• No results found

Lousewies trekt de stekker eruit: de val van Balkenende II in een hete zomer

In document Inhoudsopgave Inleiding 3 (pagina 44-54)

4. D66 in de geschreven media

4.2 Lousewies trekt de stekker eruit: de val van Balkenende II in een hete zomer

Nauwelijks bekomen van de felle interne strijd om het lijsttrekkerschap staat D66 eind juni 2006 opnieuw in het middelpunt van de politieke belangstelling. Op 29 juni, slechts vijf dagen na de verkiezing van Pechtold tot lijsttrekker, trekt de D66-fractie onder leiding van Van der Laan haar politieke steun aan het kabinet-Balkenende II in. Wat volgen zijn roerige dagen, waarin premier Balkenende het ontslag van het gehele kabinet aanbiedt aan de koningin. Later zullen CDA en VVD besluiten als minderheidsregering door te gaan tot de vervroegde verkiezingen van 22 november 2006.

In de aanloop naar die stembusgang melden belangrijke mensen binnen de fractie, waaronder fractievoorzitter Van der Laan, dat zij zich niet opnieuw verkiesbaar stellen. „D66 is dertig jaar politieke ervaring kwijt‟, zo kopt NRC Handelsblad.200

En de Volkskrant formuleert het nog dramatischer: „Fractie loopt leeg onder toch al slecht politiek gesternte‟.201

Hoe dan ook, voor D66 betekent de zomer van 2006 volop media-aandacht.

4.2.1 Conflict

Doordat NRC Handelsblad een middagkrant is, brengt die op 29 juni als eerste verslag uit van de dan nog lopende ontwikkelingen in politiek Den Haag.202 De krant signaleert een ontluikend conflict tussen D66 en de andere regeringsfracties en spreekt van een “vuiltje” tussen D66 en de rest.203

De krant legt op de binnenpagina echter ook de nadruk op een andere tegenstelling, binnen D66 tussen de partijtop en de achterban. Dat artikel opent met: “Eindelijk doet de top van D66 wat de achterban al jaren wil: minister Verdonk hard aanpakken.”204

Er wordt gesteld dat het voor de partijtop op congressen steeds moeilijker werd om moties over Verdonk weggestemd te krijgen. Volgens de krant versterkte dat het wantrouwen over „Den Haag‟ bij de leden.

Wanneer later die dag duidelijk wordt dat D66 uit de coalitie stapt en daarmee het kabinet-Balkenende II ten val brengt, is De Telegraaf de volgende dag hard en helder: D66 is schuldig. Gesteld wordt dat de interne conflicten van de partij, “verdeeldheid tussen de fractie en de bewindslieden”205

, de oorzaak zijn van de politieke crisis die nu heel het land treft. Koppen als „Verdeeld D66 gebeten hond‟, „Stuntelend D66 brekebeen van kabinet‟ en „Kabinet valt over amateurs bij D66‟ laten weinig aan de verbeelding over. De krant wijst op het “saillante detail” dat Kamerlid Van der Laan nog geen week eerder de lijsttrekkerverkiezing van kabinetslid Pechtold verloor en

200

Egbert Kalse, „D66 is dertig jaar politieke ervaring kwijt; Kamerleden Van der Laan, Dittrich en Lambrechts verlaten vrijwillig de politiek. Bakker blijft‟, NRC Handelsblad, 5 augustus 2006.

201

Yvonne Doorduyn, „Feestgangers gezocht voor veertigjarig jubileum D66; Fractie loopt leeg onder toch al slecht politiek gesternte‟, de Volkskrant, 7 augustus 2006.

202

D66 heeft de motie van wantrouwen tegen minister Verdonk al gesteund, maar nog niet de politieke steun aan het kabinet ingetrokken.

203

Harm van den Berg, „„Vuiltje‟ tussen D66 en de rest; Ieder scenario draait om D66‟, NRC Handelsblad, 29 juni 2006.

204

Petra de Koning, „Acherban D66 krijgt nu zijn zin‟, NRC Handelsblad, 29 juni 2006.

205

meent dat Van der Laan en D66 de eigen bewindslieden hebben “neergesabeld”. Om de nadruk nog eens extra te leggen op het vermeende conflict binnen D66, eindigt het artikel met een quote van VVD-fractievoorzitter Mark Rutte: “Hoe nu verder met een diep verscheurd D66?” 206 Ten slotte meent de krant dat Van der Laan haar nieuwe politiek leider “in zijn hemd heeft gezet”.207

Bij de Volkskrant en NRC Handelsblad ligt de nadruk in de berichtgeving over de val van het kabinet niet direct op de interne conflicten bij D66. Die eerste spreekt in zijn commentaar van een conflict in de gehele coalitie, een “bedrijfsongeval”.

Het is te gemakkelijk de verantwoordelijkheid van het voortijdig struikelen van het tweede kabinet-Balkenende uitsluitend op het bordje van fractievoorzitter Van der Laan van D66 te leggen. Kamerlid Wilders had volkomen gelijk met zijn constatering dat het uiteenvallen van de coalitie te wijten is aan het falen van het gehele team.208

NRC Handelsblad legt de verantwoordelijkheid vooral bij CDA en VVD. “Kort gezegd was het een gebrek aan regie in zowel het CDA als in de VVD dat de val veroorzaakte”, zo concludeert de krant, die wel heel duidelijk oog heeft voor het conflict tussen D66 enerzijds en CDA en VVD anderzijds. “De weerzin tegen D66 bij CDA en VVD was zo groot dat fractievoorzitters Verhagen (CDA) en Rutte (VVD) lieten weten met elkaar door te willen na de val van dit kabinet.” Zij gunnen D66 niets en reageren hun frustratie onder meer af op lijsttrekker Pechtold: “In de wandelgangen klonken termen als „hij gaat als ambteloos burger maar lekker in zijn achtertuin in Wageningen campagnevoeren‟.”209

In een interview dat de krant een dag later met Pechtold heeft wordt voortgeborduurd op de spanningen en conflicten die er volgens de krant waren én zijn tussen D66 en haar coalitiepartners. Zo wordt Pechtold onder meer voorgelegd: “Is het niet naïef om te denken dat de andere partijen u nog iets zouden gunnen?” En: “Er wordt al langer door de coalitiepartijen CDA en VVD neerbuigend over D66 gesproken.” En ook het conflict binnen D66 wordt aangestipt: “CDA en VVD zijn nu hard over D66. De kabinetscrisis zou veroorzaakt zijn door een interne machtsstrijd in uw partij.”210

Columnist H.J. Schoo van de Volkskrant vraagt zich af of D66 moedwillig op zoek was naar het conflict in de vorm van een kabinetscrisis? Schoo zou het begrijpen. “De Democraten hielpen het kabinet weliswaar aan een meerderheid, maar kregen er inhoudelijk weinig voor terug.”211

De Telegraaf beantwoordt de door Schoo opgeworpen vraag in haar commentaar glashelder: D66 was inderdaad op zoek naar het conflict. Achter het opblazen van het kabinet stak veel meer, het is volgens de krant “opzettelijk” gebeurd:

206

Paul Jansen, „Stuntelend D66 brekebeen van kabinet‟, De Telegraaf, 30 juni 2006.

207

„Kabinet valt over amateurs bij D66‟ (column), De Telegraaf, 30 juni 2006.

208

„Naar de stembus‟ (commentaar), de Volkskrant, 30 juni 2006.

209

Egbert Kalse, „Scherpte noch regie; Pechtold is zijn platform kwijt‟, NRC Handelsblad, 30 juni 2006.

210

Petra de Koning, „„Ik had de leiding deze week‟; Afgetreden minister Alexander Pechtold (D66) over de val van het kabinet-Balkenende II‟, NRC Handelsblad, 1 juli 2006.

211

De partij wilde van het kabinet af. Ze had er niets meer te zoeken. Het kon haar geen winst meer opleveren. Het werd daarom opzettelijk en met voorbedachten rade om zeep geholpen, nadat dat in januari over de uitzending van een militaire missie naar Afghanistan jammerlijk was mislukt.212

“Een valse streek”, zo oordeelt de krant.213

Een week na de val van het kabinet komt de Volkskrant in een analyse tot de conclusie dat er wel degelijk conflicterende partijen binnen D66 zijn die het beeld van de partij schade toebrengen. De krant stelt dat D66-kopstukken elkaar voortdurend tegenspreken en ziet vooral een conflict tussen de voormalige kemphanen Pechtold en Van der Laan: “Terwijl lijsttrekker Pechtold tracht zijn eigen rol in de val van het kabinet te benadrukken („Ik had de leiding‟) weigert Van der Laan die lezing te bevestigen.” Onder meer die verdeeldheid over de ware gang van zaken leidt volgens de krant tot “opgetrokken wenkbrauwen in de achterban”.214

Het beeld dat de kranten opgeworpen hebben, namelijk dat het tussen Pechtold en Van der Laan op z‟n zachtst gezegd totaal niet klikt, krijgt begin augustus extra voeding wanneer Lousewies van der Laan bekend maakt na de verkiezingen niet terug te willen keren in de Tweede Kamer. In een vraaggesprek met NRC Handelsblad zoekt die krant, getuige de vraagstelling, duidelijk naar een conflict. Van der Laan wordt onder meer gevraagd: “Wat heeft Pechtold sinds zijn lijsttrekkerverkiezing in juni gedaan om u erbij te houden?” En: “Pechtold wilde u er niet bij hebben?” En ook: “Noemt u eens een voorbeeld van iets waardoor onduidelijkheid had kunnen ontstaan tussen u en Pechtold als u Kamerlid was gebleven?” En als Van der Laan op de vraag of Pechtold een beroep op haar heeft gedaan om te blijven „nee‟ antwoordt, volgt de vraag: “Vond u dat jammer?” Van der Laan zegt ook niet onder Pechtold te willen dienen, omdat die in een „zakelijk gesprek‟ heeft gezegd de partij strak te willen leiden, naar het voorbeeld van Jan Marijnissen bij de SP. Dat lijkt haar niets. 215 Een dag later reageert Pechtold geprikkeld: “Onzin, dat heb ik nooit gezegd.”216

Een dag later stelt NRC Handelsblad klip en klaar dat er sprake is van een politiek conflict binnen de partij. De drie ervaren Kamerleden Ursie Lambrechts, Boris Dittrich en Lousewies van der Laan zouden de Kamer verlaten vanwege “politieke wrijving met de nieuwe lijsttrekker Pechtold”. Die laatste twee zouden geen “politieke vrienden” zijn met Pechtold, de relatie tussen Van der Laan en hem wordt zelfs “koel” genoemd.217

212

„Opzettelijk‟ (commentaar), De Telegraaf, 1 juli 2006.

213

„Ambitieus en rechtlijnig: Lousewies van der Laan‟, De Telegraaf, 1 juli 2006.

214

Raoul du Pré, „D66 worstelt met het ware verhaal over de crisis; Tegenstrijdige verklaringen van kopstukken doen geloofwaardigheid van de partij geen goed‟, de Volkskrant, 7 juli 2006.

215

Petra de Koning, „„Het zal zwaar worden om de dozen in te pakken‟; Lousewies van der Laan verlaat politiek na „zakelijk gesprek‟ met D66-leider Pechtold‟, NRC Handelsblad, 4 augustus 2006.

216

„Kamerfractie D66 loopt massaal leeg; Ook Van der Laan gooit bijltje erbij neer‟, De Telegraaf, 5 augustus 2006.

217

Egbert Kalse, „D66 is dertig jaar politieke ervaring kwijt; Kamerleden Van der Laan, Dittrich en Lambrechts verlaten vrijwillig de politiek. Bakker blijft‟, NRC Handelsblad, 5 augustus 2006.

Niet alleen NRC Handelsblad ziet een conflict tussen de fractievoorzitter en de lijsttrekker, ook de Volkskrant constateert naar aanleiding van Van der Laans vertrek dat de twee moeilijk met elkaar door één deur konden. Al eerder werd zichtbaar dat de twee D66-coryfeeën in geringe harmonie elk hun eigen lijn trokken, meent de krant. “Dat botste en het leek ook voor de toekomst een recept voor interne strubbelingen.” Ook hier verraadt de vraagstelling aan Pechtold de zoektocht naar wrevel: “U bent dus verlost van de politica die u „ongeloofwaardig‟ noemde?” 218

Niet voor het eerst is het echter De Telegraaf die het conflict tussen Pechtold en Van der Laan het scherpst neerzet. In een politieke column stelt de krant dat Pechtold niets zou hebben met haar persoon, haar karakter en haar wijze van politiek bedrijven en de enkele aardige woorden die hij met veel moeite over haar wist te zeggen, zouden weinig gemeend zijn. Immers, zo stelde de krant, “hij deed niet voor niets weinig tot niks om haar voor de lijst te behouden.” Om af te sluiten met de alleszeggende opmerking: “Het zou een ramp zijn als ze in een – waarschijnlijk zeer kleine – fractie hadden moeten samenwerken.”219

4.2.2 Negativiteit

Hoewel alle drie de kranten in de dagen rondom de val van het kabinet-Balkenende II kritische noten kraken over het optreden van D66, springt De Telegraaf eruit door uitgesproken negatief over de partij te berichten. D66 krijgt de schuld van de breuk in de coalitie. Vooral in het artikel „Stuntelend D66 brekebeen van kabinet‟ moet de partij het ontgelden. De openingsalinea laat dat al zien:

D66 was de brekebeen van het kabinet. De links-liberale partij, zes zetels sterk in de Tweede Kamer, gedroeg zich als de muis die samen met de olifanten CDA en VVD al stampend een krakende brug overtrok. De kleinste coalitiepartner in Balkenende II struikelde de afgelopen regeerperiode herhaaldelijk over de eigen benen en zag daarbij een vice-premier en een fractieleider sneuvelen. Het eindigde gisteren met een val in eigen zwaard.220

En ook verderop in het stuk komt D66 er bijzonder slecht vanaf. Zo zou de partij zichzelf meermalen “in de voet hebben geschoten”, oogstte D66 “hoon”, haalde het “bakzeil” en ging het “kopje-onder”. Een politieke column elders in de krant draagt de kop „Kabinet valt over amateurs bij D66‟. “D66 zwalkte stuurloos rond. Niemand had daar de regie in handen”, zo wordt geschreven. “‟s Lands bijna kleinste partij” wordt een “verkeerde timing” verweten.221

Hoewel in minder ferme taal, komt ook NRC Handelsblad met een analyse waarin duidelijk een negatief beeld van D66 wordt neergezet, namelijk het beeld van een partij die wel dreigt, maar nooit

218

John Wanders, „„D66 irriteert en wordt toch belangrijk gevonden‟; Alexander Pechtold mikt bij verkiezingen op „zes Kamerzetels en liefst nog twee, drie meer‟‟, de Volkskrant, 5 augustus 2006.

219

„Pechtold moet D66 uit moeras trekken‟ (column), De Telegraaf, 8 augustus 2006.

220

Paul Jansen, „Stuntelend D66 brekebeen van kabinet‟, De Telegraaf, 30 juni 2006.

221

echt z‟n tanden laat zien. De krant memoreert aan het debat over de missie naar Afghanistan begin 2006 en stelt dat “de andere Kamerleden slap van het lachen in hun banken lagen” toen toenmalig fractievoorzitter Dittrich met een crisis dreigde. En de krant vervolgt:

Gistermiddag werd door collega's van andere partijen opnieuw hard gelachen, toen Van der Laan zei dat er “inhoudelijk geen licht zat” tussen de fractie en de bewindslieden van D66. SP-fractievoorzitter Jan Marijnissen zei: “Er zijn nu twee D66‟en. En dat is erg veel voor een partij die in de peilingen op twee zetels staat”.222

Een ander negatief beeld dat in zowel de Volkskrant als NRC Handelsblad van D66 neergezet wordt, is dat van een partij die ineens principieel wilde zijn. In de Volkskrant schrijft politiek columnist Schoo over “de ethische oprisping van het in doodsnood verkerende D66”.223 NRC Handelsblad meent dat D66 sinds het Uruzgan-debacle naar een mogelijkheid zocht “om de leden te tonen dat de partij wel principieel kan zijn in debatten”.224

Ook Rob Hoogland is in De Telegraaf buitengewoon negatief over D66. Hoogland schrijft elke dag een column, vaak over de manier waarop men in Den Haag politiek bedrijft, en is daardoor mede bepalend voor de identiteit van die krant. Hij vergelijkt het intrekken van de steun aan het kabinet door D66 met een schandalige overtreding bij voetbal.

Het was een overtreding die wat mij betreft met rood en een levenslange schorsing zou mogen worden bestraft, al hoef ik mij daarover wellicht geen zorgen te maken. Ongetwijfeld gebeurt dat bij de vervroegde verkiezingen in het najaar, als D66 voorgoed door de kiezer – de enige rechtmatige scheidsrechter – wordt uitgesloten.225

Hij dankt ook Ayaan Hirsi Ali, omdat “wij dankzij Ayaan wel van D66 verlost” zijn. “En dat is ook wat waard”, meent Hoogland.226

Hij is overigens niet de enige die het einde van D66 verwacht. Ook H.J. Schoo houdt daar rekening mee, en ziet in ieder geval voorlopig geen rol weggelegd voor de partij: “Voor D66 dreigt het niemandsland.”227

Een week na alle commotie komt de Volkskrant in een terugblik op de kabinetscrisis tot de conclusie dat de geloofwaardigheid van D66 op het spel staat. In het artikel, dat de onderkop draagt „Tegenstrijdige verklaringen van kopstukken doen geloofwaardigheid van de partij geen goed‟, wordt gesteld dat de euforie bij de partij al weer is gezakt. De partij worstelt met haar houding, moet steeds

222

Egbert Kalse, „Een ontspannen crisisdreiging‟, NRC Handelsblad, 30 juni 2006.

223

H.J. Schoo, de Volkskrant, 1 juli 2006.

224

Egbert Kalse, „Scherpte noch regie; Pechtold is zijn platform kwijt‟, NRC Handelsblad, 30 juni 2006.

225

Rob Hoogland, „Kaarten‟ (column), De Telegraaf, 1 juli 2006.

226

Hoogland, „Kaarten‟ (column).

227

het beeld trachten te corrigeren dat zij de grote boosdoeners zijn en moet de verkiezingen maar afwachten om te zien of “de Nacht van Lousewies” alsnog de zegen brengt waarop de partij hoopt.228

De geluiden over een mogelijk einde van D66 druppelen begin augustus steeds meer door in de drie dagbladen. Het is de periode dat veel lang zittende D66-Kamerleden, waaronder Lousewies van der Laan, hun vertrek aankondigen. „Kamerfractie loopt massaal leeg‟ kopt De Telegraaf. In dezelfde krant haalt columnist Rob Hoogland, die zich eerder al zeer negatief uitte over D66, opnieuw hard uit.

Je hoefde deze week maar even met je ogen te knipperen en hupsakee: weer een D66‟er uit de Haagse politiek. De helft van de Kamerleden van dat partijtje heeft nu te kennen gegeven na de verkiezingen niet terug te keren. En de rest, ach, die hoeft dat niet eens te kennen te geven. Zij worden op 22 november wel door de kiezer het Binnenhof uitgelazerd.229

De toon van Hoogland mag dan hard zijn, zijn boodschap vind je ook terug in de andere kranten. Zo krijgt Alexander Pechtold op 5 augustus van de Volkskrant de vraag voorgelegd: “U zei eerder dit jaar dat D66 veertig jaar geleden als een idee begon en allang had moeten stoppen. Gaat u het licht uitdoen?”230

Een vraag die twee dagen later in dezelfde krant nog maar eens herhaald wordt: “Niet eerder stelden zo velen dezelfde vraag: wordt het tijd dat de laatste D66-lijsttrekker het licht uitdoet?” De krant betoogt in dit artikel over het veertigjarig jubileum van de partij, eentje “met een zwart randje”, dat de plaats van D66 tussen PvdA en VVD al lang niet meer vanzelfsprekend is.231

Ook NRC Handelsblad meent dat D66 aan een vrije val bezig is. Het verlies aan “dertig jaar politieke ervaring” is volgens de krant niet eens het ergste. “Pijnlijker is dat een vrijwillige halvering van de fractie onvoldoende lijkt”, zo zinspeelt de krant op een marginale rol voor D66 in de Nederlandse politiek.232 Dat scenario lijkt ook De Telegraaf het meest waarschijnlijk. Die krant benadrukt dat D66 de ellende grotendeels aan zichzelf te wijten heeft, onder meer doordat de politieke leiders er steeds een potje van hebben gemaakt. “Dat resulteerde erin dat de partij stuurloos ronddobberde, geen eigen gezicht meer had en nu massaal kiezers verliest.”233

Het optimisme van lijsttrekker Pechtold, die denkt acht zetels te kunnen halen, deelt de krant dan ook absoluut niet.

228

Raoul de Pré, „D66 worstelt met het ware verhaal over de crisis; Tegenstrijdige verklaringen van kopstukken doen geloofwaardigheid van de partij geen goed‟, de Volkskrant, 7 juli 2006.

229

Rob Hoogland, „Uittocht‟ (column), De Telegraaf, 5 augustus 2006.

230

John Wanders, „„D66 irriteert en wordt toch belangrijk gevonden‟; Alexander Pechtold mikt bij verkiezingen op „zes Kamerzetels en liefst nog twee, drie meer‟‟, de Volkskrant, 5 augustus 2006.

231

Yvonne Doorduyn, „Feestgangers gezocht voor veertigjarig jubileum D66; Fractie loopt leeg onder toch al slecht politiek gesternte‟, de Volkskrant, 7 augustus 2006.‟

232

Egbert Kalse, „D66 is dertig jaar politieke ervaring kwijt; Kamerleden Van der Laan, Dittrich en Lambrechts verlaten vrijwillig de politiek. Bakker blijft‟, NRC Handelsblad, 5 augustus.

233

Er moet een wonder gebeuren wil hem dat lukken. De kans is groter dat hij de komende jaren met een enkeling om zich heen de partij uit het moeras moet trekken (…) Mislukt de vrij onervaren Pechtold dan rest voor D66 slechts opheffing.234

Tussen al die sombere berichtgeving, is er een enkel positief geluid te horen, bijvoorbeeld vanuit de Volkskrant. Die ziet, wijzend op het verleden van pieken en dalen van de partij, nog wel aanknopingspunten voor D66: “Het is niet het eerste dal waar de partij doorheen gaat, en opkrabbelen is in het verleden een van haar sterkste kanten gebleken.”235

4.2.3 Personalisering

Al voor dat het kabinet valt, schrijft NRC Handelsblad dat de sleutelfiguur in het geheel D66-fractieleidster Lousewies van der Laan is. Beslissend is volgens de krant “de vraag of Van der Laan

In document Inhoudsopgave Inleiding 3 (pagina 44-54)