• No results found

Huwelijksdwang om een probleem op te lossen

In document Zo zijn we niet getrouwd (pagina 115-119)

Een huwelijk dat onder dwang plaatsvindt kan bedoeld zijn om een probleem op te lossen. Hierbij kunnen we een onderscheid maken in ‘probleemeigenaar’: de ouders en/of familie of de persoon zelf.

● Voor de ouders en/of familie kunnen zich verschillende ‘problemen’ voordoen, waarvoor zij het huwelijk als een goede oplossing zien. Het is de bedoeling de eer van de ouders of de familie in stand te houden of niet verder te beschadigen. Een veelvoorkomend probleem van ouders dat ten grondslag kan liggen aan huwelijksdwang is dat hun kind is verwesterd. Maar ook homoseksualiteit, een zwangerschap of het uitblijven van een relatie kunnen voor ouders of familie aanleiding zijn het kind te dwingen tot een huwelijk. Daarnaast zien we dat een beperking, ziekte of psychiatri-sche aandoening van hun kind een reden kan zijn voor een gedwongen huwelijk. Er wordt dan een partner gezocht die zorg kan dragen voor hun kind, veelal in ruil voor een verblijfsvergunning.

● Soms ziet de persoon zelf het huwelijk als oplossing voor een probleem. Hij of zij wil een (nare) situatie ontvluchten, bijvoorbeeld huiselijk geweld in het ouderlijk huis.

Kenmerken

Bovengenoemde verschijningsvormen van huwelijksdwang hebben de volgende kenmerken:

Huwelijksdwang komt zowel bij mannen als bij vrouwen voor, al blijkt de problematiek over het alge-meen meer te spelen bij vrouwen. Het zijn vooral jongeren (16-17 jaar) en jongvolwassenen (18-25 jaar) die te maken krijgen met huwelijksdwang. Ook bij kinderen jonger dan 16 jaar komt huwelijks-dwang voor(waarbij het meestal gaat om Somalische kinderen) evenals bij volwassenen ouder dan 25 jaar. Bij deze groepen komt huwelijksdwang echter in (veel) geringere mate voor. De etnische her-komst van de personen die huwelijksdwang ervaren is zeer divers. Zij komen vaak uit Turkije, Marokko, Suriname, Irak, Afghanistan, Pakistan en Somalië.

Wat betreft religie zien we dat huwelijksdwang onder groepen met verschillende geloofsovertuigin-gen voorkomt. Zo zeggeloofsovertuigin-gen professionals dat het vaak gaat om personen met een islamitische geloofs-overtuiging, maar zij hebben ook te maken met mensen met een christelijke, joodse en hindoeïstische geloofsovertuiging die huwelijksdwang en huwelijkse gevangenschap ervaren (onder meer in Nanhoe, Lünnemann & Pels, 2013).

We zien in de onderzoeksresultaten geen verband tussen opleidingsniveau en huwelijksdwang.

Zowel hoogopgeleiden als laagopgeleiden kunnen huwelijksdwang ervaren.

Mate van dwang

Uit de verhalen van de ervaringsdeskundigen en de resultaten van de interviews met professionals en sleutelfiguren blijkt dat er bij huwelijksdwang verschillende vormen van dwang voorkomen. Zo zien we vormen van sociale druk, financiële druk, (dreigen met) geweld, isolatie en (dreigen met) achterlating.

Niet alleen de personen die huwelijksdwang ervaren krijgen met dwang te maken; de ouders en/of familie van deze personen oefenen niet alleen dwang uit, maar ervaren deze ook zelf. Soms maken ouders al bij de geboorte van hun kind afspraken over een huwelijk en kunnen daar later niet meer onderuit.

We zien dat de personen die huwelijksdwang ervaren daar op verschillende manieren mee omgaan.

Zo kan een persoon die huwelijksdwang ervaart zich bij de situatie neerleggen. De ouders en/of familie hebben het besluit genomen en de betrokken persoon verzet zich niet, ook al is het huwelijk tegen zijn of haar wil. Loyaliteit tegenover de ouders en/of familie speelt hier een belangrijke rol. ‘Ik wilde eigenlijk niet trouwen, maar ik dacht het is beter zo, dan ben ik tenminste getrouwd en hoeft mijn familie zich niet te schamen voor mij’, aldus een ervaringsdeskundige. Daarnaast zien we dat personen die huwelijksdwang ervaren zich wel degelijk proberen te verzetten tegen het huwelijk maar dat het verzet geen gehoor vindt. Zij vertellen aan hun ouders of familie dat zij niet willen trouwen, maar zonder gewenst resultaat. ‘Ik zei tegen mijn vader dat ik niet wilde trouwen en dat ik verliefd

was op iemand anders, maar hij zei: ‘Je moet trouwen’, ik had geen andere keus’ (fragment uit inter-view ervaringsdeskundige). Tot slot zien we bij verzet tegen een voorgenomen huwelijk dat de omge-ving reageert met (dreiging met) geweld. ‘Als ik niet met deze man zou trouwen dan zou mijn vader mij wat aandoen. Het was of trouwen of opgesloten worden.’ (fragment uit interview ervaringsdeskun-dige).

9.2 Achterlating Verschijningsvormen

Bij achterlating kunnen we twee verschillende verschijningsvormen vaststellen, met als onderschei-dende factor het antwoord op de vraag ‘Wie wordt er achtergelaten?’ Het gaat enerzijds om getrouw-de vrouwen, achtergelaten door getrouw-de echtgenoot, en angetrouw-derzijds om ongetrouwgetrouw-de jongeren die door ouders worden achtergelaten. Bij de achterlating van jongeren spelen meer factoren een rol en is de achterlating niet per definitie problematisch. Soms vindt de jongere het zelf ook beter om een tijdje bij zijn familie te gaan wonen in het land van herkomst.

Kenmerken

Als we kijken naar de eerste verschijningsvorm, personen die zijn achtergelaten door hun partner, kunnen we vaststellen dat het doorgaans om vrouwen gaat. Mannen zijn hierbij een uitzondering. De man laat, eventueel met hulp van zijn familie, de vrouw achter in het land van herkomst of een derde land. De achtergelaten vrouwen zijn veelal jonge moslimvrouwen (20-35 jaar) met kleine kinderen. De vrouwen zijn vaak Turks, Koerdisch, Marokkaans of Irakees en hebben een afhankelijke verblijfsvergun-ning. In enkele gevallen hebben zij de Nederlandse nationaliteit. De vrouwen leven veelal in een sociaal isolement en zijn de Nederlandse taal niet goed machtig. Er bestaat een (sterke) afhankelijk-heid van de partner, financieel maar ook door de verblijfsvergunning.

In ons onderzoek komen verschillende aanleidingen voor achterlating van getrouwde vrouwen naar voren. Het gaat om huwelijksconflicten, polygamie, een dreigende echtscheiding of een nieuwe relatie van de man. Ook het verwesterd zijn van de vrouw of haar psychische gesteldheid kan een reden zijn voor achterlating. Dit geldt ook voor opvoedproblemen van de kinderen.

Bij de tweede verschijningsvorm, ongetrouwde jongeren die door hun ouders worden achtergela-ten, gaat het om zowel jongens als meisjes. Zij zijn veelal tussen de 11 en 20 jaar oud als zij worden achtergelaten. De meeste jongeren zijn rond de 16 jaar oud. Het gaat bij deze groep vrijwel altijd om personen met de Nederlandse nationaliteit of die een permanente verblijfsstatus hebben. De jongeren zijn onder andere afkomstig uit Marokko, Somalië, Kenia, Ethiopië, Turkije, Afghanistan, Irak, Iran en Pakistan. Op basis van het onderzoek kunnen we geen verband leggen tussen achterlating en oplei-dingsniveau. Wel benoemen sommige professionals jongeren op het speciaal onderwijs of met een laag IQ als specifieke risicogroep, omdat zij vaker probleemgedrag vertonen.

Uit het onderzoek komen verschillende factoren naar voren die mogelijk een rol spelen bij de achterlating. Bij achterlating van jongeren gaat het vaak om probleemjongeren waarbij de ouders er niet meer uitkomen en zij achterlating als laatste of enige oplossing zien. Er kan sprake zijn van wan-gedrag van de jongeren. Meestal gaat het hierbij om jonge mannen die crimineel wan-gedrag vertonen of verkeerde vrienden hebben. Homoseksualiteit bij jonge mannen en vrouwen is daarnaast een reden voor achterlating. Een andere vorm van wangedrag in de ogen van de ouders komt vooral voor bij

meisjes die zich naar hun idee te vrij gedragen en verwesterd zijn, een relatie hebben, ongehuwd zwanger raken, of misbruikt zijn.

Daarnaast zien we dat ouders tot achterlating overgaan als er zich problemen voordoen met Jeugd-zorg en bijvoorbeeld een ondertoezichtstelling of uithuisplaatsing nadert. Het gaat hier niet alleen om jongeren, maar om kinderen van alle leeftijden. Te denken valt aan alle ophef die is ontstaan binnen een deel van de Turkse gemeenschap nadat Turkse kinderen bij een lesbisch pleeggezin zijn geplaatst.

Tot slot zien we dat ziekte of problemen van de ouders een aanleiding kunnen zijn voor achterlating van de kinderen. Zij worden dan naar familie in het land van herkomst gebracht zodat deze de zorg over kan nemen. Tot slot weten we dat kinderen jonger dan 12 jaar ook soms worden achtergelaten in het land van herkomst van hun vader en/of moeder. Dit heeft vaak met kwesties rondom ouderlijk gezag na een echtscheiding te maken en is tijdens de interviews met professionals niet of nauwelijks aan bod gekomen.

9.3 Huwelijkse gevangenschap Verschijningsvormen

Wat betreft huwelijkse gevangenschap kunnen we de volgende drie verschijningsvormen onderschei-den.

Allereerst kan het gaan om huwelijkse gevangenschap binnen een relatie, het betreft hier veelal

‘verborgen vrouwen’, vrouwen die niet weg durven bij hun man, die slachtoffer zijn van huiselijk geweld of vrouwen die bij hun man blijven uit angst om de kinderen te verliezen. Daarnaast zien we een verschijningsvorm van huwelijkse gevangenschap bij een verbroken relatie, vanwege beperkingen bij het ontbinden van een religieus of buitenlands huwelijk. Zo is het in sommige landen niet mogelijk om als vrouw een scheiding aan te vragen, of de ex-partner of de autoriteiten werken niet mee.

Scheiden is dan vrijwel onmogelijk. Tot slot zien we een vorm van huwelijkse gevangenschap bij een verbroken relatie vanwege onvoldoende kennis, hulpverlening of financiële middelen. Voor de persoon in kwestie lijkt de situatie onoplosbaar, maar met de juiste kennis, hulpverlening en/of financiële middelen is scheiden zeker mogelijk.

Kenmerken

Huwelijkse gevangenschap komt doorgaans voor bij vrouwen, mannen zijn een uitzondering, en lijkt niet leeftijdsgebonden. Als we kijken naar de etniciteit van de vrouwen zien we een divers beeld.

Landen als Iran, Turkije, Marokko, Egypte, Indonesië, Irak, Afghanistan, Pakistan, Somalië, de Filippij-nen en Malta komen naar voren uit de resultaten. De religie van de vrouwen is ook verschillend. We zien katholieken afkomstig uit het Midden-Oosten, orthodox-protestantse christenen en moslims.

Het gaat veelal om kwetsbare vrouwen in een afhankelijke situatie. Vaak is er sprake geweest van een gedwongen huwelijk. De vrouwen leven sociaal geïsoleerd en zijn meestal afhankelijk van hun man.

Ook het opleidingsniveau van de vrouwen speelt een rol. Er zijn vrouwen die door gebrek aan kennis in een situatie van huwelijkse gevangenschap blijven, terwijl er wel oplossingen zijn. Een voorbeeld hiervan zijn laagopgeleide en analfabete Marokkaanse vrouwen met een klein netwerk en weinig kennis van het Nederlands (de derde verschijningsvorm). Ook zijn er hoogopgeleide vrouwen voor wie het rechtssysteem in het land van herkomst problematisch is (de tweede verschijningvorm,

bijvoorbeeld Iran). Vastzitten binnen een (gewelddadige/controlerende) relatie, de eerste verschij-ningsvorm, lijkt bij alle opleidingsniveaus voor te komen.

9.4 Toekomstige ontwikkelingen in huwelijksdwang, achterlating en huwelijkse gevangenschap

De professionals hebben verschillende ontwikkelingen genoemd die invloed kunnen hebben op de toekomstige omvang en aard van huwelijksdwang, achterlating en huwelijkse gevangenschap. De onderzoekers hebben deze aangevuld met hun eigen expertise en inzichten uit de literatuurstudie en beleidsdocumenten.

In document Zo zijn we niet getrouwd (pagina 115-119)