• No results found

Interview Jan Maas

Deelgemeente Delfshaven, 24 mei 2004 Interviewguide

 Wat is de rol van uw organisatie in Spangen??  Wat zijn de activiteiten van uw organisatie?

 Hoe is uw organisatie betrokken bij het Justus van Effencomplex?  Hoe bent u zelf betrokken bij het Justus van Effenblok?

 Met welke andere organisaties, bedrijven of gemeenten hebben jullie te maken?  Wat zijn zwakke kanten of zorgenkindjes bij het Justus van Effenblok?

 Wat zijn juist sterke kanten en kansen van het blok?  Welke visie heeft de deelgemeente voor het blok?

 Zijn er naar u weet initiatieven genomen om de omgeving van het complex te verbeteren?

 Of zijn er nog initiatieven die er aan komen?

 Link met ‘mijn’ onderzoek: Hoe gebruiken de bewoners nu het binnenplein?

 Ontstaan er conflicten als gevolg van gebruik en/of culturele identiteit / achtergrond van de mensen?

 Is er iets dat mist in de inrichting?

 Hoe zou u denken dat het binnenpleintje beter zou gaan functioneren?

 Denkt u dat mensen met verschillende cultuur samen de ruimte kunnen gebruiken, zoals een binnenpleintje van het Justus van Effencomplex, of denkt u dat er conflicten zullen ontstaan? Waarom denk u dat? Welke conflicten zouden kunnen bestaan?

Interview output

Sociale cohesie lost het gevoel van onveiligheid op. De gemeenschap moet zichzelf kunnen verdedigen, doordat mensen op elkaar vertrouwen. Het idee is om in onveilige gebieden, waar overlast is van junks, sloop, vervuiling en prostitutie, de sociale cohesie te versterken en mensen het gevoel van veiligheid terug te laten winnen.

Welzijnswerk heeft als doel zichzelf overbodig te maken.

In het Justus van Effenblok zijn problemen in de manier waarop mensen met elkaar omgaan. Het is er niet zo goed gesteld met de sociale cohesie. De oudere jeugd vernield wat door goede initiatieven van volwassen bewoners terecht is gekomen - en deze jongeren zijn moeilijk terecht te wijzen.

Dagboeken: in het Justus van Effenblok zijn dagboeken rondgegaan die mensen aan hun buren moesten doorgeven.

Het plan is, om in de buurt een driedeling van jeugd te maken en die te verdelen over de speelpleintjes. Het TOS plein wordt voor tieners, het voetbalveldje voor de oudere jeugd en in het Justus van Effenblok komt een speelplek voor kleuters. Ouders komen dan met de kinderen mee naar het Justus van Effenblok en kunnen onderling ook meteen contacten maken.

Het plan is bedacht door de gemeente n.a.v. het onderzoek van TOS en het dagboekenproject in het Justus van Effenblok - dus ideeën van jeugdwerkers en bewoners zijn meegenomen. Het wijkkantoor van de deelgemeente neemt allerlei klachten aan en maakt daaruit trends en beleidsaanbevelingen. De wijkcoördinator is een regisseur van alle functionarissen in de wijk, en werkt via signalen van bewoners en functionarissen.

Het wijkkantoor stuurt aan: buurthuiswerk, vuilnismannen, falck beveiliging en heeft een partnerrelatie met: politie (niet betaald)

Een kans voor het Justus van Effenblok is, de gemeenschap zoals die in de gebouwde omgeving ook sociaal te gebruiken. Fysieke omgeving kan ook een nadeel zijn: sneller ruzie. Eigenlijk moet er meer sociale cohesie zijn dan in een gewone straat.

Utopia: heeft iets willen bereiken wat in Justus van Effenblok fysiek gezien al een gegeven is, maar wat sociaal gezien nog benut moet worden. Sociale cohesie kan overal - of toch niet? Link cultuur: Nederlanders hebben die drang naar gemeenschap niet zo, allochtonen wel. Hoewel dat verschil vermindert omdat beiden wat veranderen na verloop van tijd.

Nederlanders zien allochtonen als 1 groep, allochtonen zien meer individuen en willen contacten met hun buren.

Interview Paula Mosterman

Buurtbemiddeling Spangen, 8 juni 2004 Interviewguide

 Achtergrond onderzoek uitleggen  Achtergrond Paula Mosterman?

 Wat was aanleiding om in Spangen buurtbemiddeling op te zetten?

 Is er een link met het sociale cohesie project van de deelgemeente? Of met andere organisaties en initiatieven?

 Wat kom je zoal tegen waar buurtbemiddelaars op af gaan (Justus van Effenblok liefst, anders Spangen)

o plek: binnenruimte/buitenruimte o soort conflict

o achterliggende reden conflict

 Is er sprake van conflicten vanwege culturele identiteit? Of een stapje terug: hoe gebruiken verschillende culturele groepen de ruimte?

 Wat is de rol van taal / taalverschillen  Wat bereiken jullie

 Bereiken jullie meer/andere dingen dan bijvoorbeeld politie/wijkkantoor? Waarom?  Hebt u een idee over hoe inrichting van het binnenplein van Justus van Effenblok

invloed heeft op omgang van bewoners met elkaar, of op conflicten tussen bewoners?  Tenslotte, als mogelijk is, wie zijn met Buurtbemiddeling in aanraking geweest? Mag ik

die benaderen voor gesprekje? Interviewoutput:

Het wijkplatform in Spangen is veel bezig met de buitenruimte en sociale cohesie. Belangrijk is om bewoners te betrekken. In Rotterdam is het opbouwwerk veel bezig, zij werken door mensen te betrekken. Maar hoe doe je dat? Vaak zijn werkers blank, en hebben een Nederlandse visie.

Spangen is gebouwd als een oer-Hollandse nieuwbouwwijk. De bouw is totaal niet op

buitenlandse bewoners afgestemd. Conflicten ontstaan door ander gebruik van de buitenruimte. Nadeel van het Justus van Effenblok is bijvoorbeeld dat het vreselijk gehorig is. In Rotterdam werkt het woningtoewijzingsysteem waardoor mensen helemaal geen invloed hebben op waar ze terecht komen. Mensen hebben geen keus, en kiezen in principe niet voor de woonvorm zoals die in het Justus van Effenblok is. Mensen willen helemaal niet samen wonen. Dat heeft niet per se te maken met culturele identiteit. Mensen hebben gewoon geen contact, daarom wordt overlast niet bespreekbaar en ontstaan conflicten.

Buurtbemiddeling zorgt dat dat contact gemaakt wordt. Ze lossen het probleem niet op maar zorgen dat mensen toegang krijgen tot elkaar (ook evt. bij taalproblemen).

De buurtbemiddeling wordt betaald door het Woning Bedrijf Rotterdam en de gemeente, Paula is in dienst bij het opbouwwerk.

De aanleiding voor buurtbemiddeling is dat mensen geen contact meer hebben met elkaar, en dat dat gemaakt moet worden.

Buurtbemiddeling is onafhankelijk en onpartijdig en wordt niet gebruikt als machtsmiddel. De politie kan conflicten niet oplossen omdat ze werken met het rechtssysteem: a heeft gelijk dus b niet, daardoor wordt het conflict niet opgelost maar de situatie verergert. Het Woning Bedrijf Rotterdam gaat ook naar de rechtbank, daar wordt het oorlog. Zij hebben als verhuurder hun eigen belang.

Buurtbemiddeling is geen machtsmiddel. De Buurtbemiddelaars hebben eerst afzonderlijke gesprekken met bewoners en gaan daarna gezamenlijk aan tafel zitten. Er ontstaat een sfeer die richting oplossing gaat.

Conflicten ontstaan bij standpunten. Je hebt onderhandelingsruimte nodig om bij elkaar te komen. Het is belangrijk om te weten hoe het voor een ander is. Je moet allebei wat toegeven. Mensen lopen zelf aan bij buurtbemiddeling, maar er komen ook doorverwijzingen via het netwerk.

Vanuit het Justus van Effenblok zijn jaarlijks slecht 3 of 4 aanmeldingen. Dat is niet zo veel, maar dat wil niet zeggen dat het goed gaat. Voor sommige mensen heeft het oplossen van burenruzie geen prioriteit. Dan is de situatie niet bemiddelbaar.

PR is lastig, omdat mensen er van moeten weten maar mensen moeten anoniem kunnen blijven.

Bemiddelaars worden gekozen als ze geen andere activiteiten hebben in de wijk – dus onbevooroordeelde mensen.

Paula weet niet of conflicten als achtergrondreden het verschil in culturele identiteit hebben. Inherent aan de wijk is dat buren vaak verschillende etnische achtergronden hebben. De oorzaak van een conflict is veelal miscommunicatie. Taal, leefwijze, tijdgebrek, individualisme, egoïsme, onafhankelijkheid en de ‘ik heb recht op’ cultuur, er zijn allerlei redenen. Het kan ook een gebrek aan communicatie zijn. Als nieuwe buren zich bijvoorbeeld nooit hebben

voorgesteld, kan dat de buren in het verkeerde keelgat schieten.

Er zijn niet bepaald opvallende conflicten die gegrond zijn op verschillende identiteit. Maar je moet ook niet te simplistisch denken. Het is belangrijk om elkaars culturele waarden te

begrijpen, en dat mensen ook waarden hebben. Zoals rekening te houden met elkaar als buren, dat bepaald je houding en hoe je bijvoorbeeld met harde muziek omgaat.

Antillianen houden van feestjes, hard praten en muziek, de familieculturen die tegenover de Nederlandse cultuur staan hebben vaak veel mensen over de vloer, ben je bereid rekening te houden met een ander?

Bij buurtbemiddeling is het belangrijk een afspraak te maken waar je beide achter kunt staan. Maar mensen weten niet meer hoe het hoort – het hoeven niet per se NL normen te zijn als er maar normen zijn.

Inrichting buitenruimte: Justus van Effenblok te veel steen, daar kun je geen binding mee maken, het leeft niet. Voor sociale cohesie is het belangrijk dat je binding hebt met je omgeving. Groen, tuintjes maken het vriendelijker.

Interview Aad Biesheuvel

Woning Bedrijf Rotterdam, juni 2004 Interviewguide:

 Hoe is het Woning Bedrijf Rotterdam betrokken bij het Justus van Effencomplex?  Wat is de samenstelling van bewoners van het blok?

o etniciteit o leeftijd o gezinssamenstelling o inkomen o leefstijl o etc.

 In hoeverre wordt die bewonerssamenstelling beïnvloed door het Woning Bedrijf Rotterdam? Zo niet, hoe denken jullie daar dan over?

 Wat heeft het Woning Bedrijf Rotterdam met het blok en de bewoners te maken na huurbemiddeling?

 Hoe houdt het Woning Bedrijf Rotterdam contact met bewoners? (activiteiten?)  Met welke andere organisaties, bedrijven of gemeenten hebben jullie te maken?  Wat zijn zwakke kanten of zorgenkindjes bij het Justus van Effenblok?

 Wat zijn juist sterke kanten en kansen van het blok?

 Welke visie heeft het Woning Bedrijf Rotterdam voor het blok?

 Zijn er naar u weet initiatieven genomen om de buitenruimte van het complex te verbeteren?

 Wat is de rol van het Woning Bedrijf Rotterdam daarbij?

 Heeft het gedrag of de activiteiten die bewoners ondernemen in de buitenruimte bij het blok, naar uw mening, met de culturele achtergrond van bewoners te maken? Hoe? Kunt u voorbeelden geven? Leidt dit tot problemen?

 Is er iets dat mist in de inrichting van de buitenruimte, of wat veranderd zou moeten worden?

Interviewoutput

Het Woning Bedrijf Rotterdam is eigenaar van het blok. Alle woningen zijn op het moment huurwoning. Er komt een renovatie aan waarbij de onderhoudsachterstand wordt aangepakt, en er wordt wat gedaan aan de maat van de woningen, die voldoet niet meer aan de eisen van deze tijd. De binnen- en buitenruimte gaan worden aangepakt. Het idee is om een mix van bewoners te maken. Een deel van de woningen moet dan koop worden, een deel boven de huursubsidiegrens en een deel blijft lage huur. Het idee is dat de kernbewoners die er al heel lang wonen terug moeten kunnen keren. Het pand is monumentaal – de renovatie zal 30 miljoen kosten en een deel daarvan zal de gemeente of monumentenzorg voor zijn rekening moeten willen nemen. Van het binnenterrein zijn alleen de tuinen eigendom van het Woning Bedrijf Rotterdam, de rest is openbare ruimte. In heel Spangen ziet het er niet zo goed uit, er is veel verwaarloosd, maar het Woning Bedrijf Rotterdam investeert veel in Spangen. Het

binnenterrein moet van hoge kwaliteit worden, of de privé-tuinen blijven is iets waar nog over nagedacht moet worden. Heeft ook met financiering te maken.

De etniciteit in Justus van Effenblok is ongeveer 35% autochtoon en 65% allochtoon. Er valt niet precies te zeggen hoe dat verdeeld is. De samenstelling van bewoners is op dit moment niet te beïnvloeden. Het ideaal is om op zwakke plekken verbetering te bereiken door

woningtoewijzing. Het probleem is dat sociale cohesie bij allochtonen en uitkeringstrekkers laag is. Bij allochtonen is het moeilijk om elkaar te kennen. De strategie is dus om diversiteit te bereiken. Dat kan door fysiek ingrijpen en door na de renovatie woningen te verkopen. De constructie is dan met terugkoop door het Woning Bedrijf Rotterdam, tegen marktwaarde, zodat het Woning Bedrijf Rotterdam eigenaar blijft. Het Woning Bedrijf Rotterdam verkoopt maximaal 49% zodat ze de meerderheid houden in de vereniging van eigenaars.

Wat leefstijl betreft is Aad niet tevreden over hoe mensen met de leefomgeving omgaan. Er is tegenwoordig veel overleg, er zijn avonden georganiseerd met bewonersgroepen over hoe je

samen de leefbaarheid kan bevorderen -> hier naar vragen aan Frans Schermer. Belangrijk is dat mensen elkaar weer moeten kennen. Bv. Kinderen moeten onder de duim gehouden worden. Externe onverlaten moeten wegblijven (hekken), het levert wel wat op.

Het Woning Bedrijf Rotterdam is verantwoordelijk voor het onderhoud en voor goed woongenot. Onderhoud gebeurt altijd snel. Er zijn veel lekkages. Het Woning Bedrijf Rotterdam moet ook zorgen voor onderhoud van tuinen/afval/dealers en eventueel woningen ontruimen.

De museumwoning is bedoeld als gezamenlijke ruimte voor activiteiten. Het werd lang gebruikt als ruimte voor een te select groepje maar nu moet het weer voor meer mensen toegankelijk worden. Ook wordt daar functioneel overleg gehouden.

Er zijn de voorspelbare contacten tussen Woning Bedrijf Rotterdam en gemeente, meldpunt drugsoverlast, politie, wijkkantoor, opbouwwerk (dit was eerst een vijandige relatie maar nu wordt meer en meer samen opgetrokken).

De zwakte is de staat van de woningen en de overlast van externen zoals prostituees,

gebruikers, de sterkte is dat het pand zo uniek is, communaal bedoeld maar ook nu is er zeker nog een groep (yuppen) die hier graag wil wonen ‘prachtig yuppencomplex’.

Woning Bedrijf Rotterdam is trekker, regievoerder en geldschieter voor de buitenruimte, Woning Bedrijf Rotterdam wil dan verder kijken dan het binnenplein maar ook naar de omgeving van het blok. BV idee om de straat aan de oostzijde te slopen. Verlichting en bestrating moeten

kwalitatief hoog zijn.

Aad gelooft niet in cultureel bepaald asociaal gedrag. Natuurlijk zijn Marokkanen van het platteland anders dan die uit de stad, en ze kunnen er een zootje van maken maar ze kunnen ook heel netjes zijn. Maar asociaal gedrag is meer context- en achtergrond bepaald. Als mensen niet zo veel met elkaar hebben is dat een reden om geen rekening met elkaar te houden.

De anonimiteit is een belangrijke reden, het kan je dan niet schelen wat er met de

omgeving gebeurt.