• No results found

Niet broedvogels: overig

In document Natura 2000 Beheerplan 112. Biesbosch (pagina 78-80)

3.4 Natura 2000-doelen: soorten

3.4.10 Niet broedvogels: overig

Verspreiding en aantallen

De Biesbosch is een van de schaarse gebieden in Nederland waar jaarlijks één tot meerdere zeearenden verblijven. De soort is een wintergast met gemiddeld drie exemplaren in de periode van 2006/ 2007 tot en met 2010/ 2011 (seizoensgemid- delde). In de winter van 2009/ 2010 werd een maximum van zeven exemplaren geteld. Voor de verspreiding van de zeearend wordt verwezen naar de versprei- dingskaarten in Kaartbijlage 10. Sinds 2013 is de Zeearend ook broedvogel van de Biesbosch geworden. Eerst met één broedpaar en in 2014 met twee broedparen. De nesten liggen op ongeveer 10 km van elkaar. Onderdeel van het terretorium van de broedvogels zijn één of meer natuurontwikkelingsgebieden. Het broedsucces is de afgelopen jaren goed geweest met één of twee jongen die uitvliegen.

Ecologische vereisten

Het voedselbiotoop van de zeearend bestaat uit grote moerassen, grote meren of estuaria, uitgestrekte kweldergebieden en in mindere mate ook uiterwaarden. Kenmerkend is altijd een zekere mate van rust. De soort heeft naast voldoende rust ook een groot aanbod aan prooidieren nodig. De zeearend is een opportunist die een veelheid aan voedselbronnen benut (vooral watervogels, maar ook grote vissen en zoogdieren). Het foerageergebied kan een oppervlakte van vijf- tot tienduizend hectare beslaan.

Kwaliteit leefgebied

Het gebied heeft momenteel voldoende draagkracht voor het instandhoudingsdoel van zes exemplaren (seizoensmaximum) in de winter. Door de gunstige voedsel- omstandigheden en het grote areaal natuur is de Biesbosch een geschikt overwin- teringsgebied. Met twee broedgevallen van de zeearend jaarlijks (ieder met een terretorium van 7-8000 ha.) lijkt voorlopig de Biesbosch aan het maximum te zitten.

Trend

De laatst jaren worden er de hele winter enkele zeearenden in de Biesbosch waargenomen, tot een maximum van zeven in de winter van 2009/ 2010. Er is een significante toename van minder dan vijf procent per jaar (SOVON, maart 2013).

Perspectief

De doelstelling wordt in de eerste beheerplanperiode gehaald. Gezien de huidige situatie van de Biesbosch zijn de mogelijkheden voor de zeearend om te

overwinteren in de Biesbosch goed. Door de gunstige voedselomstandigheden en het grote areaal natuur blijft de Biesbosch een geschikt overwinteringsgebied. De Zeearend is in het aanwijsbesluit opgenomen als niet-broedvogel. Inmiddels is de Biesbosch een belangrijk broedgebied voor de Zeearend geworden. Jongen uit de Biesbosch zwermen uit naar andere delen van Nederland (IJssel).

Visarend

Verspreiding en aantallen

De Biesbosch is het belangrijkste gebied voor de visarend in Nederland. Het seizoensgemiddelde is acht vogels over de periode 2006/ 2007 tot en met 2010/ 2011 (SOVON, maart 2013). Visarenden kunnen in de gehele Biesbosch worden waargenomen. Voor de verspreiding van de visarend wordt verwezen naar de verspreidingskaarten in Kaartbijlage 10.

Ecologische vereisten

De favoriete voedselbiotopen van de visarend zijn vooral zoete wateren, omzoomd door bomen of afgewisseld met moerasbos. Voor voedsel zijn visarenden

aangewezen op grote open wateren. Vooral voor het eten van de vis is de visarend aangewezen op rustige locaties, die echter op grote afstand kunnen liggen. Over het algemeen houden visarenden van luwer water omdat de vis dan beter zichtbaar is door verminderde oppervlakbreking van het water. Visarenden zijn niet uitgesproken schuw.

Kwaliteit leefgebied

Het gebied heeft momenteel voldoende draagkracht voor het instandhoudingsdoel van zes exemplaren (seizoensmaximum). Er zijn voldoende (dode) bomen in de omgeving van de viswateren om de gevangen vis te verorberen en om te rusten.

Trend

De aantallen kunnen van jaar op jaar sterk verschillen, vermoedelijk als gevolg van weersomstandigheden. Het is niet mogelijk om een betrouwbare trend te bepalen (SOVON, maart 2013). De natuurontwikkelingspolders hebben de paaimogelijkheden voor vis vergroot, wat de voedselvoorziening van de visarend ten goede komt. De toegenomen doorstroming in de Biesbosch lijkt niet nadelig uitgepakt te hebben voor de visarend, vermoedelijk doordat het water in de Biesbosch gemiddeld ondiep is, waardoor de vissen zichtbaar blijven. De verbeterde waterkwaliteit heeft ook gezorgd voor het helderder worden van het water, wat eveneens gunstig is voor de visarend.

Perspectief

Gezien de huidige situatie en de geplande toename van natte natuur in de Biesbosch is de draagkracht van het gebied voldoende groot voor het bereiken van het

instandhoudingsdoel. Op termijn kan de groei van de aantallen beperkt worden door verstoring door waterrecreatie.

Grutto

Verspreiding en aantallen

De Biesbosch vormt een rustplaats voor trekkende grutto’s. De meeste grutto’s houden zich op in de omgeving van de Spieringpolder en in mindere mate in Polder Lepelaar en Polder de Plomp. Over de periode 2006/ 2007 tot en met 2010/ 2011 lag het seizoensgemiddelde op 127 vogels. Het maximum is 2200. Voor de verspreiding van de grutto wordt verwezen naar de verspreidingskaarten in Kaartbijlage 10.

Ecologische vereisten

De grutto foerageert buiten de broedtijd vooral in open natte en vochtige gebieden. Deze graslanden moeten een voldoende hoge grondwaterstand te hebben. Op de slaapplaats moet voldoende rust zijn en ondiep open water waarin de vogels staand slapen. Soms zijn rust/ slaapplaats en voedselgebied tientallen kilometers van elkaar gescheiden. De grutto’s zijn gevoelig voor verstoring, vooral in groepen op de gemeenschappelijke slaapplaatsen.

Kwaliteit leefgebied

Het gebied heeft momenteel voldoende draagkracht voor het instandhoudingsdoel van zestig exemplaren. De nieuwe natuurontwikkelingspolders bieden ruim voldoende foerageer- en slaapmogelijkheden.

Trend

De aantallen van de grutto in de Biesbosch lieten eind jaren tachtig, begin jaren negentig een piek zien, waarna de aantallen weer behoorlijk terugliepen. Dit komt overeen met de landelijke trend, maar specifiek voor de Biesbosch geldt ook dat de soort in een steeds beperktere periode van het jaar voorkomt, mede door het bijna geheel verdwijnen van eigen broedvogels. De laatste vijf jaar nemen de aantallen weer toe. Er is echter geen betrouwbare trend voor de afgelopen tien jaar vast te stellen.

Vooral het gereedkomen van het slikrijke gebied de Kleine Noordwaard en de vergroting van de rivierdynamiek betekenden een flinke uitbreiding van de aantrekkelijkheid van het gebied voor grutto’s.

Perspectief

Gezien de huidige situatie van de Biesbosch is de draagkracht van het gebied voldoende groot voor het bereiken van het instandhoudingsdoel. De huidige situatie, waarin (water)recreatie geen toegang heeft tot de nieuwe natuurontwikkelings- polders lijkt hierbij voldoende.

In document Natura 2000 Beheerplan 112. Biesbosch (pagina 78-80)