• No results found

Onderwijsaanpakken die zich goed lenen voor persoonsvorming Naast vakken en leergebieden worden ook bepaalde onderwijsaanpakken als bijzonder

4.2 Hoe werken scholen aan persoonsvorming? 1 Doelen en leerlijnen

4.2.4 Onderwijsaanpakken die zich goed lenen voor persoonsvorming Naast vakken en leergebieden worden ook bepaalde onderwijsaanpakken als bijzonder

passend ervaren bij persoonsvorming: een sociaal-culturele praktijk, individuele en

groepsgesprekken, sociale interactie, feedback, reflectie, presenteren, onderzoekend leren, zelfstandig werken, een leerlingenraad, verhalen en teksten, workshops geven of volgen, leerstofjaarklassen of juist combinatiegroepen, groepsdoorbrekende activiteiten.

Thematisch werken

Op OGO-scholen is de sociaal-culturele praktijk cruciaal voor de persoonsvorming van leerlingen, omdat leerlingen binnen een bepaald thema zelf activiteiten kiezen uit de echte

wereld. Leerlingen kiezen een rol in het spel (onderbouw) of onderzoek (bovenbouw) die hen interesseert of waar zij zich prettig bij voelen. Ze proberen activiteiten uit en kunnen zo ontdekken wat bij hen past. Een leerkracht en schoolleider schetsen hoe dit kan gaan:

“Je kan ook samen op zoek gaan naar waar liggen je talenten of je interesses binnen zo’n thema. Ik heb er eentje die nou bruggenbouwer wil worden, slim jochie. We gingen rivieren maken. Hij bleek heel goed in dat technische, hij mocht alle bruggen bouwen voor alle rivieren.”

(Leerkracht groep 7, OGO-school 2)

“Binnen OGO hebben we vaak een sociaal-culturele praktijk en dan vervullen de kinderen verschillende rollen. Je zou als leerkracht wel kunnen sturen wie welke rol op zich neemt. Je bent natuurlijk geneigd om degene die vooroploopt en zich daar lekker daarbij voelt te laten presenteren, maar je zou ook kunnen kiezen om iemand die wat meer op de achtergrond is en dat spannend vindt zo ver te krijgen dat die dat een keer probeert.”

(Adjunct-directeur OGO-school 2)

Gesprekken: reflecteren, feedback

Op de vraag wat zij doen aan persoonsvorming, antwoorden vier van de vijf leerkrachten dat zij veel gesprekken voeren, individueel en in de groep. “Het gesprek, dat is toch écht waar het [persoonsvorming] gebeurt”, zegt ook een schoolleider. In die gesprekken reflecteren

leerkrachten met kinderen: ze leren hen (kritisch) nadenken over wat hen interesseert, wat ze zelf ergens van vinden, wat hun handelen voor anderen betekent. Een leerkracht verhaalt:

“Wat ik bijvoorbeeld ook erg belangrijk vind bij persoonsvorming is het verkondigen van je eigen mening. Ik denk dat we dat veel doen. Bijvoorbeeld, dan heb ik een boek gelezen en dan vraag ik ‘wat vond je nou een mooi stukje in het boek?’. Of je geeft drie opties, je laat drie platen zien en zegt dan ‘leg je schuursponsje neer bij wat je het mooist vond’ en je vraagt dan waarom […] Dus door gesprekjes van ‘wat vind je daarvan’ en ‘waarom’ of ‘hoe zou jij dat doen’.”

De Daltonschool heeft ook reflectieformulieren voor kinderen opgenomen in hun portfolio, waarin gevraagd wordt te reflecteren op de Dalton kernwaarden verantwoordelijkheid, zelfstandigheid, samenwerken en reflectie. Kinderen bespreken deze formulieren met hun ouders in een portfoliogesprek. De formulieren zijn een aanvulling op individuele

reflectiegesprekken van soms een paar minuten die verweven zijn in het lesprogramma. Reflecteren gebeurt ook in een groepsgesprek waarin leerlingen elkaar feedback geven, vertelt de leerkracht:

“De Kanjerkring, wij doen heel veel gesprekken met kinderen in de kring, ook bijvoorbeeld met het pettenkwadrant. Dan confronteren we kinderen met het feit hoe anderen jou zien en of je daar dan wel of niet blij van wordt. En of je het anders zou willen en wat je daar dan zelf aan zou kunnen doen. Wel op een dermate vertrouwensbasis, dat eigenlijk alles gezegd kan worden in zo’n situatie. Daarom is het ook heel belangrijk dat dat ook altijd bij de eigen leerkracht gebeurt.”

(Leerkracht groep 8, Daltonschool)

Sociale interactie: samenwerken, combinatiegroepen, één groep-leerkracht

Persoonsvorming stimuleren kan ook door mogelijkheden te creëren voor sociale interactie. Als kinderen bijvoorbeeld samenwerken in verschillende groepen, dan:

“leer je jezelf kennen en kom je jezelf of anderen af en toe tegen en daar moet je mee leren omgaan en een stapje verder brengen.”

(Leerkracht groep 7, OGO-school 2)

Een schoolleider noemt als voorbeeld dat oudere kinderen kleuters rondleiden door de school bij de afsluiting van een thema:

“Een heel druk jongetje wat normaal gesproken heel lastig de aandacht bij de dingen kan houden, die heeft dan ineens de zorg voor een kleuter en dan zie je ineens dat kind veranderen in een zorgzaam jongetje die de verantwoordelijkheid pakt.”

(Adjunct-directeur OGO-school 2)

Een ander voorbeeld is de school waar leerlingen in groep 8 workshops geven of volgen. Ze geven zelf aan waar zij behoefte aan hebben. De leerkracht licht toe:

“Kinderen kunnen inschrijven voor een workshop. Stel, jij hebt heel veel moeite met meten en wegen. Je schrijft je in op een lijstje en vervolgens is er een ander kind uit de groep die zegt, ik ben hier heel goed in en ik wil die workshop wel geven. Dan hebben we één moment in de weektaak dat je dus een workshop krijgt of geeft […] Dat heeft ook weer te maken met zelfstandigheid en reflectie en ook met samenwerken.”

(Leerkracht groep 8, Daltonschool)

Om persoonsvorming te bevorderen kiezen twee van de acht scholen bewust voor

combinatiegroepen. In een Montessorigroep 3-4-5 bijvoorbeeld kiezen de jonge kinderen een ouder kind dat ze lief vinden als maatje. De koppels kunnen elkaars vorming versterken, bijvoorbeeld doordat een jongere leerling met het maatje iets uit durft te proberen en doordat de oudere leerling leert zorg te dragen voor zijn jongere maatje. Door de heterogene groepen is het heel normaal dat ieder op een ander niveau werkt en dat iedereen daarin verschillend is. De Vrijeschool kiest juist bewust voor een leerstofjaarklassensysteem waarbij een groep de hele basisschool bij elkaar blijft bij dezelfde leerkracht. De schoolleider verduidelijkt:

“Een van de belangrijke elementen of kenmerken van ons pedagogisch concept is dat je vanaf de eerste klas, groep 3, als klas bij elkaar blijft, 6 jaar lang […] Voor een fiks aantal jaren heb je het met elkaar te doen. En in dat uitzoeken met elkaar en in dat volhouden en in dat leren met mekaar te léven […]maar juist ook van daaruit steeds op zoek te gaan naar het mooie en het ware in elkaar, ja dat werkt erg sterk door in zowel sociale vaardigheden als in hun eigen persoonsvorming. Dat stimuleert het willen […] Je moet het aan.”

(Schoolleider Vrijeschool)

Presenteren

Verschillende schoolleiders en leerkrachten vinden dat presenteren bijdraagt aan

persoonsvorming, of dat nu met een spreekbeurt, een ervaringstekst (OGO) of een portfolio is. Een schoolleider zegt:

“Dat kinderen aan de hand van een portfolio iets presenteren over hun ontwikkeling. Dan gaat het over meer dan persoonsvorming, maar het presenteren an sich is

misschien al onderdeel van persoonsvorming. Dat ouders en leerkrachten daar naar luisteren en vragen kunnen stellen.”

(Adjunct-directeur OGO-school 2)

Over jezelf presenteren met ervaringsteksten zegt een leerkracht:

“Ik denk dat dat ook weer over persoonsvorming gaat, omdat je iets over jezelf vertelt [… ]en je wordt je daar dan ook bewust van. Het kan ook een betoog of beschouwing zijn in de bovenbouw. Dat doen we zelfs bij de kleuters. Dan maken ze een tekening en wordt eronder geschreven wat een kind erbij vertelt”

(Leerkracht groep 7, OGO-school 2)

Eigen inbreng en verantwoordelijkheid: onderzoekend leren, zelfstandig werken, leerlingenraad

Onderzoekend leren biedt leerlingen de mogelijkheid vanuit hun eigen nieuwsgierigheid zelf vragen te formuleren waar zij onderzoek naar willen doen. Zo kunnen kinderen hun talenten ontdekken en ontwikkelen. Ook bij zelfstandig werken kunnen kinderen zelf kiezen wat ze willen doen en hebben ze een eigen verantwoordelijkheid in het uitvoeren van hun werk. In de leerlingenraad en de kinderwijkraad van één van de scholen kunnen kinderen op een ander niveau aangeven waar zij behoefte aan hebben en wat ze goed vinden gaan.

Verhalen en teksten

Op een OGO-school krijgen leerlingen vaak teksten om hun mening te onderbouwen of nuanceren. De leerkracht geeft als voorbeeld:

“Ik gooi ook weleens een bommetje in de klas door gewoon iets te zeggen […] En dan gaan ze op onderzoek. Doordat ik even zo’n bommetje heb geplaatst, komt er al een discussie op gang. We hebben er even een gesprek over gehad, kinderen waren het er wel of niet mee eens, ze gingen teksten lezen en daarna konden ze er echt een mening onderlegd op formuleren, want ze hebben er echt iets over gelezen.”

(Leerkracht groep 8, OGO-school 1)

Op de Vrijeschool wordt veel waarde gehecht aan het vertellen van verhalen, omdat in die verhalen bijna altijd iemand op weg is en zichzelf leert kennen. De verhalen kunnen kinderen

helpen in hun eigen zoektocht van zichzelf leren kennen en in het ontdekken van wat goed is. De schoolleider zegt over de verhalen:

“De vertelstof die door de jaren heen aan bod komt, is niet voor niets wat die is … Die past heel erg bij die levensfase […] bij wat ze eigenlijk aan het zoeken zijn. Dus dat is zeer vormend in dat stuk subjectvorming […] Dat is niet één keer een middagje een verhaal, daar ben je maanden mee bezig. Daar denken ze over na, dat nemen ze mee, vaak heel onbewust. Daar ga je niet op cognitief niveau het gesprek over aan, ze beléven het. Ze beleven het in de verhalen, ze beleven het in de toneelstukjes en vervolgens nemen ze dat hun hele leven mee.”

(Schoolleider Vrijeschool)

Op deze Vrijeschool gaat de leerkracht juist niet in gesprek over de verhalen, omdat je een verhaal dan uit gaat leggen, waarmee je een verhaal als het ware afpakt van een kind. Kinderen mogen zelf beelden uit de verhalen halen die bij hen passen. Ze mogen er in hun hoofd over denken of vanuit hun gevoel, zonder woorden, op reageren.

In het rondetafelgesprek vertelde één van de wetenschappers dat in haar onderzoek blijkt dat kansen voor persoonsvorming liggen in ‘unieke opdrachten’. Deze opdrachten kenmerken zich door een vrije ruimte of ruimte voor eigen initiatief. Als voorbeelden werden genoemd: een zelfbedacht project of een eigen einde schrijven bij een verhaal dat nog niet af is. In deze opdrachten kunnen hun eigenheid laten zien.