• No results found

Nederland heeft Friesland geannexeerd

In document IN HILLIGE TOCHT (pagina 33-36)

Hoofdstuk 2: Het trauma van de Friezen geheeld

2.4 Nederland heeft Friesland geannexeerd

‘Friesland een van de meest Nederlandsche der Hollandsche provincies’163

De Elfstedentocht had de belangstelling van de Amerikanen getrokken, bovenstaande komt uit de Chicago Tribune. Dat de Amerikanen het verschil tussen Nederland en Holland niet kenden werd op het conto geschreven van de Amerikaanse onwetendheid. De Chicago

Tribune schreef over de Elfstedentocht naar aanleiding van de wereldtentoonstelling van 1939

die in New York en San Francisco plaats vond.

De wereldtentoonstelling, ontstaan in 1851 in Groot-Brittannië, was dé plek voor naties om de wereld te tonen waartoe zij in staat waren. Ook Nederland nam deel aan de wereldtentoonstelling van 1939. Het hoogtepunt in de grote hal van het Nederlands paviljoen was een in brons gegoten bouwsel van verschillende verdiepingen die de Nederlandse

samenleving moest representeren. Bovenaan de zogenoemde ‘Regeringsklok’ stond een jonge koningin Wilhelmina, daaronder de rechtelijke macht, de regering, het parlement en onderaan de burgers. De klok kon draaien, waarbij alle beelden bewogen en het Wilhelmus klonk.164 De Haagse beeldhouwer J. A. Hesterman had voor de hal van het Nederlands paviljoen een drietal typische Nederlandse taferelen gebeeldhouwd. Het Zeeuwse Stra-feest, het

Twentse Midwinterblazen en de Friese Elfstedentocht waren afgebeeld als typische

Nederlandse gebruiken. De Elfstedentocht werd hiermee bestempeld tot Nederlandse folklore.

163 Nieuwsblad van Friesland: Hepkema’s Courant, 24-03-1939.

164 Algemeen Handelsblad, 11-01-1939.

33 Het Nieuwsblad van Friesland betwistte dit, maar bij gebrek aan ‘specifiek-Nederlandsche’ nationale symbolen en uitingen van volksleven en gebruiken kon dit drietal taferelen hierin voorzien.165 Er was wel enige kritiek op het feit dat de bezoeker niet juist werd geïnformeerd. Er was heel wat op de afbeelding van de Elftstedentocht aan te merken. De Friese vlag was bijvoorbeeld afgebeeld met maar vijf in plaats van zeven pompeblêden en banen. ‘Volendam

heeft Friesland weer eens geannexeerd!’166 Voor de Haagse beeldhouwer en de

opdrachtgever, de Nederlandse regering, stonden deze gebruiken voor geheel Nederland. De Elfstedentocht werd in 1939 al gezien als een nationaal symbool. Voor de Friezen, aldus het

Nieuwsblad van Friesland, werd hierdoor enkel een Hollandsche opvatting van ‘onzen Frieschen Elfstedentocht’ weergegeven en een karikatuur van het Friese evenement verpakt

als een nationaal evenement: ‘Men hoort die Amerikaansche ‘misses’ al gilletjes van

verrukking geven over die grappige Friesche kleederdrachten, die geestige sleedjes en die koddige huisjes.’.167

Nadat De Koning in 1912 de Elfstedentocht had gewonnen kon er in 1917, 1929 en 1933 opnieuw Elfstedentochten worden georganiseerd. Al deze tochten verliepen

‘vlekkeloos’, maar het toenemende aantal deelnemers aan de tochten had ook gevolgen voor de organisatie. De Elfstedentocht was in de jaren dertig uitgegroeid tot een waar

mediaevenement. De kranten en later radio hadden ruime belangstelling en aandacht voor het verslaan van de Elfstedentocht. De toename van het aantal deelnemers leidde tot meer

aandacht van de media voor de tocht en daardoor kwam er ook meer aandacht voor de organisatie. Eind december 1937 verscheen er een kritisch stuk in het Rotterdamsch

Nieuwsblad. De hoofdkritiek was dat de Elfstedentocht van 1933 over te weinig

controleposten beschikt zou hebben. Toen deden er ruim vijfhonderd deelnemers mee aan de tocht en in de toekomst zou dit alleen nog maar groeien. De enkele controleposten in cafés en herbergen waren dan niet meer toereikend. Er werd voorgesteld om de controleposten in tenten op het ijs te zetten, zodat de controle veel sneller kon plaatsvinden.

Voorzitter Hepkema reageerde door een ingezonden stuk naar de redactie te sturen, maar deze werd niet gepubliceerd. Het bestuur was zich van ‘deze groote moeilijkheden ook

zelf zeer goed bewust’ en trof daarvoor maatregelen. Echter zag Hepkema niets in

controleposten op het ijs aangezien: den ijs-toerist [toerrijder], die af en toe wel een oogenblik

in een verwarmd vertrek rust wil nemen en zich dan te goed kan doen aan een kop warme chocolademelk of een glas heete kwast.’.168 Volgens Hepkema viel het allemaal wel mee en als ook de deelnemers meehielpen en niet te veeleisend waren zouden ‘de door den Heer van

den Bergh gevreesde moeilijkheden wel op bevredigende wijze tegemoet gekomen kunnen worden.’. Er ontstond een heuse briefwisseling tussen Hepkema en de redactie van het Rotterdamsch Nieuwsblad.169

165 Nieuwsblad van Friesland: Hepkema’s Courant, 19-04-1939

166 Ibidem

167 Ibidem

168 Tresoar, toegangsnummer 205-9, Correspondentie, 1927-1989, 1927-1950, Brief Hepkema aan redactie

Rotterdamsch Nieuwsblad 30-12-1938, inventarisnummer 13.

34 De organisatie kreeg ook steeds vaker kritiek op het niet uitschrijven van een tocht. Als het kwik even onder nul daalde, stond de telefoon in het advocatenkantoor van Hepkema roodgloeiend. De kranten begonnen te schrijven over een aankomende tocht en begrepen soms maar niet waarom het bestuur geen tocht uitschreef. De organisatie werd wel eens verweten dat zij eigenlijk geen Elfstedentocht wilden organiseren, maar niets was minder waar. Het bestuur en Hepkema deden er alles aan om de tocht door te laten gaan, maar het moest praktisch wel kunnen. In 1937 stond de Elfstedentocht gepland voor 24 december, maar door hevige sneeuwval moest de tocht worden uitgesteld. Er lag te veel sneeuw op de banen. Als advocaat en eigenaar van een krant had Hepkema enige invloed: hij verzocht de minister om de banen schoon te laten vegen door de werkverschaffing. Helaas wees de minister het verzoek af.170 Zelfs de hulp van koningin Wilhelmina, die een bedrag tussen de vijf- en tienduizend gulden schonk, kon de Elfstedentocht niet redden.171 Een hevige teleurstelling voor alle Elfstedentochtliefhebbers.

In januari 1940 was er meermaals sprake van een Elfstedentocht, maar de vorst wilde maar niet doorzetten. In een kritische brief vroeg een journalist van De Telegraaf zich af waarom een stel jonge mannen in Purmerend wel binnen tweeënhalve dag een tocht van 73 kilometer met 3500 deelnemers konden organiseren, terwijl

de Elfstedentocht niet werd uitgeschreven. Het bestuur zat maar te wachten, terwijl het ging dooien. Als het argument was dat de route niet sterk genoeg was, dan moest de tocht maar langs tien of acht steden gaan. Dokkum moest niet opnieuw de smet op de trotse vaderlandse geschiedenis worden, zoals in 755 het geval was toen Bonifatius daar werd vermoord: ‘Het zou een treurig drama in onze

nationale ijshistorie worden, indien in den zeldzaam

strengen winter van 1940 wederom in de buurt van Dokkum - de droom van 3400 stoere schaatsenrijders eenzelfde lot zou ondergaan.’.172

In zijn eigen krant het Nieuwsblad van Friesland maakte Hepkema zijn standpunt duidelijk ten aanzien van de kritiek: ‘Vooral vreemdelingen, meenen, dat het houden van

den Elfstedentocht door Friesland zoowat aangeeft de mogelijkheid voor het maken van ijstochten in deze

provincie. Niets is minder waar.’.173 De Elfstedentocht was de kers op de wintertaart en kon pas als laatste verreden worden.

170 Arnhemsche Courant, 23-12-1938

171 Nieuwsblad van Friesland: Hepkema’s Courant, 23-12-1938, pagina 1.

172 Tresoar, toegangsnummer 205-9, Correspondentie, 1927-1989, 1927-1950, 22-01-1940, Brief Zeegers aan Hepkema, inventarisnummer 13

173 Nieuwsblad van Friesland: Hepkema’s courant, 10-01-1940, pagina 2.

Figuur 6 Het aantal deelnemers aan de tochten van 1909 tot 1947

35 De aankondiging van een Elfstedentocht werd zorgvuldig gekozen door het bestuur om

‘buiten Friesland geen ongegronde verwachtingen op te wekken.’.174 Voor het bestuur en Hepkema in het bijzonder was traditie van groot belang en daar werd dan ook niet van afgeweken: de traditionele tocht startte en eindigde in Leeuwarden en deed alle elf Friese steden aan. De media aandacht en kritiek op de organisatie maakten duidelijk dat de Elfstedentocht was uitgegroeid tot een groot evenement. De Elfstedentocht werd door de Nederlanders opgenomen als typisch Nederlands, dat zij in Fryslân beleefden.

In document IN HILLIGE TOCHT (pagina 33-36)