• No results found

4. Methodologisch kader

5.4 Multidisciplinaire samenwerking

Een vierde conditie voor een effectieve crisisbeheersing door het waterschap luidt: “Hoe meer de multidisciplinaire samenwerking wordt geoefend, hoe effectiever de crisisbeheersing”. De belangrijkste netwerkpartners voor het Waterschap Rivierenland zijn vijf veiligheidsregio’s: Gelderland-Zuid, Zuid- Holland-Zuid, Utrecht, Midden-West-Brabant en Gelderland-Midden (Rik de Schepper, persoonlijke communicatie, 19 mei 2020). In het calamiteitenplan stelt het Waterschap Rivierenland dat het belang van het waterschap in de vijf veiligheidsregio’s geborgd is door structurele deelname aan overleg, inbreng bij planvorming en deelname aan multidisciplinaire opleidingen en oefeningen. De afstemming en samenwerking met de netwerkpartners moet ervoor zorgen dat de crisisorganisatie van het waterschap slagvaardig kan optreden. Voor het opdoen van ervaring wordt multidisciplinair opgeleid, getraind en geoefend. De oefeningen en crises worden daarnaast ook multidisciplinair geëvalueerd (Janssen, 2016).

De Operationeel Leider van het waterschap kent de voorzitter van de veiligheidsregio’s persoonlijk: “daar investeer ik ook wel in. De meesten hebben ook wel een directeurenoverleg met partners en daar probeer ik dan ook altijd wel naartoe te gaan” (Kees Vonk, persoonlijke communicatie, 13 mei 2020). Hij is op de hoogte van de sterke en zwakke kanten van de veiligheidspartners in het netwerk en geeft aan dat ze weten waar ze elkaar kunnen versterken. Door de Adviseur Brandweer uit de veiligheidsregio Gelderland-Zuid wordt bevestigd dat de veiligheidsregio en het waterschap elkaar op persoonlijk niveau kennen: “een onderwerp waar we nu mee zitten dat het al heel lang droog is en dat heeft effect op het drinkwater en op de grondwaterstand, maar ook op

64 de bodem (…) [we hebben] regelmatig Janneke over de vloer. Aanstaande maandag spreken we met haar over het droge weer en de effecten daarvan” (Ignas Kamps, persoonlijke communicatie, 3 juni 2020). De functionaris uit het waterschap wordt bij haar voornaam genoemd.

Tegelijkertijd geeft de Operationeel Leider aan dat er meer multidisciplinair geoefend kan worden. Dit wordt tevens bevestigd door de Adviseur Crisisbeheersing uit het Waterschap Rivierenland: “we doen het [multidisciplinaire oefenen], ik moet zeggen voor mijn gevoel, niet vaak genoeg. Maar als we de kans krijgen dan oefenen we samen met de netwerkpartners” (Eef Janssen, persoonlijke communicatie, 12 mei 2020). Niet alleen in het Waterschap Rivierenland wordt weinig multidisciplinair geoefend, maar ook in het Hoogheemraadschap van Rijnland wordt slechts één keer per jaar multidisciplinair geoefend. Men is daar wel goed op de hoogte van elkaars taken en verantwoordelijkheden. Daar wordt met name in de koude fase geïnvesteerd in de relaties met de veiligheidsregio’s: “door dat soort oefeningen met elkaar te draaien […] leer je heel veel van elkaar. Dus ik durf te zeggen dat ik heel veel van de veiligheidsregio weet en de veiligheidsregio weet inmiddels heel veel van het waterschap” (Erik van der Linden, persoonlijke communicatie, 28 mei 2020). In het Waterschap Rivierenland houdt de Adviseur Crisisbeheersing zich hier mee bezig: “ik kom ook in alle veiligheidsregio’s wel (…) dan is het “nou Rik ga jij maar naar Katy toe in Midden-West-Brabant”, “ga maar bij Marco in Arnhem even een kop koffie drinken” of “joh wandel even naar veiligheidsregio Utrecht” (…) [het is] een groot netwerk, maar daar hebben wij ook goede contacten mee. En ik kom mensen uit al die regio’s tegen in de landelijke netwerken (…). Koffie drinken is belangrijk in ons werk” (Rik de Schepper, persoonlijke communicatie, 19 mei 2020).

Op de hoogte zijn van elkaars taken en verantwoordelijkheden is tijdens crisissituaties belangrijk. In het Waterschap Rivierenland zijn de afspraken tussen ketenpartners met name voor de crisiscommunicatie niet goed afgestemd: “knelpunt vind ik vaak de communicatie en afstemming met ketenpartners (…) dat vergeten we vaak (…) vooral als verantwoordelijkheden niet echt belegd zijn, dan zou je daar veel meer [in] moeten investeren om met hun aan tafel te zitten. Dus dat je meteen liaisons stuurt en dat je meteen al die lijnen openhoudt. Maar vaak gebeurt dat niet” (Jonas Moberg, persoonlijke communicatie, 18 mei 2020). Hierdoor gaat tijdens de crisisbeheersing tijd verloren in het afstemmen van verantwoordelijkheden tussen partners. Ook tijdens de droogte in 2018 is meermaals de discussie gevoerd waar juridisch gezien de afbakening van de verantwoordelijkheid van het Waterschap Rivierenland ligt en hoe ver zij wil gaan in de advisering van burgers (Actiecentrum Crisiscommunicatie, 2018c).

Uit de evaluatie van de crisis op de golfbaan in Spijk blijkt ook dat er verbetering mogelijk is in de multidisciplinaire samenwerking. De Omgevingsdienst Rivierenland en de gemeente West-Betuwe raakten bij deze crisis betrokken. Tijdens de crisis heeft het Waterschap Rivierenland de verantwoordelijke overheid moeten activeren. Dit kostte veel tijd. Daarnaast heeft het waterschap

65 expertise aangedragen aan de Omgevingsdienst, want de kennis van de Omgevingsdienst bleek onvoldoende. Dit betekent dat de partners voorafgaand aan de crisis niet van elkaars capaciteiten op de hoogte waren. Tijdens een crisis is er geen tijd voor het leren kennen van de partners. Een verbeterpunt die voortkwam uit de evaluatie luidt dan ook: “Het is aanbevolen om de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden (…) in de koude fase met Omgevingsdiensten af te stemmen, zodat de samenwerking in de warme fase wordt verbeterd” (Zoethout, 2019, p.1). In de multidisciplinaire oefeningen die tot op heden zijn gedraaid ligt de focus voornamelijk alsnog op de veiligheidsregio. Dit beaamt de Adviseur Crisisbeheersing: “we hebben nu vooral de focus op de veiligheidsregio’s, maar je hebt ook vooral met omgevingsdiensten te maken. Met andere organisaties die relevant kunnen zijn” (Eef Janssen, persoonlijke communicatie, 12 mei 2020). Het is belangrijk om niet alleen de veiligheidsregio’s in de multidisciplinaire oefening mee te nemen als externe partner, maar breder te kijken en ook andere crisispartners als de omgevingsdiensten als deelnemer bij de oefening te betrekken. In het draaiboek van de oefening (z)onderstroom uit 2019 is als oefendoel de afstemming met relevante crisispartners opgenomen. De communicatie, inhoudelijke en bestuurlijke afstemming met andere waterschappen is beoefend.

De vierde conditie voor een effectieve crisisbeheersing is in de crisisorganisatie van het Waterschap Rivierenland niet aanwezig. De multidisciplinaire samenwerking wordt slechts één keer per jaar geoefend en volgens de functionarissen is dit niet voldoende. In de oefeningen worden voornamelijk de veiligheidsregio’s betrokken, maar het is ook belangrijk gebleken om met andere partners zoals omgevingsdiensten in de koude fase de verdeling van verantwoordelijkheden af te stemmen. De documenten bevestigen dat in de warme fase van de crisisbeheersing problemen ontstaan in de multidisciplinaire samenwerking, omdat dit in de koude fase onvoldoende wordt geoefend.