• No results found

HOOFDSTUK 3.5 ‘Vivisectie’ ontleed: profetie en predestinatie

4. CONCLUSIE

De hoofdvraag van dit onderzoek luidt: Wat is de aard en functie van de metaforische

verwerking van zintuiglijke indrukken in Jan Wolkers’ vroegste werk? Hypothese 1 heeft

betrekking op de samenhang. Door de relatie van de metaforen met elkaar en met de omringende tekst zouden de thema’s worden versterkt en ontstaat er een sfeer die anticipeert op de verhaalafloop. Vervolgens heeft hypothese 2 ‘emotie’ als onderwerp, de metaforen kunnen worden ingezet om emotie van de focaliserende personen te verwoorden. Personages bij Wolkers nemen in de allereerste plaats waar via hun zintuigen. Ze expliciteren weinig emotie. Als laatste stelt hypothese 3 dat de metaforen de leeservaring verlevendigen. Aan de hand van de deelvragen naar de herkomstgebieden, paradigmatische relaties en syntagmatische relaties is hier in het analysehoofdstuk een breed uitgesponnen antwoord op gekomen.

Voordat het antwoord volgt, wil ik graag een tweetal opmerkingen maken die niet of deels in de analyse naar voren zijn gekomen. Naast het gebruikte analyseapparaat dat uiteengezet is in het theoretisch kader, heb ik in mijn achterhoofd de visie van Lakoff& Johnson op metaforiek gehad. Zij zijn van mening dat een metafoor een visie weergeeft op hoe jij de wereld ziet.83 Hier heb ik onder andere gebruik van gemaakt in mijn analyse van het verhaal ‘Gezinsverpleging’, waarin niet alleen doorklinkt hoe de hoofdpersoon naar het individu ‘Marie’ kijkt, maar ook hoe hij de groep ‘gekken’ waartoe zij behoort ziet: niet als volwaardig mens. Ten tweede wil ik de conclusie gebruiken om aan te geven dat de metaforen doorgaans een positief effect hebben op het proza, maar dat het gebruik hiervan ook negatief uit kan pakken. Een enkele keer vergroot de beeldspraak de onduidelijkheid, verstoort deze de verhaallijn of zorgt voor afleidende ergernis bij de lezer. Hieronder een synthese met het antwoord op de hoofdvraag.

4.1 De metaforen brengen samenhang aan in het werk

In de korte verhalen wordt eenheid aangebracht via de relaties die de metaforen met elkaar en met de tekst hebben, doordat de thematiek terugkomt in de beeldspraak. Dat het niet altijd lukt kwam terug in de analyse van ‘De verschrikkelijke sneeuwman’, maar in de andere verhalen slaagt Wolkers des te beter. Zo zagen we het onder andere terug in ‘Het tillenbeest’,

91 waar de hoofdpersoon niet aan de vloek van zijn degeneratieve erfelijke gedrag kon ontsnappen. Wat begon met de fysieke erfenis van zijn nare grootvader - het monstrueuze crapaud - wordt doorgezet in frases als ‘het gezwel valt niet ver van de boom’, het dwangmatige observatiegedrag van de hoofdpersoon, de sfinxachtige en zuster en eindigt met zijn moeders obsessie met de motieven van de koffiekopjes. In ‘Gezinsverpleging’ komt de visie op geesteszieke mensen duidelijk terug in de paradigma’s van het naargeestige onderwaterwezen door de patiënten te laten transformeren tot absurde moeraswoekeringen met hersenen als grijze adders rond het hoofd als verdronken Medusa’s. Die woorden zeiden meer over wat er aan de hand was dan daad van ‘naastenliefde’ in het gezin.

Tevens ontstaat er samenhang doordat er een sfeer ontstaat die anticipeert op de verhaalafloop. Hierdoor ontstaat er spanning in het verhaal. Voordat Herman in ‘De verschrikkelijke sneeuwman’ transformeert tot het daadwerkelijke monster zien we eerst glimpsen van hem wanneer we hem in de ogen kijken en sneeuwravijnen zien, hij zich inwikkelt met het verbandgaas en wanneer hij smelt als een sneeuwpop tijdens de seks met Sonja. In ‘Serpentina’s petticoat’ komen de dood en het verval al terug in de metaforen voordat oom Louis zelf sterft. Tot slot is de broer voor het broertje in de beeldspraak al in gevaar, nog voordat hij ten strijde trekt.

4.2 De metaforen verwoorden emotie van de focaliserende persoon

Wolkers is er weleens van ‘beschuldigd’ dat zijn personages nogal kil waren, of op zijn minst hatelijk. Die observatie is niet zo vreemd. Er komt weinig expliciete emotie in de verhalen voor. Toch weet een lezer wel wat het personage doormaakt, dit komt doordat gevoelens vertolkt worden in de metaforiek. Meestal is er sprake van emoties die we als negatief zien, zoals woede, jaloezie, leedvermaak en schuld. Vaak willen de personages zich verdoven, in meerdere verhalen laten mensen koud water over hun schedel lopen, alsof het ijs is. En dat is niet gek, want wanneer je de wereld om je heen laat transformeren tot wegrottende bontjassen, vuurverlichte schedels en bomen waar de kanker aan groeit, is er veel te verwerken. De wereld die de mensen in Wolkers vroegste werk waarnemen is gevuld met schitterende kleuren en geuren, maar de personages betalen wel een prijs voor hun waarnemingsvermogen. De schoonheid van de wereld die voor ze wordt geschilderd is wreed. Een voorbeeld hiervan is ‘Het tillenbeest’, in de manier waarop de ‘ik’ het vertrek zogenaamd ongeïnteresseerd als een belastingambtenaar opneemt zien we verhulde dwangmatige

92 obsessie terug. Het felle van de blauwe pauwenveren komt terug in de blauwe haat die P.R. de reigers laat uitspuwen. En wat te denken van de koele observatie dat zijn zus is achtergelaten zoals men vaste wastafels en toiletten achterlaat. De vermeende emotieloosheid, gecombineerd met die raadselachtige reigers op het einde zorgen ervoor dat de lezer begrijpt wat er met de zus is gebeurd. P.R. heeft haar vermoord.

De mooiste combinatie is die van de angst die voortkomt uit liefde in de allereerste druk van

Serpentina’s petticoat. Al bij het wakker worden luistert de ‘ik’ in ‘Vivisectie’ al naar de stilte

en ziet van alles horror voor zich verschijnen, de rest van zijn dag is gevuld met dergelijke beelden. Vliegtuigen zijn doodskisten, een evenbeeld verandert in een vijand waar een slagveld op verschijnt. Dat wat naar is wordt naarder wanneer uitgelopen ogen worden vergeleken met aangespoelde kwallen. Hoe groot is het contrast wanneer alle angstbeelden voor de broer werkelijkheid worden en het broertje hem dood aantreft. Hij is één van de haast achteloos naar binnen gebrachte soldaten die over een plank naar binnen worden geschoven. Wat zegt dat veel over hoe je over iemand denkt wanneer de haren van die persoon niet simpelweg meegetrokken worden door de zwaartekracht, maar dat de krullen rechtop lijken te staan alsof de wind door zijn haren streelt.

4.3 De metaforen verlevendigen de leeservaring

Wanneer je onderzoek naar metaforen doet beginnen ze overal op te vallen. Niet alleen in literatuur en poëzie, maar ook in je eigen spreken en schrijven en dat van anderen. Hoe zou het zijn wanneer de metaforen ontbreken in besproken verhalenbundel? Ik denk een stuk kleurlozer en zeker minder heftig. Vertellen dat een muis levend wordt opgegeten is al wat gewaagd, daarna zijn kaalgegeten achterlijf vergelijken met dat het rood en bloederig is als een afgekloven klokhuis van een stoofpeer is intens. Het beeld levert niet alleen een esthetisch bevredigende vergelijking op, maar zorgt er ook voor dat je tijdens kerst iets anders naar je toetje kijkt. Bovendien is het beeld niet zomaar een versiering en heeft het een rillend horroreffect, het is ook nog eens van betekenis voor het verloop van het verhaal.

Ervaar de wereld als Wolkers: in Serpentina’s petticoat heeft dat wat gevoeld en gedacht wordt meteen zijn weerslag op de buitenwereld. Je wellustige zuster wordt een sfinx, de broer voor wiens leven je vreest transformeert tot geest en slang en wonderlijke visioenen brengen je de waarheid.

93