• No results found

One Health: één wereld, één gezondheid voor mens, dier en 

milieu

ó jaap wagenaar, david speksnijderen ludo hellebrekers

D

e gezondheid van mens en dier en het milieu wordt bedreigd door bacteriën die resistent zijn tegen antibiotica. De aanpak van dit probleem vereist een integrale One Health aanpak. De One Health- gedachte gaat er vanuit dat mens, dier en hun omgeving geen gescheiden compartimenten zijn. Dit geldt ook voor antibioticaresistentie want (resistente) bacteriën en genen worden voortdu- rend tussen mens, dier en omgeving uitgewisseld. Zo kan bijvoorbeeld het gebruik van antibiotica bij dieren leiden tot een toename van antibioticaresis- tente bacteriën bij mensen en in de omgeving. De precieze bijdrage (‘attributie’) van het gebruik van antibiotica bij dieren aan resistente bacteriën bij de mens, is moeilijk te schatten. Dit komt omdat deze bijdrage per soort antibioticum en per soort bacterie verschillend is. In de discussies over deze attributie worden verschillende getallen genoemd die in principe allemaal juist kunnen zijn voor een bepaalde combinatie van bacterie en antibioticum. Zo ontstaat bij pluimvee door het gebruik van quinolonen-antibiotica resistentie bij de darmbac- terie Campylobacter. Pluimvee zelf heeft er geen last van, maar bij de mens kan deze bacterie een voed- selinfectie veroorzaken via het eten van besmet kippenvlees. Het overgrote deel van quinolonen- resistentie in Campylobacter bij de mens wordt toegeschreven aan gebruik in de pluimveehoude- rij, dat nu sterk aan banden is gelegd. Tegelijkertijd vinden we quinolonen-resistente Neisseria-bacte- riën die de geslachtsziekte gonorroe veroorzaken en alleen bij de mens voorkomen. In dit geval heeft de resistentie waarschijnlijk alleen verband met

het gebruik van quinolonen bij de mens. Op één punt is men het wel eens: de attributie is alles bij elkaar genomen wel meer dan nul.

Het voorzorgsprincipe

Betrokken onderzoekers en beleidsmakers han- teren daarom het ‘voorzorgsprincipe’: vooruitlo- pend op precieze informatie over de bijdrage mag geen kostbare tijd verloren gaan en dient actie te worden ondernomen. Deze zienswijze heeft in de afgelopen jaren geleid tot effectieve maatregelen in de Nederlandse veehouderij waarmee het anti- bioticagebruik ruim gehalveerd is (zie ook de para- graaf over terugdringing van antibiotica gebruik in de veehouderij op pg. 49). Deze afname in anti- bioticagebruik heeft ook geleid tot een afname van resistente bacteriën in de veehouderij.

Toename van resistente bacteriën in mensen, dieren en in de omgeving komt door blootstelling van bacteriën aan antibiotica (selectie) en uitwisseling van die resistente bacteriën tussen mens, dier en omgeving via vele verschillende routes (transmissie).

De overdracht van resistente bacteriën van die- ren naar de mens kan onder andere plaatsvinden via het voedsel, via direct contact met dieren of via resistente bacteriën die vanuit de veehouderij in het oppervlaktewater en weiland terechtkomen via bemesting of bijvoorbeeld afvalwater van slach- terijen. Het is daarom aannemelijk dat de mens minder wordt blootgesteld aan resistente bacteriën doordat er in een ander compartiment – in dit voorbeeld de dieren – actie is ondernomen. Dit geeft de noodzaak en kracht van een One Health- benadering aan.

Artsen en dierenartsen met elkaar aan tafel

De One Health-benadering gaat er van uit dat mensen werkzaam in de dierhouderij en gezond- heidszorg – voor antibioticaresistentie vooral art- sen, dierenartsen en veehouders – kennis hebben van, en begrip hebben voor, elkaars activiteiten en belangen en op die manier komen tot breed gedragen oplossingen voor gezamenlijke proble- men. Nederland loopt hierin voorop wat betreft de samenwerking tussen artsen en dierenartsen. Dit komt onder meer doordat er in het verleden diverse ernstige infectieziekten zijn opgedoken waarbij mens en dier direct met elkaar te maken hadden. De vogelgriep in 2003 bijvoorbeeld en de uitbraak van Q-koorts in 2007 en de daarop volgende jaren, waarbij mensen ernstig ziek werden door een bacterie afkomstig van geiten. Ook de ontdekking dat de methicilline-resistente

Staphylococcus aureus (ziekenhuisbacterie) op grote

schaal voor bleek te komen in varkens en vleeskal- veren en dat veehouders daarmee besmet raakten, kwam uitgebreid in het nieuws. Al deze proble- men hebben uiteindelijk geleid tot een intensieve samenwerking tussen artsen en dierenartsen die verankerd is in formeel regulier overleg.

Samen op resistente bacteriën jagen

Ook voor de toekomst biedt de One Health-bena- dering uitkomst voor bestrijding van antibiotica- resistentie bij dier en mens. Eén van de gevaren die we uit het buitenland op ons af zien komen zijn bacteriën die zelfs resistent zijn tegen antibiotica die artsen als allerlaatste redmiddel gebruiken bij patiënten die een infectie hebben met multi- resistente bacteriën. Voorlopig circuleren deze bacteriën nog in het buitenland en worden ze bij hoge uitzondering bij mensen in Nederland aan- getroffen. Het gevaar is echter dat deze resistente bacteriën van de mens op dieren overgaan. Dit keer is de mens de potentiële besmettingsbron voor het dier. Als zo’n ‘superbacterie’ zich verspreidt in de veehouderij en vervolgens weer overspringt naar mensen zijn de gevolgen niet te overzien. Daarom wordt in Nederland surveillance uitgevoerd bij mensen en dieren om eventuele besmettingen vroegtijdig op het spoor te komen en te kunnen indammen. Ook hier zitten artsen en dierenartsen met elkaar aan tafel, want uiteindelijk jagen we op dezelfde resistente bacteriën en is het voor een effectieve bestrijding zeer relevant elkaar precies op de hoogte te houden over wie wat waar heeft gevonden.

De One Health-benadering heeft in Nederland zichtbaar z’n vruchten afgeworpen in de aan- pak van antibioticaresistentie. Andere landen in Europa en ook daarbuiten kijken met respect naar wat er in Nederland is bereikt in de veehouderij en hoe men daar van kan leren. Zo is One Health zowaar een Nederlands exportproduct geworden.

kwartaal 4 2015 antibioticaresistentie

Volg de patiënt: de natuurlijke zorgregio