• No results found

9 Discussie en aanbevelingen

In document De burger als energieproducent. (pagina 65-70)

Moet de conclusie welke aan dit onderzoek wordt verbonden zijn, dat de weg van ‘1miljoenwatt’ de juiste is en die van ‘Zon op KWC’ onjuist? Dit onderzoek wijst namelijk uit dat eerstgenoemde project meer inclusief werkt en in staat is om een bredere doelgroep aan te spreken en daarnaast de samenwerking heeft gevonden met de ‘grote gevestigde partijen’. Laatstgenoemde project wordt ‘verweten’ te marginaliseren en teveel in het eigen hokje te denken. Toch vindt de onderzoeker dat dit een te zwart-witbeeld is en geen recht doet aan het lokale project. De deelnemers van ‘Zon op KWC’ hebben een bewuste keuze gemaakt om deel te willen nemen aan een kleinschalig project, in de eigen omgeving. In die zin zijn het twee zeer verschillende initiatieven die dan ook verschillende doelgroepen aanspreken. Het feit dat dit soort projecten naast elkaar kunnen bestaan moet als positief worden beschouwd. Een kort door de bocht ‘er is voor ieder wat wils’, is zeer van toepassing in dit geval. Bovendien, wanneer zowel het lokale project als het niet-lokale project in het kader van de transitietheorie worden geplaatst, kunnen het beiden een weg zijn naar een duurzamere samenleving.

Een andere vraag welke de onderzoeker bezig heeft gehouden is of het eigenlijk wel mogelijk is om op basis van dit onderzoek iets te zeggen over de rol van lokaliteit in bottom-up geïnitieerde duurzame energieprojecten? Het hele concept van ‘lokaliteit’ is wellicht problematisch aangezien er nog andere factoren zijn welke, naast de rol van lokaliteit, meespelen. In de praktijk hangen ‘lokaliteit’ en de schaal en opzet bijvoorbeeld nauw samen. Het is de onderzoeker niet gelukt een lokaal opererend en niet-lokaal opererend project te vinden van gelijke schaalgrootte en met dezelfde opzet. Hierdoor is het lastig om boven de vergelijkende analyse van de onderzochte cases uit te stijgen. Want welke verschillen zijn toe te wijzen aan de rol van lokaliteit en welke verschillen zijn toe te wijzen aan de verschillen in schaalgrootte en opzet? Om deze vraag te kunnen beantwoorden en een beter onderbouwd standpunt in te kunnen nemen betreffende de rol van lokaliteit in bottom-up geïnitieerde duurzame energieprojecten is het nodig om verder onderzoek te verrichten. Het verdient in dit geval de aanbeveling om meerdere casussen te onderzoeken met een verschillende mate van lokale binding en die daarnaast ook diversiteit vertonen op het vlak van schaalgrootte en de manier van organisatie.

Masterscriptie Human Geography • Maayke Braspenning

De burger als energieproducent • De rol van lokaliteit in bottom-up geïnitieerde duurzame energieprojecten

10 Literatuur

Barendregt, B., Jaffe, R. (2014) ‘Green Consumption, The Global rise of Eco-Chic, Edited by

Bart Barendregt and Rivke Jaffe’, New York: Bloomsbury Academic, Hoofdstuk 1

Bekkum, O. van, Griffioen, C. (2012) ‘De economische betekenis van de coöperatie’, Coöperatie+ (1)

Berg van den M. (2013) ‘Stedelingen veranderen de stad. Over nieuwe collectieven, publiek

domein en transitie.’

a- Bryman, A. (2008) ‘Social Research Methods’, Third Edition, New York: Oxford University Press, Hoofdstuk 2

b- Bryman, A. (2008) ‘Social Research Methods’, Third Edition, New York: Oxford University Press, Hoofdstuk 7

c- Bryman, A. (2008) ‘Social Research Methods’, Third Edition, New York: Oxford University Press, Hoofdstuk 8

d- Bryman, A. (2008) ‘Social Research Methods’, Third Edition, New York: Oxford University Press, Hoofdstuk 22

e- Bryman, A. (2008) ‘Social Research Methods’, Third Edition, New York: Oxford University Press, Hoofdstuk 25

Devine-Wright, P. (2007) ‘Energy citizenship: psychological aspects of evolution in

sustainable energy technologies’ In: Murphy, J. (Ed.), Framing the present, Shaping the

future: Comtemporary Governance of Sustainable Technologies. Earthscan, London, p. 63-86 Devine-Wright, P., Walker. G. (2008) ‘Community renewable energy: What should it mean?’, Energy Policy, Vol. 36 (2), p. 497-500.

Masterscriptie Human Geography • Maayke Braspenning

De burger als energieproducent • De rol van lokaliteit in bottom-up geïnitieerde duurzame energieprojecten

Devine-Wright, P., Wiersma, B. (2013) ‘Opening up the “local” to analysis: Exploring the

spatiality of UK urban decentralized energy initiatives’, Local Environment, Vol. 18 (10), p.

1099-1116

Fainstein, S. (2010) ‘The just city’, New York: Cornell University Press

Geels, F., R. Kemp, (2000) ‘Transities vanuit sociotechnisch perspectief’, Universiteit Twente en MERIT

Heijden, J. van der et al (eds) (2011) ‘Experimenteren met burger initiatief, van doe-het-zelf

naar doe-het-samen.’, Den Haag: Ministerie van Binnenlandse Zaken.

Huijts, N., Midden, C., Meijnders, A. (2007) ‘Social acceptance of carbon dioxide storage’, Energy Policy, Vol. 35 (5), p. 2780-2789

Kostakis, I., Sardianou, E. (2012) ‘Which factors affect the willingness of tourists to pay for

renewable energy?’, renewable energy, vol. 38 (1), p. 169-172

Loorbach, D.,(2007) ‘Transition Management’, Utrecht: International Books

Rotmans, J.,(2003) ‘Transitiemanagement; Sleutel voor een duurzame samenleving’ Assen: Koninklijke van Gorcum

Rotmans, J., (2005) ‘Maatschappelijke innovaties, tussen droom en werkelijkheid staat

complexiteit’, Hoofddorp: Brummelkamp

Sardianou, E., Genoudi, P. (2013) ‘Which factors affect the willingness of consumers to adopt

renewable energies?’, renewable energy, 57, p. 1-4

Sauter, R. and Watson, J. (2007) ‘Strategies for the deployment of micro-generation:

implications for social acceptance’, Energy policy, 35, p. 2770-2779

Smith, A. (2005) ‘The alternative technology movement: an analysis of its framing and

negotiation of technology development’, Human Ecology Review, Vol. 12 (2), p. 106-119

Masterscriptie Human Geography • Maayke Braspenning

De burger als energieproducent • De rol van lokaliteit in bottom-up geïnitieerde duurzame energieprojecten

Walker, G. (2008) ‘What are the barriers and incentives for community-owned means of

energy production and use?’, Energy Policy, Vol. 36 (12), p. 4401-4405.

Walker, G. (2011) ‘The role for ‘community’ in carbon governance’, WIREs Climate Change, Vol. 2, p. 777-782.

Walker, G., Hunter, S., Devine-Wright, P., Evans, B., Fay, H. (2007) ‘Harnessing community

energies: explaining and evaluating community-based localism in renewable energy policy in the UK’, Global Environmental Politics, Vol. 7 (2), p. 64-82

Walker, G., Devine-Wright, P., Hunter, S., High, H., Evans, B. (2010) ‘Trust and community:

Exploring the meanings, contexts and dynamics of community renewable energy’, Energy

Policy, Vol. 38 (6), p.2655-2663.

Watson, J. (2004) ‘Co-provision in sustainable energy systems: the case of micro-generation’, Energy Policy, vol. 32 (17), p. 1981-1990.

Wustenhagen, R., Wolsink, M., Bürer, M. (2007) ‘Social acceptance of renewable energy

innovation: an introduction to the concept’, Energy Policy, Vol. 35 (5), p. 2683-2691

Zografakis, N. et. al. (2010) ‘Assessment of public acceptance and willingness to pay for

renewable energy sources in Crete’, Renewable and Sustainable Energy Reviews, vol.14 (3),

p.1088-1095

www.1miljoenwatt.nl , consulted 31st of January 2014

www.hieropgewekt.nl, consulted 31st of January 2014

Masterscriptie Human Geography • Maayke Braspenning

De burger als energieproducent • De rol van lokaliteit in bottom-up geïnitieerde duurzame energieprojecten

Masterscriptie Human Geography • Maayke Braspenning

De burger als energieproducent • De rol van lokaliteit in bottom-up geïnitieerde duurzame energieprojecten

In document De burger als energieproducent. (pagina 65-70)