de Amsterdam Heritage Museums.

51

4.1.3 Het gebruik van musea voor gemeenschapsactivisme

Het derde perspectief van Crooke richt zicht op het gebruik van musea door activistische initiatieven. Vanuit deze benadering kan het Amsterdam Museum worden gezien als een museum dat meegaat met bewegingen die zich hard maken voor sociale verandering en gelijkheid. Dat uit zich bijvoorbeeld door de samenwerking met verschillende netwerken, organisaties en groeperingen die zich inzetten voor de rechten en belangen van bepaalde gemeenschappen. Zowel in de vaste opstelling, in de programmalijn Ontmoet Amsterdam, in de collectie en op de website, is er duidelijk aandacht voor maatschappelijke ongelijkheid. Zo wordt er in het Amsterdam Museum veel aandacht besteed aan Amsterdammers met een Surinaamse of Antilliaanse afkomst. Sinds 2014 wordt er samengewerkt met het Nationaal instituut Nederlands slavernijverleden en erfenis (NiNsee). Het Amsterdam Museum maakt sinds 2014 deel uit van het Netwerk Slavernijverleden samen met het Bijlmerpark Theater en de werkgroep Slavernijstudies van de Vrije Universiteit.106 Het netwerk en het NiNsee

zetten zich in voor het genereren van meer bekendheid van het Nederlandse slavernijverleden en voor de bewustwording van een gedeelde geschiedenis. Het

Amsterdam Museum heeft in deze samenwerking als belangrijkste taak zich te richten op het verdiepen en verbreden van educatiemateriaal over dit onderwerp en tevens personen en instellingen aan zich te binden die zich met erfgoed educatie bezighouden. Dit komt tot uiting in de collectie, de tentoonstellingen en de evenementen.

Het Amsterdam Museum komt ook op voor de rechten van de LHBTI-gemeenschap. Het museum richt zich met name op de zichtbaarheid en representatie in de collectie van

Amsterdam. COC Amsterdam en COC Nederland, twee organisaties die zich inzetten voor de LHBTI-rechten, zijn recente partners van het museum. In de zomer van 2016 organiseerden zij rondom de EuroPride Amsterdam verschillende activiteiten op de binnenplaats van het museum.107 Door samen te werken met deze organisaties laat het museum zien dat het de

106 NiNsee, ‘Kick-off netwerk slavernijverleden’ <https://www.ninsee.nl/news/Kick-Off-Netwerk- Slavernijverleden> Geraadpleegd op 06-03-2017

107 Hart, ‘Europride: COC’s Shakespeareclub bij het Amsterdam Museum’ <https://hart.amsterdam/nl/page/56097> Geraadpleegd op 06-03-2017

rechten van LHBTI-ers als een belangrijke prioriteit stelt. Hetzelfde geldt voor de samenwerking met de transgender gemeenschap.

Door gemeenschappen zelf een stem te geven in de manier waarop ze gerepresenteerd worden en door de aandacht voor sociale gelijkheid en de rechten van de mens geeft het Amsterdam Museum een reactie op twee zaken. Ten eerste is het een reactie op de

traditionele werkwijze van musea en conservatoren die het narratief of de representatie van de identiteit van een gemeenschap of cultuur bepalen of vormen zonder dat ze daar de daadwerkelijke autoriteit over hebben. Daarnaast leggen deze samenwerkings- en participatieprojecten pijnpunten uit de samenleving bloot.

4.1.4 Deel-conclusie

Vanuit de drie perspectieven van Crooke kan het Amsterdam Museum gezien worden als actief museum. Het laat gemeenschappen zelf nadenken over en meewerken aan de

representatie van hun eigen verhaal en identiteit. In de tentoonstellingen, de evenementen en de programma’s kunnen zij een eigen stemgeluid laten horen. Daarnaast zijn er

verbanden te herkennen tussen het beleid van de Gemeente Amsterdam met betrekking tot de zichtbaarheid van en de leefbaarheid voor LHBTI-ers in de stad en het beleid van het Amsterdam Museum. De programmering van het Amsterdam Museum wordt duidelijk mede gevormd door verschillende groeperingen en organisaties die zich inzetten voor de

mensenrechten en andere maatschappelijke thema’s.

Volgens Crooke verwijzen de drie bovenstaande perspectieven naar hetzelfde kernpunt: het vermogen om ideeën te communiceren en denken te beïnvloeden.108 Dit is een rol waaruit

nieuwe vragen over ethiek voortkomen. Ze wijst op het recente debat over de ethische rol die musea hierdoor hebben gekregen. Musea hebben nobele intenties maar worden deze intenties ook waargemaakt? De doelen en motivaties van musea moeten volgens Crooke worden geëvalueerd. Ze pleit ook voor het bevragen van de invloed en de aard van de autoriteit.109 In het actieve museum heeft de museummedewerker een grote

verantwoordelijkheid gekregen. De vraag is nu hoe museummedewerkers met die

108 Crooke 2015: p. 488 109 Crooke 2015: p. 496

53

verantwoordelijkheid omgaan en hoe zij hun rol vervullen. In het volgende deel van de analyse wordt hier verder op ingegaan.