• No results found

Nabeschouwing en lessen

In document Diversiteit in de gemeenteraad (pagina 148-151)

Hoofdstuk 6: Conclusies

6.5 Nabeschouwing en lessen

Het onderzoek heeft laten zien dat na vijfendertig jaar het kiesrecht van mensen met een

migratieachtergrond nog steeds aandacht behoeft. Bepaalde migrantengroepen, vooral van Turkse en Marokkaanse herkomst, hebben zowel het actief als het passief kiesrecht goed tot redelijk goed benut. Maar bij andere migrantengroepen is de opkomst veel lager, terwijl er aanwijzingen zijn dat de opkomst van jongeren, ook die van Turkse en Marokkaanse origine, lager is dan die van hun ouders. Het is vanuit democratisch oogpunt van belang om aandacht te blijven houden voor de desinteresse van jongeren en bepaalde migrantengroepen als het om politiek gaat, om vervolgens na te gaan hoe die doelgroepen wel zijn te bereiken en aan te spreken. Daar ligt niet alleen een taak voor politieke partijen, maar ook voor de overheid.

Het onderzoek heeft ook laten zien dat de emancipatie van migrantengroepen in de politiek nog lang niet ‘af’ is. Toen tussen 2010 en 2016 de aandacht voor dit onderwerp verslapte, leek dat direct consequenties te hebben gehad voor de kandidatenlijsten. Diversiteitsnetwerken in politieke partijen kunnen hierbij een rol spelen; maar lang niet alle partijen hebben zo’n netwerk. En bovendien lijken landelijke diversiteitsnetwerken maar beperkte invloed te kunnen uitoefenen op het beleid van rekrutering en selectie van de vele lokale afdelingen. Mede daarom ligt er hiervoor ook een taak bij de overheid, om het thema van diversiteit op de agenda te houden. Zo is het van belang om op scholen interesse voor politiek en democratie te wekken en om cursussen en trainingen aan te bieden aan jongeren, ook uit minderheidsgroepen, die politieke interesses hebben. Ook cursussen voor raadsleden in spe kunnen helpen om hen een goede start te laten maken in de raad. Een goede start in de raad kan bovendien hun kansen op een verdere politieke carrière vergroten. Vooral de doorstroming van raadsleden met een migratieachtergrond lijkt te haperen. Ze lijken geen gelijke kansen te hebben om benoemd te worden in bestuurlijke posities.

Wat ook nodig is, is minder vrees om gevoelige onderwerpen te bespreken binnen de partij, zoals discriminatie en ongelijke kansen binnen partijen. Meer in het algemeen is het van belang om gevoelige onderwerpen bespreekbaar te maken, zoals specifieke noden van migrantengroepen en onderwerpen zoals ritueel slachten en de positie van moskeeën in onze samenleving. Diversiteit naar herkomst lijkt, in ieder geval het afgelopen tiental jaren, nauwelijks meer aandacht te hebben gehad van partijen, behalve in negatieve termen van radicalisering, criminaliteit en overlast. Hierdoor lijken veel burgers met een migratieachtergrond zich van de gevestigde politieke partijen te hebben afgekeerd. Er lijkt in politieke partijen ook een voorkeur te bestaan voor politici met een

migratieachtergrond zonder sterke banden met migrantenorganisaties. Maar het is ook van belang om raadsleden te hebben die banden onderhouden met meer traditionele segmenten van

migrantengroepen. Indien er vrees bestaat voor cliëntelisme onder partijleden die sterke banden

147

met migrantenorganisaties of -groepen hebben, dient dit openlijk te worden besproken en in een bredere context te worden geplaatst. Diversiteitsnetwerken kunnen een rol spelen bij het agenderen en bespreken van dit soort onderwerpen.

Meer in het algemeen is het van belang dat politieke partijen de rol van belangengroepen en belangenorganisaties van mensen met een migratieachtergrond benoemen en erkennen. In het verleden speelden migrantenorganisaties een belangrijke rol zowel voor de rekrutering van diverse talenten als voor de opkomst bij gemeenteraadsverkiezingen. Die rol kunnen ze nog steeds spelen.

Migrantenorganisaties hebben veel kennis van problemen waar deze groepen tegenaan lopen. Ook vormen zij belangrijke ontwikkelplaatsen en vindplaatsen voor talenten voor politieke partijen.

Bovendien is sprake van dubbele standaarden. Politieke partijen erkennen wel het belang van het onderhouden van contacten met organisaties van jongeren, vrouwen, lhbti’ers, senioren,

ondernemers en boeren. Dat zou tevens in moeten houden dat voor partijen specifieke maatregelen voor migrantengroepen niet bij voorbaat onbespreekbaar zijn. Waarom mag er wel specifieke aandacht zijn voor senioren en boeren, maar niet voor mensen met een migratieachtergrond?

Het onderwerp van politieke participatie, diversiteit en inclusie verdient structurele aandacht, niet alleen van politieke partijen maar ook van overheden. Verschillende migrantengroepen zijn sterk ondervertegenwoordigd, zowel bij de opkomst bij verkiezingen als onder de politieke ambtsdragers.

Waarom zijn Nederlanders van Surinaamse en Antilliaanse herkomst zo sterk

ondervertegenwoordigd? Ook zijn er aanwijzingen dat de opkomst van nieuwe arbeidsmigranten uit oostelijke EU-lidstaten (zoals Polen) erg laag is, terwijl deze ook op andere terreinen een marginale maatschappelijke positie innemen.

Het onderzoek heeft duidelijk gemaakt dat het lokale niveau van belang is voor de toegang van ondervertegenwoordigde groepen tot de politiek. Indien de overheid meer diversiteit wil bevorderen binnen de politiek en het openbaar bestuur, is het van belang in te zetten op aandacht voor

diversiteit en inclusie op lokaal niveau. Er blijken echter nog veel obstakels te zijn voor politici met een migratieachtergrond om carrière te maken in de politiek en het openbaar bestuur. Een

behoorlijk aantal van onze geïnterviewden met politieke ambities hadden uitsluiting en discriminatie ervaren. Doorstroming van politici met een migratieachtergrond naar benoemde functies in het openbaar bestuur gaat niet vanzelf, maar vereist aandacht van zowel politieke partijen als van de overheid. Het vereist onder meer coaching en loopbaanbesprekingen, maar ook monitoren of het nastreven van meer diversiteit in het openbaar bestuur effect heeft.

Ten slotte dient meer geïnvesteerd te worden in kennisvergaring en onderzoek naar diversiteit in de politiek en het openbaar bestuur. Sinds 2010 is er nauwelijks meer aandacht voor het onderwerp, zodat weinig gezegd kan worden over recente ontwikkelingen. Ons onderzoek was te beperkt van aard om deze leemte op te vullen. Zo hebben wij maar een klein aantal oud-raadsleden geïnterviewd die recentelijk in de raad zaten. In aanvulling op ons onderzoek zouden meer recente raadsleden uitgebreider onderzocht moeten worden, inclusief raadsleden die voor multiculturele partijen in de raad zitten. Ook is meer kennis en onderzoek nodig naar de doorstroming naar en de diversiteit van het openbaar bestuur. Zonder dergelijke kennis is het niet goed mogelijk de problemen en hun oorzaken te benoemen en naar oplossingen te zoeken en die uit te kunnen testen. Een probleem hierbij is dat er geen instantie is die zich verantwoordelijk lijkt te voelen om dit soort onderzoek te initiëren. Dat komt mede doordat diversiteit naar herkomst een gevoelig thema is geworden. Omdat het tegengaan van ondervertegenwoordiging van bepaalde sociale groepen in politiek en bestuur een overheidsverantwoordelijkheid is, is hier een taak weggelegd voor de landelijke overheid.

Het is aanbevelenswaardig om een kennisagenda te ontwikkelen rond het thema politieke

participatie en diversiteit. Zoals ook het WRR-rapport Samenleven in verscheidenheid (WRR, 2020) aangeeft, heeft migratie naar – en uit - Nederland een structureel karakter. Er is sprake van meer en

148

nieuwe vormen van diversiteit in de samenleving, door de binnenkomst van nieuwe

migrantengroepen en doordat een deel van hen zich hier tijdelijk vestigt. Ook zijn er grote lokale en regionale verschillen, bijvoorbeeld tussen tuinbouwgemeenten met Europese arbeidsmigranten, expatgemeenten met veel kennismigranten en gemeenten met vooral migrantengroepen uit de klassieke herkomstlanden. De WRR roept op tot een actief en structureel overheidsbeleid om alle nieuwe migranten wegwijs te maken in de samenleving, om het samenleven in verscheidenheid te faciliteren en om een lokale sociale infrastructuur te realiseren die helpt om de sociale samenhang te vergroten. De WRR merkt op dat nu te veel sprake is van ad-hoc beleid dat bovendien “te veel geworteld is in de wereld van gisteren” (WRR, 2020). Structureel beleid is nodig dat aandacht heeft voor het samenleven en de verscheidenheid in wijken, buurten en gemeenten. Zo’n beleid moet gebaseerd zijn op kennis van de huidige ontwikkelingen in de samenleving en haar instituties. Hierbij past een kennisagenda over politieke participatie en diversiteit, om op basis hiervan beleid te ontwikkelen voor politieke instituties die toegankelijk zijn voor iedereen en die bijdragen aan sociale samenhang en stabiliteit in de samenleving.

149

In document Diversiteit in de gemeenteraad (pagina 148-151)