• No results found

Matrushkamodel van empathie

In document Gevoel voor iets anders (pagina 65-69)

Met de verbinding emotionele besmetting-troost-hulpgedrag gaat Frans de Waal er vanuit dat onze sociale natuur in kleine evolutionaire stappen is opgebouwd, laag voor laag en gesteund door steeds groter wordende cognitieve vermogens. Die verbinding begint met emotionele besmetting als informatie over de staat of gevoelens van de ander. Door er een zorg om de ander aan toe te voegen ontstaat troostgedrag. Wanneer dan langzaamaan cognitieve vermogens groeien — en daarmee het begrip van de oorzaak van iemands problemen — kan die drang leiden tot volwaardige empathie en altruïstisch gedrag. Zo volgt De Waal een bottom-up benadering van empathie, waar veel wetenschappers tot noch toe juist de voorkeur gaven aan een top-down verklaring. Zij zien empathie als een cognitief proces, gebaseerd op een rationele inschatting van hoe anderen zich voelen, wat leidde tot het idee dat een dergelijke capaciteit niet bij dieren zou kunnen voortkomen.

Een dergelijke redenering is haast tegen-Darwinistisch, omdat het veronderstelt dat ergens in de evolutie sprake is geweest van een soort big bang, een grote sprong voorwaarts waarbij alle vermogens die nodig zijn voor dat cognitieve proces, bij de mens in een klap zijn ontwikkeld. De evolutie brengt echter nooit enorme afwijkingen voort. Structuren worden omgevormd, gewijzigd, voor andere functies geannexeerd of in een andere richting omgebogen: borstvinnen werden vleugels en voorpoten met handen, hoeven, klauwen en die werden weer vinnen toen bepaalde zoogdieren terugkeerden naar het water. Volgens een dergelijke `big-bang gedachte´ wordt menselijke empathie onthecht van 289 elke mogelijke functie die als voorganger zou kunnen dienen. Die benadering geeft echter geen antwoord op de vraag hoe empathie op deze manier buiten de evolutie zou kunnen zijn ontstaan.

Aangezien veel van onze empathische gedragingen worden gezien als typisch menselijk (denk aan het woord ‘humaan’) en worden gebruikt om ons als soort te definiëren, zou de vraag nog sterker kunnen worden gesteld: waarom zou de mens als soort buiten de evolutie vallen? De evolutietheorie kent immers twee belangrijke boodschappen. Ten eerste stelt het dat alle planten en dieren, wijzelf inbegrepen, het product zijn van één en hetzelfde proces. De tweede boodschap is dat er sprake is van een gradueel verschil tussen alle levensvormen - niet alleen lichamelijk, maar ook

De Waal, The Age of Empathy, 231.

geestelijk. Voor een Darwinist is er niets logischer dan deze continuïteit en dat is precies de aard van De Waals 290 gelaagde benadering. Hij spreekt vanwege deze gelaagdheid van het ‘Matrushka-model’. Waar velen de mens als een 291 anti-sociaal ‘beest’ zien, met moraal als een mooie vernislaag om die binnenkant te verhullen, vergelijkt De Waal ons met het bekende Russische poppetje: wanneer we de buitenste laag verwijderen vinden we een vergelijkbaar kleiner poppetje, en daaronder een nog kleinere. Binnenin vinden we het automatische perceptie-actiemechanisme van emotionele besmetting dat kenmerkend is voor een groot aantal diersoorten, omgeven door buitenlagen die volgens De Waal de fijne afstemming en doelgerichtheid van het proces verzorgen. Niet alle soorten bezitten alle lagen: slechts enkele soorten zijn in staat andermans perspectief te nemen. Maar zelfs deze buitenlagen blijven hecht met de stevige 292 oerkern verbonden.

De oerkern biedt nog geen verklaring voor invoelende bezorgdheid of voor perspectiefname; het ondersteunt deze cognitief veeleisender vormen van empathie door een emotionele motivatie toe te voegen aan gedrag. Zonder de betrokkenheid die emotionele aanstekelijkheid teweegbrengt zou het cognitieve vermogen van perspectiefname een koud fenomeen zijn, dat even gemakkelijk zou kunnen leiden tot marteling als tot gerichte hulp. Het is zonder het 293 mechanisme van emotionele besmetting moeilijk in te denken waarom het ons of andere dieren ook maar iets zou kunnen schelen hoe het met anderen gesteld is – noch is het duidelijk welk ander mechanisme de extreem kostbare gerichte hulp, die soms kan worden waargenomen bij sociale dieren, zou kunnen motiveren.

De term ‘koud fenomeen’ met betrekking tot perspectiefname doet sterk denken aan psychopathie, waarbij empathie ontbreekt en het eigenbelang bij patiënten vrijwel altijd de boventoon voert. Psychopathie doet op haar beurt sterk denken aan de Hobbesiaanse mens. We noemen het echter niet voor niets een stoornis: dergelijk gedrag wijkt sterk af van normaal menselijk gedrag. Het is waarschijnlijk niet zo dat psychopaten de gehele kolom van empathie missen: voor de kenmerkende manipulatie van anderen is immers een hoog-cognitief begrip van de ander nodig. Het lijkt erop dat zij vooral het eerste vermogen van De Waals matrushkamodel missen: emotionele besmetting. 294

Volgens een theorie lijden mensen met psychopathie aan een ontwikkelingsstoornis waardoor ze al vroeg in hun leven een verkeerd leertraject hebben gevolgd. Als een normaal kind een jonger broertje of zusje aan het huilen maakt, reageert het door emotionele besmetting verontrust op het huilen van degene die ze pijn gedaan hebben. Dat leidt tot ‘aversieve conditionering’: kinderen leren om anderen niet te pesten of te slaan. Net als alle sociale dieren ontdekken ze dat het, als je plezier wilt hebben, niet verstandig is om je speelkameraadje pijn te bezorgen. Dat komt omdat ze door middel van het mechanisme van emotionele besmetting die reactie internaliseren. Naarmate ze ouder worden, worden kinderen dan ook zachtaardiger tegenover jongere, zwakkere kinderen en houden ze zich bij hen in. 295

Wanneer een jonge psychopaat (zonder automatische gevoeligheid voor de emotionele staat van de ander) in een dergelijke confrontatie terecht komt, zegt niets hem dat hij zich moet inhouden. Integendeel, hij lijkt alleen te leren dat het voordeel oplevert om anderen pijn te doen: het levert hem vooral het speelgoed van de ander op. Zo ontstaat een andere leercurve, die resulteert in manipulatie en intimidatie, zonder last te hebben van de pijn die daardoor wordt veroorzaakt. Zo illustreert psychopathie op een mooie manier hoe emotionele besmetting ons voorziet van een 296 emotioneel signaal en hoe dat signaal ons aanzet tot reactie. Emotionele besmetting bepaalt een deel van de leeragenda van de meeste jonge kinderen. Daarmee worden troostgedrag en gerichte hulp mogelijk gemaakt: gedragingen die zeer nuttig zijn voor de stabiliteit en het succes van een groep.

De Waal, The Age of Empathy, 229.

290

Ibid., 206.

291

Ibid., 231.

292

Frans de Waal, "Putting the Altruism Back into Altruism,” 287.

293

De Waal, The Age of Empathy, 234.

294

Ibid.

295

Ibid., 234-235.

Empathie ontstond gedurende de evolutie om samenwerking tussen individuen mogelijk te maken. Dat was aanvankelijk in het eigenbelang van het individu, maar leidde tot een autonoom mechanisme dat ons van een intrinsieke motivatie heeft voorzien om anderen te helpen. Empathie is zo een essentieel onderdeel geworden van onze natuur en die van andere dieren. Het voorziet ons van een intrinsieke motivatie om bezorgd te zijn om anderen, ze te helpen, relaties aan te gaan op basis van vertrouwen en het maakt dat we conflicten proberen te voorkomen en te beslechten en zo gezamenlijk overleven. Met die gedachte biedt De Waal een uiterst elegante verklaring voor onze sociale kant.

De Waal benadert empathie als een stapeling van vermogens die samen tot volwaardige empathie leiden. Hij bewijst die simpeler vermogens door ingenieus opgezette experimenten met voornamelijk apen en mensapen en verbindt die onderzoeksuitkomsten met de uitkomsten van onderzoek met mensen. Zo toont hij niet alleen aan dat voor de mens uniek geachte vermogens ook bij dieren voor komen. Omgekeerd laat het bestaan van deze vermogens bij dieren iets zien over ons eigen gedrag en hoe diep bepaalde eigenschappen in ons verankerd zijn. Een dergelijk vogelperspectief is zeldzaam in de sociale wetenschappen (in dit geval Internationale Betrekkingen) en kan daarom van grote waarde zijn.

Dat empathie stevig is verankerd in onze natuur, betekent echter geenszins dat De Waal betoogt dat wij vredesengelen zijn. Een incident dat vermoedelijk een grote invloed heeft gehad op het denken van De Waal schijnt meer licht op de balans tussen empathie en onze andere kant: de moord op Luit. De Waal begon zijn carrière als primatoloog bij Burgers’ Zoo in Arnhem, waar hij vooral onderzoek deed naar agressie bij chimpansees, zoals in die tijd (de jaren na Lorenz) zeer gebruikelijk was. In zijn eerste boek beschrijft De Waal hoe twee mannetjes in zijn kolonie een coalitie vormden om de in de kolonie en bij verzorgers zeer geliefde Alfa-man Luit van zijn troon te stoten. Uiteindelijk leidde deze 297 machiavellistische machtsstrijd ertoe dat beide mannetjes Luit castreerden: verwondingen waaraan hij korte tijd later in het bijzijn van De Waal stierf. De Waal vertelt hoe hij voor die tijd de wijze waarop apen conflicten oplossen een “tamelijk interessant verschijnsel” vond, maar hoe dit voorval zijn denken veranderde. 298

“Ik wist dat chimpansees elkaar na een gevecht kussen en omhelzen, maar toen ik in een bloederige operatiekamer naast de dierenarts stond en hem instrumenten aanreikte om honderden

hechtingen aan te brengen, raakte ik ervan doordrongen van welk cruciaal belang dit gedrag eigenlijk is. Het draagt ertoe bij dat apen ondanks incidentele conflicten toch goede betrekkingen

onderhouden. Zonder dit mechanisme lopen de zaken vreselijk uit de hand. Het tragische einde van Luit opende mij de ogen voor de waarde van het vrede stichten, en het speelde een belangrijke

rol in mijn besluit om me te gaan concentreren op dat wat samenlevingen bijeenhoudt.” 299

Mensen hebben, net als chimpansees, een niet te ontkennen vermogen tot agressie. De mens kan volgens De Waal worden beschreven als een zeer coöperatief dier dat erg zijn best moet doen om zelfzuchtige en agressieve neigingen in bedwang te houden, óf als een zeer competitief dier dat desondanks het vermogen bezit om met anderen overweg te kunnen. Voor groepsdieren zoals wij ligt concurrentie altijd op de loer en empathie is juist daarom een essentieel 300 mechanisme om coöperatief gedrag te stimuleren en conflicten te beheersen. Volgens De Waal is onze psychologie in die evolutionaire context gevormd. Inmiddels leven we in complexe massamaatschappijen, maar is een deel van onze

Frans de Waal, Chimpanzee Politics: Power and Sex Among Apes (Baltimore: Johns Hopkins University Press, 2007).

297

De Waal, The Age of Empathy, 44.

298

Ibid., 44.

299

Ibid., 45.

psychologie nog vrijwel dezelfde. Juist daarom is zijn werk zo interessant: het kan ons iets vertellen over de 301 drijfveren van ons gedrag, zonder al te zeer vertroebeld te zijn door ideologieën, cultuur of religie.

De Waal, The Age of Empathy, 221.

In document Gevoel voor iets anders (pagina 65-69)