• No results found

Onderzoeksinstrument

In document Opbrengstverantwoording onder IFRS (pagina 41-44)

3. Opzet van het empirisch onderzoek

3.5 Onderzoeksinstrument

Interviews met deskundigen zijn voor exploratief onderzoek een goede manier om informatie te verzamelen. Deze kwalitatieve informatie draagt bij aan het vormen van een beeld, het opdoen van nieuwe ideeën en het in kaart brengen van problemen.

Bij het uitvoeren van interviews moet worden getracht informatie van goede kwaliteit te vergaren. Voor de kwaliteit van de informatie uit het interview, geef ik aandacht aan de elementen betrouwbaarheid en interne- en externe validiteit. Deze elementen ligt ik hier toe:

Betrouwbaarheid

Dit begrip kan het beste worden uitgelegd met de volgende vraag: komt een andere onderzoeker, die dit interview uitvoert, tot dezelfde resultaten? Bij het uitvoeren van interviews is het moeilijk om betrouwbare informatie te verzamelen, omdat de data vaak subjectieve meningen en uitspraken zijn in

plaats van objectieve harde data. Om de betrouwbaarheid van mijn onderzoek te garanderen, heb ik interviewvragen geformuleerd welke duidelijk zijn en een smalle scope hebben. Hiermee tracht ik de geïnterviewde duidelijk te maken op welke onderwerp of subonderwerp de vraag betrekking heeft. Hiermee wil ik de spreiding van de antwoorden van de geïnterviewden beperken. De vragen formuleer ik op een dergelijke manier opdat ze niet op meerdere manieren te interpreteren zijn. Daarnaast heb ik de vragen verdeeld in verschillende onderwerpen. Dit is voor de geïnterviewde duidelijker, biedt structuur en voorkomt ruis in de beantwoording doordat de geïnterviewde verschillende onderwerpen uit het interview door elkaar haalt. Tijdens het afnemen van de interviews voorzie ik de geïnterviewden van de vragenlijst, zodat deze kan meelezen om de vragen goed te begrijpen. Deze vragenlijsten zijn terug te vinden in Bijlage 1 en 2.

Voor het verwerken van de gegevens, neem ik het interview op en typ het daarna uit. Hierdoor voorkom ik gegevensverlies en kan ik antwoorden nalezen ten behoeve van het goed begrijpen en juist interpreteren.

Interne- en externe validiteit

Validiteit zegt iets over de inhoud van de verkregen data: wordt er gemeten wat de bedoeling is. Bij validiteit wordt onderscheid gemaakt tussen interne- en externe validiteit:

- Interne validiteit: is de mate waarin de conclusies van het onderzoek geldig zijn voor de onderzoeksgroep. Gezien mijn onderzoeksvraag denk ik valide resultaten uit de geselecteerde geïnterviewden te verkrijgen Ik probeer dit te garanderen door geïnterviewden te selecteren met eenzelfde bedrijfsfunctionele achtergrond en de interviews af te nemen in dezelfde tijdsperiode. Hierdoor kunnen hun kennis en antwoorden niet verschillen door bijvoorbeeld informatie die tijdens de eerste interviews nog niet aanwezig was of minder inzicht in het bedrijf door een lagere functie. Als de geïnterviewde de vraag niet goed begrijpt, zal ik deze toelichten om de geïnterviewde de vraag juist te laten beantwoorden. Verder zorg ik voor een gelijke setting van alle interviews. Ik neem de interviews onder vier ogen af en trek voor elk interview 45 minuten uit.

Een bedreiging voor de interne validiteit is dat de beantwoording onderhevig is aan belangen vanuit het bedrijf. Geïnterviewden kunnen mogelijk positief antwoorden om geen negatief beeld van hun onderneming te schetsen. Dit probeer ik te voorkomen door de anonimiteit van de resultaten in mijn onderzoek te communiceren naar de geïnterviewde.

- Externe validiteit: de mate waarin de conclusies van toepassing zijn op de gehele populatie. De populatie van mijn onderzoek zijn de eerder gedefinieerde bouwondernemingen. Gezien hun kleine aantal probeer ik bij alle ondernemingen een interview af te nemen met een controller. De resultaten zullen dan valide zijn voor de gehele populatie. Deze externe

validiteit is wel tijdgebonden. Wanneer er medio 2010 een „exposure draft‟ van de nieuwe standaard zal verschijnen, kan deze nieuwe informatie tot nieuwe meningen leiden. Tevens zijn de resultaten ook landgebonden. Op internationaal gebied kan afwijkende nationale wetgeving van invloed zijn op de uitwerking van de standaard en zodoende de meningen van bouwbedrijven.

3.5.1 Ontwerp van het onderzoeksinstrument

Het interview is ontworpen aan de hand van de theorie over opbrengstverantwoording en de inhoud van het DP. Hiermee wil ik informatie verkrijgen om antwoord te kunnen geven op de deelvragen. Deze deelvragen zijn leidend voor het opstellen van de vragen uit het interview. De vragen zijn veelal gericht op de eventuele gevolgen van de nieuwe voorstellen op de bedrijfsvoering, het resultaat en de verslaggeving van het bedrijf. Daarnaast probeer ik eventuele problemen die voor bouwondernemingen zullen ontstaan, in kaart te brengen.

Om tot beantwoording van de deelvragen te komen, heb ik de volgende onderwerpen geselecteerd voor het interview:

- De verantwoording van opbrengsten aan de hand van de PoC methode. Ik breng hier in kaart hoe de geïnterviewden de toepassing van de huidige PoC methode ervaren, of dit volgens hen een juist beeld geeft van de verantwoorde opbrengsten en of dit betrouwbare en relevante informatie oplevert voor gebruikers van de jaarrekening.

- Het model van een contract met rechten en verplichtingen, dat ten grondslag ligt aan het verantwoorden van opbrengsten onder de nieuwe voorstellen. Ik zal vragen stellen over de door het IASB / FASB gestelde doelen van het nieuwe opbrengstmodel, zijnde een betere vergelijkbaarheid en begrijpelijkheid van opbrengsten. Daarnaast zal ik vragen stellen over de presentatie en waardering van de rechten en verplichtingen (zijnde balansposten) betrekking hebbend op onderhanden projecten. De manier waarop deze posten onder de nieuwe voorstellen tot stand komen, is namelijk anders dan onder het huidige IFRS.

- Het verantwoorden van opbrengsten onder de nieuwe voorstellen. In hoofdstuk 2 wordt duidelijk dat het verantwoordingsproces conceptueel verandert ten opzichte van de huidige PoC methode. Ik zal vragen stellen over de hoeveelheid opbrengst die kan worden verantwoord en wat de invloed daarvan is op het prestatiecijfer en de financiële positie. Daarnaast komen de onderwerpen verschuiving van controle en „contract structuring‟ aan bod.

- Verschillen tussen de bedrijfseconomische en fiscale jaarrekening. Uit de literatuur blijkt dat er belastinglatenties kunnen ontstaan. Over het optreden van deze latenties en de gevolgen daarvan voor de jaarrekening zal ik vragen stellen.

Het interview dat wordt afgenomen met controllers van bouwbedrijven is terug te vinden in bijlage 1. Het interview dat wordt afgenomen met specialisten is terug te vinden in bijlage 2.

In document Opbrengstverantwoording onder IFRS (pagina 41-44)