• No results found

Multiculturele planning: invloed van het proces van sociale interactie

3. Dromen uit casestudy Spangen

3.4 Multiculturele planning: invloed van het proces van sociale interactie

Leonie Sandercock pleitte voor een multiculturele stadsplanning waarin luisteren centraal staat; ‘listen to the voices of the borderlands’149. Sociale interactie in de wijk is belangrijk voor dat luisteren. Hoe gaan wijkbewoners met elkaar om, en kan de omgang met elkaar een eerste stap zijn richting een droomwijk? In deze paragraaf geef ik verslag uit de enquête, tekenwedstrijd, workshop en interviews150, allereerst vanuit de wijkprofessionals en eerder onderzoek (3.4.1.), dan vanuit wijkbewoners specifiek naar etniciteit (3.4.2) en later in termen van sociale interactie (3.4.3). In de paragraaf 3.5 wordt de relatie tussen luisteren en sociale interactie verder

uitgewerkt.

3.4.1. Het professionele verhaal

In deze subparagraaf beschrijf ik het beeld dat bestaat op het raakvlak van fysieke inrichting en het belang van sociale interactie in de wijk, vanuit wijkprofessionals en vanuit eerder onderzoek. Wijkprofessionals

Allereerst een indruk van de plannen van de wijkprofessionals voor de buitenruimte in de wijk, op het raakvlak van functionele inrichting en sociale interactie. 151 Jan Maas van Deelgemeente Delfshaven: Het plan vanuit de gemeente is, om in de buurt een driedeling van jeugd in

leeftijdsgroepen te maken, en die te verdelen over de speelpleintjes. Het Thuis Op Straat (TOS)152 project op het Piet Paaltjensplein wordt voor tieners, het voetbalveldje met voetbalkooi voor de oudere jeugd en in het Justus van Effenblok komt een speelplek voor kleuters. Ouders komen dan met de kinderen mee naar het Justus van Effenblok en kunnen onderling ook meteen contacten maken. Het plan is bedacht door de gemeente n.a.v. het onderzoek van TOS en het dagboekenproject in het Justus van Effenblok - dus ideeën van jeugdwerkers en

bewoners zijn meegenomen.

Aad Biesheuvel van het Woning Bedrijf Rotterdam (eigenaar van het Justus van Effenblok): In heel Spangen ziet het er niet zo goed uit, er is veel verwaarloosd, maar het Woning Bedrijf Rotterdam investeert veel in Spangen. Veel woningen in de wijk zijn eigendom en in beheer van het Woning Bedrijf. Het Woning Bedrijf Rotterdam is verantwoordelijk voor het onderhoud en voor goed woongenot.

Er komt een renovatie aan waarbij het Woning Bedrijf de onderhoudsachterstand van de woningen al aanpakken. De buitenruimte moet ook worden aangepakt. Het Woning Bedrijf Rotterdam is trekker, regievoerder en geldschieter voor de buitenruimte, maar delen ervan zijn verantwoordelijkheid van de gemeente.

De wijkprofessionals zijn vooral bezig met wooninrichting van de wijk en speeltuintjes. De wooninrichting is belangrijk om bewoners te trekken en tevreden te houden. Wanneer er overlast is, bijvoorbeeld van de jeugd, wordt een plan bedacht om dat aan te pakken, zoals het verdelen van de jeugd over plekken in de wijk. De insteek van wijkprofessionals lijkt in de praktijk eerder op een inspelen op de problematiek dan op een specifiek integraal plan voor de buitenruimte. Probleem lijkt dat verschillende partijen de ruimte beheren, en dat het maken van één integraal plan nog de nodige overeenstemming vereist tussen partijen. Echter, de

medewerking van bewoners om het netjes en prettig te houden in de wijk is ook vereist. Het idee van het Woning Bedrijf is daarom om in het Justus van Effenblok een mix van bewoners te maken. Een deel van de woningen moet dan koop worden, een deel boven de huursubsidiegrens en een deel blijft lage huur. De kernbewoners die er al heel lang wonen moeten terug kunnen keren. De mix moet opleveren dat het blok niet langer een woonplek is van alleen mensen met een lagere sociale status, en dat het de betrokkenheid van bewoners bij de woonomgeving zal vergroten.

149

Zie de theorie in hoofdstuk 1. 150

Zie de bijlage voor uitgebreide uitwerking per methode in verslagvorm. 151

De interviews zijn gehouden met wijkprofessionals. Zie voor de methoden paragraaf 6.2, en voor uitgebreide weergave de bijlagen.

152

Het TOS project is een al bestaand project waar kinderen speelgoed kunnen lenen voor gebruik op een aangrenzend pleintje. Er is toezicht vanuit de buurt, moeders van kinderen beheren het speelgoedgebouwtje.

Eerder onderzoek

Het Centrum voor Onderzoek en Statistiek Rotterdam heeft in een onderzoek de bewoners van de stad gevraagd een waardeoordeel over het wonen in de stad en de eigen buurt te geven. Een meerderheid geeft aan, met die beide tevreden te zijn. Wel is het zo dat buurtcontacten in buurten in zogenaamde achterstandswijken schaarser zijn dan in welstandswijken – een stelling

die aansluit bij de ideeën van het Woning Bedrijf Rotterdam. De sociale cohesie in eerst genoemde buurten lijkt daarmee wat minder groot.153

Uit eerder onderzoek door de VROM154 blijkt dat een niet onaanzienlijk deel van de allochtone groepen in Nederland belang hecht aan een ruimere mogelijkheid om de eigen cultuur en expressie tot uiting te laten komen in woning en woonmilieu. In de stad is ontevredenheid over de woning (te klein), het groen (te weinig), de recreatie en de parkeervoorzieningen. Ten aanzien van de woonomgeving zijn er wensen met

betrekking tot buitenlandse winkels, moskee, ontmoetingsruimten, parken en pleinen. Deze specifieke wensen zijn wellicht niet uniform allochtoon van karakter – wat in paragraaf 3.3 bij de eigen casestudy ook al naar voren kwam. We zien in de woonbeleving een hiërarchie van behoeften.155 Stank, gevaar en overlast worden gerekend tot de ‘dissatisfiers’. Deze hebben een grote negatieve betekenis voor het woongenot. Hun afwezigheid wordt als de norm beschouwd. Aanwezigheid van dissatisfiers is een groot probleem. Daarnaast worden positieve zaken benoemd de zogenaamde ‘satisfiers’ die het woonplezier kunnen vergroten. Afwezigheid van satisfiers is echter een veel kleiner probleem dan de aanwezigheid van dissatisfiers. Met andere woorden, het ongenoegen dat wordt veroorzaakt door een onveilige woonomgeving kan niet worden gecompenseerd door de aanwezigheid van bijvoorbeeld een buurthuis of moskee. The Smart Agent Company stelt in haar onderzoek Woonbeleving allochtonen 2001: ‘De eerste basiseisen zijn: ruimte in de woning, ruimte buiten de woning, veiligheid, rust en netheid in de woonomgeving, voldoende parkeerruimte, verschillende voorzieningen als openbaar vervoer, winkels en dergelijke. Pas daarna komen culturele preferenties naar boven: markt, moskee, gescheiden keuken, etc. Daarbij maakt ook de sociale context uit van de culturele preferenties: wonen naast of in de buurt van mensen van de ‘eigen groep’.156

The Smart Agent Company stelt daarbij eigenlijk dat de satisfiers zowel functioneel kunnen zijn als meer op sociale beleving van de wijk en sociale interactie gericht.

De eerdere onderzoeken wijzen, net als de wijkprofessionals, allemaal meer of minder richting het belang van sociale beleving en sociale interactie in de buurt. In het vervolg van deze paragraaf wil ik aan de hand van resultaten uit de casestudy bekijken hoe wijkbewoners omgaan met de sociale aspecten van de wijkbeleving.

153 Ergun, C. (2003). 154 VROM (2002). 155 VROM (2002). 156

3.4.2 Het verhaal van Spangenaren

In deze paragraaf schets ik het beeld dat onder de verschillende culturele groepen uit de casestudy bestaat over het belang van sociale interactie in de wijk en daaraan gelinkte onderwerpen. Ook komt het beeld naar voren dat verschillende groepen hebben van elkaar. Turken en Marokkanen

De openbare ruimte is belangrijk voor Turken en Marokkanen, ze komen er samen met vrienden, familie en gezin. Beschut kunnen zitten wordt vaak genoemd als een wens van Turkse en Marokkaanse vrouwen. Door de vrouwen in het onderzoek van Van Liempt157 wordt dit niet bevestigd. Zij zitten wel graag in de schaduw, maar in het zicht van andere zitten vinden zij niet erg. De parken worden beschouwd als openbare plekken waar juist het kijken en

bekeken worden een deel van de attractie vormt.

In het recreatiegedrag van Turken en Marokkanen is duidelijk een scheiding tussen vrouwen en mannen. Mannen en vrouwen hebben ook letterlijk hun eigen plaats. De mannen gaan

bijvoorbeeld met elkaar naar het koffiehuis. De vrouwen zoeken op hun beurt elkaar ook op in het park of bij de speeltuin. Mannen die op een plek komen waar alleen vrouwen zitten, worden vreemd aangekeken, ook als zij met hun gezin komen. De vrouwen hebben de ruimte

‘geannexeerd’. Het park heeft voor de vrouwen een belangrijke sociale functie. Zij ontmoeten er andere vrouwen en wisselen nieuwtjes uit. Nederlanders hebben vaak de indruk dat

islamitische vrouwen zich onttrekken aan het openbare leven. Uit onderzoek blijkt echter dat de vrouwen, mits in gezelschap van andere vrouwen, best zichtbaar gebruik willen maken van de openbare ruimte.158

Niet geliefd bij Turken en Marokkanen, met name bij de vrouwen, is het café, dat veroorzaakt alleen maar relletjes. Een café op zich wordt gewaardeerd als ontmoetingsplek, maar het probleem is dat er veel jongeren komen die gaan vechten en overlast veroorzaken. Een café is niet ook prettig vanwege geluidsoverlast, vechtpartijen en stank. Maar als er alleen koffie of thee kan worden gedronken is het wel goed.

Het hondenprobleem komt ook terug als het gaat om omgang van wijkbewoners met elkaar. Turken en Marokkanen pleitten allen voor aparte honden-uitlaatplekken, zodat de parken daarvoor niet gebruikt hoeven worden. De Nederlandse vrouwen klagen echter dat kleine honden bang worden in de honden-uitlaatplekken vanwege de geuren van hun grotere soortgenoten. Zij pleiten voor meer toegankelijkheid van bestaande parken voor de honden. Rond dit thema gebeurt echter meer dan

slechts overlast, zo blijkt ook uit een citaat uit eerder onderzoek:

‘Maar nu wordt het (het park) allemaal ingenomen door die buitenlanders, die zitten de groepen vrouwen apart, en nou is

het wel zo dat vind ik ook wel niet zo leuk, maar een hond, d’r waren van die mensen

die hebben hun honden op dat gras uitgelaten, alleen maar uit wraak dat die vrouwen dat helemaal, dat stuk in beslag

nemen.’ 159

De ruimte wordt geannexeerd door ‘die buitenlanders’.

De Marokkaanse fontein doet het erg goed vanwege de herkenbaarheid van de eigen cultuur – het herkenbaar maken van verschillende culturen op straat spreekt aan. Maar voor de Turken en Marokkanen betekent de fontein meer. Het doet denken aan de symboliek die in het

157 Van Liempt, I. (2001). 158 OTB (2001). 159 Van Liempt (2001).

thuisland aan water en waterkranen wordt gegeven, vanuit religieus perspectief (zie onder kopje Turken). Wanneer een Marokkaanse fontein in de wijk zou komen, zou dat dus voor Turken en Marokkanen een speciale betekenis hebben die het voor anderen niet per se hoeft te hebben. Dit kan leiden tot onbegrip of zelfs tot conflict over gebruik van de fontein en het plein er omheen.

Turken

De Turkse mannen zien de wijk zoals die nu is vanuit een perspectief van verandering: Toen rond 1987 de Keileweg160 is geopend, en prostitutie en junks dichtbij kwamen, is het steeds slechter gegaan met de wijk Spangen.

De overlast van junks, van het Marconiplein161 en van de Keileweg, geeft geen goed gezicht aan de wijk.’

Blijkbaar was die verandering, de komst van de Keileweg, belangrijk bij het beeld dat anderen van de wijk hebben. Turken lijken belang te hechten aan die mening van anderen bij het vormen van hun eigen beeld van de wijk. Een merkwaardig ander verhaal over het imago van de wijk is de interpretatie die een Turkse man geeft aan het verplaatsen van de ingang van het Sparta Kasteel, het voetbalstadion in de wijk. De ingang van Het Kasteel is verplaatst van de kant van de wijk naar de kant van verbindingswegen.

‘Misschien is dat wel vanwege het verkeer, maar het lijkt alsof ze niet willen dat die Nederlanders die naar de wedstrijd komen

hier de wijk zien,’ aldus de Turkse man.

Eerder onderzoek stelt dat Turken graag tijd doorbrengen op straten en pleinen in binnenstad of het winkelcentrum, straten en pleinen in de eigen woonwijk. Hoewel in de woonwijk ook weer te veel op je gelet kan worden, en Turken daarom soms wat verder weg gaan.162 Ook hieruit blijkt weer het belang van anderen, die op je letten.

Tegelijk is de Turkse cultuur een gemeenschapscultuur vol gezelligheid, daarom vallen plekken waar je samen kunt komen in de smaak. Er zijn te weinig plekken in de wijk waar je prettig samen kan komen. Voor feestjes en zo moet er een beter pand komen. Een voorziening die mist in de wijk is het media café, dat moet weer open. Daar wordt ook film gedraaid etc. Het gaat erom dat het sfeer uitstraalt, die sfeer moet je handhaven. Ook hoog scoren het café, de stalen bankjes en de barbecue. Het is belangrijk dat het café door iedereen gebruikt wordt en dat je er ook met je gezin heen kunt (zie boven). Groen dat strak is verzorgd vindt men heel mooi, natuurlijk, hier kun je lekker zitten en wandelen

Een barbecue is erg belangrijk want in de Turkse gemeenschap barbecue je met de hele familie, heel grote groep, dat moet gezellig buiten kunnen in het park. Een barbecue moet wel stevig zijn. De barbecue is ook typisch een voorbeeld van een inrichtingselement dat belangrijk is omdat het sociale interactie bevordert.

De Turkse mannen noemen zelf, opmerkelijk genoeg, dat er meer kinderopvang nodig is in de wijk. Dat zal het voor de vrouwen beter mogelijk maken zelf activiteiten te ontplooien, zeker als ze hun ouders ook niet als opvangnet kunnen gebruiken. Probleem van de huidige

kinderopvang is dat de leidsters van de crèche niet islamitisch zijn. Daarom kunnen de kinderen er niet heen omdat de voorschriften van eten voor moslims niet in acht worden genomen. Een speeltuin is fijn, zeker als er bij een grote open plaats is waar de vrouwen kunnen zitten. De Turken lijken in hun denken redelijk geëmancipeerd te zijn en te denken aan hun vrouwen en hun ontwikkeling. De Turken die ik in de workshops sprak waren allemaal twintigers en dertigers, waarschijnlijk speelt de relatief jonge leeftijd mee in hun denken.

160

Tippelzone op loopafstand van de wijk Spangen, veel prostituees en drugsgebruikers komen in de wijk voor een slaap- of gebruikplek.

161

Berucht metro- en tramstation net naast de wijk, ook ene toevluchtsoord voor drugsgebruikers. 162

Terug linkend aan het beeld van Turken en Marokkanen van de fontein:

‘De Marokkaanse fontein is mooi maar nog belangrijker is dat er een plek is met drinkwater. Als je even speelt en het is warm, dan heb je drinken nodig, en anders moet je weer naar huis om te gaan drinken. In Marokko zijn overal kranen, maar daar heeft het een extra religieuze betekenis. Als iemand overlijdt wordt vaak een kraan gebouwd ter nagedachtenis. Als iemand daarvan drinkt worden ook zonden vergeven. Daarom wordt zo’n kraan niet kapot gemaakt. Hier zal dat wel anders zijn. Een kraan wordt misschien wel kapot gemaakt.’

Turken lijken ook te hechten aan de symbolische functie van inrichtingselementen, wat het voorbeeld van de Marokkaanse fontein duidelijk maakt. In een multiculturele setting is dit een mooi maar ook lastig gegeven, aangezien verschillende culturele andere symbolische waarde zullen hechten aan de inrichting. Dit heeft invloed op conflicten; wanneer verschillende groepen verschillende waarden hechten aan inrichtingselementen kan dat conflicten voeden of

opwekken. Nederlanders

Duidelijk de hoogste score krijgt het café bij de Nederlandse vrouwen. Het straalt gezelligheid uit. Ook houten bankjes en een barbecue zijn gezellig. Leuk aan bankjes in is dat je er kunt zitten met elkaar. Gezelligheid lijkt echter minder op gemeenschap gestoeld dan bij Turken. Nederlanders vinden de Marokkaanse fontein leuk. In tegenstelling tot de Turken geven ze er geen symbolische betekenis aan. Dit kan zoals eerder gesteld leiden tot onbegrip of zelfs tot conflicten.

Hangjongeren zorgen voor overlast op speelplekken:

‘ze voetballen en schoppen de ruiten kapot of ze maken herrie en zitten er ‘s avonds laat. Ze slopen de speeltuin ook.’

Kleine kinderen als doelgroep van de speeltuin kunnen er geen gebruik meer van maken. Dat de hangjongeren ook iets zouden kunnen zeggen met hun vandalisme komt niet bij de vrouwen op, dat het de buurt net netjes houdt is het belangrijkste.

Dan is er de genoemde overlast van junks en prostituees van de Keileweg.

‘Het grootste probleem in de wijk zijn de junks. Zij slapen op de bankjes of in de portieken en zorgen voor overlast vanwege rondslingerende spuiten en condooms

en gebruik van trappenhuizen en portieken als toilet.’

Het zou volgens bewoners mooi zijn als de wijk wordt opgeknapt, maar als mensen binnen zitten omdat het buiten onveilig is, heeft niemand er wat aan. Een opvanghuis waar de junks kunnen verblijven en slapen zou volgens sommige wijkbewoners een oplossing kunnen zijn, maar dat moet dan in alle wijken gebeuren en niet alleen in Spangen – een discussie die juist begin 2005 ook in andere Rotterdamse wijken zoals Katendrecht sterk op gang kwam.163 Maar de Nederlandse vrouwen gaan nog een stapje verder. Het liefst mogen junks én buitenlanders in een kamp buiten de stad worden geplaatst. ‘De overlastgevende buitenlanders moeten in een kamp buiten de stad waar niemand er last van heeft. De boodschap lijkt steeds: zolang wij er maar geen last van hebben. De Nederlanders weigeren verder te kijken of zich in de situatie van de ander te verplaatsen. Op wijkniveau kan deze algemene houding uiteraard nogal conflictverwekkend of –versterkend zijn.

163

Beeldvorming van autochtonen over allochtonen

Zonet is het beeld van Nederlanders over buitenlanders – het liefst in een kamp buiten de stad- al genoemd. Zeker ook door media, indrukken op straat, en publiek debat komt een sterke negatieve beeldvorming over allochtonen naar voren. Niet vaak komen allochtone burgers in de media naar voren als zelfredzaam, vol kwaliteiten, bezig met stappen op de maatschappelijke ladder. Veel dominanter is het beeld van de probleemgroep, met lage inkomens en een slechte naam.164 Onder bewoners en wijkprofessionals bestaat ook een beeld van verschillende culturele groepen. De Turkse en Marokkaanse familieculturen die tegenover de Nederlandse cultuur staan hebben bijvoorbeeld vaak veel mensen over de vloer of recreëren in groepen. Deze verschillende voorkeuren veroorzaken conflicten tussen bewoners wanneer mensen verschillende manieren van leven hebben. Maar toch is dat niet altijd te wijten aan de culturele achtergrond. Enkele vrouwen vertellen dat zij aan de ‘goede kant’ van het Justus van Effenblok wonen, daar houden mensen het netjes en als je het vraagt zet men de muziek zachter. Aan de andere kant is dat wel anders, daar wordt je helemaal gek, er is rommel en herrie. De goede kant wordt bevolkt door Nederlanders maar ook door Turken bijvoorbeeld, net als de andere kant, dus daar ligt het niet aan. “Vaak hebben mensen een negatief beeld van allochtonen, maar maken ze een uitzondering voor de mensen die ze kennen.”165 Verschillende discoursen lijken aanwezig. Het verhaal van de Nederlandse vrouwen maakt echter wel duidelijk dat het negatieve beeld overheerst, en dat elke overlast teveel is. De vraag is: ben je bereid rekening te houden met een ander en zijn/haar voorkeuren? De kunst is te leren luisteren naar ieders