• No results found

De Koning is kampioen, daar kan heel Friesland niets aan doen!

In document IN HILLIGE TOCHT (pagina 30-33)

Hoofdstuk 2: Het trauma van de Friezen geheeld

2.3 De Koning is kampioen, daar kan heel Friesland niets aan doen!

Hepkema’s krant had eind 1909 een oplage van 18.000 exemplaren en op het hoogtepunt in de jaren dertig 30.000 exemplaren.143 De krant speelde in de hardrijderij ook een belangrijke rol en stond s’ winters bol van de aankondigingen voor hardrijwedstrijden. Nadat Mindert Evert Hepkema het initiatief had genomen tot de oprichting van de Vereniging Friesche Elf Steden, werd Het Nieuwsblad van Friesland de officieuze spreekbuis van de Vereniging waarvan zijn broer Tjebbo Hepkema directeur was. In 1929 overleed Tjebbo en nam Minder Evert dit van hem over. Zo gebruikte Mindert Evert het Nieuwsblad van Friesland ook om kritiek op de organisatie van de Elfstedentocht van repliek te dienen.

Het new journalism dat Jacob Hepkema invoerde waardoor een nieuwe groep lezers werd aangeboord heeft gezorgd voor het betrekken van het ‘gewone’ Friese volk bij de regio en de Nederlandse natie als geheel. Jacob Hepkema is wellicht de Abraham Kuyper voor de Friezen geweest. De antirevolutionaire voorman Abraham Kuyper creëerde doormiddel van zijn krant De Standaard een antirevolutionaire gemeenschap. Hepkema vervulde eenzelfde rol voor het ‘gewone’ Friese volk en kon deze rol vervullen door haar dominante positie in het medialandschap. De verbeelde gemeenschap wordt op die manier iedere dag voor de lezer bevestigd, aangezien hij zijn krant overal in het dagelijks leven ziet liggen en leest over dezelfde gebeurtenissen.144

2.3 De Koning is kampioen, daar kan heel Friesland niets aan doen!

Het was Hepkema gelukt om een aparte vereniging op te richten, waarvan hijzelf voorzitter werd. Een concurrentiestrijd tussen de Friese IJsbond en de Vereniging de Friese Elfsteden was niet wenselijk voor het evenement. Er werden daarom onderhandelingen gevoerd met de Friese IJsbond, maar die liepen op niets uit. De eerder toegezegde ondersteuning bij de

Elfstedentocht van de Friese IJsbond werd ingetrokken, daarop besloot de Vereniging in 1910 tot het oprichten van eigen lokale afdelingen.145

Voorzitter Hepkema drukte een sterke stempel op het bestuur van de Vereniging en is zeer bepalend geweest voor de ontwikkeling van de Elfstedentocht tot eind jaren veertig. Hepkema zorgde ervoor dat de tocht kon uitgroeien tot het evenement zoals we dat

tegenwoordig kennen. Alternatieve tochten naast de Friese Elfstedentocht duldde Hepkema niet en hij zorgde er persoonlijk voor dat die ook niet plaatsvonden. Toen in de lange strenge winter van 1929 een aantal Leeuwarder kasteleins besloten om een alternatieve tocht te organiseren, liet Hepkema dit oogluikend toe. De tocht kwam later bekend te staan als de ‘Tolhuystocht’. De tocht dankte zijn naam aan café het Oude Tolhuis aan de

Groningerstraatweg, vanwaar ook de start was.

Wopke Brouwers van het Oud Tolhuis, Ype Schaaf van het Oranje bierhuis en Klaas Kooistra van café Markzicht waren het brein achter de Tolhuystocht. De Elfstedentocht van 12 februari 1929 had mooi wat extra centen in het laadje gebracht. De kroegbazen wilden nog wel wat extra omzet maken en besloten een eigen tocht uit te schrijven op 18 februari 1929.

143 Nieuwsblad van Friesland: Hepkema’s Courant, 4-12-1909 en 23-12-1938

144 Ibidem, 35.

145 Tresoar, toegangsnummer 205-9, Notulen van vergaderingen van het bestuur, met leden en rayonhoofden, vergadering 10 december 1912, inventarisnummer 1.

30 Er namen ongeveer 50 mensen deel aan de tocht, waarvan 44 de tocht voltooiden.146

De Tolhuystocht had blijkbaar heel wat extra guldens opgeleverd, want de kroegbazen hadden plannen voor een derde Elfstedentocht in maart. In het belang van de ‘traditionele’ tocht stak Hepkema hier persoonlijk een stokje voor. Hepkema ging met de kroegbazen om tafel zitten en wist hen ervan te overtuigen om geen derde tocht te organiseren.147 De Tolhuystocht is de enige alternatieve Elfstedentocht geweest in de geschiedenis.148 De vereniging vond dat de Elfstedentocht geen commerciële aangelegenheid moest worden. In 1929 had de vereniging meer vertrouwen in haar eigen kunnen dan bij haar eerste Elfstedentocht. De jonge vereniging moest drie jaar wachten eer zij voor het eerst een Elfstedentocht kon organiseren. Er waren in de tussentijd een aantal vergaderingen geweest waar een drietal commissies waren gevormd: de Commissie voor Logies en Ontvangst, de Commissie tot regeling van de Elfstedentocht en een Feestcommissie. De statuten waren vastgesteld: een deelnemer moest minstens achttien jaar oud zijn, de tocht diende in uiterlijk twaalf uren over ijs volbracht te worden en inschrijving geschiedde

bij Hepkema in Leeuwarden.149

In 1912 was de verenging er klaar voor, maar het was niet zeker of de tocht door ging: ‘Kan het? Kan het niet? Durven Friese

hardnekkigheid en Hollandsche ondernemingsdurf het opnemen tegen dooi, zuidwestenwind en regenvlagen?’.150 Het bestuur twijfelde om de tocht door te laten gaan. In de grachten stond het water soms wel een voet hoog op het ijs. Het bestuur was er op gebrand om nu eindelijk – na drie jaar – de eerste tocht onder leiding van de Vereniging te organiseren. De twijfel duurde tot de ochtend van 7 februari 1912 en het bestuur liet de keuze over aan de rijders. Hepkema verhief zijn stem en riep: ‘Wie voor doorgaan van de tocht is naar rechts, wie er tegen is naar links’.151

Aan de rechterkant stonden uiteindelijk 37 en aan de linkerkant 28 man. Het bestuur besloot: ‘U krijgt wel natte voeten, maar volgens de gisteravond ontvangen inlichtingen is het

ijs wel vertrouwd’, waarop veel tegenstemmers toch besloten te starten.152 Een uur later dan gepland gingen er 60 rijders van start.153 Het ijs was zeer slecht en doordat velen dachten dat de tocht niet door zou gaan stond er aan het begin van de tocht weinig publiek langs de kant. Uiteindelijk volbrachten 43 van de 60 deelnemers de tocht. Eén van de 43 die de tocht volbracht was Jikke Gaastra uit Leeuwarden: de eerste vrouwelijke deelnemer.154 Gaastra werd als vrouw overal hartelijk en bemoedigend ontvangen.

146 Nieuwsblad van Friesland: Hepkema’s Courant, 1-03-1929.

147 Lolklama, De Tocht der Tochten, 70.

148 In de jaren zeventig zijn er verschillende alternatieven Elfstedentochten in het buitenland georganiseerd, maar op de Tolhuystocht na is er in Nederland nooit meer een alternatieve Elfstedentocht georganiseerd.

149 Tresoar, toegangsnummer 205-9, Notulen van vergaderingen van het bestuur met leden en rayonhoofden, vergadering 30 november 1909, inventarisnummer 1.

150 Nieuwsblad van Friesland: Hepkema’s Courant, 10-02-1912.

151 Lolkama, De tocht der tochten, 37.

152 Nieuwsblad van Friesland: Hepkema’s Courant, 10-02-1912.

153 Tresoar, toegangsnummer 205-9, Diverse aantekeningen over Elfstedentochten, verzameld door J. T. Hepkema en anderen, ca. 1943, 1963, Elfstedentocht 7 februari 1912, inventarisnummer 175

154 Nieuwsblad van Friesland: Hepkema’s Courant, 10-02-1912, pagina 5.

Figuur 4 Inschrijven in de Harmonie (Leeuwarder Courant, 1941)

31 In Bolsward werd zij verwelkomd met bloemen en het Fries volkslied en in Sloten stond de burgemeester op haar te wachten.155

Bijna driekwart van de deelnemers aan de Elfstedentocht van 1912 waren Fries. Iets meer dan een kwart kwam uit de overige provincies en één deelnemer kwam uit Groot-Brittannië.156 De belangstelling voor de Elfstedentocht was het grootst onder de Friese bevolking en met name de toertocht stond bij Friezen in de belangstelling. Het was voor Friezen een grote eer om in de voetsporen van hun voorouders te treden, terwijl niet-Friezen vaker deelnamen aan de wedstrijdtocht. De voorkeur van niet-Friezen voor de wedstrijdtocht valt te verklaren uit het feit dat zij bekend waren met het wedstrijdelement door het

langebaanschaatsen. Het Nieuwsblad van Friesland overdreef wellicht lichtelijk toen het stelde:

‘Onze tijd heeft een sterke neiging om van veel wat voorheen met stille trom plaats had, een

gebeurtenis te maken. Daardoor is ook het doen van onzen Frieschen Elfstedentocht, voorheen iets waarvan de mare nauwelijks buiten ’t eigen dorp ging, ’n nationale prestatie geworden, ’n soort Marathon-loop, met veel volk aan den weg en den lauwerkrans aan ’t eind.’157

Het Nieuwsblad van Friesland had gelijk in die zin dat voorheen de Elfstedentocht enkel een lokale aangelegenheid was, terwijl de tocht nu belangstelling genoot in de nationale pers. Het was gelukt om van iets lokaals een grote gebeurtenis te maken. De Elfstedentocht van 1912 kan echter nog niet tot nationale prestatie bestempeld worden, aangezien minder dan een kwart niet-Fries was. Desalniettemin had de nationale pers ook dit keer belangstelling voor de Elfstedentocht. De Telegraaf was de enige die een ‘speciale’ correspondent ter plaatse stuurde, waardoor het diezelfde avond nog in de krant stond.158 Volgens auteur en

verslaggever Philip Pinkhof kwam dit doordat het de dag voor de Elfstedentocht flink dooide, waarop sommige journalisten hun reis naar Fryslân annuleerden.159 De grote nationale kranten als het Algemeen Handelsblad, Nieuwe Rotterdamsche Courant, Nieuws van den dag kwamen met grote verslagen van de tocht.160

De Friese Elfstedentocht was toch een gebeurtenis die ook door niet-Friezen op de voet werd gevolgd, dat blijkt wel uit de ontvangst die winnaar Coen de Koning kreeg in Arnhem. Er waren duizenden belangstellenden naar het station gekomen, waarop de politie onder leiding van de hoofdcommissaris het stationsplein moest afzetten. De Koning werd gehuldigd op het stationsplein en kreeg twee kransen om zijn nek gehangen. Vervolgens werd De Koning onder begeleiding van muziek, fakkellicht en een ‘geestdriftige menschenmenigte’ begeleid naar zijn huis.161 En tussen de muziek door was een rijmpje te horen: ‘de Koning is

kampioen, Daar kan heel Friesland niets aan doen!’.162

155 Algemeen Handelsblad, 8-02-1912, pagina 2.

156 Tresoar, toegangsnummer 205-9, Diverse aantekeningen over Elfstedentochten, verzameld door J. T. Hepkema en anderen, ca. 1943, 1963, Elfstedentocht 7 februari 1912, inventarisnummer 175

157 Nieuwsblad van Friesland: Hepkema’s Courant, 10-02-1912, pagina 5.

158 De Telegraaf, 7-02-1912, pagina 2.

159 Lolkaham, Tocht der tochten, 48.

160 Komt nog

161 Het nieuws van den dag: kleine courant, 9-02-1912 en Arnhemsche Courant, 9-02-1912.

32 De overwinning van De Koning maakte het voor niet-Friezen nog interessanter. Het gevoel heerste dat een niet-Fries de Friezen op eigen terrein had verslagen. In tegenstelling tot tochten in andere provincies was alleen de Friese Elfstedentocht een waar succes. Het aantal deelnemers steeg bij elke tocht. De Friese Elfstedentocht was een ‘echte’ Friese tocht die ook grote belangstelling genoot bij niet-Friezen.

In document IN HILLIGE TOCHT (pagina 30-33)