• No results found

Museum Boijmans van Beuningen

In document Apps in het kunstmuseum (pagina 35-42)

Hoe
worden
mobiele
applicaties
vandaag
de
 dag
in
kunstmusea
ingezet?

2.2 Museum Boijmans van Beuningen

In Museum Boijmans van Beuningen sprak ik met Charlotte van Regenmortel, multimedia producer en medewerker op de afdeling Educatie & Publieksbegeleiding van het Museum Boijmans van Beuningen.

2.2.1 Beleid

Museum Boijmans van Beuningen is een museum voor beeldende kunst, toegepaste kunst en design. Het museum toont kunstwerken uit de vroege middeleeuwen tot hedendaagse kunst.

Het Museum Boijmans van Beuningen hanteert de volgende missie:

“Museum Boijmans van Beuningen is een museum met

internationaal georiënteerde verzamelingen kunst en vormgeving van 1400 tot nu. Dit profiel maakt het museum uniek binnen Nederland. Het beheert en behoudt deze bijzondere collectie. Een nieuw Collectiegebouw toont het publiek hoe professioneel wordt gezorgd voor de eigen verzamelingen en die van particulieren. Vanuit de overtuiging dat kunst heden, toekomst en verleden met elkaar verbindt, presenteert het museum de verzamelingen en organiseert het tentoonstellingen. Met zijn collectie, presentaties en via educatie wil het museum een gevarieerd publiek bereiken: van jong tot oud; van laag tot hoog opgeleid; lokaal, nationaal en internationaal. Museum Boijmans van Beuningen is een plek waar grenzen in tijd, ruimte en herkomst zijn opgeheven. Spraakmakende tentoonstellingen, verbazingwekkende aanwinsten, een rijk educatief programma hebben tot doel iedereen te raken, te ontroeren, te verrijken en te inspireren.”

(Museum Boijmans van Beuningen, 2015)

De missie van het museum geeft niet specifiek aan dat het museum de bezoeker een actieve rol wil toebedelen door het gebruik van mobiele media. Hieruit blijkt dus niet direct een eenentwintigste eeuws-karakter van het museum, waarin actieve participatie, interactie, toegankelijkheid en gepersonaliseerde content vaak een belangrijk onderdeel zijn van het beleid (Tallon, 2008). Wel blijkt het inspireren en verrijken van bezoekers een belangrijk aspect van het beleid. Zo is het museum wel een organisatie die een focus legt op de bezoeker, een outward-looking organization (Black, 2012). Het geven van achtergrondinformatie bij kunstwerken is hiervoor van belang en daarmee is een applicatie een toepasselijk medium om ingezet te worden door dit museum.

2.2.2 Mobiele applicatie

Het Museum Boijmans van Beuningen in Rotterdam is een museum dat al diverse tours aanbied die met een smartphone of tablet gelopen kunnen worden, deze zijn

samengevoegd in een web-based applicatie, genaamd Boijmans Tour. Inmiddels heeft de organisatie vijf vaste tours, af en toe aangevuld met een extra tour bij een tijdelijke tentoonstelling. De Boijmans Tour is een web-based app, wat betekent dat deze via de browser geopend kan worden en niet gedownload kan worden op de smartphone of tablet via een App Store (Proctor, 2011). De Boijmans Tour is gratis toegankelijk voor gebruikers.

2.2.3 Ontstaan

In 2010 won Museum Boijmans van Beuningen de museumprijs, een publieksprijs voor musea van het Prins Bernhard Cultuurfonds en de Bankgiroloterij. Met het geld wilden ze iets terugdoen voor de museumbezoeker. Daaruit kwam het plan voort dat er in het hele museum WiFi aangelegd moest worden en dat er een geschikte vervanger gezocht moest worden voor de Antenna Tours, de traditionele audiotours. De Antenna Tours waarover het museum beschikte bevatten naast audio ook al video, maar het werkte niet altijd even goed. Daarnaast was het voor de organisatie lastig om zelf de content van de tour te wijzigen. Ook voor onderhoud was het museum afhankelijk van het bedrijf Antenna. Het systeem werd daardoor bestempeld als ‘verouderd’; en er werd besloten dat er een nieuw systeem moest komen, namelijk een mobiele applicatie (Van Regenmortel, 2015). Het doel van de app was de kennis van het museum te delen op het internet en de toegankelijkheid van het museum te vergroten.

Aan de online informatievoorziening werd al sinds 2008 actief gewerkt, want in 2009 werd bijvoorbeeld arttube gerealiseerd, een website waarop het museum video’s publiceert over tentoonstellingen, kunstenaars en kunstwerken.

Inmiddels zijn er maar liefst achttien Nederlandse musea aangesloten bij dit videokanaal. Een ander online project van het museum is Collectie Online, een catalogus op het internet waarbinnen een selectie van de eigen collectie werd getoond. Het functioneert als een naslagwerk. In de museumzalen werd een tijdje geëxperimenteerd met qr-codes.

Het museum is dus al een aantal jaar aantoonbaar bezig geweest met het inzetten van het internet in de publieksbegeleiding. Inmiddels zijn al deze kanalen samengebracht in de app, waarmee de websites ook beschikbaar werden in het museum. Hiermee kunnen bezoekers de informatie ook raadplegen tijdens hun bezoek aan het museum. Zo doorloopt het museum de transformatie die volgens Graham Black noodzakelijk is: tegelijkertijd actief zijn op het internet, mobiel terrein en op fysiek niveau (Black, 2012). Bezoekers transformeren in gebruikers en ontvangen niet alleen informatie, maar participeren en voegen zelf ook informatie toe.

Er werd een projectgroep opgericht om de plannen voor de nieuwe applicatie te realiseren. Daarin werd onder andere de afweging gemaakt of een device-native app of een web-based app de audiotour moest gaan vervangen. Een device-native app zou voor alle besturingssystemen apart ontwikkeld moeten worden. Er zou dus een versie moeten komen voor ios, Android en Windows. Dat betekent direct dat er voor alle systemen een apart cms-systeem moet komen, waardoor je de

content in meerdere systemen moet invoeren en meerdere systemen up to date moet houden. Ook blijkt de drempel om een app te downloaden voor de gebruiker vaak vrij hoog. Er moet een account aangemaakt worden, waarbij soms creditcard-gegevens ingevuld moeten worden, het neemt ruimte in op de telefoon en het downloaden van de app kost tijd. Een web-based app ziet er uit als een device-native app, maar vermijdt deze obstakels. Het museum is met de web-based app onafhankelijk van het type device van de gebruiker. De mobiele website is op elk apparaat te openen en ziet er overal hetzelfde uit. Wanneer het een device-native app zou zijn geweest zou deze voor elk besturingssysteem opnieuw ontwikkeld moeten worden. Elke wijziging in vorm en content moet ook in meerdere systemen worden verwerkt. Dat kost tijd en geld.

De keuze voor de web-based app kwam tevens voort uit een connectie met de Collectie Online, een online database waarin de werken van het Boijmans van Beuningen zijn opgeslagen. De extra informatie over de kunstwerken, die is opgenomen in deze database, is met een web-based app eenvoudig te koppelen.

2.2.4 Content

De inhoud van de app bestaat uit teksten, video’s, afbeeldingen, infrarood-opnamen en audio-fragmenten bij objecten (zie afbeelding 2.8). De app biedt achtergrondinformatie over de kunstenaars en kunstwerken, laat details van de kunstwerken zien en toont de kruisbestuiving tussen beeldende kunst en muziek. Bij elk object zijn ook diverse mogelijkheden tot interactie. Gebruikers kunnen informatie bewaren, delen via e-mail of social media en ze kunnen er vragen over stellen. Deze vragen, en de antwoorden daarop, worden vervolgens weer onderdeel van de informatie die in de tour wordt aangeboden. Deze interactie zal vooral de gebruikerstypen socializers en delers aanspreken (Bartle, 2003). Delers kunnen hun kennis en meningen noteren voor anderen. Socializers kunnen een dialoog aangaan met anderen.

2.8 Boijmans Tour: Badboot, 2015

Bezoekers die de app gebruiken kunnen op verschillende manieren te werk gaan

(zie afbeelding en 2.9, 2.10 en 2.11). Ze kunnen zoeken in een lijst met kunstwerken die zijn opgenomen in de app. De werken zijn geordend op zaalnummer. Tevens kan de bezoeker een thematische tour kiezen. Het museum biedt inmiddels zes thematische tours aan: Hoogtepunten, Muziek, Keuze van de Conservator, Kinderroute, Bregjes Route en de tour bij de tijdelijke tentoonstelling. De vijf vaste tours zijn dus voor verschillende doelgroepen gemaakt. Tot slot heeft de gebruiker de mogelijkheid om een kunstwerk in de app op te zoeken op basis van een

nummer dat op het titelkaartje bij het kunstwerk in de zaal staat vermeld. Deze verschillende manieren om de app te gebruiken zijn gegoten in het

interactieontwerp dat ook toegepast is bij de iPhone of iPod. Voor veel mensen is dit een bekend systeem om mee te navigeren(zie afbeeldingen 2.12 en 2.13). Zeer herkenbaar in dit navigatiesysteem zijn de vier knoppen die altijd onderaan het scherm staan. De gewenning maakt het voor veel bezoekers een makkelijke en toegankelijke navigeermethode.

In de Boijmans Tour staan de audio- en videofragmenten bovenaan wanneer je op een kunstwerk klikt. Elk video- en audiofragment hoort bij een specifi eke tour, een route door het museum. Deze tours zijn aangegeven met symbolen, zo staat een ster voor de Hoogtepuntenroute, muzieknoten voor de muziekroute en een televisie voor Bregjes route (zie afbeelding 2.11). In de applicatie kan je zowel scrollen door een lijst met kunstwerken, gesorteerd op locatie, als zoeken op het nummer van het kunstwerk of een route volgen. Als je bij de eerste twee opties op een kunstwerk klikt voor meer informatie, zie je audio- en videofragmenten staan van diverse routes. Volgt de bezoeker een specifi eke route, dan worden de fragmenten gefi lterd en zijn alleen de fragmenten zichtbaar van de route die op dat moment gelopen wordt.

De keuze voor audiofragmenten kwam voort uit het bestaan van de Antenna audiotour. De fragmenten bij de kunstwerken uit de collectie van het museum lagen al klaar, omdat deze ook gebruikt waren in de audiotour. Ze konden gemakkelijk overgezet worden naar de web-based app, wat maakte dat zowel tijd als geld bespaard werden. Er hoefde niet direct nieuwe content ontwikkeld te worden. Boijmans van Beuningen besloot dat alle nieuwe content die voor de applicatie zou worden ontwikkeld, video moest zijn. Videomateriaal werd ook al toegepast in de audiotour, maar in de vorm van diashows om verwijzingen naar andere werken in beeld te kunnen brengen. Zo konden mensen een vergelijking met een ander werk, dat niet in het Boijmans van Beuningen hing, voor zich zien. Boijmans gebruikte sowieso al veel videomateriaal. Ook om op zaal uitleg te geven bij tentoonstellingen of als educatieve ondersteuning. Deze beelden waren ook goed toe te passen in de Boijmans Tour, aldus Van Regenmortel (2015). Zij stelt tevens dat Boijmans video boven audio verkiest, omdat ze er meer mee kunnen vertellen aan de bezoekers. Wanneer er in de audio gesproken wordt over een bepaald detail uit een schilderij, kan een videobeeld duidelijk aangeven om welk detail het gaat, zodat de bezoeker niet hoeft te zoeken in het fysieke schilderij en zeker weet dat hij of zij naar het juiste detail kijkt.

Van Regenmortel stelt dat het museum zich bewust is van de discussie dat videobeelden af zouden kunnen leiden van het oorspronkelijke werk dat in de museumzaal hangt (Van Regenmortel, 2015). Vandaag de dag zijn gebruikers van mobiele media zo gewend aan het multitasken, dat we ons volgens de medewerkers van Boijmans van Beuningen moeten afvragen in hoeverre een mobiel medium ons nog afl eidt van de fysieke werken. De museumbezoekers van deze tijd zijn gewend aan multiscreens en zouden wel degelijk in staat zijn

2.9 Boijmans Tour: overzicht per zaal, 2015 2.10 Boijmans Tour: zoeken op nummer, 2015 2.11 Boijmans Tour: overzicht tours, 2015 2.12 Apple ’s iPhone 6, 2014 2.13 Boijmans Tour, 2013

om te schakelen tussen verschillende schermen: het schilderij, een tekstbord en een mobiel medium. En dat geldt helemaal voor de jongere generaties. We onderschatten de museumbezoekers als we er van uit gaan dat zij niet in staat zijn om aandacht te hebben voor meerdere dingen tegelijk, aldus Van Regenmortel (2015). Mensen nemen visuele informatie volgens haar ook beter in zich op dan auditieve informatie. Een videobeeld kan informatie misschien zelf beter overdragen dan wanneer een bezoeker met begeleiding van audiofragmenten naar een fysiek kunstwerk kijkt. Een video geeft namelijk precies weer over welke onderdelen van het werk het gaat. Men kan inzoomen en uitzoomen. Daarnaast voorkomt het dat een bezoeker te dicht op werk gaat staan, wat veiliger is voor de kunstwerken. Van Regenmortel ziet het kunstwerk en het scherm niet als concurrenten van elkaar, maar als elementen die elkaar aanvullen (Van Regenmortel, 2015). Het kunstwerk houdt een aura van authenticiteit en dat is niet over te brengen via een beeldscherm. Er blijft genoeg om naar te kijken.

Als het waar is dat bezoekers in staat zijn te multitasken tussen het fysieke werk en het scherm van hun apparaat, zou dat betekenen dat zij in staat zijn om dit in volle concentratie te doen. Men zou in een immersieve staat kunnen komen, een fl ow (Csikszentmihalyi, 2004). Dat is een andere gedachtestaat, waarin de gebruiker wordt meegevoerd door de stroom. Er is in dat geval sprake van een andere

ervaring van tijd en ruimte en de techniek wordt ubiquitous of pervasive (Farman, 2011), wat door Castells ook wel genoemd wordt als timeless time en placeless space (Castells, 1996). De bezigheid vergt op dat moment zoveel concentratie, dat een gebruiker zich door niets of niemand laat afl eiden. Er dient echter een balans aanwezig te zijn tussen de vaardigheden van de gebruiker en de vaardigheden die vereist zijn om te multitasken tussen het kunstwerk en het scherm. Alleen wanneer dit multitasken écht mogelijk is, kan een museumbezoeker in een fl ow raken.

Videomateriaal staat voorop, maar door de echte liefhebber kan er verder naar beneden worden gescrold om extra informatie te raadplegen. De Boijmans Tour bevat namelijk ook teksten over de kunstwerken. Het zijn relatief lange, diepgaande teksten (zie afbeelding 2.14), maar ze zijn dan ook bedoeld voor mensen die uitgebreide achtergrondinformatie wensen te ontvangen, het gebruikerstype ‘de presteerder’. Tussen de videofragmenten en het stuk tekst staat de vraagbaak. Bezoekers kunnen hun vraag over een kunstwerk stellen, die vervolgens wordt beantwoord door de curator. Dit onderdeel is ook opgenomen in de Collectie Online (zie afbeeldingen 2.15 en 2.16). Er is dus ruimte voor dialoog in de applicatie, wat volgens Ed Rodley van groot belang is (Proctor, 2011a). Bij het lopen van een route staan de werken uit dat bepaalde thema geselecteerd op zaal. De gebruiker van de applicatie ziet dat een route begint in het entreegebied. Wanneer er naar beneden wordt gescrold, wordt zichtbaar welke zaal (welk nummer) de volgende stop uit de route is (zie afbeelding 2.13). De bezoeker zoekt vervolgens zelf zijn of haar weg naar de desbetreffende zaal. De applicatie bevat dus geen locatiebepaling en kan de bezoeker niet door het museum leiden. Van Regenmortel wil graag een plattegrond opnemen in de applicatie van het museum, zodat het voor bezoekers makkelijker wordt om de weg te vinden in het museum (Van Regenmortel, 2015). Het museum heeft een relatief ingewikkelde plattegrond, waardoor het navigeren alleen werkbaar zou zijn als de plattegrond

2.14 Boijmans Tour: Studio Wieki Somers, 2015

2.15 Boijmans Tour: Vraag maar raak, 2015 2.16 Boijmans Tour:

Vraag maar raak (Mondriaan), 2015

in de app interactief zou zijn, zodat de bezoeker kan zien waar hij of zij zich op dat moment bevindt en welke route gelopen dient te worden. Het opnemen van een niet-interactieve plattegrond in de app zou geen verschil maken met de manier waarop de plattegrond in de huidige situatie wordt aangeboden, namelijk op papier. Daarom is het voor het museum alleen interessant om de plattegrond interactief te verwerken in de applicatie.

2.2.5 Selectie van content

Niet alle werken die op zaal hangen zijn ook daadwerkelijk opgenomen in de Boijmans Tour. De selectie is zowel doordacht als willekeurig tot stand gekomen. De afdeling Educatie heeft een zogenaamde ijzeren lijst. Dat is een lijst met werken die belangrijk zijn voor de onderwijsprogramma’s. Voornamelijk zijn dit hoogtepunten uit de collectie, waarmee stromingen uitgelicht en toegelicht kunnen worden. Het zijn kernstukken die exemplarisch zijn voor een specifi eke stroming, kunstenaar of periode. Van deze werken is ooit heel bewust gekozen om ze op te nemen in de lijst en toe te lichten in de Antenna audiotour. Vervolgens is deze selectie doorgezet in de web-based app. Er zijn ook kunstwerken opgenomen in de Boijmans Tour omdat er al materiaal voor ontwikkeld was voor andere doeleinden. Zo werd een speciale tour gemaakt bij een tentoonstelling over Van Eijck. Werken van Van Eijck die nu nog steeds op zaal hangen kunnen in de app worden toegelicht met de video’s die ooit voor die specifi eke tentoonstelling gemaakt zijn. Naast deze voorbeelden zijn er ook video’s speciaal gemaakt voor de Boijmans Tour. De video’s zijn bewust geproduceerd om opgenomen te kunnen worden in de Boijmans Tour en in arttube. De route Keuze van de Conservator is op deze manier tot stand gekomen.

Ook de video’s van het project Art Rocks zijn opgenomen in de web-based app. Jongeren werden in het project uitgenodigd een muzieknummer te schrijven bij een werk naar keuze uit de collectie van het museum. Deze nummers werden vervolgens gepresenteerd aan publiek in de museumzaal, voor het kunstwerk. Alle jongeren die meededen aan het project, maakten ook een clip bij hun muziek. Hierdoor verzamelde het museum diverse muziekvideo’s. Van Regenmortel geeft aan dat het museum het zonde vond om met het materiaal na het project Art Rocks niks meer te doen, waardoor het museum de video’s gebruikte om de Muziekroute in de Boijmans Tour te plaatsen (Van Regenmortel, 2015).

Zo zijn alle tours op verschillende manieren tot stand gekomen, al dan niet

toevallig. De selectie van content heeft zowel te maken met de beschikbaarheid (en daarmee met tijd en geld om nieuwe content te ontwikkelen), als met de behoefte die er is aan nieuwe content en de samenhang met diverse tijdelijke projecten.

2.2.6 Interactie

Een van de tours, de Echt/Onzin route, bevat interactiemogelijkheden (zie afbeelding 2.17). De tour is ontwikkeld in samenwerking met de theater-havo en is gemaakt voor het voortgezet onderwijs. Bij elk kunstwerk uit de tour wordt een vraag gesteld, waarna drie mogelijke antwoorden worden gegeven. De vraag wordt gesteld door een scholier in een video. De route werd gemaakt omdat Stichting Museum Boijmans van Beuningen 75 jaar bestond. Na afl oop van de

tour ontvangt de gebruiker een score. Dit spelelement lijkt goed aan te sluiten bij de factoren die Fogg noemde als manieren om gewenst gedrag te bewerkstelligen (2009). De quiz is gebruiksvriendelijk en geeft een duidelijk overzicht van

de keuzemogelijkheden. Voor iemand die een vraag te moeilijk vindt, zijn er hulplijnen te gebruiken: een kaart, video, defi nities en world record. Dat maakt dat een gebruiker al snel het vermogen heeft om het spel te spelen. Ook de motivatie-factoren zijn opgenomen in deze Echt/Onzin route. De ondertitel van de route is een vraag ‘Wie spreekt de waarheid?’. De vraagstelling stimuleert je om

op onderzoek uit te gaan en het antwoord te vinden. Daarnaast krijgt een gebruiker aan het eind van de route een score te zien. Iedereen wil natuurlijk de hoogste score behalen en dat motiveert om geconcentreerd met de route aan de slag te gaan. Het laatste element dat Fogg noemde is de trigger, een kleine extra boodschap die wordt uitgezonden en die ervoor zorgt dat de museumbezoeker ook daadwerkelijk de route gaat lopen het spel gaat spelen. Fogg noemde al dat triggers door ontwerpers

In document Apps in het kunstmuseum (pagina 35-42)