• No results found

HOOFDSTUK V: PATRIOTSE KRANTEN

5.3 Generaal Daendels als nationale held

Volgens Niek van Sas was er tijdens de inval van Noord-Holland in 1799 een persoon die kon gezien worden als de eerste Nederlandse militair. Dat was Herman Willem Daendels.

Daendels stond bekend om zijn betrokkenheid bij de twee staatsgrepen van 1798. Eerst hielp hij de radicale patriotten in januari 1798 aan de macht te komen. In juni hielp hij vervolgens de moderate patriotten in het zadel. Hij stond bekend als een charismatisch persoon die wist hoe hij mensen kon inspireren. Hij probeerde de grondmotieven van de patriotten centraal te stellen en maakte daarbij gebruik van militaire middelen. Hij was betrokken bij een plan om Groot-Brittannië binnen te vallen via Ierland. Hoewel dit invasieplan nooit in uitvoering is gebracht, kon hij rekenen op lof van de Bataafse Republiek en de Franse Republiek. 109

In oorlogsliteratuur kunnen helden een positie innemen om de persuasieve functie die Jensen en Geerdink in hun bundel beschrijven te activeren. In de bundel spreekt Van Deinsen over de manier waarop helden van de vroegere Republiek een rol speelden in de discussie over het verval in de late achttiende eeuw. Hoewel van Deinsen ingaat op de rol van oude zeehelden als Tromp en De Ruyter probeert zij duidelijk te maken dat helden in

oorlogsliteratuur kunnen bijdragen aan de overtuigingskracht van een boodschap. 110 Op die

manier kan de rol van de held Daendels ook worden beschouwd, al was hij geen held van weleer. Zijn rol bij het beïnvloeden van de publieke opinie via de kranten kan geanalyseerd worden door te kijken naar zijn brieven en andere berichtgeving in de kranten.

In een brief sprak luitenant-generaal Daendels over de gevechten bij Castricum. De slag van Castricum vond plaats op 6 oktober 1799 en resulteerde in verliezen aan beide kanten. Niettemin werd hier de opmars van de Brits-Russische troepen gestuit. Er volgden

109 Sas, van, Metamorfose van Nederland, 316-322.

110 Lieke van Deinsen, ‘Toen ’t volk een hoop verwijfde slaven scheen’, in: Lotte Jensen e.a. ed.,

Oorlogsliteratuur in de vroegmoderne tijd. Vorm, identiteit en herinnering, (Hilversum, 2013), 151-161, aldaar

nog enkele schermutselingen, maar de strijd leek beslist. 111 In de brief in de Groninger

Courant van 8 oktober 1799 sprak Daendels over heldendaden en verliezen. Zelf had hij zich ‘onafgebroken op de Voorposten bevonden’. Hoewel de strijd zwaar bleek voor Daendels en de Frans-Bataafse troepen, bleven zij een harde strijd voeren. Aan alle kanten werden de troepen van Daendels ‘geattaqueerd’. 112 Deze passage leek bedoeld te zijn om de lezer de

boodschap te geven dat de tegenstanders hard vochten, maar de Bataven niet zwichtten. Het is niet duidelijk voor welk publiek Daendels deze brief schreef, maar de patriotgezinde

Groninger Courant maakte er handig gebruik van.

Maar Daendels schreef zichzelf ook heldhaftigheid toe. Hij had zich op het strijdtoneel getoond en verbleef het grootste gedeelte van zijn tijd op het slagveld bij de ‘Battereyen’ van de Frans-Bataafse artillerie. Hij werd bijna gewond door vijandig vuur. ‘Veel kogels zyn om my heen gevlogen, waar van een my den hoed doorboord heeft, dan, God dank! Ik ben onbeschadigd!’ Hij liet weten dat de lezer van de brieven goede moed moest houden, en dat hij en zijn troepen zouden sterven of overwinnen. 113 De brief moet een invloed hebben gehad

op de lezer van de Groninger Courant. Hier sprak de meest bekende Bataafse soldaat. Daendels sprak over moed en heldhaftigheid. De Groninger Courant heeft waarschijnlijk geprobeerd de heldenrol van Daendels te gebruiken om informatie over te brengen aan het publiek. Daarmee kon de publieke opinie over Daendels, het Uitvoerend Bewind en daarmee de patriotten positief worden beïnvloed.

Daendels was zelf een man die de kracht van de publieke opinie begreep. Hij wist kranten te gebruiken om de publieke opinie in zijn voordeel om te buigen. Dat blijkt vooral uit een uitgave van de Oprechte Haarlemse Courant. De uitgave van 17 september 1799 kondigde aan dat generaal Daendels een verzoek had ingediend bij de krant voor het plaatsen van een brief aan generaal Brune. In de brief die Daendels liet publiceren, sprak de held-generaal over een negatieve stroom van informatie die een slechte invloed had op de publieke opinie over hem en zijn troepen. Uit de brief bleek dat te Amsterdam, Haarlem en Den Haag het idee was ontstaan dat een recent mislukte aanval te wijden was aan de troepen van Daendels. Daendels betichtte ‘men’ ervan zijn troepen zwart te maken en voelde dat het tijd was om het ‘echte’ verhaal te vertellen. Hij vraagt Generaal Brune, de chef van de Frans-Bataafse troepen, om het

111 Uythoven, van, Voorwaarts, Bataven! 140-141.

112 ‘Groninger courant, 8-10-2018’, Delpher.nl https://www.delpher.nl/nl/kranten/view? query=1799&coll=ddd&page=1&facets%5Bperiode%5D%5B%5D=2%7C18e_eeuw%7C1790- 1799%7C1799%7C&identifier=ddd%3A010159068%3Ampeg21%3Ap002&resultsidentifier=ddd %3A010159068%3Ampeg21%3Aa0020.com, bezocht op 7-6-2018, tweede pagina.

rapport van Daendels over de betreffende slag te publiceren. 114

In een daaropvolgende brief in de Haarlemse krant staat het rapport van Daendels, dat hij op 13 september 1799 verstuurde. Het rapport werd geschreven op 10 september 1799 na schermutselingen in de buurt van Sint Pancras en was bedoeld voor Generaal Brune. In de brief staat hoe een aanval in de beurt van Sint Maartensburg moeizaam verliep. Daendels weet dat aan de verwarring die was ontstaan tijdens de eerste momenten van de aanval. Hij was genoodzaakt zich terug te trekken. De aftocht verliep goed, ondanks een onverwachte aanval van Brits-Russische troepen. Daendels schatte zijn verliezen op ongeveer 150 gewonden, voor Daendels geen reden tot paniek. Daarna sloot hij zijn brief af door een gedeelte van zijn brigade te prijzen voor hun daden. Hij merkte op dat een groot gedeelte van zijn troepen niet actief had deelgenomen aan de strijd. Deze troepen trof daarom geen blaam.115

De voorgaande passages in de Oprechte Haarlemse Courant laten zien hoe de held Daendels zelf gebruik wist te maken van de media om de publieke opinie rond hem en zijn troepen niet te laten beïnvloeden door wat hij zelf ‘smaad en laster’ noemt. Het was niet duidelijk dat de troepen van Daendels verantwoordelijk konden gehouden voor de verliezen. Niettemin laten de brieven zien hoe de publieke opinie kan worden bijgestuurd na een

negatieve boodschap over de Bataven. Daendels kan gezien worden als een fervent patriot en de generaal probeerde zijn eigen verhaal te vertellen om de publieke opinie over de patriotten niet negatief te laten beïnvloeden.