• No results found

HOOFDSTUK 3.5 ‘Vivisectie’ ontleed: profetie en predestinatie

5. MEER WOLKERS

Wie geïnteresseerd is in Wolkers – en in het functioneren van de metaforiek in het bijzonder – heeft vertier genoeg voor jaren. Hieronder een aantal redenen waarom het waardevol is om naar een aantal van de andere verhalenbundels èn romans te kijken, te beginnen bij de korte verhalen.

Hella Haasse was van mening dat het korte literaire verhaal Wolkers’ genre bij uitstek was vanwege de compacte ‘plastische’ vorm.84 Die eenheid zit ook in de metaforiek, hierdoor vertoont het verhaal samenhang. Het plastische en beeldende zit zeker in Serpentina’s

petticoat. Denk aan het bordeel aan naakte roze wormenlijven dat verschijnt wanneer je een

steen optilt, het rooddooraderde tillenbeest dat hierdoor bijna lijkt te leven of de smaak van kastanjes wanneer je mensenvlees zou eten. Voordat ik het met Hella Haasse eens kan zijn, zou ik eerst de metaforiek in de andere verhalenbundels moeten bekijken. Ik ben benieuwd hoe die eenheid en plasticiteit terugkomt in Gesponnen suiker en De hond met de blauwe

tong.8586

Tussen Serpentina’s petticoat en Gesponnen suiker in, heeft Wolkers Kort Amerikaans en Een

roos van vlees geschreven.8788 An sich is het al interessant om de metaforiek in de romans te vergelijken met die in de korte verhalen. Ik verwacht dat de metafoordichtheid mogelijk lager is, het kan vermoeiend zijn en in een roman hoef je niet zo ‘dicht’ te werken omdat een auteur meer letters heeft voor de idee dat hij over wil brengen. Daarnaast vertonen de metaforen mogelijk minder samenhang, in een roman is er ruimte voor meerdere thema’s maar ook voor uitweidingen. Een roos van vlees gaat over Daniël, tijdens een ijzige winter denkt hij terug aan zijn verkilde huwelijk en de dood van zijn tweejarige dochtertje. In het verhaal klaagt hij over de stalen band die om zijn borstkas zit, maar waarvoor er geen fysiologisch aanwijsbare oorzaak is. Alles om hem heen transformeert in ijs, sneeuw, glas, zwart, donker, dor, doorschijnend en als ijzer staal of metaal. Net zoals binnen en buiten hemzelf. Een roos van

vlees zou het analyseren waard zijn omdat dit Wolkers eerste roman is en omdat de eerste

84 Interview van Hella Haasse met Jan Wolkers In: M. Salverda, E. Staal. Tijd bestaat niet. Leven en werk van Jan

Wolkers. (1996): De Bezige Bij, Amsterdam, p.10.

85 J. Wolkers. Gesponnen suiker. Meulenhoff, Amsterdam: (1963).

86 J. Wolkers. De hond met de blauwe tong. Meulenhoff, Amsterdam: (1964).

87 J. Wolkers. Kort Amerikaans. Meulenhoff, Amsterdam: (1962).

94 dertig pagina’s samenhang laat zien tussen de metaforen onderling en de niet-metaforische context. Kort Amerikaans heeft meerdere redenen om naar het functioneren van de metaforiek te kijken. Allereerst komt veel van de thematiek uit ‘Vivisectie’ terug, dit levert mogelijkerwijs een interessante vergelijking op. Daarnaast heeft Wolkers dit verhaal in 1979 ontzettend grondig herschreven nadat hij onder de indruk was van de film. Hij heeft niet alleen het einde, en hiermee de insteek en de karakterontwikkeling van de hoofdpersoon veranderd, maar het verhaal is ook qua formulering aangepast.89 Jan Wolkers was een hardschrijvend en veelpublicerend auteur in de jaren zestig, in 1965 verschijnt Terug naar Oegstgeest, in 1967

Horrible tango en in 1969 Turks fruit. In de jaren daarna heeft hij nog veel meer gepubliceerd. Turks fruit en Terug naar Oegstgeest hebben ieder zo hun eigen redenen om aan metaforische

analyse onderworpen te kunnen worden, maar het bovenstaande relaas laat al zien dat er in het kader van het functioneren van Wolkers werk genoeg te vinden valt.

Als laatste is er nog een andere inzet voor onderzoek naar de beeldspraak en dat is de steeds negatiever wordende kritiek. Zo laat een recensie over Wolkers roman De Kus uit 1977 zien dat er vrij veel kritiek is op zijn stijl, Fens – iemand die in deze scriptie is aangehaald, vaak voor positieve besprekingen – geeft zelfs aan dat hij in slaap valt. Ik ben benieuwd in hoeverre de steeds negatiever wordende kritiek samenhangt met het functioneren van de metaforen.9091

89 Frank van Dijl, ‘Wolkers wiedde Kort Amerikaans’ in: Het vrije volk (1979).

90 De eerste druk kreeg bij Meulenhoff in 1977 een oplage van 90.000 stuks, dit was de hoogste oplage die een eerste druk van een Nederlandse literaire roman ooit had gehad. Reeds waren er al 60.000 stuks van tevoren bij boekwinkels waren besteld.

95

Literatuurlijst

Primaire bronnen

Achterberg, G. Verzamelde gedichten. Amsterdam: Querido, 1963. Wolkers, J. Een roos van vlees. Amsterdam: J.M. Meulenhoff, 1962. Wolkers, J. Gesponnen suiker. Amsterdam: J.M. Meulenhoff, 1963. Wolkers, J. Kort Amerikaans. Amsterdam: J.M. Meulenhoff, 1962. Wolkers, J. Serpentina’s petticoat. 1e druk. Zaandam: Heijnis, 1961.

Wolkers, J. Serpentina’s petticoat. 24e druk. Amsterdam: J.M. Meulenhoff, 2008. Wolkers, J. Terug naar Oegstgeest. Amsterdam: J.M. Meulenhoff, 1965.

Wolkers, J. De kus. Amsterdam: J.M. Meulenhoff, 1977.

Secundaire bronnen

Onno Blom. Het litteken van de dood – De biografie van Jan Wolkers. Amsterdam: De Bezige Bij, 2017.

Blom, Onno. ‘Zuurstokpiemel Wolkers’. De Volkskrant (2016): 3 par. [column] geraadpleegd op 12 mei 2017.

Boomsma, Graa. Jan Wolkers en de literaire kritiek, of: hoe moralistisch waren de recensenten in de jaren zestig? In: Over Jan Wolkers I 1961-1968. Beschouwingen en

interviews. Den Haag: Bzztoh, (1983).

Buuren, Maarten van. De la métaphore au mythe. Les Rougon-Macquart d’Emile Zola, Nijmegen: Libr. J. Corti, 1986.

Boven, Erica van en Dorleijn, Gillis. Literair Mechaniek, inleiding tot de analyse van verhalen

en gedichten. Bussum: Coutinho, 1999.

Dijl, Frank van ‘Wolkers wiedde Kort Amerikaans’ in: Het vrije volk, 1979.

Fens, Kees. ‘De koolmees en het aardmannetje. Over het werk van Jan Wolkers.’ In: Merlyn nummer 1 jaargang 1, 1962: 1-18.

Gorp, Ha van, Delabastita, D, Ghesquiere, R, red. Lexicon van literaire termen. Mechelen: Wolters Plantyn, 2007.

Haasse, Hella. ‘Ogen om te zien’. In: De Gids nummer 6 van jaargang 126, juni 1963: 68-75. Hillenius, Dick. ‘Jan Wolkers: tussen Calvijn en Renoir’. In: Vrij Nederland, 1962.

Jong, P. De. ‘De Kus van Jan Wolkers: meer dan een kus’ In: Indische letteren 9, 1994: 81-90. Lakoff, G& Johnson, M. Metaphors we live by. Chicago, 1980.

Mooij, J.J.A. ‘Metafoor en vergelijking in de literatuur’. Forum der Letteren 14, 1973: 121-157.

Mooij, J.J.A. A study of metaphor. On the nature of metaphorical expressios, with special

reference tot heir reference. Amsterdam: North-Holland Publishing Co, 1976.

Otten, G. ‘Lied van ’t Leven, Bloemen van Passie’ – Metaforen in de poëzie van Tachtig. Groningen: s.n., 2005.

Reinhardt, Hildegard. Jeanne Mammen – Das symbolisticshe Frühwerk 1908-1914 ‘Les

96 Richards, I.A. The philosophy of Rhetoric. New York: Uitgever, 1936.

Salverda, M, Staal, E. Tijd bestaat niet. Leven en werk van Jan Wolkers. Amsterdam: De Bezige Bij, Amsterdam, 1996.

Soutberg, Elisabeth. ‘Gieren zijn het, ze pikken je lever uit.’ In Bibeb, Bibeb en VIP’s. Amsterdam: Uitgever, 1966.

Valk, Arno van der. De calvinistische voyeur – Jan Wolkers in Zweden. Amersfoort : Aspekt, 2005.

Verbraak, Coen ‘Bezoek aan Jan Wolkers’. In: Hommage aan een dubbeltalent. Vianen: De Zonnehof/Optima, 2006.

Verdaasdonk, M. ‘Jan Wolkers, het volstrekte isolement.’ In: Tirade nummer 77 jaargang 7, mei 1963: 356-359.

97