• No results found

Een felle strijd: de lijsttrekkerverkiezing tussen Pechtold en Van der Laan

In document Inhoudsopgave Inleiding 3 (pagina 36-44)

4. D66 in de geschreven media

4.1 Een felle strijd: de lijsttrekkerverkiezing tussen Pechtold en Van der Laan

Alexander Pechtold zet zich op 10 mei 2006 bij zijn kandidaatstelling voor het lijsttrekkerschap van D66 blijkens de berichtgeving neer als kandidaat van de nuance. Dat woord zit in ieder geval in de koppen van alle drie de kranten. Verder wordt vooral ingegaan op waar Pechtold voor staat en welke thema‟s hij belangrijk vindt.

Lousewies van der Laan maakt haar kandidatuur twee weken later bekend. Op 24 mei bericht De Telegraaf daarover. Zij zet zich duidelijk af tegen Pechtold en De Telegraaf maakt daar gretig gebruik van. Het artikel sluit af met een quote van Van der Laan: “Mijn campagne voor het partijleiderschap zal zich in ieder geval niet richten op het verwerven van de steun van zoveel mogelijk partijprominenten; daar zijn anderen veel beter in.”138 Een sneer richting Pechtold, die dan al de steun heeft van onder andere oud-partijleiders Hans van Mierlo en Thom de Graaf. Die quote haalt ook de Volkskrant en NRC Handelsblad. Die laatste probeert met de kop „Halfuur versus een kwartier‟ meteen een verschil tussen beide kandidaten te typeren: Van der Laan heeft om iets duidelijk te maken veel meer woorden nodig dan Pechtold. De krant probeert vervolgens, veel meer dan De Telegraaf of de Volkskrant, dan al aan te geven welke verschillen er nog meer zijn tussen beide.

4.1.1 Conflict

NRC Handelsblad brengt op 7 juni 2006 het eerste verslag van een debat tussen Lousewies van der Laan en Alexander Pechtold. Hoewel uit het stuk blijkt dat de vonken er nog niet vanaf spatten, verraad de kop „Ze zijn dodelijk aardig bij D66‟ al wel dat de krant spanningen voelt tussen beide kandidaten.139 Zes dagen later is de strijd inderdaad opgelaaid. Op 13 juni kopt NRC Handelsblad: „D66 oefent in ruziemaken‟ en schrijft onder meer over een woedende Van der Laan, Pechtold die zijn kaken op elkaar klemt en zijn hoofd schudt en ruzie over het islamitische onderwijs.140

Een dag later barst de bom. Onder de kop „Pechtold niet geloofwaardig‟ en de onderkop „D66 laat minister vallen als baksteen ‟verschijnt op 14 juni een stuk in De Telegraaf waarin Van der Laan hard uithaalt naar Pechtold. Ze zet hem neer als iemand die draait, vindt hem ongeloofwaardig en noemt hem “een Pietje Bell die belletje trekt en hard wegrent”. Het artikel moet duidelijk maken dat er een conflict is tussen Van der Laan en Pechtold. De zin “Pechtold wilde gisteren niet reageren” geeft ook aan dat men op zoek was naar zijn mening en die tegenover die van Van der Laan had willen zetten om het conflict extra kracht bij te zetten.141

138

„„Leren van fouten in verleden.‟ Lousewies van der Laan in strijd om partijleiderschap D66‟, De Telegraaf, 24 mei 2006.

139

Petra de Koning, „Ze zijn dodelijk aardig bij D66‟, NRC Handelsblad, 7 juni 2006.

140

Petra de Koning, „D66 oefent in ruziemaken‟, NRC Handelsblad, 13 juni 2006.

141

Ron Korver en Job Slok, „„Pechtold niet geloofwaardig.‟ D66 laat minister vallen als baksteen‟, De Telegraaf, 14 juni 2006.

Het interview met Van der Laan in De Telegraaf bepaalt grotendeels de rest van de verkiezingsstrijd. De dag erna besteden zowel de Volkskrant als NRC Handelsblad er aandacht aan. Die eerste kopt nog mild met „D66-kandidaten zitten elkaar flink op de huid‟, maar constateert wel: “Tot woensdag (14 juni, DB) leken alle kandidaten vastbesloten een rustige strijd te voeren, zonder al te veel kritiek op hun medekandidaten. Maar Van der Laan kiest nu toch voor de aanval.”142

NRC Handelsblad kopt forser met: „Pechtold: v.d. Laan beschadigt mij én D66‟. Volgens de krant is Pechtold woedend en vindt hij dat Van der Laan een grens heeft overschreden.143 Volgens de Volkskrant wil Pechtold er juist niet teveel woorden aan vuil maken.144 De krant constateert een dag later wel dat de toon van de campagne, tot onvrede van velen binnen de partij, harder is geworden.145

Op 17 juni besteed De Telegraaf opnieuw flink wat krantenkolommen aan de strijd bij D66. En weer lijkt de krant op zoek naar een conflict tussen Pechtold en Van der Laan. Op basis van de eerder gedane uitspraak van Van der Laan dat Pechtold ongeloofwaardig is – dus zonder nieuwe informatie – stelt de krant nu dat dat met enige kwade wil zelfs uit te leggen valt als een vertrouwensbreuk. Het conflict wordt ook breder getrokken. Op basis van een anonieme bron binnen D66 wordt gezegd dat fractie (Van der Laan c.s.) en kabinetsleden (w.o. Pechtold) op een aantal punten recht tegenover elkaar staan.146 Een dag later, op 18 juni, wijdt de krant middels een politieke column andermaal aandacht aan D66. Daarin wordt geschreven dat de strijd wel erg ordinair wordt uitgevochten. “Het verbale geweld tussen de twee (…) maakt samenwerking na de strijd haast onmogelijk.”147

Op 20 juni brengt de Volkskrant twee D66-prominenten die tegengestelde meningen hebben over wie de nieuwe partijleider zou moeten worden. Oud-minister Roger van Boxtel is voor Pechtold, toenmalig commissaris van de Koningin in Utrecht Boele Staal steunt Van der Laan. Het stuk lijkt erop gericht de twee, middels de mening van partijcoryfeeën, verder tegenover elkaar te zetten.148

Wanneer uiteindelijk Pechtold tot lijsttrekker gekozen wordt, is het conflict voor De Telegraaf en NRC Handelsblad nog steeds een belangrijk element. De Telegraaf zet direct nadrukkelijk vraagtekens bij het functioneren van beide in één fractie: “Of dat een gelukkig koppel wordt, valt sterk te betwijfelen.”149 NRC Handelsblad kopt met een uitspraak van Van der Laan, die niet wil dat de nieuwe lijsttrekker zich met de fractie bemoeit. De krant werpt de vraag op of de gewenste eenheid werkelijk terug te krijgen is in de partij.150 De Volkskrant daarentegen zegt in haar commentaar dat er

142

Raoul du Pré, „D66-kandidaten zitten elkaar flink op de huid‟, de Volkskrant, 15 juni 2006.

143

„Pechtold: Van der Laan beschadigt mij én D66‟, NRC Handelsblad, 15 juni 2006.

144

Du Pré, de Volkskrant, 15 juni 2006.

145

„Jan Terlouw steunt Van der Laan; Toon lijsttrekkersdebat baart D66‟ers zorgen‟, de Volkskrant, 16 juni 2006.

146

„D66 schrikt van strijd‟, De Telegraaf, 17 juni 2006.

147

„D66-strijd‟ (column), De Telegraaf, 18 juni 2006.

148

„Van Boxtel: Pechtold brengt koersvastheid‟, de Volkskrant, 20 juni 2006.

149

„Pechtold‟ (column), De Telegraaf, 25 juni 2006.

150

Petra de Koning, „D66 wil niet breken met verleden; Van der Laan verwacht dat nieuwe lijsttrekker zich niet met fractie bemoeit‟, NRC Handelsblad, 26 juni 2006.

nauwelijks wezenlijke verschillen waren tussen beide en spreekt over “het toneelstuk van de beide kandidaat-lijsttrekkers”.151

4.1.2 Negativiteit

Bij de presentatie van Alexander Pechtold als kandidaat-lijsttrekker van D66 toont De Telegraaf dat in haar ogen de partij D66 in feite niets meer voorstelt. Cynisch wordt vastgesteld dat “het aantal journalisten relatief groter was dan de plaatselijke D66-aanhang”.152 De Volkskrant zet een positiever beeld neer. Volgens die krant krijgt Pechtold “luid applaus van de afdeling Overijssel” en is de zaal “enthousiast over eindelijk weer een D66-geluid”.153

NRC Handelsblad heeft een lang interview met Pechtold waarin de vraagstelling blijk geeft van weinig vertrouwen in vooral de partij D66. Met vragen en opmerkingen als „Hoe ernstig is de situatie volgens u?‟, „Wat ging er mis?‟, „Er is onrust bij afdelingen (…) Ze klagen over de partijtop‟, „Draaide D66?‟ en „Er zijn D66-leden die zeggen dat u beschadigd bent‟ wordt Pechtold het vuur na aan de schenen gelegd.154

De Volkskrant volstaat in een kort interview met slechts één negatief geformuleerde vraag: of Pechtold na zijn eerdere bekritiseerde uitspraken wel geschikt is voor het leiderschap.155

Enkele dagen later is er opnieuw volop aandacht voor D66, wanneer die partij congresseert. Met name de Volkskrant en NRC Handelsblad staan uitgebreid stil bij de staat waarin de partij verkeert. Beide zijn somber. NRC Handelsblad spreekt over “een gewonde soldaat die nadenkt”, waarbij “de onvrede onder de leden groot is” en concludeert: “Voor een partij die bezig lijkt ten onder te gaan, maakt D66 een levendige indruk.” 156

De Volkskrant stelt na het congres vast: “De 19de eeuwse concertzaal waarin de sociaal-liberalen deze zaterdag congresseren is prachtig gerestaureerd, maar dat kan van de partij niet worden gezegd.”157

De krant schrijft in zijn commentaar dat de partij de schade niet groter moet maken dan die al is, en besluit: “Armoede troef.”158

Begin juni wekt Pechtold de woede van niet alleen tegenstrever Van der Laan, maar van politici van links tot rechts, wanneer hij suggereert de militaire missie naar Uruzgan te willen heroverwegen als het gebied nog gevaarlijker wordt. Pechtold, dan nog minister, wordt door premier Balkenende vermanend toegesproken. Ook parlementsleden vallen over hem heen. “Daar gaat hij weer”, schampert PvdA-Kamerlid Bert Koenders, die de uitlatingen van Pechtold aangrijpt om heel D66 aan te vallen.

151

„Dolende Democraten‟ (commentaar), de Volkskrant, 26 juni 2006.

152

„Alexander Pechtold aast met „nuance‟ op lijsttrekkerschap‟, De Telegraaf, 11 mei 2006.

153

Philippe Remarque, „„Navelstaren en zelfdestructie voorbij‟; Kandidaat-lijsttrekker Pechtold wil terug naar D66-stijl van vrijzinnigheid, twijfel en nuance‟, de Volkskrant, 11 mei 2006.

154

Petra de Koning, „„Twijfel en nuance waren altijd een teken van kracht‟‟; Minister Alexander Pechtold (D66) wil lijsttrekker worden van zijn partij‟, NRC Handelsblad, 11 mei 2006.

155

Philippe Remarque, „„De kiezers moeten weer vertrouwen krijgen in D66‟; Alexander Pechtold wil lijsttrekker Democaten worden‟, de Volkskrant, 11 mei 2006.

156

Egbert Kalse, „D66, een gewonde soldaat die nadenkt; Congres moet gaan over de partijkoers, maar lijsttrekkerschap zal voor veel discussie zorgen‟, NRC Handelsblad, 12 mei 2006; „De leider, niet de koers‟ (commentaar), NRC Handelsblad, 15 mei 2006.

157

Michiel Kruijt, „D66 redt kabinet, maar nog niet zichzelf; Alexander Pechtold houdt volgens Van Mierlo „de toespraak waarop iedereen zat te wachten‟‟, de Volkskrant, 15 mei 2006.

158

“D66 blijft maar zigzaggen in deze zaak.”159

Zijn VVD-collega Hans van Baalen noemt Pechtold een “dwaallicht, die de politiek vooral beschouwt als een nationale chatsessie”.160

Lousewies van der Laan valt Pechtold ook aan. Zij vindt dat hij angst zaait bij de militairen.161

In de weken daarna zijn het vooral de columnisten die de aandacht op D66 vestigen. Gerrit Komrij doet dat in NRC Handelsblad en Jan Blokker in de Volkskrant. Het beeld dat beide columnisten, gezichtsbepalend voor het medium waar ze voor schrijven en daarom van belang om aandacht aan te schenken, neerzetten is nagenoeg hetzelfde: uitgesproken negatief, soms zelfs denigrerend. “D66 is dood en dat straalt ze ook uit”, zo opent Komrij. Volgens hem is de term „splinter‟ nog te “dikdoenerig” om de status van de partij onder woorden te brengen. En over het debat tussen Pechtold en Van der Laan: “Grijze woorden dwarrelden uit grijze monden door grijze ruimten.”162

Van der Laan vergelijkt hij met een muis. “Maar Pechtold bewijst dat je zelfs door een muis onder de voet kunt worden gelopen.”163

Pechtold komt er ook bij Blokker slecht vanaf. “Zelfs z‟n dommigheid staat in dienst van z'n ellebogen”, zo schrijft hij. “Nu hij lijsttrekker wil worden van zijn partijtje, maakt hij zich elke dag belangrijker dan hij al dacht dat hij was.”164 Volgens Blokker heeft „kereltje‟ Pechtold “flodderstandpunten”, is hij nog geen dag serieus genomen en heeft hij nooit met zijn vuist op tafel geslagen. “Laten we hem doodzwijgen”, zo luidt het advies van Blokker.165

De negatieve beeldvorming schiet vooral in de laatste tien dagen van de campagne echt wortel. Het interview met Van der Laan op 14 juni in De Telegraaf, waarin zij Pechtold onder meer „niet geloofwaardig‟ noemt, is met name voor die krant reden om meer – negatieve – aandacht aan D66 te besteden. Er wordt een vertrouwensbreuk tussen Van der Laan en Pechtold gesuggereerd, de verwijten gaan volgens de krant over en weer, fractie en kabinetsleden zouden tegenover elkaar staan en de regie zou ontbreken, doordat er een vacuüm is aan de top van de partij.166 Beide kandidaten vallen vooral op “doordat ze op verkeerde momenten ondoordachte opmerkingen maken”, het verbale geweld tussen beide past niet in de politieke traditie van ons land en ondertussen marginaliseert D66 verder tot “een partijtje dat dan (na de Tweede Kamerverkiezingen, DB) niet meer meespeelt”.167

De scherpe strijd vindt ook z‟n weg naar de kolommen van de Volkskrant en NRC Handelsblad. Die laatste komt onder meer met een reportage over een verkiezingsavond in Amsterdam, waarbij de leden in de zaal Pechtold veelvuldig uitjouwen of met boegeroep hun onvrede kenbaar maken.168 Toch steunt oud-leider Thom de Graaf Pechtold, zo blijkt uit een interview dat NRC Handelsblad op 23 juni

159

„Daar gaat Pechtold weer…‟, De Telegraaf, 8 juni 2006.

160

„Minister Pechtold: Heroverweeg „Uruzgan‟ bij groter gevaar‟, NRC Handelsblad, 7 juni 2006.

161

„Vermaning Pechtold om Oeroezgan‟, De Telegraaf, 10 juni 2006.

162

Gerrit Komrij, „Ik ben er van overtuigd dat D66 alles in huis heeft om weer een 8, een 9 of een 10 te worden‟ (column), NRC Handelsblad, 8 juni 2006.

163

Komrij, „Ik ben er van overtuigd dat D66 alles in huis heeft om weer een 8, een 9 of een 10 te worden‟.

164

Jan Blokker, „Nooit meer kereltje‟ (column), de Volkskrant, 14 juni 2006.

165

Blokker, de Volkskrant, 14 juni 2006.

166

„D66 schrikt van strijd‟, De Telegraaf, 17 juni 2006.

167

„D66-strijd‟ (column), De Telegraaf, 18 juni 2006.

168

met De Graaf publiceert. Hij vindt dat de noodzaak van D66 verdwijnt. Ook uit hij kritiek op de campagne voor het lijsttrekkerschap. Te vaak bepaalden “lollige vragen” de sfeer, “maar vermaak zou niet het criterium moeten zijn”.169

Niet bepaald gunstige publiciteit voor de partij.

Op de dag van de uitslag, 24 juni, komt de Volkskrant met een drietal artikelen die tezamen een negatief beeld van D66 neerzetten. Hét probleem van D66 is haar geloofwaardigheid. “Wat moeten je tegenstanders nog zeggen als je jezelf een 4 geeft, zoals Van der Laan onlangs deed in een interview?”, zo vraagt de krant zich af.170

Onder het kopje „Opheffen dan maar‟ verschijnt een artikel dat gaat over het bedreigde voortbestaan van D66. “Geen partij die zo nadrukkelijk zoekt naar zijn eigen bestaansrecht als D66.”171

Tot slot wijdt H.J. Schoo die dag een column aan D66. Schoo is vanaf 2003 tot aan zijn dood in 2007 de vaste politiek columnist van de krant en als zodanig medebepalend voor het beeld dat de Volkskrant van D66 neerzet. “Erg vaak schrijf ik niet over D66. Dat heeft zo z‟n redenen – en niet per se mooie.” Schoo noemt D66 een “fletse, apolitieke partij”. Of anders gezegd: “een smakeloze filtersigaret naast de zware shag van de PvdA en de geurige sigaren van de VVD.”172

Als Pechtold dan uiteindelijk gekozen is, besteed NRC Handelsblad daar relatief de minste aandacht aan. De krant heeft een lange, neutrale reportage over het congres onder de kop „D66 wil niet breken met verleden‟.173

Ook de Volkskrant komt met een gelijksoortige reportage, maar wijdt daarnaast ook het hoofdredactioneel commentaar, „Dolende Democraten‟, aan D66. Daarin stelt de krant nadrukkelijk zijn vraagtekens bij zowel het voortbestaan van de partij als bij haar nieuwbakken lijsttrekker. “D66 heeft al vaker met een been in het graf gestaan”, zo schrijft de krant, daarmee impliciet stellend dat dat ook nu het geval is. “Kiezers zien een partij die langzamerhand iedere geloofwaardigheid heeft verloren”, zo valt verderop te lezen. En of Pechtold dat kan herstellen, is maar zeer de vraag. “Die kan zich maar beter niet teveel illusies maken.”174

Ook De Telegraaf ziet weinig toekomst in D66. De krant spreekt in haar berichtgeving rondom de verkiezing van Pechtold over een “uitgetelde partij” die gereanimeerd moet worden.175

In een politieke column op diezelfde dag wordt hetzelfde beeld, dat van een uitgespeelde partij, neergezet.

Op termijn is het belang van de keuze van D66 voor de nationale politiek niet groot. Bij de strijd om de Kamerverkiezingen in mei zullen ze nauwelijks aan bod komen. Ook daarna niet. De partij verdwijnt zo goed als zeker in de oppositie waar ze, klein als ze dan is, geen enkele vuist zal kunnen maken.176

169

Petra de Koning, „„D66 overleeft, maar waartoe; De noodzaak van D66 verdwijnt.‟ Oud-leider Thom de Graaf wenst burgerschap als politieke kern D66‟, NRC Handelsblad, 23 juni 2006.

170

„Een partij met een 4‟, de Volkskrant, 24 juni 2006.

171

„Opheffen dan maar‟, de Volkskrant, 24 juni 2006.

172

H.J. Schoo, de Volkskrant, 24 juni 2006.

173

Petra de Koning, „D66 wil niet breken met verleden; Van der Laan verwacht dat nieuwe lijsttrekker zich niet met fractie bemoeit‟, NRC Handelsblad, 26 juni 2006.

174

„Dolende Democraten‟ (commentaar), de Volkskrant, 26 juni 2006.

175

„Nieuwe lijsttrekker vol optimisme‟, De Telegraaf, 25 juni 2006.

176

4.1.3 Personalisering

Bij een lijsttrekkerverkiezing gaat het niet zozeer om de politieke inhoud, maar veel meer om de persoon die die inhoud het best voor het voetlicht kan brengen. Daarmee gaat het ook meer over stijl dan over inhoud. Dat blijkt al bij de berichtgeving over de kandidaatstelling van Alexander Pechtold. „Kandidaat-lijsttrekker Pechtold wil terug naar D66-stijl van vrijzinnigheid, twijfel en nuance‟, zo luidt de onderkop bij het artikel over Pechtolds kandidaatstelling in de Volkskrant.177 En NRC Handelsblad heeft het over een heel andere stijl, die van spreken: “In understatements, op licht cynische toon en, als het kan, in beeldspraak”, zo typeert de krant de manier waarop Pechtold praat.178 Hoe anders is dat met Van der Laan, die volgens de krant te veel woorden nodig heeft om iets te zeggen. “Een verschil in stijl dat volgens D66-leden een bezwaar zou kunnen zijn.”179

In commentaren over D66 blijken NRC Handelsblad en de Volkskrant op 15 mei van mening te verschillen over de vraag of het in de politiek vooral gaat om de inhoud of om de persoon. De Volkskrant meent dat eerste: “D66 heeft nog een jaar om met een origineel verhaal de kiezer te overtuigen. Die kiezer vindt namelijk de boodschap belangrijker dan de boodschapper.”180

NRC Handelsblad heeft een andere lijn:

D66 is niet op zoek naar een koers. De partij is op zoek naar een leider die de koers uitzet. Dat is misschien tekenend voor deze periode waarin politieke leiders belangrijker zijn dan de partijen die zij aanvoeren. Maar voor D66 gold altijd al dat personen belangrijker waren dan ideologieën.181

Media maken er ook een kunst van in een paar woorden een beeld van een politicus neer te zetten. Een goed voorbeeld daarvan is het artikel „D66 moet terug bij de mensen‟, dat op 30 mei in NRC Handelsblad verschijnt. Daarin wordt aandacht besteed aan de „andere‟ kandidaten voor het lijsttrekkerschap van D66 door ze in één alinea te introduceren. Simone Kuiter wil wereldvrede, Jan Zelle wil D66 terugbrengen bij de mensen, Hein Westerouen van Meeteren wil de kloof tussen burger en politiek verkleinen en André van Wanrooy komt op voor de gewone man.182

De verkiezing spitst zich uiteindelijk toch toe op een strijd tussen Van der Laan en Pechtold. In de aanloop naar de uitslag doen de columnisten er alles aan om de twee verschillend te typeren. Volgens Volkskrant-columnist Schoo is het een keuze tussen “Pechtolds zoetsappige multiculturalisme of Van der Laans stevige „integrationisme‟. De pose van politiek outsider (Pechtold) of de principiële

177

Philippe Remarque, „„Navelstaren en zelfdestructie voorbij‟; Kandidaat-lijsttrekker Pechtold wil terug naar D66-stijl van vrijzinnigheid, twijfel en nuance‟, de Volkskrant, 11 mei 2006.

178

Petra de Koning, „„Twijfel en nuance waren altijd een teken van kracht‟‟; Minister Alexander Pechtold (D66) wil lijsttrekker worden van zijn partij‟, NRC Handelsblad, 11 mei 2006.

179

Petra de Koning, „Halfuur versus een kwartier‟, NRC Handelsblad, 24 mei 2006.

180

„D66 in het gareel‟ (commentaar), de Volkskrant, 15 mei 2006.

181

„De leider, niet de koers‟ (commentaar), NRC Handelsblad, 15 mei 2006.

182

In document Inhoudsopgave Inleiding 3 (pagina 36-44)