• No results found

Omvangschattingen van de experts (d)

In document Zo zijn we niet getrouwd (pagina 75-79)

Achterlating: hoe vaak komen professionals het tegen?

6.5 Omvangschattingen van de experts (d)

Tijdens dit onderzoek hebben we verschillende experts gevraagd te reageren op de registraties en de educated guess op huwelijksdwang, achterlating en huwelijkse gevangenschap. Verschillende experts geven aan dat de relatief nieuwe terminologie voor huwelijksdwang, achterlating en huwelijkse gevan-genschap afwijkende resultaten voor aantallen zal opleveren. Deze termen zijn nog niet ingeburgerd bij burgers en organisaties. Momenteel registreren organisaties deze problematiek op verschillende manieren en onder andere noemers, zoals onder eergerelateerd geweld. Een expert van de GGD Rotterdam Rijnmond zou met deze terminologie geen cijfers kunnen geven over 2011 en 2012. De uitsplitsing van thema’s zou juist kunnen leiden tot een kleinere omvang. Op dit moment registreren veel organisaties alleen op eergerelateerd geweld, terwijl dit een containerbegrip lijkt te zijn gewor-den (Storms & Bartel, 2008). Huwelijksdwang, achterlating en huwelijkse gevangenschap kunnen verbonden zijn aan eergerelateerd geweld, maar dat hoeft zeker niet per definitie het geval te zijn. De experts voorzien problemen met de uitsplitsing van de termen en een mogelijke aparte registratie.

Tijdens een bijeenkomst van de expertgroep kregen de experts de vraag voorgelegd of zij een omvangschatting voor de drie thema’s konden geven, ingedeeld naar gemeentegrootte. Dit heeft het onderzoeksteam besloten omdat uit de landelijke enquête bleek dat hoe groter de gemeente is, hoe meer professionals de problematiek signaleerden (relatieve stijging). Een aantal experts stelde dit uitgangspunt voor een omvangschatting ter discussie. Zij hadden twijfels of de gemeentegrootte

kenmerkend is voor de omvang. Hierdoor zou mogelijk een vooroordeel ontstaan. ‘Dat er in grotere steden meer sociale problemen heersen dan in kleinere gemeenten, is niet het geval. Dit verschilt per stad. Sommige rurale steden ervaren dezelfde problemen als grote steden’, zegt een van de experts.

Verder geven de experts aan dat het aantal registraties kan afwijken van de realiteit doordat er een taboe op het probleem ligt en vanwege de angst van slachtoffers. De experts zijn tevens van mening dat bekendheid een rol speelt in het aantal registraties. Een toename van registraties zou in feite niets te maken hebben met een toename van de problematiek. Ook voor de experts is het geven van een omvangschatting een heikele kwestie waar zij zich (liever) niet aan wagen.

De experts die zich aan een landelijke omvangschatting wilden wagen, hebben voor huwelijks-dwang een minimale schatting aangegeven. Deze minimale schatting komt overeen met de registraties van de instellingen en valt te verklaren uit het feit dat de meeste van deze professionals deze cijfers kennen en van daaruit een schatting geven. De omvang van huwelijksdwang schatten zij op enkele honderden gevallen per jaar. Voor huwelijkse gevangenschap en achterlating deden zij een lagere schatting van enkele tientallen per jaar. Voor huwelijksdwang, achterlating en huwelijkse gevangen-schap lijken de omvangschattingen van de experts aan de lage kant te zijn in relatie tot de extrapola-tie van de omvangschattingen van de 522 lokale professionals uit de enquête.

6.6 Samenvattend

In dit hoofdstuk hebben we een educated guess beschreven: een absolute ondergrens op basis van registraties, en een geschatte onder- en bovengrens van gevallen huwelijksdwang, achterlating en huwelijkse gevangenschap, over de jaren 2011 en 2012. We hebben gebruikgemaakt van vier verschil-lende methoden (triangulatie) om tot verschilverschil-lende data en een redelijk betrouwbare schatting van de omvang van de problematiek te komen. Ten eerste is gebruikgemaakt van de registraties van instellin-gen. Ook vroegen we professionals in een landelijke enquête een geschatte bandbreedte te benoemen.

Vervolgens hebben we de vraag naar de omvang voorgelegd aan experts en hebben we de aantallen getoetst aan de omvangschattingen die professionals hebben gedaan tijdens telefonische interviews.

Om een minimale ondergrens van de drie thema’s te kunnen geven, hebben we gebruikgemaakt van bestaande registraties van Steunpunten Huiselijk Geweld, Federatie Opvang, Femmes for Freedom, Stichting Steun Remigranten en een dossierstudie bij het ministerie van Buitenlandse Zaken (zoals beschreven in hoofdstuk 4). Wanneer we per thema al deze registraties bij elkaar optellen komen we tot 181 zaken van huwelijksdwang, 178 zaken van achterlating en 140 van huwelijkse gevangenschap over 2011 en 2012. Deze aantallen vormen de minimale ondergrens van onze educated guess.

In de landelijke enquête hebben we 522 professionals gevraagd om een omvangschatting te doen als ze zeker wisten of vermoedden dat de problematiek voorkwam. Deze omvangschattingen van professionals in bepaalde steden hebben we geëxtrapoleerd tot een landelijk beeld op basis van het inwonertal van gemeenten (drie categorieën). We hebben hierbij de kleine gemeenten van 15.000 en minder inwoners buiten beschouwing gelaten, omdat uit dit onderzoek blijkt dat de problematiek zich minder voordoet in deze kleine gemeenten. Bovendien hadden we te weinig professionals uit deze gemeenten die een schatting wilden doen en dan zou een extrapolatie van deze schatting een verte-kend beeld opleveren. De analyse van de enquête wees uit dat de problematiek relatief vaker voor-komt in grote gemeenten dan in kleine gemeenten; inwoneraantal was dus een belangrijke voorspeller van alle drie de thema’s. Professionals hebben een schatting gedaan voor een bandbreedte van de

omvang. Hierop hebben we door extrapolatie naar gemeentegrootte en naar het totale aantal gemeen-tes (op grootte) een landelijke ondergrens en bovengrens kunnen berekenen. Voor huwelijksdwang kwamen we tussen de 674 en 1914 gevallen tegenover 2011 en 2012, voor huwelijkse gevangenschap tussen 447 en 1687 en voor achterlating tussen 364 en 1631.

Tijdens de telefonische interviews hebben we professionals gevraagd een schatting te doen. Deze kwamen vooral overeen met de registraties van de Steunpunten Huiselijk Geweld en de andere instel-lingen en lagen dus dichtbij onze minimale ondergrens. Ook de experts zijn gevraagd om een omvang-schatting te maken. Daar wilden ze zich in het algemeen (liever) niet aan wagen, mede omdat ze in hun beroepspraktijk op een andere manier registreren en daarom geen duidelijk beeld hebben van de omvang van de problematiek. Wanneer ze zich wel hebben gewaagd aan een schatting, dan kwamen de aantallen ook dichtbij die van de bestaande registraties, waarbij huwelijksdwang verreweg als het meest voorkomende probleem werd aangegeven.

VVerwey- Jonker Instituut

In document Zo zijn we niet getrouwd (pagina 75-79)