• No results found

P ROBLEEMSTELLING

In document Loerende gevaren in de gsmjungle (pagina 15-0)

HOOFDSTUK 2 ONDERZOEKSVERANTWOORDING

2.3 P ROBLEEMSTELLING

Op basis van de aanleiding van de opdracht is voor het uit te voeren onderzoek de volgende probleemstelling geformuleerd:

Welke risico’s op het gebied van veiligheid, gezondheid en welzijn conform het Arbobeleid zijn voor de GSM-SHOP relevant te inventariseren, zodat de organisatie weet welke maatregelen er genomen moeten worden om betere arbeidsomstandigheden te creëren voor haar medewerkers?

Subprobleemstellingen

Om te komen tot een duidelijke beantwoording van de probleemstelling is de zaak de hoofdvraag op te splitsen in een aantal subprobleemstellingen. Voor het onderzoek zijn de volgende subprobleemstellingen opgesteld:

1. Wat houdt het Arbobeleid in?

2. Wat verstaat men onder Arbeidsomstandigheden?

3. Welke instrumenten bestaan er om arbeidsomstandigheden binnen een organisatie te toetsen?

4. Hoe is de huidige Arbo-situatie op dit moment?

5. Wat vinden de medewerkers van de huidige arbeidsomstandigheden?

6. Welke knelpunten komen naar voren n.a.v. het onderzoek onder het management en de medewerkers?

7. Welke verbeteringen zijn noodzakelijk om aan de wettelijke verplichtingen te voldoen?

8. Wat zijn de financiële consequenties naar aanleiding van de noodzakelijke verbeteringen?

9 2.4 Onderzoeksopzet

Voordat men een verantwoord onderzoek kan verrichten, moet er van te voren een concrete werkwijze worden opgezet. Deze werkwijze draagt bij aan de kwaliteit van het onderzoek, omdat er op basis van een onderzoeksopzet gezocht is naar oplossingen. In deze paragraaf zal ik de gehanteerde onderzoeksopzet uiteenzetten.

2.4.1 Onderzoeksvormen

Een onderzoek kan opgesplitst worden in twee delen, het kan verdeeld worden in het theoretische en empirische onderzoek.

Om de probleemstelling goed te kunnen beantwoorden moet er van te voren een

theoretisch onderzoek worden gedaan. Dit kader wordt gevormd door onderzoek te doen naar bestaande informatie in de vorm van literatuurstudie.

Bij het literatuuronderzoek wordt er gebruik gemaakt van bestaande informatie. Deze gegevens zijn verkregen door middel van literatuur uit boeken, artikelen en websites. Om een beter inzicht te verkrijgen in het onderwerp is er vooral gekeken naar handboeken op het gebied van arbobeleid en arbeidsomstandigheden. Daarnaast heeft het internet veel informatie opgeleverd op het gebied van Arbo, RIE en over de aanpak bij het opzetten van een arbobeleid. Het afbakenen van de gevonden resultaten bleek achteraf niet eenvoudig te zijn.

Het empirische gedeelte wordt gevormd door zelf onderzoek te verrichten aan de hand van interne en/of externe analyse binnen de te onderzoeken organisatie. Met empirisch onderzoek wordt bedoeld dat er gegevens wordt verzameld door middel van enquêtes en observaties. Door (schriftelijke) enquêtes af te nemen bij de medewerkers werd er een beter inzicht verkregen hoe men de arbeid ervaart.

2.4.2 Onderzoekstype

Naast de onderzoeksvormen kan een onderzoek ook onderscheiden worden in de volgende soorten typen onderzoek:

• Explorerend onderzoek: het gaat om het ontdekken van verschillen of verbanden tussen elementen en kenmerken.

• Toetsend onderzoek: het gaat om het nagaan of één of meer hypothesen die zijn afgeleid van een theorie kloppen.4 De onderzoeker heeft van tevoren een theorie welke via onderzoek worden getoetst op juistheid. Men spreekt ook van een toetsend onderzoek wanneer er nauwelijks een theorie voor handen is en een verwacht effect aangetoond wil worden.

• Beschrijvend onderzoek: het gaat hierbij om een systematische beschrijving en catalogisering van bepaalde gevallen. Het gaat om een registratie en een van tevoren bepaalde systematiek die zich voordoen op een bepaald gebied, waarbij niet wordt gestreefd naar het ontwikkelen van een hypothese of een theorie.

Verder wordt bij het empirisch onderzoek ook nog onderscheid gemaakt tussen kwantitatief onderzoek en kwalitatief onderzoek. Hieronder volgt een omschrijving van deze twee onderzoekstypen.

• Kwantitatief onderzoek: onderzoek dat is gebaseerd op het meten van variabelen, die met behulp van tellen turven en berekenen worden verwerkt tot conclusies. Het idee erachter is dat de onderzochte verschijnselen voldoen aan wetmatigheden die

4 Baarda, D.B. en Goede, M.P.M.: Methoden en Technieken

10

kwantificeerbaar zijn. Tevens gelden tellen en rekenen als methoden, waarbij enige objectiviteit gewaarborgd is.

• Kwalitatief onderzoek: niet alle verschijnselen zijn keurig te operationaliseren en daardoor te meten. Een kwalitatief onderzoek levert antwoorden op wat-, hoe-, en waarom-vragen, dan op hoeveel-vragen en hoe groot-vragen. Bij dit soort onderzoek probeer je een beeld te vormen van de veelal onbewuste wensen en motieven die er in bepaalde doelgroepen leven. Bij kwalitatief onderzoek zijn de gegevens niet onder te brengen in cijfers.

Dit onderzoek kan getypeerd worden als een beschrijvend onderzoek. Er zijn interviews afgenomen en het gedrag is geobserveerd. Daarbij is er een risico inventarisatie en evaluatie uitgevoerd op het gebied van veiligheid, gezondheid en welzijn. Middels literatuuronderzoek en interviews is er een beter inzicht verkregen over de term

arbeidsomstandigheden. Voor dit onderzoek is gekozen voor zowel een kwalitatief als een kwantitatief onderzoek. Het kwantitatieve gedeelte heeft zich geuit in de perspectieven en interpretatie van de respondenten. Aangezien de organisatie niet groot is, zijn alle

medewerkers geïnterviewd. Dit zorgt ervoor dat het onderzoek betrouwbaar is, omdat alle betrokkenen een bijdrage hebben geleverd aan het onderzoek.

Het onderzoek heeft ook als doel om een beeld te vormen van de wensen en behoeften van zowel de werkgever als de werknemer. Wat verwacht men van de organisatie op het gebied van arbeidsomstandigheden, heeft de werkgever zelf in de gaten dat de

arbeidsomstandigheden geoptimaliseerd moet worden? Dit zijn een aantal vragen waar antwoord op gegeven moet worden om het onderzoek te laten slagen.

2.4.3 Onderzoeksmethoden

Om gegevens te kunnen verzamelen, kan er gebruik worden gemaakt van de volgende onderzoeksmethoden5:

1. Gebruik maken van bestaande informatie;

2. Verkrijgen van gegevens via observaties;

3. Verkrijgen van gegevens via schriftelijk of mondeling interview.

Gebruik maken van bestaande informatie is meestal de goedkoopste en vaak ook een goede manier van onderzoek doen. Je valt geen mensen lastig en vaak kan bestaande informatie gebruikt worden ter beantwoording van het probleem. Is er geen bestaande informatie beschikbaar, dan zul je moeten beslissen om te interviewen of te observeren.

Deze drie manieren zijn gebruikt om het onderzoek binnen GSM-SHOP te verrichten.

Het gebruik maken van bestaande informatie valt onder het theoretische kader van dit onderzoek. Er is gekeken naar de literatuur betreffende het onderzoeksprobleem.

Daarnaast zijn de risico's geïnventariseerd d.m.v. het observeren van de werkwijze binnen GSM-SHOP.

Medewerkers zijn middels schriftelijke enquêtes gevraagd om het werk te beoordelen.

2.4.4 Doelgroep

De doelgroep voor dit rapport is het management en de medewerkers van het hoofdkantoor van GSM-SHOP. Dit rapport dient een leidraad te vormen voor de

organisatie om betere arbeidsomstandigheden te creëren voor haar medewerkers. Naast het invoeren op het hoofdkantoor kan het ook een leidraad vormen voor de andere franchiseondernemers van GSM-SHOP.

55

Baarda, D.B. en Goede, M.P.M.: Methoden en Technieken

11 2.5 Onderzoeksaanpak

Zoals hiervoor is aangegeven zijn voor de beantwoording van de probleemstelling enkele subprobleemstellingen geformuleerd. Deze subprobleemstellingen vormen de leidraad voor dit onderzoek. De antwoorden op deze subprobleemstellingen moeten gevonden worden door middel van onderzoek. Het onderzoek bestaat uit verschillende

deelonderzoeken welke de vragen beantwoorden. De deelonderzoeken zijn:

• Omschrijving organisatiestructuur;

• Omschrijving begrip Arbeidsomstandigheden;

• Omschrijving huidige situatie met betrekking tot de bedrijfsrisico’s;

• Onderzoek naar beleving van de arbeid;

• Inventariseren methodes voor het creëren van efficiency op het gebied van arbeidsomstandigheden

2.5.1 Omschrijving organisatiestructuur

Om de organisatiestructuur te kunnen omschrijven dient eerst gegevens over de organisatie te worden verzameld. Deze informatie is verzameld met behulp van deskresearch en interviews.

Er is gebruik gemaakt van interne verslagen en mondelinge interviews.

Via de bovenstaande dataverzamelingsmethoden zijn gegevens verzameld waardoor er een beeld geschetst kon worden van de organisatiestructuur en konden grafische structuren worden gemaakt. De organisatiestructuur staat in het eerste hoofdstuk beschreven en de organogrammen zijn te vinden in bijlagen.

2.5.2 Omschrijven begrip Arbeidsomstandigheden

Om een beeld te kunnen vormen van het begrip Arbeidsomstandigheden is gebruik gemaakt van bestaande literatuur en internet. Literatuur is voornamelijk gevonden uit de bibliotheek. Alleen toepasbaar literatuur voor het onderzoek is verwerkt.

De formulering en bevindingen van het begrip Arbeidsomstandigheden zijn te vinden in hoofdstuk 3 en 4.

2.5.3 Omschrijving huidige situatie

De huidige situatie dient omschreven te worden om zo een beeld te krijgen hoe de arbeidsomstandigheden is in GSM-SHOP. Bij het onderzoeken van de huidige situatie is achterhaald wat de verscheidene bedrijfsrisico’s zijn voor de belangrijke betrokkenen van de organisatie. Doordat de risico’s bekend zijn, kan gezocht worden naar een geschikte oplossing om de risico’s te beheersen en zodanig te genezen. Informatie is verkregen door observaties en mondelinge interviews met diverse betrokkenen.

Naast het achterhalen van de risico’s zijn er ook enquêtes afgelegd bij het personeel.

De verkregen informatie draagt bij aan het onderzoek, doordat zij een inzicht verschaft in de beleving van de arbeid door het personeel.

De uikomsten en bevindingen zijn opgenomen in hoofdstuk 5 en 6.

2.5.4 Inventarisatie verbetering Arbeidsomstandigheden

Door de voorgaande deelonderzoeken is informatie verzameld betreffende het begrip Arbeidsomstandigheden, de huidige situatie, de verschillende risico’s op verschillende gebieden. Op basis van deze informatie is gezocht naar de oplossingen voor de

12

probleemstelling. Hierbij is gebruik gemaakt van bestaande theorie, gegevens uit de gehouden interviews en de eigen ideeën.

De verkregen informatie draagt bij aan een geschikte oplossing voor de probleemstelling.

Namelijk een methode voor GSM-SHOP om de arbeidsomstandigheden voor haar medewerkers te optimaliseren .

Conclusie

Het onderzoek is onderverdeeld in een aantal fasen. Allereerst zal er een

literatuuronderzoek worden verricht, aan de hand van de bevindingen uit dit onderdeel van het onderzoek, zal een theoretisch kader worden geschetst van het

onderzoeksonderwerp. Hierdoor zal er een beter beeld worden gegeven van de

onderwerpen die relevant zijn voor GSM-SHOP. Dit zal tevens een leidraad vormen voor het te verrichte onderzoek.

Vervolgens zal voor de organisatie de verschillende risico’s worden geïnventariseerd en geëvalueerd. Vanuit deze bevindingen zal een oplossing gevonden worden voor GSM-SHOP.

13 Hoofdstuk 3 Arbeidsomstandigheden

Voor een organisatie is het erg belangrijk om de wettelijke verplichtingen op het gebied van Arbo te weten. Een belangrijk wettelijke verplichting is de Risico inventarisatie en Evaluatie. Om een beeld te creëren van de wettelijke verplichtingen zullen de begrippen arbeidsomstandigheden en Risico Inventarisatie en Evaluatie aan de hand van

literatuuronderzoek worden toegelicht.

3.1 Arbeidsomstandighedenwet

De Arbeidsomstandighedenwet 1998, ook wel de Arbowet 1998, heeft tot doel de effectiviteit en efficiency van het arbeidsomstandighedenbeleid te vergroten.

De Arbowet is in de jaren tachtig ingevoerd ter vervanging van de verouderde Veiligheidswet. De Arbeidsomstandighedenwet 1998 verplicht werkgevers om een arbeidsomstandighedenbeleid zodanig in te voeren dat daarvan geen nadelige invloed uitgaat op de veiligheid en gezondheid van de werknemer6. Ook het bevorderen van het welzijn valt onder het arbobeleid. Goede arbeidsomstandigheden dragen bij aan een optimaal bedrijfsresultaat. Dat is de belangrijkste reden waarom een werkgever systematisch aandacht moet besteden aan arbeidsomstandigheden. Werkgever en werknemers moeten samen werken aan een goede zorg voor arbeidsomstandigheden.

Beide partijen hebben met de invoering van de Arbo-wet eigen verantwoordelijkheden en verplichtingen ten aanzien van arbeidsomstandighedenzorg gekregen.7

Arbeidsomstandigheden binnen een organisatie moet niet gezien worden als iets

zelfstandigs, maar als een aspect van het algemene bedrijfsbeleid en een onderdeel van de normale bedrijfsvoering. Een belangrijk element in dat arbobeleid is, dat het moet zijn gebaseerd op een op schrift gestelde inventarisatie en evaluatie van de risico’s in het bedrijf. Voorop staat dat gekozen wordt voor een aanpak die het beste past bij de eigen organisatie. De Risico Inventarisatie en Evaluatie biedt daarvoor de meetlat.

3.1.1 Wettelijke verplichtingen Arbo-wet

In artikel 3 van de Arbowet worden de algemene verplichtingen van de werkgever op het gebied van arbeidsomstandigheden weergegeven. De werkgever is wettelijk verplicht om de arbeid zodanig te organiseren dat hiervan geen nadelige invloed uitgaat op de

veiligheid en gezondheid van de werknemer. Naast de veiligheid en gezondheid in acht te nemen, moet het arbeidsomstandighedenbeleid het welzijn van de werknemer

bevorderen.

De Arbowet houdt een aantal specifieke verplichtingen voor werkgevers in8

• Het voeren van een verzuimbeleid;

• Het voeren van een beleid met betrekking tot seksuele intimidatie, agressie en geweld;

• Inventarisatie en evaluatie van risico´s;

• Voorkoming en beperking van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken en informatie aan het publiek;

• Melding van ongevallen en beroepsziekten;

• Het voorkomen van gevaar voor derden.

Ook werknemers hebben in de Arbowet een eigen verantwoordelijkheid gekregen om in verband met arbeid de nodige voorzichtigheid en zorgvuldigheid in acht nemen ter vermijding van gevaren.

6 Ing. C.H. van den Berg, Praktijkgids Arbeidsveiligheid

7 L.P.M. Klijn en M. van Hemert, Arbowet en wet TZ

8 Kluwe, Praktijkgids Arbeidsomstandigheden

14 3.2 Risico Inventarisatie en Evaluatie9

Elke werkgever is verantwoordelijk voor de veiligheid en gezondheid van zijn personeel.

Een belangrijke verplichting op dit terrein is het uitvoeren van een Risico-inventarisatie en evaluatie (RIE). RIE is in eerste instantie een document waarover een werkgever moet beschikken. In dit document wordt voornamelijk een overzicht en beoordeling gegeven van de risico’s van het werk voor de werknemers van het bedrijf (zie bijlage 3:

voorschriften RIE).

Hoewel de nadruk ligt op het (arbo)wettelijk verplichte karakter van de RIE, kan het opstellen van een overzicht van risico’s natuurlijk ook worden gezien als een kwestie van gezond verstand. Het is als bedrijf of organisatie immers verstandig om te weten welke risico’s men loopt. En dat hoeft zich niet te beperken tot de risico’s die de werknemers bedreigen. Een RIE is voor ieder bedrijf zinvol.

In de eerste plaats zorgt bestrijding van arbeidsrisico’s op termijn voor een lager

ziekteverzuim. Omdat bij ziekte het loon doorbetaald moet worden, kan er met een goede RIE een grote financiële dienst worden bewezen.

Ten tweede kan er door de aanpak van gezondheidsrisico’s in een bedrijf een betere werksfeer ontstaan. Werknemers zullen meer tevreden zijn waneer ze weten dat de organisatie begaan is met hun gezondheid en welzijn.

Tot slot is een RIE belangrijk bij eventuele aansprakelijkheidskwesties. Steeds vaker wordt de werkgever aansprakelijk gesteld als een werknemer arbeidsongeschikt wordt.

Een werkgever die er van wordt beschuldigd dat hij de arbeidsrisico’s niet goed heeft onderzocht of onvoldoende heeft beperkt, kan financiële gevolgen verwachten. Met een RIE kan de werkgever bewijzen dat er wel degelijk een onderzoek is gedaan naar de verschillende risicofactoren.

Wanneer een organisatie overgaat tot een RIE uitvoering, moet er aandacht besteedt worden aan de volgende factoren:

• Werkplek en functie van medewerkers;

• Toezicht door leidinggevende

• Gedrag van werknemers;

• Veranderingen binnen het bedrijf;

• Ziekteverzuim en beroepsziekten.

3.2.1 Wettelijke verplichtingen RIE

Het is vrijwel altijd verplicht om als werkgever een RIE te hebben omdat de Arbowet dat eist. Op zich past een dergelijke verplichting goed in de filosofie van de Arbo-wet.10 Die gaat ervan uit dat het beheersen van de risico’s en vervolgens het uitvoeren van een beoordeling van die risico’s.

Op grond van de Arbo-wet gelden de volgende eisen:

• de RIE is een schriftelijk document;

• de RIE bevat een beschrijving van de risico’s voor bijzondere categorieën van werknemers;

• de RIE bevat een lijst van arbeidsongevallen;

• de RIE bevat een plan van aanpak;

• de RIE is actueel.

Als een werkgever geen RIE heeft, gebeurt er niets, zolang er geen bezoek plaatsvindt van de Arbeidsinspectie en zolang er geen bedrijfsongevallen plaatsvinden waar de

9 Heer, C. de.: Arbobeleid in de praktijk.

10 www.arbo.nl

15

Arbeidsinspectie bij betrokken is. Als de Arbeidsinspectie bij een bezoek constateert dat een bedrijf geen RIE heeft, wordt daarvoor meestal direct een boete opgelegd. Daartegen kan wel een bezwaar worden ingediend, maar veel zin zal het niet hebben. Zoals eerder aangegeven is het niet hebben van RIE erg onverstandig. RIE kan worden gebruikt om de risico’s voor een organisatie in kaart te brengen en actief te werken aan de voorkoming of beperking ervan.

3.3 Arbobeleidscyclus

Bij het ontwikkelen en implementeren van arbobeleid is het belangrijk dit systematisch te doen. Werken volgens een vaste en duidelijke systematiek vergroot, zowel binnen als buiten het bedrijf, het vertrouwen in de aanpak. 11Het is handig om daarbij een

gestructureerde methode te hanteren waarmee de mogelijk gevaren worden

geïnventariseerd en waarmee wordt bekeken of deze gevaren ook daadwerkelijk een risico vormen voor de bedrijfsvoering.

De Commissie Ontwikkeling Bedrijven van de Sociaal-economische raad heeft een beleidscyclus ontworpen12 :

1. Willen: intentieverklaring;

2. Weten: inventarisatie van risico’s, kennisnemen van wetgeving, normen en wensen van werknemers en management;

3. Wegen: evalueren van risico’s, prioriteiten stellen en plan van aanpak opstellen;

4. Werken: plannen uitvoeren;

5. Waken: uitvoering controleren.

Willen

Weten

Waken Wegen

Werken

11 Ing. C.H. van den Berg, Praktijkgids Arbeidsveiligheid

12 Drs. H.J. ter Horst, De ondernemingsraad en arbeidsomstandigheden Werkplekbeheersing

Gedrag Toezicht Ontwerp/ inkoop

16 Stap 1 Willen: Intentieverklaring

Ieder beleid begint met het iets willen. Het willen kan vastgelegd worden in een intentieverklaring. De werkgever moet duidelijk maken wat hij op het gebied van

arbeidsomstandigheden en verzuim wil bereiken. Veel bedrijven gebruiken daarvoor een intentieverklaring. Dit is een document, waarin de werkgever zijn algemene voornemens ten aanzien van arbeidsomstandigheden en het terugdringen van het verzuim vastlegt.

Het is logisch dat de werkgever daarover overleg voert met zijn medewerkers. Een intentieverklaring is er immers niet alleen voor de leiding, maar voor het hele bedrijf.

Een intentieverklaring is overigens geen verplichting. Afspraken tussen werkgever en werknemers kunnen heel goed dezelfde rol vervullen. Het gaat erom dat de werkgever zijn wil kenbaar maakt om systematisch en structureel te werken aan verbetering van de arbeidsomstandigheden en het terugdringen van het ziekteverzuim en dat iedereen daar kennis van kan nemen.

In een beleids- en intentieverklaring kan de werkgever hoofddoelstellingen opnemen.

Voor het formuleren van de hoofddoelstellingen kan een inschakeling van risico’s uit de Risico Inventarisatie en Evaluatie worden gebruikt. In de bijlage is een standaard intentieverklaring opgenomen.

Stap 2 Weten: Risico inventariseren

Hier gaat het in eerste instantie om het inventariseren van besluiten, regels, normen en afspraken die in het bedrijf van toepassing zijn, op basis van:

• Arbo-wet;

• Arbobeleidsregels;

• Afspraken met het management over taken, bevoegdheden en betrokkenheid;

• Wensen van werknemers.

De wet schrijft niet voor welke methodiek er gebruikt kan worden om de risico’s te

inventariseren. De keuze voor een bepaalde methode kan onder andere afhangen van de grootte van het bedrijf, de aard van de risico’s en de mate waarin arbobeleid een

onderdeel is van het bedrijfsbeleid. De specifieke situatie waar de organisatie zich in bevindt is dus bepalend voor de keuze.

Stap 3 Wegen: Risico evaluatie

In deze fase gaat het om het evalueren van de risico’s, het stellen van prioriteiten en het maken van plannen.

Criteria voor het bepalen van prioriteiten zijn:

• de grootte van de risico’s voor veiligheid, gezondheid en welzijn van de werknemers;

• de verzuimgegevens, vooral als het verzuim te maken heeft met de arbeidsomstandigheden;

• het effect van de te nemen maatregelen op de grootte van de risico’s;

• de wensen van de werknemers;

• het aantal werknemers dat baat heeft bij de voorgenomen maatregelen;

• de technische, operationele en economische haalbaarheid.

De resultaten van de RIE moeten worden verwerkt in een plan van aanpak. In het plan van aanpak wordt aangegeven welke maatregelen binnen welke termijn zullen worden

De resultaten van de RIE moeten worden verwerkt in een plan van aanpak. In het plan van aanpak wordt aangegeven welke maatregelen binnen welke termijn zullen worden

In document Loerende gevaren in de gsmjungle (pagina 15-0)