• No results found

Observaties tijdens de interviews

In document Sociaal verkeer op de digitale snelweg (pagina 45-49)

V IK CHAT, JIJ CHAT, WIJ CHATTEN

5.2.2 Observaties tijdens de interviews

De digitale interviews lijken eigenlijk meer op chatgesprekken dan op 'normale'

interviews. Doordat respondenten pas veel gaan vertellen als ik, als onderzoeker, ook dingen vertel, is er een tweerichtingsverkeer in het uitwisselen van informatie. Het is een soort 'quit quo pro' principe.

Toch merk ik dat men mij gedurende het interviewen veel vertelt, ook privé-zaken. Dit gebeurt soms zelfs zonder dat ik zelf dingen heb verteld. Op het moment dat ik vraag waarom zij mij op dat moment vertrouwen, slaat de twijfel bij velen toe. Men spreekt dan over een gevoelsmatigheid of intuïtie: "niemand kan zoiets bedenken" of "niemand stelt zulke vragen voor de grap".

Er zijn een aantal praktische eigenaardigheden van digitaal interviewen. Zo is de snelheid waarmee een respondent typt van invloed op het verloop van het interview. Als iemand langzaam typt, praat je eerder langs elkaar heen, omdat je het niet door hebt als iemand nog iets zegt: in die tijd heb je de volgende vraag al gesteld.

Hierdoor ontstaat verwarring bij de respondent; op welke vraag moet er geantwoord worden? Dit gebeurt niet alleen bij langzaam typende respondenten, maar ook bij andere interviews. Omdat je in een chat steeds alleen de laatste regels leest, merk ik vaak pas bij het teruglezen van het interview dat ik ergens 'overheen' ben gegaan waar ik door had kunnen/moeten vragen. De respondenten die ik later nog ben

tegengekomen in een box of waarvan ik het e-mailadres had, heb ik alsnog de vragen gesteld. Echter, de antwoorden zijn dan nihil en onbruikbaar: de 'sfeer' van de chat is er niet meer en de vraag lijkt uit lucht te vallen.

Een ander praktisch probleem is het vasthouden van de aandacht van de respondent als zij tijdens het interview ook blijft chatten in de box. Ik kan naar mijn mening niet van iemand vragen om dit niet te doen, aangezien ik al veel van hen vraag: vrije chattijd!

Een heel groot praktisch voordeel van digitaal interviewen is dat je niet de

interviewprotocollen hoeft uit te typen: de buffer wordt gesaved en uitgeprint. Dit scheelt veel werk. Het lijkt mij overbodig om alle interviews in de bijlage te doen. Een gedeelte van een interview lijkt mij volstaan om een idee te krijgen van een digitaal interview (bijlage 5).

5.2.3 Observaties uit de enquêtes

Zoals boven gezegd, zijn de antwoorden korter dan bij de interviews en heb ik in de enquêtes niet door kunnen vragen op bepaalde punten. De antwoorden lijken over het algemeen iets voorzichtiger dan in de interviews. Dit komt waarschijnlijk omdat men de tijd heeft/neemt om eerst uitgebreid na te denken, alvorens te typen. In een chat wordt meestal impulsief en spontaan getypt. Het valt bovendien op dat mensen opener zijn over cybersex in de enquêtes. Dit is waarschijnlijk vanwege de grotere afstand en anonimiteit tussen onderzoeker en respondent.

5.2.4 Observaties uit de meeting in Rotterdam

De vaste chatters van een box ontmoeten elkaar soms ook face-to-face. Dit kan één op één, maar ook op een meeting of party. In de ilse-box noemt men het meeting, in de IRC-kanalen wordt over parties gesproken. Het komt op hetzelfde neer: er wordt een datum en een plaats afgesproken en dit wordt soms officieel kenbaar gemaakt in de box, en dan is iedereen welkom. Bij andere meetings nodigt men elkaar uit en is er geen officiële aankondiging, zodat het een kleinere meeting wordt van vrienden en vrienden van vrienden.

Ik ben voor observaties naar een meeting van de ilse-box in Rotterdam geweest. Deze meeting werd niet aangekondigd in de box. Ik werd door één van mijn respondenten uitgenodigd. De meeting werd georganiseerd door Koala, een Nederlandse vrouw die in Australië woont en via de chatbox het contact met Nederland onderhoudt. Zij was op vakantie in Nederland en wilde voor deze gelegenheid een aantal mensen uitnodigen voor een meeting in een café. Ik heb eerst van een afstandje geobserveerd en ben daarna met een groepje mensen gaan praten als 'chatter' en pas na een tijdje heb ik verteld over mijn onderzoek.

De meeste mensen kenden elkaar blijkbaar al en begroetten elkaar als oude vrienden met innige omhelzingen. De groep was redelijk groot, zo'n 30-40 mensen, met

ongeveer evenveel mannen als vrouwen. Iedereen is blank en waarschijnlijk

Nederlands. De leeftijd is ongeveer 18-40 jaar. De meesten voldoen niet echt aan de zogenaamde maatschappelijke schoonheidsnormen. Hierbij wil ik opmerken dat ik niet de enige ben die dit is opgevallen: "het kaliber vrouw wat op internet komt, nou dat hangt maar net van hun frequentie af denk ik. je ziet wel dat de stamvrouwtjes nou niet bepaald moeders mooiste zijn. overgewicht is toch wel veel voorkomend hier geloof ik" (Ruud25).

Men zit en staat in groepjes aan de bar te praten. Na ongeveer een kwartiertje heb ik ze aangesproken: "Zijn jullie van ilse?" Dit was meer een vraag voor de formaliteit, want ik had ze al op visuele eigenschappen herkend en gedeeltes van het

gesprekken opgevangen. Koala had voor iedereen een klein koalabeertje meegenomen die men aan de kleding kon bevestigen.

Ik kwam in gesprek met Jorg, Grendel, Soundman en Koala. Jorg werkt voor internetserver als systeembeheerder; Grendel is ook !Ter/programmeur; Koala, de initiator van deze meeting, werkt ook met computers; Soundman werkt als

geluidsman (digitaal!) voor lokale omroep radio en televisie. Ook de andere chatters hier aanwezig zijn volgens Grendel allemaal mensen die voor hun werk met

computers werken.

Iedereen chat vrijwel dagelijks, altijd bij ilse-café en men heeft veel kritiek op de andere boxen. Vooral het liefdesnesten de donkere kamer moeten het ontgelden: daar zitten de "geschifte personen" en de mannen die alleen maar binnenkomen met "zijn er nog spannende vrouwen hier?". Een enkele keer komt er ook zo eentje bij het ilse-café binnen, maar die wordt meteen zijn plaats gewezen of genegeerd (/ignore ... ). Men praat erg negatief over dit soort "viezeriken"! Er is een duidelijk wij/zij gevoel.

Er blijkt een avond/nachtploeg van vaste klanten te zijn en een middaggroep. De mensen waar ik mee praatte, vinden het tussen 22.00 en 1.00 uur het gezelligst. Men spreekt over "dat het heel gezellig was" op een bepaalde avond in de box. Er zijn twee soorten chatters: chatters die elkaar wel in het echt zien en chatters die alleen in de box zijn. Zowel Grendel als Jorg zeiden dat ze in het begin geen face-to­ face ontmoetingen wilden, maar uiteindelijk overstag zijn gegaan. De eerste meeting was heel spannend.

Er werd lacherig gepraat (door Grendel en Jorg) over een meisje dat chat-verslaafd is. Zij voelen zich duidelijk zelf niet verslaafd, zij plaatsen zich boven dit meisje, hoewel zij toch beiden dagelijks on-line zijn en gemiddeld drie uur chatten per dag! Later vertelde Jorg zelfs dat hij vroeger heel veel boeken las, maar dat dat er nu "niet meer van komt": als hij moet kiezen tussen een boek of chatten, gaat hij toch chatten.

Nadat ik heb verteld over mijn onderzoek, vertelt Grendel mij interessante gegevens over vroeger. Vroeger was het anders: de chatbox van ilse bestaat nu twee jaar. Opgericht door ene Sven, die in Eindhoven studeerde en de programmeur is van de box. Hij heeft veel techniek van de IRC-boxen gebruikt, bij het opzetten van ilse. Een jaar geleden heeft hij de hele box "verbouwd" en sindsdien is de hele oude club (een

naar zeggen "hechte" groep van vijftig tot zestig mensen) weggegaan en zijn er allemaal nieuwe chatters gekomen. Vroeger konden er veel meer (zestig?) mensen in een box, nu nog maar dertig. De waardering van de geschiedenis gerelateerd aan het wij-gevoel in de box, duidt mijns inziens op een duidelijke groepscultuur. Over een groepje dat verderop aan de bar staat, wordt negatief gepraat: "die zijn altijd samen en doen heel veel samen. Ze sluiten de rest ook buiten. Bij een meeting in Tilburg waren we in een discotheek en stonden zij als een fort met dat groepje in het midden van de dansvloer en niemand verder kwam met ze in gesprek!" Dit vindt men in deze hoek duidelijk niet zo leuk!

Er wordt ook gepraat over relaties die kapot gaan en ontstaan door chatten. Grendel: "Je ziet veel vrouwen waarvan de relatie al slecht is, dat ze gaan chatten en door het chatten wordt de scheiding definitief. Zij worden zogenaamd verliefd op iemand op het net, maar dat zegt meer over hun onvrede over hun eigen relaties." "Chatten is gewoon laag drempelig, je gaat niet meteen de kroeg in om een ander vent te zoeken, maar door chatten wordt wel duidelijk wat er aan de hand is!" Over het ontstaan van relaties wordt verder niet zoveel gezegd: degene die ik spreek zijn vrijgezel en zijn nog nooit verliefd geworden in een chat!

Als ik wegga, wenst iedereen mij succes met mijn onderzoek en spreekt Jorg mij nog even aan: "Nu zie je zelf dat computernerds niet contactgestoord zijn: er ontstaan hier echt vriendschappen, sociale contacten!"

De week erna merkte ik dat de drempel om de box ilse-café te bezoeken voor mij hoger was geworden op het moment dat ik één van de mensen van de meeting in de box zag. Het voelt ineens minder anoniem en heel 'bloot' om na deze meeting weer te chatten.

5.3 Analyse van de interviews en enquêtes

5.3.1 Sociaal-demografische kenmerken

Van de achttien respondenten zijn er elf van het mannelijke en acht van het

vrouwelijke geslacht. Dit is geen toeval. Meestal word ik als mina door meer mannen dan vrouwen 'privé' benaderd. Het vinden van vrouwelijke respondenten kostte aanzienlijk meer moeite, aangezien ik deze meestal zelf actief moest benaderen.

De leeftijd van mijn respondenten varieert van tweeëntwintig tot vijftig jaar. Ook dit is niet geheel toevallig, aangezien ik veelal in de late en vroege uurtjes in de boxen ging, vanwege de kosten en het bezet houden van de telefoonlijn. 's Nachts tref je in de boxen minder kinderen aan. Tijdens schoolvakanties trof ik namelijk ook meer tieners aan.

Opleiding van respondenten varieert van mavo tot academisch niveau. In het beroep was wel duidelijk een overeenkomst te vinden: chatters komen weliswaar uit

verschillende beroepsgroepen; zij hebben bijna allen via hun werk met computers te maken. Dit varieert van hoofdtaak (IT'ers) tot nevenactiviteit (verpleegkundigen).

5.3.2 Computer- en Internetgebruik

Doordat de meeste respondenten voor hun werk al veel achter de computer zitten, is

In document Sociaal verkeer op de digitale snelweg (pagina 45-49)