• No results found

Eerder onderzoek

In document Opbrengstverantwoording onder IFRS (pagina 36-39)

2. Theoretisch kader

2.7 Eerder onderzoek

In deze paragraaf komen drie relevantie onderzoeken aan bod. Deze onderzoeken behandelen allen de nieuwe voorstellen voor opbrengstverantwoording.

2.7.1 Dobbler

Dobbler (2007) heeft onderzoek gedaan naar de verschillende methoden van opbrengstverantwoording op het gebied van onderhanden projecten. Hij heeft de nieuwe voorstellen opbrengstverantwoording, welke zich op het moment van zijn onderzoek nog in een vroeg stadium bevonden, vergeleken met de huidige methoden voor opbrengstverantwoording onder IFRS.

Het project „revenue recognition 2002‟, zoals de voorstellen toentertijd genaamd waren, volgt volgens Dobbler een asset & liability aanpak. Dit betekend dat de focus bij opbrengstverantwoording ligt op veranderingen in activa en passiva op de balans. De IASB en FASB besturen stellen, volgens dit onderzoek, dat een revenue & expense aanpak zorgt voor ernstige problemen met het definiëren van opbrengstprocessen en te moeilijk is om te volgen. Daarom richten ze zich op het verantwoorden van opbrengsten op basis van veranderingen in activa en passiva, voortkomende uit contracten met klanten.

Dobbler concludeert dat de nieuwe methode zowel op het gebied van relevantie als betrouwbaarheid van de gerapporteerde gegevens geen duidelijke verbeteringen introduceert. Op het gebied van relevantie zijn de opbrengstcijfers vaak tegenstrijdig en tevens is de betrouwbaarheid van de cijfers vaak lager. Dit hangt wel af van de mate van het gebruik van reële waarde, dat wil zeggen dat wanneer bij een contract met een klant de verplichtingen aan die klant tegen de reële waarde worden gewaardeerd, de betrouwbaarheid daaronder lijdt.

2.7.2 Wüstemann & Kierzek

Ook Wüstemann en Kierzek (2005) hebben de nieuwe voorstellen voor opbrengstverantwoording , in een vroeger stadium dan dit onderzoek, onderzocht. Op het moment van onderzoek was het discussion paper nog niet uitgebracht. Echter, het project „revenue recognition‟ is in 2002 gestart, zodoende waren er tijdens het schrijven van hun onderzoek al een redelijk aantal aanwijzingen die duidelijk maakten hoe de IASB/FASB de nieuwe standaard willen gaan vormgeven. In hun onderzoek stellen zij een verschuiving richting de AL-view vast en stellen dat de betrouwbaarheid en relevantie mogelijk verslechteren door het gebruik van reële waarden bij het waarderen van contracten voor onderhanden

projecten. Dit komt overeen met de conclusie uit het hierboven beschreven onderzoek van Dobbler. Verder concluderen zij dat bij onderhanden projecten het weerspiegelen van de opbrengsten niet altijd goed mogelijk zal zijn. Dit komt doordat er pas opbrengsten mogen worden genomen wanneer het eigendom van het te bouwen goed verschuift naar de afnemer. Een mogelijke oplossing die zij aandragen is het contract op te delen in meerdere losse verplichtingen. Wanneer aan een bepaalde verplichting door de aannemer is voldaan, accepteert de klant deze en verschuift het eigendom, zodat de aannemer de opbrengsten kan verantwoorden. Aan deze acceptatie moet dan bijvoorbeeld een (vooruit)betaling ten grondslag liggen. Of deze mogelijkheid van het inrichten van contracten er zal zijn onder de nieuwe voorstellen, is niet op te maken uit het discussion paper.

2.7.3 RevenueRecognition.com

Het meest recente onderzoek (april 2009) naar de nieuwe voorstellen van opbrengstverantwoording komt van www.RevenueRecognition.com. Zij hebben, samen met medewerkers van de IASB en de FASB, een enquête opgesteld, gebaseerd op de belangrijkste vragen die de nieuwe voorstellen oproepen bij gebruikers van IFRS en US-GAAP. Deze enquête is afgenomen onder een grote groep van CFO‟s en controllers van Amerikaanse bedrijven uit verschillende branches. De uitkomsten van dit onderzoek zijn mogelijk niet geheel representatief voor Nederlandse IFRS rapporterende bedrijven, echter de nieuwe voorstellen gelden ook voor bedrijven die onder US-GAAP rapporteren. Belangrijke resultaten zijn dat ruim de helft van de 515 ondervraagden van mening is dat het proces van het verantwoorden van opbrengsten verduidelijkt wordt door te focussen op veranderingen in activa en passiva, oftewel een verandering in de financiële positie. Deze methode krijgt echter minder de voorkeur naar gelang de complexiteit van contracten toeneemt. In het geval van contracten voor onderhanden projecten, kan worden gesteld dat dit vaak complexe contracten zijn. Dit komt doordat er onzekerheid kan bestaan over de exacte kosten, er mogelijk meerwerk optreedt en er vaak sprake is van boetes en premies bij respectievelijk te late of tijdige compleetheid van het project of gedeeltes daarvan. In dat geval zal de focus op veranderingen in activa en passiva voor het verantwoorden van opbrengsten minder gewenst zijn.

2.7.4 Bevindingen uit eerder onderzoek

Uit alle onderzoeken komt naar voren dat er een verschuiving aanwezig is richting opbrengstverantwoording aan de hand van veranderingen in activa en passiva. In hoeverre dit gewenst is op het gebied van onderhanden projecten komt weinig uit deze onderzoeken naar voren. Uit het laatste onderzoek blijkt dat wanneer er wordt gekeken naar alle opbrengstcategorieën, deze „balansgerichte methode‟ als gematigd positief wordt ervaren. Een ander belangrijk punt is dat bij

onderhanden projecten er onzekerheid bestaat over de relevantie en betrouwbaarheid van de opbrengsten onder de nieuwe voorstellen. Een laatste belangrijke bevinding is de verschuiving van het eigendom van het te bouwen actief naar de afnemer in het geval van een onderhanden project. Zolang deze verschuiving niet plaatsvindt, kan er onder de nieuwe voorstellen geen opbrengst worden genomen.

In document Opbrengstverantwoording onder IFRS (pagina 36-39)