• No results found

Motieven voor klagen tegen niet-vervolging

In document Klachten tegen niet-vervolging (pagina 142-149)

Om inzicht te krijgen in de reden waarom rechtzoekenden artikel 12 Sv-procedures opstarten is klagers gevraagd naar de reden waarom zij een klacht tegen niet-vervolging ingediend hebben. Daartoe werden respondenten gepresenteerd met vijftien stellingen waarbij ze konden aangeven op een 7-puntsschaal of ze het er geheel mee oneens tot geheel mee eens waren. De vijftien stellingen zijn gegroepeerd in vier verschillende uitkomsten die hieronder één voor één worden benoemd.

6.4.1 Algemene rechtvaardigheid

Een eerste onderwerp waar deze vragenlijst inzicht in wilde verkrijgen is in hoeverre een algemene impressie van rechtvaardigheid of onrechtvaardigheid als niet tot vervolging wordt overgegaan van belang was voor het mogelijk opstarten van artikel 12 Sv-procedures.

Twee stellingen beogen daartoe algemene rechtvaardigheid te meten (zie Tabel 6.8 voor de bewoording van de twee stellingen).

Zoals te zien is in Tabel 6.8 gaf het merendeel van de klagers aan dat het behalen van rechtvaardigheid een belangrijk motief is om een beklagprocedure te starten. Een meerder-heid van de respondenten (80%) gaf aan dat er geen recht wordt gedaan als er geen vervol-ging plaatsvindt. Tevens gaf 79% aan dat het gebeurde, het strafbare feit waar de beklag-procedure betrekking op heeft, onrechtvaardig is en dat dit hersteld moet worden. Dit motief van rechtvaardigheid komt frequent voor in de antwoorden op open vraag naar de reden waarom men heeft besloten een klacht tegen niet-vervolging in te stellen.

Respon-denten gaven bijvoorbeeld als antwoord: ‘Wil gerechtigheid!’, ‘het recht moet zijn loop hebben’, ‘puur uit het oogpunt van rechtvaardigheid.’

Algemene rechtvaardigheid Tabel 6.8

geheel mee eens geheel mee oneens

In hoeverre bent u het met het volgende eens of oneens? U heeft een klacht tegen

niet-vervolging ingediend omdat: Gem.

Er geen recht wordt gedaan als er geen vervolging plaatsvindt

Wat er is gebeurd onrechtvaardig is en dat hersteld moet worden

6.4.2 Procedurele rechtvaardigheid

Procedurele rechtvaardigheid heeft betrekking op de wijze waarop besluiten zijn genomen.

In het bijzonder is in deze vragenlijst de aandacht uitgegaan naar de ervaren rechtvaardig-heid en eerlijkrechtvaardig-heid van het behandelen van de zaak van de rechtzoekende. Het proces van due consideration speel hierin een grote rol: het verlangen van mensen om serieus genomen te worden door gezagsdragers en dat hun zaak aandachtig wordt bekeken. Een mogelijke verklaring waarom artikel 12 Sv-procedures worden opgestart is dat rechtzoekenden van oordeel zijn dat hun aangifte niet serieus is genomen, niet aandachtig genoeg is bestudeerd en dat hun belang bij vervolging in het proces niet op waarde is geschat. Daartoe zijn negen stellingen gepresenteerd die ervaren procedurele rechtvaardigheid en due consideration meten. In Tabel 6.9 worden deze stellingen gepresenteerd.

Overeenstemmend met deze verwachting blijken respondenten een groot belang te hechten aan een eerlijke en rechtvaardige behandeling van hun zaak, met aandacht voor hun kant van het verhaal. Uit Tabel 6.9 blijkt dat een meerderheid van de respondenten een klacht tegen niet-vervolging heeft ingediend omdat zij hun mening willen geven (50%), omdat ze willen dat er serieus naar hun mening geluisterd wordt (69%), omdat ze willen dat er met aandacht kennis wordt genomen van hun mening (62%), en omdat ze willen dat er oprecht aandacht wordt besteed aan hun verhaal (67%). Hieruit kan worden afgeleid dat rechtzoekenden van oordeel zijn dat hun aangifte niet serieus is genomen en niet aandachtig genoeg is bestudeerd, en dat dit een belangrijk motief vormt waarom een artikel 12 Sv-procedure wordt opgestart. De wens om gehoord te worden komt ook naar voren in antwoorden op de open vraag naar de reden waarom de respondent besloten heeft een klacht tegen niet-vervolging in te stellen: ‘Ik wil dat er oprecht naar mijn verhaal wordt geluisterd en hoop dat dit zal helpen bij mijn emotionele verwerking’.

Het belang om gehoord te worden werd door enkele respondenten extra benadrukt in de opmerkingen die opgeschreven konden worden aan het einde van de vragenlijst. Vele respondenten wezen op het belang van een gedegen onderzoek en het belang om gehoord te worden: ‘Goed dat er naar de mening wordt gevraagd waarom men hier gebruik van maakt’, ‘Ik vind het een prima idee, dat er over dit soort zaken een onderzoek naar verricht wordt, dat geeft een goed gevoel je kan je verhaal kwijt, het steunt je in je gevoel van rechtvaardigheid. Al met al het deed me heel goed om weer er over te kunnen schrijven, want het zit heel diep bij mij, de emotionele schade die ik hieraan geleden heb is enorm.

Nogmaals wil ik u bedanken voor deze initiatief’, ‘Ik ben wel blij verrast, want ‘t voelt een beetje alsof iemand zich betrokken toont. Ik voel mij in dit verhaal zó verschrikkelijk alleen.

Ook al kan ik het delen met vrienden of familie, desondanks voelt het zo. Het is net een nachtmerrie. En met dit onderzoek kan ik mijn gevoelens even serieus uiten’, ‘Ik waardeer

‘t wel dat u mij uitnodigde voor deelname. Het geeft het gevoel dat er mee wordt gekeken naar de werkzaamheden binnen justitie. Van harte hoop ik dat dit een breed opgezet onderzoek is wat wellicht ergens een zinvolle bijdrage aan kan leveren’, ‘Ik hoop dat de antwoorden die ik gegeven heb, leiden tot een andere, zorgvuldigere en onpartijdige behandeling van deze zaak’, ‘Ik vind het goed dat er onderzoek wordt gedaan aangaande dit onderwerp en hoop dat er op deze manier bij de politie en het OM meer inzicht komt over wat er onder het publiek leeft!’

Het belang van een eerlijke en rechtvaardige behandeling van hun zaak is tevens van groot belang voor rechtzoekenden. Een meerderheid van de respondenten gaf aan een klacht te hebben ingediend omdat ze wensen eerlijk (75%), rechtvaardig (71%), beleefd (56%) en met respect (59%) behandeld te worden. Het lijkt er op dat het ervaren van onrechtvaardigheid en oneerlijkheid er mede toe geleid heeft dat een artikel 12 Sv-procedure is gestart. Dit beeld komt overeen met antwoorden op de open vraag waarom respondenten hebben besloten een klacht tegen niet-vervolging in te stellen: ‘Omdat het niet eerlijk is gegaan en er nog bewijs miste,’, ‘Vind het niet eerlijk dat de verdachte niet “gestraft” word’,

‘Omdat ik het onrechtvaardig zou vinden als hij hiermee wegkomt’.

Procedurele rechtvaardigheid Tabel 6.9

geheel mee eens geheel mee oneens

In hoeverre bent u het met het volgende eens of oneens? U heeft een klacht tegen

niet-vervolging ingediend omdat: Gem.

U uw mening wilt kunnen geven

6.25(1.48)

U wilt dat er serieus naar uw mening wordt geluisterd

U wilt dat er aandachtig kennis wordt genomen van uw mening

geheel mee eens geheel mee oneens

In hoeverre bent u het met het volgende eens of oneens? U heeft een klacht tegen

niet-vervolging ingediend omdat: Gem.

U wilt dat er oprecht aandacht wordt besteed aan uw verhaal

U eerlijk behandeld wilt worden

6.37(1.30)

U rechtvaardig bejegend wilt worden

5.83(1.72)

U op een beleefde manier behandeld wilt worden

U met respect behandeld wilt worden

6.61

U vindt dat er voldoende bewijs is om te kunnen vervolgen

6.4.3 Uitkomstrechtvaardigheid

Uitkomstrechtvaardigheid heeft betrekking op het belang van een rechtvaardige uitkomst voor de klager, ook wel distributive justice genoemd. De literatuur toont aan dat men een duidelijk onderscheid kan maken tussen procedurele rechtvaardigheid en een rechtvaardige uitkomst.1 Deze twee vormen van rechtvaardigheid zijn sterk gerelateerd, waarbij een perceptie van hoge procedurele rechtvaardigheid samengaat met hoge uitkomstrechtvaar-digheid. Aldus zijn twee stellingen gepresenteerd die de uitkomstrechtvaardigheid meten, zie Tabel 6.10.

Zoals te zien is in Tabel 6.10 gaf een meerderheid van de respondenten aan dat uit-komstrechtvaardigheid een belangrijk motief was om een artikel 12 Sv-procedure te starten:

80% van de respondenten wil een rechtvaardige uitkomst bereiken, en 81% wil dat de uit-komst eerlijk is.

Uitkomstrechtvaardigheid Tabel 6.10

geheel mee eens geheel mee oneens

In hoeverre bent u het met het volgende eens of oneens? U heeft een klacht tegen

niet-vervolging ingediend omdat: Gem.

U een rechtvaardige uitkomst wilt berei-ken

U wilt dat de uitkomst eerlijk is

1 T.R. Tyler, ‘What is procedural justice-criteria used by citizens to assess the fairness of legal procedures’, Law & Society Review 1988, 22, p. 103-135.

6.4.4 Uitkomstgunstigheid

Uitkomstgunstigheid heeft betrekking op het belang van een gunstige uitkomst voor de klager wanneer deze een artikel 12 Sv-procedure start. Men accepteert een resultaat sneller als dit voor de persoon in kwestie positief uitpakt, een effect dat aangeduid wordt als out-come favorability.2Uitkomstgunstigheid en uitkomstrechtvaardigheid zijn twee constructen die duidelijk gescheiden worden in de literatuur. Zodoende zijn twee stellingen gepresen-teerd die specifiek uitkomstgunstigheid meten, zie Tabel 6.11.

Zoals te zien is in Tabel 6.11 verschillen klagers van mening in welke mate het krijgen van een schadevergoeding een motief is om een klachtenprocedure te starten. Enerzijds gaf 25% aan dat dit niet een motief is, anderzijds gaf 30% dat een schadevergoeding wel een motief is. Het belang van dit motief hangt samen met de omschrijving van het strafbare feit: respondenten die het strafbare feit omschreven als vernieling gaven meer aan dat een schadevergoeding een motief was (M = 5.39, SD = 2.32) dan respondenten die niet het feit omschreven als vernieling (M = 3.95, SD = 2.41), F(1,249) = 11.79, p = .001, η2p= .045.

Hetzelfde geldt voor diefstal: respondenten die het strafbare feit omschreven als diefstal gaven meer aan dat een schadevergoeding een motief was (M = 4.92, SD = 2.38) dan res-pondenten die niet het feit omschreven als diefstal (M = 4.01, SD = 2.43), F(1,250) = 5.71, p = .018, η2p= .022.

Uitkomstgunstigheid Tabel 6.11

geheel mee eens geheel mee oneens

In hoeverre bent u het met het volgende eens of oneens? U heeft een klacht tegen

niet-vervolging ingediend omdat: Gem.

U een voor u gunstige uitkomst wilt bereiken

U een schadevergoeding wilt krijgen

6.5 Informatievoorziening

Informatievoorziening naar klagers speelt een belangrijke rol in het proces van due consideration. Het gebrek aan informatie en betrokkenheid door politie en het OM zou een negatieve invloed kunnen hebben op de wens van rechtzoekenden serieus genomen te worden en gehoord te worden. De mening van de respondenten over de informatievoor-ziening en de betrokkenheid van politie en het OM is gemeten door middel van negen

2 L.J. Skitka, J. Winquist & S. Hutchinson, ‘Are outcome fairness and outcome favorability distinguishable psychological constructs? A meta-analytic review’, Social Justice Research, 2003, 16(4), 309-341.

stellingen waarbij respondenten konden aangeven op een 7-puntsschaal of ze het er geheel mee oneens tot geheel mee eens waren. Deze negen stellingen hebben betrekking op de betrokkenheid en informatievoorziening van de politie en het OM, en de toelichting van de gang van zaken die leidde tot niet-vervolgen. Deze stellingen zijn gepresenteerd in Tabel 6.12.

Zoals te zien is in Tabel 6.12 gaven respondenten over het algemeen aan niet goed geïnformeerd te zijn. De grootste groep respondenten gaf aan dat ze niet goed op de hoogte zijn gehouden door de politie over de aangifte (38%), terwijl een kleinere groep aangaf wel op de hoogte te zijn gehouden (14%). De grootste groep gaf aan niet goed geïnformeerd te zijn over de voortgang van de behandeling van de aangifte (40%). De grootste groep respondenten vindt dat ze niet voldoende op de hoogte gehouden zijn van de voortgang in de zaak (46%) en niet genoeg informatie hebben gekregen over het onderzoek en de beslissingen in de zaak (47%). Het gebrek aan informatievoorziening komt naar voren in de open vraag naar de ervaringen van respondenten met de strafzaak: ‘Heel slecht, want ik ben zelf niet eens persoonlijk geïnformeerd dat het OM tot niet-vervolging overgaat’,

‘Ik krijg geen informatie, wordt van het kastje naar de muur gestuurd en de OvJ reageert niet op elke mail die ik gestuurd heb’, ‘Heel slecht. Ik krijg geen enkele informatie’, ‘Matig constant zelf om info op te vragen’.

Verder gaven de meest respondenten aan weinig betrokkenheid te hebben ervaren en dat er niet goed geluisterd is naar persoonlijke ervaringen. De grootste groep respondenten gaf aan dat de politie en/of het OM zich niet betrokken hebben getoond (45%). Bovendien is de grootste groep respondenten van mening dat er door de politie en/of het OM niet met aandacht naar hun kant van het verhaal is geluisterd (38%) en dat persoonlijke erva-ringen niet voldoende zijn meegewogen bij de beslissing over de vervolging (66%). Ant-woorden op de open vraag naar de ervaringen van respondenten met de strafzaak illustreren dit beeld: ‘Alleen de beklaagde is gehoord. Er is mij nooit gevraagd naar de juistheid van zijn verhaal’, ‘Zeer slecht. Er werd zowel door de politie als openbaar ministerie niet naar me verhaal geluisterd’.

Ten slotte was de grootste groep respondenten van mening dat er niet genoeg toelichting is geweest op de gang van zaken die leidde tot niet-vervolgen. De grootste groep respon-denten (35%) gaf aan het niet eens te zijn met de stelling dat de officier van justitie of iemand van het OM schriftelijk of mondeling heeft uitgelegd waarom niet tot vervolging is overgegaan. Deze ervaring wordt specifiek omschreven in de open vragen: ‘Niet op de hoogte gehouden. Enkel een standaard brief ontvangen dat de zaak werd geseponeerd.

Uitleg waarom ontbrak volledig’, ‘Heel slecht, want ik ben zelf niet eens persoonlijk geïn-formeerd dat het OM tot niet-vervolging overgaat ik moest het telefonisch te horen krijgen van mijn ouders’.

Met de stelling dat de politie en/of het OM heeft uitgelegd hoeveel bewijs er is in de zaak was 61% het geheel oneens. Vele respondenten hadden kritiek op de manier waarop

met bewijs wordt omgegaan in de open vragen naar ervaringen van respondenten en de reden waarom respondenten een klachtprocedure tegen niet-vervolging zijn begonnen:

‘Bewijslast is achtergehouden al dan niet bewust. Politie heeft tegenpartij geïnformeerd i.v.m. bewijslast’, ‘Er was voldoende bewijs. Het OM wenste gewoon geen vervolging omdat er andere belangen speelden en spelen’, ‘Gebrek aan bewijs was de reden maar met video-opnamen, getuige + eigen verklaring snap ik dit niet dus wil ik uitleg’, ‘Er is gemanipuleerd met de bewijslast e.g. het OM heeft niet naar behoren een onderzoek willen instellen. Het OM onderzoekt naar willekeur’, ‘Over de politie niets dan lof. Het OM maakt zich hier te gemakkelijk vanaf. Er is voldoende bewijs voor vervolging. Daders hebben zelfs bekend’.

Ervaring met informatievoorziening Tabel 6.12

geheel mee eens geheel mee oneens

In hoeverre bent u het eens met de vol-gende stellingen?

De politie heeft mij op de hoogte gehou-den van wat er met mijn aangifte is gedaan

De politie heeft mij goed geïnformeerd over de voortgang van de behandeling van mijn aangifte

Ik ben voldoende op de hoogte gehouden van de voortgang in de zaak

2.53(1.92)

Ik heb genoeg informatie gekregen over het onderzoek en de beslissingen in de zaak

De politie en/of het Openbaar Ministerie hebben zich ten opzichte van mij betrokken getoond

Er is door de politie en/of het Openbaar Ministerie met aandacht naar mijn kant van het verhaal geluisterd

Ik vind dat mijn ervaringen en mijn ver-haal voldoende zijn meegewogen bij de beslissing over de vervolging

De officier van justitie of iemand van het Openbaar Ministerie heeft mij schriftelijk of mondeling uitgelegd waarom niet tot vervolging is overgegaan

De politie en/of het Openbaar Ministerie heeft mij uitgelegd hoeveel bewijs er is in mijn zaak

6.6 Ervaringen van rechtzoekenden met strafrechtelijke instanties

In document Klachten tegen niet-vervolging (pagina 142-149)