• No results found

Opnieuw gehalveerd: D66 houdt drie zetels over bij verkiezingen

In document Inhoudsopgave Inleiding 3 (pagina 54-61)

4. D66 in de geschreven media

4.3 Opnieuw gehalveerd: D66 houdt drie zetels over bij verkiezingen

De D66-campagne voor de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november wordt op dinsdag 5 september gestart vanuit de achtertuin van lijsttrekker Alexander Pechtold. Dit motet gezien worden als een knipoog naar een voormalige collega-minister die, nadat D66 eind juni uit het kabinet was gestapt, had geschamperd dat de ambteloze Pechtold nu maar „vanuit zijn achtertuin campagne moest gaan voeren‟.254

Na maanden waarin slechte peilingen aanleiding zijn zelfs het bestaansrecht van de partij aan de orde te stellen, houdt D66 bij de verkiezingen uiteindelijk drie van de zes zetels over. Dat betekent, na de nederlagen van 1998 (-10), 2002 (-7) en 2003 (-1) opnieuw een fors verlies.

4.3.1 Conflict

Wanneer D66 in het weekend van 7 oktober 2006 op het verkiezingscongres haar veertigjarig bestaan viert, is er volgens de kranten sprake van een hachelijke situatie. Voormalig D66-leider Hans van Mierlo zou de partij willen opheffen, iets dat lijsttrekker Alexander Pechtold niet wil. Die conflictueuze situatie krijgt in de aanloop naar het congres volop aandacht. De Volkskrant stelt het zo: “D66-oprichter Hans van Mierlo vraagt zich af of de partij nog wel bestaansrecht heeft. Volgens lijsttrekker Alexander Pechtold is die vraag legitiem, maar is de situatie niet hopeloos.”255

Hoewel De Telegraaf kopt „Van Mierlo krijgt steun van Pechtold‟ stelt die krant wel heel scherp dat Van Mierlo een “bom” onder het voorbestaan van zijn partij heeft gelegd.256

Volgens de Volkskrant staat Van Mierlo in zijn opvatting niet alleen, op diverse D66-bijeenkomsten dit jaar zouden er partijleden zijn geweest die pleitten voor opheffing.257

Op het congres blijkt van een tegenstelling in opvatting tussen Van Mierlo en Pechtold geen sprake. Van Mierlo deed volgens NRC Handelsblad “niet een oproep om er maar mee op te houden”. Hij stelde: “Als we de juiste lessen trekken, is er geen haar op mijn hoofd dat twijfelt aan ons bestaansrecht.” En Pechtold gelooft zelfs dat D66 “meer nodig is dan ooit”. 258

Ook De Telegraaf moet erkennen dat er toch geen bom onder de partij lag:

D66 blijft voorlopig gewoon bestaan. Dat hebben oprichter Hans van Mierlo en partijleider Alexander Pechtold gisteren op het jubileumcongres van hun partij onomwonden laten blijken. Beide hadden de afgelopen dagen de suggestie gewekt dat het einde van D66 mogelijk zou naderen nu de partij op een historisch dieptepunt van 1 zetel in de peilingen staat, maar dat was verkeerd begrepen, zei Van Mierlo gisteren.259

254

Mark Misérus, Vrijzinnig in de achtertuin; D66 wil vanuit de marge vooral vertrouwen terugwinnen, de

Volkskrant, 6 september 2006. 255

Theo Koelé, „Pechtold: situatie D66 niet hopeloos‟, de Volkskrant, 7 oktober 2006.

256

„Van Mierlo krijgt steun van Pechtold‟, De Telegraaf, 7 oktober 2006.

257

Theo Koelé, „D66 vertilde zich aan coalitie CDA en VVD‟, de Volkskrant, 9 oktober 2006.

258

Jos Verlaan, „De nestor stelt D66 gerust: blijf bestaan‟, NRC Handelsblad, 9 oktober 2006.

259

In aanloop naar de verkiezingen hebben de kranten vanzelfsprekend veel aandacht voor tegengestelde meningen. Zo besteed De Telegraaf aandacht aan het debat tussen de lijsttrekkers van de kleine partijen, waaronder D66, en meldt een “keiharde aanvaring” tussen Pechtold enerzijds en Geert Wilders van de Partij voor de Vrijheid, Marco Pastors van EenNL en Olaf Stuger van Lijst Vijf Fortuyn anderzijds. “Wilders lachte Pechtold opzichtig uit”, schrijft de krant. En over Stuger: “Hij had ook een „anti-Pechtold-soundbite‟.”260

Ook staan de kranten, in een zoektocht naar een verklaring voor de slechte peilingen voor D66, opnieuw stil bij de interne conflicten die de partij heeft gehad. Een artikel in NRC Handelsblad laat wat dat betreft aan de verbeelding weinig te wensen over:

Bovendien zorgde die regeringsdeelname voor grote onenigheid in de partij. De bewindslieden in het kabinet lagen voortdurend met hun eigen fractie overhoop. Het Afghanistan-debat, waarbij de fractie deelname aan die missie afwees, voordat het kabinet daarover een beslissing had genomen, was daar een voorbeeld van. Ook de strijd om het lijsttrekkerschap, eerst tussen Dittrich en Pechtold en vervolgens tussen Van der Laan en Pechtold zorgden voor een intern machtsvacuüm dat de partij schade heeft opgeleverd.261

En in een analyse naar aanleiding van de verkiezingsuitslag voor D66, refereert de krant nog maar eens aan de weerzin die andere partijen tegen Pechtold zouden hebben: “CDA- en VVD-ministers kregen een hekel aan hem, helemaal nadat hij ook nog had gezegd hoe „vuil en vunzig‟ het er in het kabinet aan toeging. Ze lachten hem uit.”262

4.3.2 Negativiteit

De titel van het D66-verkiezingsprogramma, „Het gaat om mensen‟, kan Telegraaf-columnist Rob Hoogland niet bekoren. Hoewel hij kritiek heeft op alle partijen, spant D66 volgens hem de kroon.

Pechtolds leus: „Het gaat om mensen‟. Ja, dank je de koekoek, waar gaat het anders om? Om kakkerlakken? O, wacht ‟s even, dat is het: Alexander beseft dat zijn grootste concurrent voor die ene Kamerzetel straks de Partij voor de Dieren zal zijn (…) En met deze leus denkt hij een verpletterende tegenzet te hebben gedaan.263

Op 30 september heeft de Volkskrant een groot interview met Alexander Pechtold. Bijna elke vraag heeft een negatieve toon. Pechtold wordt stevig ter verantwoording geroepen voor zijn partij, volgens de krant “een stelletje amateur-politici”, en zijn lijsttrekkerschap. Zo wordt hem onder meer gevraagd:

260

„Lijsttrekkers fel in smurfendebat‟, De Telegraaf, 22 november 2006.

261

Jos Verlaan, „D66 staat stabiel op extreem laag niveau‟, NRC Handelsblad, 18 november 2006.

262

Jannetje Koelewijn, „Pechtold moet wederopbouw D66 realiseren‟, NRC Handelsblad, 24 november 2006.

263

“Wat moet D66 is godsnaam nog in de Kamer met, volgens de peilingen, een piepklein aantal zetels?” En: “Is de partij eigenlijk niet rijp voor opheffing?” En ook: “Wordt u niet te veel geassocieerd met het gestuntel en een grote mond in de media?”264

Behalve het eerder genoemde vermeende conflict over het mogelijk opheffen van D66, is er meer negatieve publiciteit rondom de partij. Volkskrant-coryfee Martin Bril, hoewel geen politiek columnist en daarom wellicht van minder invloed op de politieke kijk van de lezer, mijmert in een nostalgische bui over het verdwijnen van de telefooncel, die hij in een museum ziet staan. Volgens Bril zal ook voor D66 binnenkort een museum moeten worden ingericht.265 Ongetwijfeld meer invloed hebben de negatieve woorden die J.M. Bik, vaste politiek columnist van NRC Handelsblad, op 10 oktober over Pechtold schrijft. Bik benadrukt dat Pechtold nu wel veel kritiek heeft op Verdonk, maar vorig jaar nog graag bereid was om Thom de Graaf op te volgen en daarmee met haar in hetzelfde kabinet ging zitten. Ook wijst hij erop dat Pechtold zelf zegt in de weken voor de politieke crisis van juni de leiding te hebben gehad: “De leiding dus in een proces dat uiteindelijk leidde tot de val van het kabinet waartoe hij zelf behoorde. Dat was nog eens bijzonder.”266

Op 24 oktober doet NRC Handelsblad uitgebreid verslag van een campagnedag van Alexander Pechtold. Met de kop „Meneer, waarom stemt niemand meer op jullie?‟ en de eerste zin “Hoe is het om de lijsttrekker te zijn van een partij die in de peilingen op nul zetels staat?” is de negatieve toon gezet. Pechtold wordt meerdere keren neergezet als “de lijsttrekker van de partij die misschien verdwijnt”. De NRC-verslaggever is niet de enige die Pechtold volgt, ook EO-televisiemaker Andries Knevel is aanwezig voor een reportage. “Alleen laat Knevel hem wel de hele dag voelen dat Pechtold in zijn ogen niets voorstelt,” zo valt in de krant te lezen. Met de selectie van een paar vragen, die een schoolklas vol kinderen Pechtold stelt, zet de krant echter zelf ook een negatief beeld van D66 neer:

“Meneer!”, zegt er één. “Van Mierlo zei dat D66 moet worden opgeheven. Hoe zit dat?” “Meneer!”, zegt een ander. “Waarom stemt niemand meer op jullie?” “Meneer!”, zegt Khalid Alterch. “Hoe schat u uw kansen in? Eerlijk?”267

Op 13 november verschijnt opnieuw een campagneverslag in NRC Handelsblad. Nu richt de krant zijn pijlen op een van de slogans van D66, „Dertig procent van de Nederlanders stemde ooit D66‟. Volgens de krant een “truc”. Om er cynisch aan toe te voegen: “Campagne-advies aan PvdA en CDA: tel volgens D66. Druk ansichtkaarten en besticker een bus met de tekst: Ooit stemde 1.500 procent van u CDA (of PvdA).”268

264

Philippe Remarque en Theo Koelé, „Ik wil het anders doen‟, de Volkskrant, 30 september 2006.

265

Martin Bril, „Vooruitgang‟ (column), de Volkskrant, 9 oktober 2006.

266

J.M. Bik, „D66: doorgaan, desnoods dan maar één zetel‟, NRC Handelsblad, 10 oktober 2006.

267

Jannetje Koelewijn, „„Meneer! Waarom stemt niemand meer op jullie?‟; Voor D66 is alles anders nu het slecht gaat in de peilingen, en dat merkt leider Pechtold op campagne‟, NRC Handelsblad, 24 oktober 2006.

268

Op dezelfde dag moet D66 het ook ontgelden in het hoofdredactioneel van De Telegraaf. Daarin wordt, buiten de verkiezingsstrijd om, een oordeel geveld over het afblazen van de herziening van het kiesstelsel en de invoering van een districtenstelsel, de twee laatste D66-plannen die “ten grave gedragen worden”. Het brengt de „Krant van wakker Nederland‟ tot de conclusie: “Niet alleen is D66 als partij op sterven na dood, maar van haar meeslepende gedachten over grootse staatkundige hervormingen is ook zo goed als niets meer over.”269

In de Volkskrant is een aankondiging van een televisieportret van D66-grondlegger Hans van Mierlo aanleiding voor een voor D66 sombere voorspelling: “D66 lijkt, met nog een kleine week te gaan tot de verkiezingen, af te stevenen op een drama (…) een historisch dieptepunt.”

Een derde campagneverslag in NRC Handelsblad roept het beeld op van een zieltogende partij, waarbij de campagnemedewerkers de flyers, door de krant “excuusbrieven” genoemd, “aan de straatstenen niet kwijtraken”. De folderaars roepen “meewarige lachjes” op: “Bestaan jullie dan nog?”270

Op dezelfde dag, 18 november, drukt ook De Telegraaf een reportage over de D66-campagne af. Ook hier, net als eerder in NRC Handelsblad, is de leus „30% van u stemde ooit D66‟ mikpunt van spot. “Ja, zo kennen we er nog wel een paar. Ooit droegen we ook vleeskleurige panty‟s en hingen we visnetten aan het plafond. Ooit.” Het artikel spreekt over het “afgeknaagde karkas van D66” en sluit af met een bijna denigrerende alinea:

Alexander staat inmiddels een meneer met drie ontbrekende tanden te overtuigen van het feit dat zijn partij in de peilingen „al‟ op twee zetels staat. Zou hij wel eens denken aan het kleine kantoortje dat hij straks krijgt, met links Marco Pastors en rechts Groep Huppeldepup? Een splinter, zo een die niet eens pijn doet onder je nagel?271

Analyses in NRC Handelsblad en de Volkskrant in de dagen voor 22 november zijn opnieuw weinig positief over Pechtold en zijn partij. Waar die laatste nog een positieve draai aan de peilingen weet te geven – “In oktober stond D66 op nul zetels, inmiddels op twee”272 – constateert de eerste: „D66 staat stabiel op extreem laag niveau‟.273

De Volkskrant merkt op dat Pechtold er “nog niet zo goed” in slaagt de kiezers tot D66 te verleiden. NRC Handelsblad is harder in zijn oordeel: “D66 voert ook verkiezingscampagne, alleen merkt de kiezer daar weinig van.” Volgens de krant is D66 nauwelijks zichtbaar in de media en wacht een “marginale rol in de oppositie”, met alle gevolgen van dien:

269

„Kiesstelsel‟ (commentaar), De Telegraaf, 13 november 2006.

270

Mickelle Haest en Greetje de Graaff, „Campagne voeren volgens Haest en De Graaff; D66: prentjes kijken‟,

NRC Handelsblad, 18 november 2006. 271

„Het land van ooit‟, De Telegraaf, 18 november 2006.

272

Philippe Remarque, „Pechtold valt terug op „vroeger‟; D66 hoopt met oude zekerheden de kiezer van weleer te reanimeren‟, de Volkskrant, 21 november 2006.

273

De partij straalt inmiddels uit dat ze niet meer in staat is om zichzelf op korte termijn te herstellen. De voorbereidingen voor een sociaal plan voor de fractiemedewerkers die straks overbodig worden, zijn al in volle gang.274

Een dag voor de verkiezingen komt de Volkskrant met een reportage van een verkiezingsbijeenkomst van de Jonge Democraten, de politieke jongerenorganisatie van D66. Boven het artikel prijkt de kop „Ik stem wél D66‟. De nadruk op het woordje wel verraadt de achterliggende gedachte dat daarmee een uitzonderlijke positie wordt ingenomen. De tekst blijkt een kreet op een T-shirt te zijn. “In het licht van de opiniepeilingen krijgt de kreet bijna een recalcitrant karakter”, aldus de krant.275

Na de verkiezingsuitslag klinkt in de berichtgeving van zowel De Telegraaf als NRC Handelsblad enige verbazing door dat D66 toch nog drie zetels heeft gehaald. Die laatste krant heeft vooral aandacht voor het werk dat Pechtold heeft gedaan en nog moet doen: “D66-leider Pechtold werd achtervolgd door peilingen waarin zijn partij zou verdwijnen. Maar D66 bleef met drie zetels toch bestaan. Hoe nu verder?”276

Volgens De Telegraaf gingen deze verkiezingen voor D66 over het voortbestaan van de partij. Het beeld dat de krant van de partij “in het slop” neerzet, blijft negatief:

Lange tijd stond de partij van lijsttrekker Alexander Pechtold op nul zetels en dat was in het licht van de afgelopen drie jaar geen verrassing. Alles en iedereen is het er over eens: D66 heeft er een ongelofelijke puinhoop van gemaakt.277

In een commentaar aan het eind van het jaar wordt dit nog eens onderstreept. De vervroegde verkiezingen werden veroorzaakt door “het amateuristische en bijna weggevaagde D66”.278

4.3.3 Personalisering

De Volkskrant stelt in een interview met Pechtold op 30 september een aantal vragen dat uitermate persoonlijk van aard is. Zo is de eerste vraag: “Bent u een ander mens geworden in het kabinet?” 279

Ook wil de krant weten wat Pechtolds goede en slechte eigenschappen zijn, waarom hij niet tegen eenzaamheid kan, wanneer hij zich voor het laatst geschaamd heeft en of hij tegen kritiek kan.In het interview heeft Pechtold zelf ook oog voor de personalisering die het politieke bedrijf met zich meebrengt: “Ik zit nu in een fase waarin werkelijk alles wordt beoordeeld. Men beschrijft mijn ogen, mijn houding, mijn dassen, en wat dat allemaal over mij zegt.” En dat beeld, dat de media neerzetten, klopt volgens hem vaak niet. “Dan denk ik: ben ik dat?”280

274

Verlaan, „D66 stabiel op extreme lag niveau‟.

275

Nell Westerlaken, „Ik stem wél D66‟, de Volkskrant, 21 november 2006.

276

Jannetje Koelewijn, „Pechtold moet wederopbouw D66 realiseren‟, NRC Handelsblad, 24 november 2006.

277

„Voortbestaan D66 op het spel: Einde of doorstart voor Pechtold‟, De Telegraaf, 23 november 2006.

278

„2006‟ (commentaar), De Telegraaf, 30 december 2006.

279

Philippe Remarque en Theo Koelé, „Ik wil het anders doen‟, de Volkskrant, 30 september 2006.

280

Een campagneverslag van D66 in NRC Handelsblad wordt gebracht als ware het een pagina in het dagboek van lijsttrekker Pechtold: “een dag uit het leven van Alexander Pechtold.” De krant schetst onder meer het contrast in Pechtolds leven:

Pechtold was populair in Leiden. En ook in Wageningen, waar hij burgemeester werd. Soms denkt hij dat hij daar beter had kunnen blijven. Dan werd hij nu niet gepest omdat hij lijsttrekker is van een partij die misschien verdwijnt.281

Ook De Telegraaf volgt de D66-lijsttrekker tijdens een dag campagne voeren, in Amsterdam. De krant typeert Pechtold als een “geplaagde politicus”, maar ook meer persoonlijk als een “dappere dodo” en “de decent gebruinde Alexander”. De passage aan het begin van het artikel moet Pechtold „neerzetten‟:

Pechtold, zwarte brogues, grijs streepjespak en een zwierige groene fleece-das om de nek, is folders aan het uitdelen. Flyeren, heet dat tegenwoordig. Wat een hondenbaan: de lijsttrekker stapt manmoedig op ongemakkelijk kijkende (of snel wegvluchtende) voorbijgangers af en duwt ze een briefje in handen. Af en toe kijkt hij even in een winkelruit en haalt een snelle hand door zijn haar.282

Eenzelfde passage, waarin een vergelijkbaar beeld van Pechtold wordt neergezet, is die dag te lezen in NRC Handelsblad, dat in Woerden en Utrecht met D66 op campagne is geweest.

We hollen en vliegen naar Alexander Pechtold, die zijn glanzende haar achterover strijkt, terwijl zijn persoonlijk voorlichtster de partijsjaal stijlvol over zijn donkerblauwe pak drapeert (…) Met vooruitgestoken borst schrijdt Alexander door het stadshart, in zijn gevolg zijn promotieteam.283

Ook Volkskrant-columnist Martin Bril brengt D66 terug tot slechts personen. In zijn dagelijkse column staat hij op 20 november, naar aanleiding van een folder met de tekst „Eigenlijk bent u een D66‟er‟, stil bij die partij. Hij stelt zichzelf de vraag wat dat dan is, een D66‟er, en komt niet verder dan een paar namen: Hans van Mierlo “in een regenjas, sigaret in de mondhoek”, Boris Dittrich “in korte broek hollend door het Vondelpark” en Thom de Graaf, “aardige krullenbol”. Alexander Pechtold, afgebeeld in de betreffende folder, ziet er volgens Bril niet uit als een man die een grote verkiezingszege ging halen. “Hij zag wat pips om de neus, en zijn glimlach deed me denken aan een boer met kiespijn.”284

281

Jannetje Koelewijn, „„Meneer! Waarom stemt niemand meer op jullie?‟; Voor D66 is alles anders nu het slecht gaat in de peilingen, en dat merkt leider Pechtold op campagne‟, NRC Handelsblad, 24 oktober 2006.

282

„Het land van ooit‟, De Telegraaf, 18 november 2006.

283

Mickelle Haest en Greetje de Graaff, „Campagne voeren volgens Haest en De Graaff; D66: prentjes kijken‟,

NRC Handelsblad, 18 november 2006. 284

Dezelfde krant plaatst een dag voor de verkiezingen een analyse over D66. In de openingsalinea schildert de krant een bijna meelijwekkend decor van de „jonge‟ Pechtold en de „oude meester‟ Van Mierlo: “Nadat hij in de regen flyers heeft uitgedeeld voor Amsterdam Centraal, warmt lijsttrekker Alexander Pechtold zich op met een kopje thee bij D66-stamvader Hans van Mierlo thuis.”285

Wanneer de partij uiteindelijk drie zetels haalt, is de conclusie in zowel NRC Handelsblad als De Telegraaf hetzelfde: alleen Pechtold kan D66 van de ondergang redden. De Telegraaf: “Pechtold zal de partij vanuit de oppositiebankjes, alleen of met een, hooguit twee collega‟s, uit het slop moeten halen.”286

Alleen de kop van NRC Handelsblad geeft al duidelijk aan hoe die krant de situatie van D66 in schat: „Pechtold moet wederopbouw D66 realiseren‟. In het artikel is Pechtold de verpersoonlijking van D66. Dat blijkt uit zinnen als: “Pechtold bereidt zich voor op een nieuw leven.” En: “In de maanden daarna werd Pechtold achtervolgd door peilingen die steeds slechter werden.” En ook: “De aandacht van televisie en radio voor hem zal nu wel verdwijnen. Het zal stil worden rond hem. En hoe profileer je je dan, als leider van een partij met drie zetels?”287

4.3.4 Beschouwing

Het vatten van het nieuws in een voor het publiek begrijpelijke vorm, komt heel duidelijk naar voren in de berichtgeving rondom het congres van D66 in aanloop naar de verkiezingen van 2006. De conflicterende uitersten van het afschaffen van de partij of het ermee doorgaan worden verpersoonlijkt door respectievelijk oud-partijleider Van Mierlo en de nieuwe lijsttrekker Pechtold. Niet voor het eerst gaat De Telegraaf hierbij het meest ver door dreigend te stellen dat Van Mierlo een bom onder de partij heeft gelegd. Van een conflict blijkt uiteindelijk echter helemaal geen sprake, van incidentenjournalistiek des te meer.

In de campagneverslaggeving over D66 viert de negativiteit in alle drie de kranten hoogtij. Vooral NRC Handelsblad en De Telegraaf schetsen het beeld van een zieltogende partij, waarbij die

In document Inhoudsopgave Inleiding 3 (pagina 54-61)