• No results found

OPSCHRIFT

Raadslid (-leden) : Sleurs Elke (N-VA)

commissie algemene zaken, financiën en burgerzaken - vergadering van maandag 7 december 2020

OMSCHRIJVING VAN DE VRAAG Toelichting

-Vraag

Het oude kerkhof in de Vroonstalledries in Wondelgem werd midden november opnieuw

gevandaliseerd. Ditmaal werden een aantal kapelletjes beschadigd. Het kerkhof is al meermaals het doelwit geweest van vandalisme. In de pers meldde de secretaris van de lokale kerkraad dat er nochtans al geregeld politiepatrouilles zijn. Blijkbaar schrikt dit de vandalen niet af. De secretaris suggereerde ook de plaatsing van camera’s om vandalen – die mogelijk aangetrokken worden door de wat verwaarloosde staat van sommige graven – af te schrikken.

Vandaar mijn vragen:

1. Welke maatregelen zal het stadsbestuur nemen om het vandalisme daar een halt toe te roepen? Hoe staat men tegenover het voorstel van de camera’s?

2. Zijn er plannen om het kerkhof en de oude graven wat op te waarderen?

3. Wordt over beide aspecten (veiligheid, opwaardering) een overleg gepland met de kerkraad?

ANTWOORD

Bedankt voor uw vraag en blijvende betrokkenheid bij onze Begraafplaatsen.

Ik zal u de antwoorden geven wat betreft het opwaarderen van de graven. De Burgemeester zal het aspect veiligheid voor zijn rekening nemen.

Het opwaarderen van de begraafplaats van Wondelgemdries staat zeker en vast op de planning. Het is een mooi beschermd stukje Gent met monumentale graven die we heel erg waarderen. De schade die recent werd aangebracht en de oproep uit de gemeenschap hebben ervoor gezorgd dat we hier sneller stappen in zullen zetten.

Net zoals op de Zuiderbegraafplaats willen we dit samen met de Gentenaar aanpakken. Op 10 december zal de Groendienst voor de eerste keer samenkomen met enkele leden van de Kerkraad, de heemkundige kring en andere geïnteresseerden. Zowel het beheer als de veiligheid zullen bij dat gesprek aan bod komen.

Ons doel is de minder waardevolle graven te verwijderen en zo plaats te maken voor een mooiere

groenstructuur (met respect voor de oorspronkelijke structuur van de begraafplaats). Op die manier zullen de graven die wel een grote erfgoedwaarde hebben, beter tot hun recht komen. De Dienst monumentenzorg heeft alvast een inventaris opgemaakt van alle graven van deze begraafplaats.

Deze zal als basis dienen om de waarde graad te bepalen.

Daarnaast zullen de oude waardevolle graftekens (vooral op de keldergraven) hersteld worden en zullen het kinderperk en oorlogsperk een opwaardering krijgen zodat ze beter tot uiting komen.

Aangezien deze zone een beschermd landschap is dienen wij onze plannen voor te leggen aan het Vlaams Agentschap Onroerend Erfgoed.

Dit project is één van onze prioriteiten voor de komende 2 jaar. Samen met de werkgroep zullen we een volledige analyse maken om daarna het budget te bepalen. We zullen hiervoor zowel eigen middelen aanwenden als subsidies aanvragen bij Vlaanderen.

Antwoord burgmeester

Laat mij heel duidelijk zijn: de feiten van vandalisme waarnaar u verwijst zijn onaanvaardbaar en we accepteren dit niet als stadsbestuur. Ik kan u meegeven dat de politie dit heel ernstig neemt en reeds sinds de aanvang van de feiten dit stipt opvolgt. Met succes. Gedegen onderzoek van onze politie heeft ondertussen aangetoond dat alle recente feiten van vandalisme, zo geeft de politie mij mee, vermoedelijk zijn gepleegd door een persoon met een psychiatrische achtergrond. Betrokkene is geïdentificeerd en residentieel opgenomen in een psychiatrische instelling.

Ik wil voorts nog meegeven dat de verschillende kerkhoven op het grondgebied op zeer regelmatige tijdstippen worden aangedaan door de politiepatrouilles. Bij een eventuele klacht van een burger wordt ook steeds onmiddellijk ter plaatse gegaan door de politie.

Wat betreft uw vraag naar het plaatsen van camera’s op het kerkhof te Wondelgem: dit betreft steeds een ‘ultimum remedium’ en valt slechts te overwegen wanneer alle andere inzet vanuit politie en stadsdiensten geen soelaas biedt. De politie geeft mij mee dat dit hier geenszins het geval is. De feiten zijn bovendien vermoedelijk gepleegd door één persoon waardoor het niet opportuun is om hier een tijdelijke camera(s) te plaatsen. Mochten er zich evenwel in de toekomst opnieuw feiten van vandalisme voordoen, laat ons uiteraard hopen van niet, dan kan dit worden herbekeken op basis van een inschatting van de politie.

Wat tot slot uw vraag betreft naar een overleg met de Kerkraad: samen met u vinden we het

inderdaad belangrijk dat het stadsbestuur en de Kerkraad elkaar snel kunnen vinden. Recent hadden schepen Van Hecke en ikzelf dan ook een constructief overleg met een vertegenwoordiger van de Kerkraad en hebben wij hem de ruime inzet vanuit zowel de stadsdiensten als de politie geduid. Ik geef daaromtrent graag verder het woord aan schepen Van Hecke.

2020_MV_00472 - MONDELINGE VRAAG - WIJKMOBILITEITSPLAN DAMPOORT & OUD-GENTBRUGGE

OPSCHRIFT

Raadslid (-leden) : Robert Gert (N-VA)

commissie mobiliteit, openbaar domein, economie en werk - vergadering van dinsdag 1 december 2020

OMSCHRIJVING VAN DE VRAAG Toelichting

-Vraag

Recent werden drie scenario’s publiek gemaakt voor een nieuw gemeenschappelijk wijkmobiliteitsplan voor de wijken Dampoort en Oud Gentbrugge (zie

https://stad.gent/nl/mobiliteit-openbare-werken/mobiliteit/plannen-projecten-subsidies-cijfers-scholenwerking/wijkmobiliteitsplan/wijkmobiliteitsplan-oud-gentbrugge). De gepresenteerde toelichtingsfilmpjes focussen op de voordelen van de verschillende scenario’s (straten met minder druk verkeer, met grotere verkeersveiligheid voor zwakke weggebruikers, …), maar eventuele nadelen komen niet aan bod.

De bekend gemaakte scenario’s zorgen ondertussen al voor verdeeldheid bij de bewoners. Nogal wat mensen vinden de 3 scenario’s allemaal behoorlijk tot zeer verregaand en vragen zich af waarom er niet ook een meer beperkt scenario op tafel geelgd wordt (vb. met bijsturingen in de zin van eenrichtingsstraten, 30km/u snelheidsbeperkingen, herinrichten van straten, maar met meer behoud van doorgaand verkeer). De deadline (6 december) om feedback te geven wordt ook beoordeeld als heel kort dag. Men vraagt zich af waarom die feedbackperiode niet een stuk kan verlengd worden.

Graag stel ik de schepen hierover volgende vragen:

1. Heeft het stadsbestuur zelf een voorkeur voor één van de drie scenario’s? Of beschouwt het stadsbestuur de drie scenario’s als gelijkwaardig op vlak van verkeersveiligheid, leefbaarheid en bereikbaarheid? Waarom is er niet ook een minder ingrijpend scenario voorzien om tussen te kiezen?

2. Kan de schepen ook de eventuele nadelen schetsen die aan de drie scenario’s verbonden zijn:

straten en locaties – eventueel gelegen buiten de wijken in kwestie – waar bijvoorbeeld drukker (auto)verkeer verwacht wordt? (bij een gelijk blijvende verkeersdensiteit en modal split)

3. Welke inspanningen zullen gedaan worden om de inwoners/handelaars/ondernemers in beide wijken te bereiken om feedback te geven op de ontwerpscenario’s? Zal iedereen bijvoorbeeld aangeschreven worden of zal de brochure bij iedereen gebust worden? Is de schepen bereid om de feedbacktermijn voor te verlengen?

4. Via welke methodiek zal finaal gekozen worden voor één bepaald – al dan niet bijgesteld – scenario: is het bijvoorbeeld de bedoeling op een bepaald moment een stemming te

organiseren? Ook: is het denkbaar dat nog een fundamenteel ander scenario geïntroduceerd wordt op basis van de bewonersfeedback?

ANTWOORD

Het spreekt voor zich dat het ene scenario een grotere impact heeft op de leefkwaliteit en de veiligheid dan het andere. Dat ze allemaal een positieve invloed zullen hebben daar is geen twijfel over. En dat is ook het doel van de wijkmobiliteitsplannen. Een scenario dat een beperkte of geen impact heeft op het doorgaand verkeer heeft geen enkele zin. Dat is gewoon geen optie. Bovendien

Deze scenario’s zijn een antwoord op de vragen en de klachten van de bewoners van deze wijken. Ht is niet omdat ik vond dat ik even eeen wijkmobiliteitsplan wou maken. We hebben en bevraging gedaan en hebben ruim 2700 opmerkingen verzameld alleen al tijdens de verschillende activiteiten van het eerste inspraakmoment (infomarkt, infoborden, email, doelgroepenmeetings…). 2700! Dat is zeer veel voor een wijk met 22.500 inwoners.

Uit deze data en signaal analyse bleek onder andere dat de hoeveelheid verkeer die in verschillende straten in de wijken passeert ver de draagkracht van deze straten overschrijdt. Dat uit zich o.a.

concreet in een slechte waardering voor de verkeersveiligheid, het aantal ongevallen (waarvan sommige zelfs met dodelijke afloop), een slechte luchtkwaliteit, een hogere geluidsbelasting en een gebrekkige doorstroming van openbaar vervoer en autoverkeer.

Deze zeer aanwezige problemen vergen ook degelijke oplossingen. Het is echt noodzakelijk dat er ingegrepen wordt in de hoeveelheid verkeer die door de wijk rijdt. Dat bijvoorbeeld een uitbreiding van de zone 30 zeker niet voldoende zal zijn om een forse daling van deze hoeveelheid verkeer af te dwingen kan eigenlijk nu al afgeleid worden uit het gegeven dat quasi de volledige Dampoortwijk nu al een zone 30 is. Het herinrichten van straten kan zeker een kwaliteitsverbetering betekenen voor het straatbeeld, maar indien daarbij geen fundamentele aanpassingen aan de verkeersorganisatie mee gepaard gaan, zal dit geen impact hebben op de hoeveelheid verkeer. Dit zal dan ook geen oplossing zijn voor de problemen die momenteel aan de oppervlakte komen. Unnen wel delen zijn van de oplossing, maar zullen niet de oplossing zijn. Bovendien heeft een heraanlegproces een lange doorlooptijd, waardoor er op korte termijn maar een paar straten zouden aangepakt kunnen

worden. En dat terwijl de problemen die benoemd worden door bewoners, scholen en ondernemers zich in heel veel verschillende straten manifesteren en zeer acuut zijn.

Het is uiteraard evident dat er verschuivingen zullen zijn in de stromen van gemotoriseerd verkeer.

Het invoeren van het circulatieplan in de binnenstad heeft trouwens bewezen dat dergelijke type ingrepen wel een significant effect hebben op de modal split. Een deel van het verkeer lost als het ware op. Op zich is de verschuiving van verkeersstromen ook niet ongewenst, aangezien er verschillen zijn in draagkracht voor verkeer per straat. Om wegen met een lagere draagkracht te ontzien kan er een verschuiving zijn naar wegen die een hogere draagkracht hebben (breedte van de straat, aanwezigheid van fietspaden, eenzijdige bebouwing, …) . Bepaalde van deze wegen werden ook geselecteerd om een verkeersfunctie te vervullen. Dat is bijvoorbeeld de Land van Waaslaan, Vlaamse kaai, Brusselsesteenweg of E17. Op deze wegen wordt in meerdere scenario’s ook wel meer verkeer verwacht. Verschuivingen naar straten die geen verkeersfunctie en/of hogere

draagkracht voor een zekere hoeveelheid verkeer hebben zijn wel ongewenst. In het opmaakproces voor de scenario’s werden daarom ook verschillende pistes overwogen en terug bijgestuurd.

Voorlopig zijn er in de nu voorliggende scenario’s daarom nog geen straten gevonden waar een significante stijging verwacht wordt. Dat kan uiteraard maar met zekerheid vastgesteld worden door de maatregelen effectief op het terrein te realiseren en de effecten daarvan in kaart brengen.

Daarom zal er ook 6 maanden na de invoering van de maatregelen een grondige evaluatie gebeuren.

Het doel, en goed luisteren nu dit is belangrijk collega’s, van de participatieronde die nu opgestart wordt bestaat er niet in dat er gekozen wordt tussen de drie scenario’s. Het definitieve scenario kan evengoed uit een combinatie van elementen uit de verschillende scenario’s bestaan. Alle drie de scenario’s trachten een antwoord te bieden op deze doelstellingen op hun eigen manier. Er zijn zeker verschillen in de mate waarin een bepaald scenario aan een bepaalde doelstelling tegemoet komt. Het scenario Zoneplan zal bijvoorbeeld het meest tegemoet komen aan de doelstelling om de leefkwaliteit in de Frederik Burvenichstraat te verhogen, terwijl scenario Wisselplan dan weer het meest tegemoet komt aan het beperken van het doorgaand verkeer op de Nijverheidskaai. Op dit moment is er echter nog geen weging gebeurd in hoeverre het ene scenario in zijn totaliteit beter scoort dan een ander scenario. Voordat dit gebeurt willen we eerst de wijkspecialisten aan het

woord laten: de bewoners, ondernemers en andere actoren uit de wijk. Ook wordt nog verder advies ingewonnen van andere stedelijke actoren zoals bijvoorbeeld Ivago en Brandweer. Pas dan kan een kwalitatieve weging gemaakt worden en zal het stadsbestuur zijn keuze voor een bepaald scenario maken.

We hebben bij de eerste fase in dec 2019 een intensief participatietraject doorlopen. Vandaar die 2700 signalen. Dat doen we nu opnieuw. In principe werden bij alle adressen binnen de

projectcontour de brochures bezorgd. Daarnaast is ook alle informatie op de website van stad Gent geplaatst.

In Oud Gentbrugge wordt een afzonderlijk overleg met de bedrijven van Bedrijventerreinen Gentbrugge II A & B en vertegenwoordigers van de handelaars uit de wijk (Unizo 9050, Dekenij Gentbrugge Noord, 2 vertegenwoordigers van Genbruggeplein) georganiseerd. Er werd ook gevraagd aan die vertegenwoordigers om hun collega-handelaars toe te leiden naar de wijkmobiliteitsmarkt en de andere reageer mogelijkheden. In de Dampoortwijk staat de

wijkregisseur in contact met de deken van de Dendermondsesteenweg. De deken zal de signalen van de verschillende handelaars bundelen en deze via de wijkregisseur aan het Mobiliteitsbedrijf bezorgen.

De wijkregisseurs van beide wijken leiden sleutelfiguren van de doelgroepen uit fase 1 toe naar de wijkmobiliteitsmarkten en de andere manieren van reageren.

Er wordt zo veel mogelijk ingezet om iedereen (bewoners, handelaars, scholen, …) naar deze kanalen toe te leiden omdat het belangrijk is dat de verschillende doelgroepen met mekaar in gesprek gaan en mekaars argumenten horen.

De mogelijkheid om feedback te geven zal lopen tot en met 13 december. Deze beslissing werd genomen pas nadat de brochures reeds gedrukt waren. Op de website en via de pers werd deze datum gecorrigeerd.

Ik hoop dat er zeer veel mensen zullen reageren, zo kan er een weloverwogen keuze gemaakt worden. Dat gebeurt pas na de participatie.