• No results found

Lokaliteit van een project en de katalyserende effecten

In document De burger als energieproducent. (pagina 56-60)

7 De katalyserende effecten

7.1 Lokaliteit van een project en de katalyserende effecten

Uit de enquêtes komen marginale effecten van participatie in duurzame energieprojecten op de houding ten opzichte van duurzame energie naar voren. Dit is te zien in de tabel 10. Daarnaast is ook in tabel 10 te zien dat uit de enquêtes geen grote verschillen naar voren komen tussen de participanten van de twee verschillende projecten wat betreft dit katalytische effect.

Tabel 10: Het soort project en de houding ten opzichte van duurzame energie vóór – en de houding ten opzichte van duurzame energie sinds participatie.

Houding ten opzichte van DE vóór participatie Totaal

Zeer negatief Negatief Neutraal Positief Zeer positief

1miljoenwatt(N=83) 0% 0% 18,1% 41% 41% 100%

Zon op KWC(N=19) 0% 0% 5,3% 15,8% 78,9% 100%

Totaal (N=102) 0% 0% 15,7% 36,3% 48% 100%

Houding ten opzichte van DE sinds participatie Totaal

Zeer negatief Negatief Neutraal Positief Zeer positief

1miljoenwatt(N=83) 0% 0% 10,6% 43,4% 45,8% 100%

Zon op KWC(N=19) 0% 0% 0% 15,8% 84,2% 100%

Totaal (N=102) 0% 0% 8,9% 38,2% 52,9% 100%

Ook de effecten van participatie in bottom-up geïnitieerde duurzame energieprojecten op het energieverbruik en het milieubewustzijn zijn niet groot. Dit is te zien in tabellen 11 en 12.

Masterscriptie Human Geography • Maayke Braspenning

De burger als energieproducent • De rol van lokaliteit in bottom-up geïnitieerde duurzame energieprojecten

Hierbij moet worden opgemerkt dat de katalyserende effecten iets groter zijn bij de ‘1miljoenwatt’-participanten op zowel het milieubewustzijn als op het energieverbruik. Daarnaast is te zien dat participatie een grotere invloed heeft op het milieubewustzijn dan op het energieverbruik.

Tabel 11: Het soort project en vermindering van het energieverbruik sinds participatie

Energieverbruik verminderd Totaal

Nee Ja

1miljoenwatt (N=83) 83,1% 16,9% 100%

Zon op KWC (N=19) 89,5% 10,5% 100%

Totaal (N=102) 100% 100% 100%

Tabel 12: Het soort project en een groter bewustzijn betreffende het milieu sinds participatie

Meer bewust milieu Totaal

Nee Ja

1miljoenwatt (N=83) 72,3% 27,7% 100%

Zon op KWC (N=19) 78,9% 21,1% 100%

Totaal (N=102) 100% 100% 100%

Uit de open interviews komt een wat minder genuanceerd beeld naar voren betreffende de verschillen tussen het ‘niet-lokale’ project en het ‘lokale’ project. Wanneer gevraagd werd of er sinds de deelname iets veranderd is in de houding en/of het gedrag ten opzichte van het milieu, beantwoordden de meeste ‘1miljoenwatt’-respondenten bevestigend en de meeste ‘Zon op KWC’-respondenten ontkennend.

“Bent u sinds uw deelname meer bezig geweest met duurzame energie, met het milieu?”

“Nee niet meer dan daarvoor. Ga er dan niet nog meer bewust mee bezig zijn nee.” Interview participant ‘Zon op KWC’ #3 (Man, 48, Culemborg)

“Is er iets veranderd in uw houding of in uw gedrag door deelname aan het project? Ten opzichte van het milieu, duurzame energie?”

“Even denken.. ik geloof het eerlijk gezegd niet. Behalve dat ik blij wordt van zo’n initiatief en dat ik denk; “fijn, er zijn andere mensen dan ikzelf mee bezig”.”

Interview participant ‘Zon op KWC’ #4 (Man, 46, Culemborg)

Masterscriptie Human Geography • Maayke Braspenning

De burger als energieproducent • De rol van lokaliteit in bottom-up geïnitieerde duurzame energieprojecten

“Is er door uw deelname iets veranderd in uw houding?”

“Nee.”

“Bent u bewuster met energie of het milieu bezig gegaan?”

“Nee. Ik was al bewust."

Interview participant ‘Zon op KWC’ #5 (Man, 67, Culemborg)

“Maar u heeft niet het gevoel dat er iets is veranderd in uw houding of gedrag ten opzichte van het milieu?”

“Nee, denk ik niet. Ik denk dat ik al wel op een bepaald niveau was.” Interview participant ‘Zon op KWC’ #7 (Vrouw, 58, Culemborg)

“En door de deelname in dit project, is er iets veranderd in uw houding, in uw gedrag, ten opzichte van het milieu?”

“Ja, ja, ik ben er nog meer op gaan letten.”

“En dat is meer geworden sinds uw participatie?”

“Jawel, ik ben er strenger in geworden.”

Interview participant ‘1miljoenwatt’ #2 (Vrouw, 64, Pieterburen)

“Is er sinds jouw deelname iets veranderd in jouw houding of in je milieugedrag?”

Ehm, nee. … Het kan wel zo zijn dat het misschien iets versterkt heeft, van moet je eens kijken ‘het kan toch’, dat idee. Dat zeker.

Interview participant ‘1miljoenwatt’ #4 (Vrouw, 42, Den Bosch)

“Is er door uw deelname iets veranderd in uw houding ten opzichte van het milieu of duurzame energie?”

“Haha, ja… eh, je bent er wel mee bezig dus je gaat dan wel eens een wattmeter lenen om te kijken hoeveel vermogen je apparaten nu daadwerkelijk vragen wat je aan hebt staan. Nou dan kom je er inderdaad achter dat er nog wel wat te winnen valt. Dus het was wel een trigger om daarmee bezig te zijn om nog eens extra goed naar de rekeningen te kijken en naar de financiële kant van het verhaal. Dus ja dat heeft daar wel in mee gespeeld, dat klopt.”

Interview participant ‘1miljoenwatt’ #5 (Man, 30, Bunnik)

Masterscriptie Human Geography • Maayke Braspenning

De burger als energieproducent • De rol van lokaliteit in bottom-up geïnitieerde duurzame energieprojecten

Uit de open interviews wordt de aanwezigheid van katalyserende effecten niet bevestigd onder de participanten van ‘Zon op KWC’. Bovenstaande citaten suggereren dat deze effecten vooral aanwezig zijn onder de ‘1miljoenwatt’ participanten.

7.2 Samenvattend

Of en hoe heeft het aspect van lokaliteit invloed op bottom-up geïnitieerde duurzame energieprojecten betreffende de katalyserende effecten? Geconcludeerd kan worden dat enquêtes niet het goede instrument blijken te zijn om katalyserende effecten te meten, het is wellicht te eenzijdig. Wanneer er meer ruimte is voor de respondenten om context te geven aan het antwoord op de vraag of zij zich nu meer bewust zijn van het milieu, komt bij de participanten van het ‘niet-lokale’ project naar voren dat dit, zoals ook is beargumenteerd door Devine-Wright en Walker (2008) en Wustenhagen, Wolsink en Burer (2007), inderdaad zo is. Het is echter geen belangrijk aspect in hun leven. Bij de participanten van het ‘lokale’ project komt naar voren dat zij zich al erg bewust waren van het milieu en vóór deelname al een duurzame leefstijl probeerden te volgen. Deelname aan het project is een van de invullingen die hieraan wordt gegeven.

Masterscriptie Human Geography • Maayke Braspenning

De burger als energieproducent • De rol van lokaliteit in bottom-up geïnitieerde duurzame energieprojecten

8 Conclusie

In document De burger als energieproducent. (pagina 56-60)