2.3 Visie op wetenschap
2.3.3 Modus-2 kennisproductie
In de vorige subparagraaf zijn de contouren beschreven van de in deze studie gevolgde wetenschappelijke aanpak. In subparagraaf 2.3.3 zijn deze contouren verder uitgewerkt in een generieke aanpak voor kennisontwikkeling. Het vormt een uitwerking van de eerder geïntroduceerde modus-2 kennisproductie. Deze aanpak beschrijft niet alleen de in deze promotiestudie gevolgde aanpak maar beoogt tevens een generieke aanpak aan te reiken voor kennisproductie.
388 Zie subparagraaf 2.2.3
98
Professioneel onderzoek
In de wetenschap wordt nogal eens uitgegaan van de veronderstelling dat er fundamenteel onderscheid te maken valt tussen wetenschappelijke en niet-wetenschappelijke kennis, waarbij wetenschappelijke kennis als ‘justified true belief’ kan worden aangemerkt oftewel ‘gerechtvaardigde ware overtuigingen of uitspraken’.390 Vanuit een
relativistisch standpunt is dit onderscheid niet houdbaar.391 Er zijn vanuit deze invalshoek immers geen vaststaande
legitimaties die voortkomen uit de wetenschap.392 Als alternatief voor het fundamentalisme is in deze studie het
‘coherentisme’ gehanteerd.393 Hiermee wordt het uitgangspunt losgelaten van het (post)positivistische idee van
‘reductionisme’, dat wil zeggen het uitgangspunt dat alle betekenisvolle uitspraken herleid kunnen worden in elementaire onderdelen die elk afzonderlijk en rechtstreeks empirisch getoetst kunnen worden.394 Quine gaat ervan
uit dat niet afzonderlijke onderdelen maar alleen gehele theorieën getoetst kunnen worden aan ervaring.395 Deze
gedachte sluit goed aan op het systeemdenken waarin gesteld wordt dat het systeem meer is dan de onderdelen.396
Een theorie is dan ook een instrument voor verandering van de (toekomstige) werkelijkheid in plaats van een afbeelding van de (huidige) werkelijkheid. Er bestaat geen mogelijkheid om ‘afbeelding’ en ‘werkelijkheid’ met elkaar te kunnen vergelijken, vanwege de onmogelijkheid om theorieloze waarnemingsuitspraken te doen. Dit betekent dat theoretische kennis slechts te vergelijken valt met theoretische kennis (coherentisme) en op de bruikbaarheid ervan in praktische omstandigheden. Elke vorm van kennis, ook wetenschappelijke kennis kent onzekerheid. Niets staat vast en alles kan betwijfeld worden, er bestaat niet zoiets als een van mensen onafhankelijke waarheid, maar dat wil niet zeggen dat kennis zonder waarde zou zijn. Immers niet alles hoeft in alle omstandigheden betwijfeld te worden. Rorty houdt ons voor dat kennis een hulpmiddel voor mensen is om zich staande te houden in de wereld.397 Wetenschappelijke kennis is dan ook geen universele waarheid maar een
generiek toepasbaar instrument.398 Wetenschappelijke kennis is daarmee wel contextueel en afhankelijk van de
situatie.399 Maar dat impliceert geenszins dat wetenschappelijke kennis zonder waarde zou zijn. Die waarde ligt niet
in de onbetwijfelbaarheid ervan, maar in de kwaliteit en dan vooral in de opvatting dat kwaliteit vooral ‘fitness for use’ is.400 Bovendien, zo wijst de pragmatische wetenschap ons de weg, wetenschappelijke kennis dient
systematisch geordend te zijn die gestreng tot stand is gekomen.401 Op welke wijze die ‘gestrengheid’ wordt
geoperationaliseerd ligt niet bij voorbaat vast. Er is ruimte voor innovatieve kwaliteitsborging en dat is onderwerp van de volgende alinea.402
De wetenschap hoeft niet alles op te lossen, maar kan zich richten op die kennisaspecten waarmee in de praktijk wordt geworsteld. In deze studie is wetenschap benaderd als een professionele activiteit.403 Er is in deze studie
390 Mackor, 2008: 136 391 Delanty, 2005: 154 392 Willemsen (red), 1992: 335 393 Mackor, 2008: 149 394 Midgley, 2000: 33 395 Mackor, 2008: 150 396 Midgley, 2000: 33 397 Rorty, 1979
398 Van Hees, De Jonge & Nauta, 2008: 148; Toulmin, 2001: 111 399 Rorty, 1979
400 Bouckaert & Thijs, 2003: 55 401 Saunders et al., 2013 402 Gibbons et al. 2009 403 Delanty, 2005:3
99
geen fundamenteel onderscheid gemaakt tussen wetenschappelijk onderzoek en andere vormen van professioneelhandelen. Professioneel handelen is gericht op het produceren van maatschappelijk relevante kennis conform een gestrenge aanpak om daarmee te komen tot maatschappelijke interventie. De gevolgde benadering sluit aan op wat D. Schön de ‘reflective practitioner’ noemt.404 Met deze visie op wetenschap wordt niet aan een principiële
functiescheiding tussen practicus en wetenschapper vastgehouden. Beide zijn professional, de een gericht op praktijktoepassing, de ander op theorievorming, maar altijd vanuit een maatschappelijke focus. Wetenschap op deze manier vindt zijn primaire benadering vanuit de maatschappelijke vraagstelling en niet vanuit het wetenschappelijke aanbod binnen een academische context. Wetenschap dient met name gericht te zijn op het aanpakken van complexe vraagstukken.405Het betreft vraagstukken die in de praktijk van alledag onvoldoende
succesvol kunnen worden aangepakt. Professionele wetenshap betreft een interactieve, pragmatische benadering, gericht op diagnose en interventie en niet zozeer op een zuiver analytische, objectieve benadering.406
Kennisfunctie als waardetoevoegingsketen
In deze studie is kennisontwikkeling primair als een waardeketen beschouwd. Kennisontwikkeling moet nuttig zijn bij de uitvoering van andere activiteiten. De waarde van kennis ligt in het gebruik ervan. Het concept van de waardeketen komt voort uit de bedrijfskunde en is voor het eerst beschreven in het boek Concurrentievoordeel van Porter.407 Het concept brengt de activiteiten van een organisatie met elkaar in verband door de organisatie in haar
context te observeren. Uitgangspunt is dat organisatieactiviteiten meerwaarde dienen te hebben in het grotere geheel. Elke activiteit is op deze manier een noodzakelijke schakel in een samenhangende keten, waar resources worden omgezet in tussenproducten en eindproducten en deze eindproducten worden verkocht, service wordt geleverd en de gebruikers op hun beurt op basis van de producten van hun leverancier weer extra meerwaarde kunnen toevoegen aan hun organisatieactiviteiten. Producten passeren op deze wijze de achtereenvolgende activiteiten van de keten en verwerven hierbij bij iedere activiteit enige waarde. Hoewel het concept van de waardeketen is ontwikkeld voor particuliere bedrijven is het ook toepasbaar op de publieke sector.408 Het concept
van de publieke waardeketen speelt een belangrijke rol in deze studie en vormt een essentieel uitgangspunt in de in hoofdstuk 4 ontwikkelde interventiegeoriënteerde beleidsmethodiek om zodoende het beleidsproces effectiever te kunnen organiseren. Daarnaast kan het concept van de publieke waardeketen ook worden toegepast bij het organiseren van wetenschappelijke
kennisproductie en dat is in deze subparagraaf gedaan. In figuur 2.7 is de kenniswaardeketen van onderzoek nader uitgewerkt. Figuur 2.7 geeft aan dat het proces van de wetenschappelijke kennisproductie een reflexief cyclisch systeem is waar de resultaten van onderzoek worden gebruikt ter optimalisatie van het maatschappelijk functioneren. Het model van de wetenschappelijke kennisproductie kent een aantal statische en een aantal dynamische elementen. De statische elementen betreffen de tussenproducten in de keten en de dynamische elementen betreffen de functies in de keten. In onderstaande tabel (tabel 2.3) is een toelichting gegeven van de waardeketen voor wetenschappelijk onderzoek, zie ook figuur 2.7.
404 Schön, 1991: 128-167
405 Funtowicz & Ravetz, 1993: 735. 406 Toulmin, 2001: xxx
407 Porter (1989).
100
Figuur 2.7: waardeketen van modus-2 onderzoek
OUTPUT: kennisresultaat INPUT: aanpak OUTCOME: effecten INCOME: vraagstuk doorwerking van het onderzoek
uitvoering van het onderzoek
maatschappelijk functioneren
programmering van het onderzoek Tabel 2.3 Wetenschap als maatschappelijke waardetoevoegingsketen
onderdelen van
de waardeketen rol in de keten toelichting maatschappelijk
functioneren omzetting van outcome in income het maatschappelijk functioneren is start- en eindpunt van wetenschappelijk onderzoek; wetenschap richt zich daarbij op het aanleveren van ordeningen van dat maatschappelijk functioneren ter reductie van maatschappelijke onzekerheid
income weerbarstige
vraagstukken daar waar het maatschappelijk functioneren niet adequaat/tijdig komt tot herordening via zelforganisatie vanwege een te grote weerbarstigheid van een vraagstuk kan de wetenschap haar bijdrage leveren
onderzoeks-
management omzetting van income in input de onderzoeksprogrammering zorgt voor planning & control van het onderzoek gericht op het behouden van maatschappelijke relevantie en gestrenge kwaliteitsborging
input doel, middelen en
aanpak voor het onderzoek
de input van het onderzoek betreft doel en middelen voor het onderzoek en de relatie hiertussen in de vorm van een plan van aanpak
uitvoering van
het onderzoek omzetting van input in output het onderzoek beoogt via een proces van codificatie van maatschappelijke kennis inzichten te verkrijgen die niet (in voldoende) mate tot stand komen in het proces van maatschappelijke zelforganisatie; wetenschappelijk onderzoek beoogt deze omissies aan te pakken, als ‘vrijplaatsen van kennisontwikkeling’; na een proces van codificatie vindt theoretische verrijking plaats om te komen tot nieuwe inzichten
output resultaten van het
onderzoek de output van het onderzoek betreft de inhoudelijke inzichten in de vorm van theorie doorwerking van
het onderzoek omzetting van output in outcome de doorwerking van het onderzoek is gericht op valorisatie van kennis. Uitgangspunt is dat praktijkprofessionals zorgen voor contextuele toepassing van de methodische resultaten van wetenschap; hiertoe is een
implementatieproces nodig outcome maatschappelijke
effecten Er is sprake van een cyclische optimalisatiebenadering, onderzoek richt zich op het stapsgewijs aanpakken van complexe maatschappelijke vraagstukken omdat er geen sprake is van een finale of van een te maximaliseren situatie