• No results found

HOOFDSTUK VI: PATRIOTSE PAMFLETTEN

6.1 Pamfletten aan het begin van het conflict

Op 13 september 1799 verscheen een pamflet geschreven door J.C.C. den Beer Poortugael (1775-1813). Hij blijkt te hebben gevochten tijdens het conflict in Noord-Holland, in de slag bij Bergen en de slag bij Castricum. Hij bekleedde een kapiteinsfunctie. 119 Later werd

Poortugael een belangrijk overheidsfunctionaris in dienst van het Koninkrijk Holland. Het pamflet lijkt te zijn geschreven als directe reactie op de inval van de Brits-Russische troepen bij Callantsoog. Op poëtische toon probeerde de auteur van het pamflet de publieke opinie te beïnvloeden, op verschillende manieren.

‘Aen de Bataeven, bij den inval der Britten’ luidt de titel van het pamflet. Daarmee werd duidelijk gemaakt dat dit pamflet ook een oproep was voor de Bataven om in beweging te komen tegen de opstand. Poortugael deed een oproep aan de Bataven om stelling te nemen tegen ‘De dwinglandij’ die de Bataven recent hadden afgeworpen. Die dwinglandij mocht in de Bataafse Republiek nooit meer naar ‘de oppermagt [..] dingen’. 120 Daarmee werd de

suggestie gewekt dat de Britten de Bataafse Republiek onder het oude despotisme van de Stadhouder van Oranje wilden brengen. Deze tirannie moest worden bevochten. Aangetoond moest worden dat de Bataven afstammelingen waren van de overwinnaars van Chatham. Hier greep Poortugael terug op de roemrijke geschiedenis van de oude Republiek. De Tocht naar Chatham van 1667, onder leiding van Michiel de Ruyter, was uitgemond in tot een grote overwinning op de Engelsen. Nu de Engelsen zich op Nederlands grondgebied bevonden, moesten de Bataafse inwoners zich net zo heldhaftig opstellen als hun voorvaderen.

Het teruggrijpen naar het verleden gebeurde in de achttiende eeuw vaker bij het opstellen van pamfletten. De inzet was de publieke opinie te beïnvloeden. In de bundel van Jensen en Geerdink komt hiervan ook een aantal voorbeelden voor. Volgens Verheyen hadden pamfletten een memoriserende en daarmee activerende, werking. Door gebruik te maken van 119 Anne de Haas, ‘Wassenbergh, Anna Clarissa Maria (1771-1834)’, Resources Huygens KNAW,

http://resources.huygens.knaw.nl/vrouwenlexicon/lemmata/data/WassenberghAnna, bezocht op 12-6-2018. 120 J.C.C. den Beer Poortugael, ‘Aen de Bataven, bij den inval der Britten, 13 september 1799’, Dutch Pamphlets

Online, http://primarysources.brillonline.com.access.authkb.kb.nl/browse/dutch-pamphlets-online/aen-de- bataeven-bij-den-inval-der-britten;dutchpamphletskb2kb27020, bezocht op 12-6-2018, pagina 1.

successen uit de geschiedenis werd de lezer aangesproken om stelling te nemen bij een gebeurtenis. 121 Ook Lieke van Deinsen beschrijft het verschijnsel waarbij pamfletten

teruggrijpen op het verleden om de publieke opinie te beïnvloeden. Om een pamflet

overtuigingskracht te geven, werden in pamfletten voorbeelden gebruikt van heldhaftigheid in het verleden. Als de lezer zich hetzelfde zou gedragen als de helden in de geschiedenis zou het conflict beslecht worden in het voordeel van de opiniërende partij. 122

Poortugael schreef niet alleen over de heldhaftigheid van de helden van weleer. Hij bekritiseerde het lijdzame volk dat zich niet aangesproken voelde door zijn boodschap.

‘Wie deze roepstem hoort, en niet zijn hart voelt branden Van edel heldenvuur, gevoelt zijn waerde niet; Dat hij, van elk veracht, voor eeuwig deze landen,

Die hij ontheiligd heeft, ontvlied’t.’ 123

Een echte Nederlander, die uit heldbloed geboren werd zou de verdediging van Nederland als een uiterst serieuze taak moeten zien. Zo niet, dan was het geen echte vrije Batavier en verdiende deze verrader inclusief zijn nageslacht te worden vervloekt. Alleen door te vechten in dit conflict kon een Batavier echt vrij zijn. Poortugael vroeg de lezer of die zijn

zwaarbevochten rechten in het geding zou laten komen door niet te vechten tegen ‘England’, dat de dwingelandij van voor de Omwenteling weer wilde opleggen. 124 De auteur van het

pamflet probeerde daarmee de lezer te overtuigen van de noodzaak om als Bataaf strijdbaar te zijn. Als de Brits-Russische troepen zegenvierden, betekende dat een einde aan de vrijheden die de patriotten en daarmee de Bataven sinds hadden verwezenlijkt .

De keuze die de lezer werd voorgelegd, was ‘grootsch’: ‘of dood, of vrij’. De Ruyter zou trots zijn geweest op de strijdbaarheid van de Bataven. Maar niet alleen zou de Ruyter met goedkeuring hebben gekeken naar de manschappen van het Bataafse leger, Poortugael deed een beroep op de hele bevolking om strijdbaar te zijn. Moeders van soldaten mochten trots zijn dat zij de helden der Bataven op de wereld hadden gebracht. Hun kinderen zorgden ervoor dat de Engelsen beefden voor de oppermachtige Bataven. De rol van vrouwen was volgens Poortugael belangrijk. Ook vrouwen konden vechten tegen de tirannie van Engeland, met ‘zwaerd’ in het hand en ‘lauerkransen’ op het hoofd. Jonge vrouwen, door Poortugael op 121 Bart Verhey, ‘Verzet tegen de conscriptie tijdens de Napoleontische bezetting 1810-1813’, in: in: Lotte Jensen e.a. ed., Oorlogsliteratuur in de vroegmoderne tijd. Vorm, identiteit en herinnering, (Hilversum, 2013), 119-127, aldaar 120.

122 Lieke van Deinsen, ‘Toen ’t volk een hoop verwijfde slaven scheen’, 159-160. 123 Poortugael, Aen de Bataven, pagina 2.

lieflijke wijze de ‘maegdenrei’ genoemd, waren de beloning voor jonge soldaten. De troepen vochten voor de lieflijkheid van de ‘maegdenrei’ en hadden daarmee een prominente rol in het conflict. 125

Poortugael wilde een boodschap overbrengen aan zijn publiek en behandelde een aantal aspecten in die boodschap. Ten eerste greep de boodschap terug op het heldendom van de Bataven dat zij hadden geërfd van hun voorvaderen. Dat heldenbloed verplichtte hen de vrijheden van de Bataafse Republiek te verdedigen. De lezer werd overtuigd van zijn rol als vrije Bataaf, en daarbij werden vrouwen ook betrokken. Het model van Habermas kan ook hier worden gebruikt om de invloed van de boodschap op de publieke opinie te verklaren. Zoals is vastgesteld in het theoretisch kader is de overdracht van informatie via verschillende soorten pers van groot belang bij het voeden van de publieke sfeer en daarmee het vormen van een publieke opinie die door partijpolitiek kan worden gebruikt. 126

De boodschap van Poortugael is patriotgezind te noemen. Hij verschaft de lezer informatie over de noodzaak van de verdediging van het land en beïnvloedde daarmee het publieke debat. Hoe groot de werking van zijn boodschap op de publieke opinie was, is moeilijk te kwantificeren. Er werden immers veel meer pamfletten geschreven die een soortgelijke boodschap uitdroegen. Vastgesteld kan wel worden dat de boodschap van dit pamflet, aan het begin van het conflict geschreven, een beroep deed op het roemrijke verleden van de Bataafse Republiek. De boodschap trachtte de publieke opinie over de Bataafse Republiek en daarmee de patriotten positief te beïnvloeden.