• No results found

Altman, D.G., Bland, J.M., (1995), “Statistic notes: absence of evidence is not evidence of absence”, BMJ, 311:485.

ANBI Blog, “Staatssecretaris Weekers reageert op vragen over intrekken ANBI status”, van internet gehaald 22-03-2014, http://anbi.nl/staatssecretaris-weekers-reageert-op-vragen- over-intrekken-anbi-status.

ANBI Blog, “Geen rust aan ANBI front in 2014”, van internet gehaald op 22-03- 2014, http://anbi.nl/geen-rust-aan-het-anbi-front-2014.

ANBI Blog, “9000 goede doelen dreigen fiscaal voordeel te verliezen”, van internet gehaald 30-03-2014, http://anbi.nl/9000-goede-doelen-dreigen-fiscaal-voordeel-te-verliezen.

Ball, R. (2001), “Infrastructure Requirements for an Economically Efficent Sytem of Public Financial Reporting and Disclosure”, Brookings-Wharton Papers on Financial Services

2001.1, 127-169. Project MUSE.

Behn, B.K., DeVries, D.D., Lin, J. (2010), “The determinants of transparency in nonprofit organizations: An exploratory study” , Advances in Accounting incorporating Advances in International Accounting, Elsevier Ltd. (26) 6-12.

Belastingdienst, ANBI regelinghttp://www.belastingdienst.nl/wps/wcm/connect /bldcontentnl/belastingdienst/zakelijk/bijzondere_regelingen/goede_doelen/algemeen_ nut_beogende_instellingen/belastingregels_algemeen_nut_beogende_instellingen

Berger, L. (2013), “Hoe transparantie het antwoord op alles werd”, van internet gehaald 14-06-2014, https://decorrespondent.nl/13/Hoe-transparantie-het-antwoord-op-alles- werd/433147-5e3736b9.

Bies, A.L., (2010), “Evolution of Nonprofit Self-Regulation in Europe”, Nonprofit and Voluntary Sector Quarterly, Sagepub, (39): 1057.

Bijlert, J. B. W., van, en Albeda, H.D. (2002). "Transparantie doorzien." Op zoek

naar de burger als.

Bothwell, R.O. (2004), “Trends in Self-Regulation And Transparency Of Nonprofits in The U.S.”, The International Journal of Not-for-Profit Law”, ICNL, Vol. 2, Issue 3.

Brakman Reiser, D., “There Out to Be a Law: The Disclosure Focus of Recent Legislative Proposals, for Nonprofit Reform”, Chicago-Kent Law Review, Vol. 80, Issue 2.

Breen, O.B. (2013), “The Disclosure Panacea: A Comparative Perspective on Charity Financial Reporting.” Voluntas, (24), (852-880)

Britton, R.A., (2008), “Making Disclosure Regulation Work in the Nonprofit Sector”, University of Illinois Law Review, .HeinOnline, No. 1.

Buijink, W., (2006), “Evidence-Based Financial Reporting Regulation”, ABACUS, Accounting Foundation, University of Sydney, Vo. 42, Nos ¾.

Burger, R., Owens, T., (2009), “Promoting Transparancy in the NGO Sector: Examing the Availability and Reliability of Self-Reported Data”, World Development, Elsevier Ltd., Vol. 38, No. 9, pp. 1263-1277.

Caers, R., Bois, C. du, Jegers, M. Gieter, S. de, Schepers, C, Pepermans, R., (2008), “Principal-Agent Relationships on the Stewardship-Agency Axis”, Nonprofit Management & Leadership, Wiley Periodicals Inc., vol. 17, no. 1, Fall 2006.

Charity Commission, www.charitycomission.gov.uk

Dacombe, R., (2011), “Can we argue against it? Performance management and state funding of voluntary organizations in the UK, Public Money & Management, Routledge, 31:3, 159-166.

Dekker, Prof. P.,(2002), “Onderzoek”, FIN Nieuwsbrief, juli 2002, FIN Vereniging van Fondsen in Nederland, ’s Gravenhage.

Ebrahim, A. (2003a), “Making Sense of Accountability: Conceptual Perspectives for Northern and Southern Nonprofits”, Nonprofit management and Leadership, Wiley Periodicals Inc., vol. 14, no.2 (191-212).

Ebrahim, A.(2003b) “Accountability In Practice: Mechanisms for NGOs.” World Development, 31 (5), (813-829).

Fremont-Smith, M.R., (2004), “Pillaging of Charitable Assets: Embezzlement and Fraud”, The Exempt Organization Tax Review, Taxanalysts, Vol. 46, No. 3.

Groenhuijsen, C, en Venema, E., (2014), “De rivier”, van internet gehaald 13-07- 2014, www. Filantropium.nl/opinie.

Jong, Commissie G. de, (2014), “Advies Commissie De Jong”, Voorburg, 15 januari 2014.

Het Nederlands Donateurspanel, (2013),Meting september 2013, van internet gehaald 29-06-2014, www.WWAV.nl.

Het Nederlands Donateurspanel (2013), Meting december 2013, van internet gehaald 29-06-2014, www.WWAV.nl.

Het Nederlands Donateurspanel (2014), Meting maart 2014, van internet gehaald 29-06-2014, www.WWAV.nl.

Het Nederlands Donateurspanel (2014), Meting juni 2014, van internet gehaald 29- 06-2014, www.WWAV.nl.

Intomart, Gfk B.V., (2013), “Publieksbelang goede doelen”, Kwalitatief en kwantitatief onderzoek onder burgers in opdracht van DPC ten behoeve van het Ministerie van Justitie en Veiligheid.

Jensen, M., & Meckling, W. (1976), “Theory of the firm: Managerial behavior, agency costs and ownership structure”, Journal of Financial Economics, 3, 305-360.

Hyndman, N., McMahon, D. (2011), “The Hand of Governement in Shaping Accounting and Reporting in the UK Charity Sector”, Public Money & Management, Routlegde, 31:3, 167-174.

Hood, C., en Heald, D., (2006), “Transparency: The Key to Better Governance?”, [Online], British Academy, Oxford University Press, Online abstract http://ukcatalogue.oup.com/product/9780197263839.do

Hooper, K. Sinclair, R. and Huis D. (2008), “Financial Reporting by New Zealand charities: finding a way forward”, Managerial Auditing Journal, Emerald Group Publishing Ltd., Vol. 23, No. 1.

Irvin, R.A., (2005), “State Regulation of Nonprofit Organizations: Accountability Regardless of Outcome”, Nonprofit and Voluntary Sector Quarterly, Sage Publications, 34: 161.

Irvine, H., Ryan, C. (2010), “An International Comparison of Not-For-Profit Accounting Regulation”, School of Accountancy, Queensland University of Technology, Brisbane QLD, AFAANZ Conference 2010.

Jong, G. de, (2013), Toelichting op het Toetsingskader Validatiestelsel gericht op het Publieksbelang inzake de sector Filantropie (definitieve versie, 27 maart 2013).

Kalma, P., Maas, T., (2014), “Rutte II wedt op het verkeerde paard”, De Groene Amsterdammer, Jaargang 138/Nr. 25, pp. 18-21.

Keating, K.E., Frumkin, P. (2003), “Reeengineering Nonprofit Financial Accountability: Toward a More Reliable Foundation for Regulation”, Public Administration Review, Vol. 63, No. 1, pp. 3-15.

Kelly, K.S. (2001), “Stewardship: The fifth step in the public relations process, In R.L. Heath (Ed.), Handbook of public relations, (pp. 279-290), Thousand Oaks, CA: SAGE.

Lee, M. (2004), “Public Reporting, A Neglected Aspect of Nonprofit Accountability”, Nonprofit Management & Leadership, Wiley Periodicals, vol. 15, no. 2.

Miller, J.L., (2002), “The Board as a Monitor of Organizational Activity: The Applicable of Agency Theory to Nonprofit Boards, Nonprofit Management and Leadership, Wiley Periodicals Inc. vol. 12, issue 4, p. 429-450,

Najam, A. (1996), “Understanding the Third Sector: Revisiting the Prince, the Merchant, and the Citizen.” Nonprofit management and Leadership, Wiley Periodicals Inc., vol. 7, no.2 (203-219).

Mazars, (2013), “Grote goede doelen winnen terrein op kleinere organisaties”, van internet gehaald 7-12-2013, www.mazars.nl/startpagina/persberichten/grote-goede-doelen-winnen- terrein-op-kleinere-organisaties.

Ministerie van Veiligheid en Justitie, kenmerk 379529, (2013) “Filantropie”, Directoraat-generaal Jeugd en Sanctietoepassing, 25 april 2013.

Overheid.nl, Consultatie Publicatieplicht stichtingen DB/2013/234u/28-05-2013,, van internet gehaald 22-03-2014, www.internetconsultatie.nl/publicatieplicht_stichtingen.

Overheid.nl, Consultatie Wet bestuur en toezicht rechtspersonen (nog niet aangeboden, geen referentie), van internet gehaald 22-03-2014, www.internetconsultatie.nl/bestuurentoezichrechtspersonen.

Puyvelde, S. van, Caers, R., Bois, C. du, Jegers, M., (2012), “The Governance of Nonprofit Organizations: Integrating Agency Theory With Stakeholder and Stewardship Theories”, Nonprofit and Voluntary sector Quarterly, Sage Publications, 41:431.

Franssen, B.C., Kooij S., Roestenberg S.S.J.P., (2013), Ruimte voor Geven, Quickscan Validatiestelsel Filantropie, van internet gehaald 27-07-2014, http://www.sbf- filantropie.nl/viewer/file.aspx?fileinfoID=421.

Rose-Ackerman, S. (2001), “Altruism, Nonprofits, and Economic Theory”, Journal of Economic Literature, Vol. XXXIV, pp. 701-728.

Saxton, G.D., Kuo, J.S., Ho, Y.C, (2012), “The Deterrminants of Voluntary Financial Disclosure by Nonprofit Organizations”, Nonprofit Voluntary sector Quarterly, Sage Publications, 41: 1051

SBF, (2013), “Keurmerk Filantropie, Rapport Keurmerkcriteria”, versie 3, 19

december 2013, van internet gehaald 5 juli 2014,

http://www.fondsenwerving.nl/Uploaded_files/Zelf

/Nieuws%20overig/Dossier%20Validatiestelsel/SBF%20Rapport%20Keurmerkcriteria%20v ersie%203-%2019%20dec%2013.pdf.

SBF, Bestuursverslag, 2012, www.sbf.nl SBF, Bestuursverslag, 2013, www.sbf.nl

S.C.P.-publicatie, (2001), Noch markt, noch staat, Sociaal en Cultureel Planbureau. Swartz, A. (2010), van internet gehaald 14-6-2014, http://www.aaronsw.com/ weblog/usefultransparancy.

Schuyt, Th.N.M., (2011), Geven in Nederland 2011, Reed Business Educatie.

Smeltink, “Allereerste ’Dikke Blauwe’ gepresenteerd in Nieuwspoort”, van internet gehaald 13-07-2014, www. Filantropium.nl/featured.

Trussel, J.M., Parsons, L.M. (2008), “Financial Reportng Factors Affecting Donations To Charitable Organizations”, Advances in Accounting, Volume 23, 263-285.

Vanderwaren, K.R., (2002), “Financial Accountability in Charitable Organizations: Mandating an Audit Committee Function”, Chicago-Kent Law Review, Volume 77, Issue 2, 13. Venema, E., (2014), “Top 24 goede doelen scoort gemiddeld beter; grote individuele verschillen”, van internet gehaald 13-07-2014, www. Filantropium.nl/achtergrond.

ViceVersaOnline, (2014), “Discussie proefschrift Kellie Liket: is impact meten mogelijk?, van internet gehaald 14-08-2014, www.viceversaonline.nl/2014/04.

ViceVersaOnline, (2014), “Meer impactstudies geen oplossing om goede doelen efectiever te maken”, van internet gehaald 13-08-2014, www.viceversaonline.nl/2014/04.

Vishwanath, T., Kaufman, D. (2001), “Toward Transparancy: New Approaches and Their Application to Financial Markets”, The World Bank Research Observer, vol. 16, no. 1 pp. 41-57.

Volkskrant, 2012, “Grote goede doelen blijken immuun voor crisis”, van internet gehaald 7-12-2013, www.volkskrant.nl/vk/nl/7264/2013/article/print/detail/3287473/

Wagenhofer, A. (2011), “Towards a theory of accounting regulations: A discussion of the politics of disclosure regulation along the economic cycle”, Journal of Accounting and Economics, Elsevier B.V., 52, 228-234.

Whittington, G., (1993), “Corporate Governance and the Regulation of Financial Reporting”, Accounting and Business Research, Croner.CCH Group Ltd. vol. 23, No. 91A. pp 311-319.

Vragenlijst

Er is gewerkt vanuit een algemene vragenlijst, waarbij tijdens de interviews de vragen zoveel mogelijk zijn gesteld vanuit de instelling van de geinterviewden.

1. Kent u het validatiestelsel? Wat is uw indruk over dit stelsel?

2. Vindt u dat het toezicht op en handhaving op de sector en de verslaglegging voldoende is? (kunt u uw antwoord onderbouwen?).

3. Het validatiestelsel wil een register instellen voor fondsenwervende instellingen. Bij het voldoen aan bepaalde normen, mag de instelling zich inschrijven in het register. Geregistreerde instellingen dienen verantwoordingsinformatie te publiceren over gerealiseerde doelen en relevante financiële kerngegevens. In het voorstel dat er nu ligt zijn geen normen of richtlijnen opgenomen ten aanzien van te publiceren verantwoordingsinformatie. Commissie De Jong stelt dat burgers en andere belanghebbende zelf de informatie kunnen beoordelen en op waarde kunnen schatten. In de profit sector zijn juist ten aanzien van de te publiceren verantwoordingsinformatie veel richtlijnen en wet- en regelgeving van toepassing vanuit de gedachte dat dit ten behoeve van de gebruikers de betrouwbaarheid, consistentie en vergelijkbaarheid van de informatie waarborgt.

Acht u wettelijke eisen aan de verantwoordingsinformatie nodig? Of vindt u het juist beter dat er geen wettelijke eisen worden gesteld? Zowel gezien vanuit de gebruikers als voor het uitoefenen van toezicht.

4. Commissie De Jong stelt dat er een gebrek aan overzichtelijke, vergelijkbare informatie over de bestuurlijke en organisatorische inrichting van filantropische instellingen bestaat en er weinig inzicht is in de besteding van middelen in verhouding tot de organisatiekosten en de feitelijke effecten van de bestedingen. De Commissie stelt dat met de instelling van het register voor fondsenwervende instellingen dit probleem van “gebrekkige en versnipperde” informatie over goede doelen in belangrijke mate wordt opgelost.

Wat vindt u van het standpunt van de commissie ten aanzien van het probleem in de informatieverstrekking?

5. Het validatiestelsel richt zich met name op de ANBI instellingen. Voor ANBI instellingen zijn met ingang van 1 januari 2014 al aanvullende eisen van toepassing, waaronder publicatie van verantwoordingsinformatie, zoals besteding aan doelen en financiële gegevens. De belastingdienst oefent hier toezicht op uit.

Vindt u het validatiestelsel van toegevoegde waarde voor de transparantie van ANBI instellingen? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?

6. Er bestaan op dit moment een aantal private keurmerken voor fondsenwervende instellingen, waarvan het CBF keurmerk de grootste en bekendste is. Het CBF hanteert normen ten aanzien van verslaggeving, besteding ten behoeve van de doelstelling en bestuur, controleert hier zelf op en maakt gebruik van accountantscontroles. Ten behoeve van het opstellen van de normen werkt het CBF samen met de overheid, met belanghebbenden en met brancheorganisaties.

Hoe relateert u de eisen die het CBF keurmerk met betrekking tot transparantie en verslaglegging stelt aan de eisen die het validatiestelsel aan instellingen stelt?

7. De Commissie De Jong stelt dat op dit moment één aanwijsbare, gespecialiseerde en slagvaardige toezichthouder op filantropische instellingen ontbreekt. Bestaande certificeerders kunnen, wanneer een keurmerkhouder zich niet aan de regels houdt, het keurmerk schorsen of intrekken. De Belastingdienst kan een instelling die zich niet aan de regels houdt de ANBI-status worden ontnomen.

Welke aanvullende middelen biedt het validatiestelsel en zijn deze voldoende c.q. hebben deze waarde voor de sector?

8. Commissie De Jong ziet de nieuwsberichten over de incidenten bij fondsenwervende instellingen als teken dat er ernstige misstanden zijn in de sector en geeft dit als één van de argumenten voor de invoering van het validatiestelsel.

Bent u het daarmee eens? Of vindt u dat deze berichten ook opgevat kunnen worden als teken dat bepaalde signaleringsfuncties juist wel goed werken?

9. Doelstelling van het validatiestelsel is het verbeteren van de transparantie binnen de sector en het uitoefenen van toezicht om een eind te maken aan de gesignaleerde misstanden zoals deze in de publiciteit zijn gekomen afgelopen jaar. Verantwoordingsinformatie is een belangrijk element in zowel transparantie als toezicht.

Heeft uw instelling een specifiek beleid ten aanzien van deze punten?

10. Welke veranderingen brengt het validatiestelsel voor uw instelling met zich mee?

11. Het validatiestelsel gaat niet uit van een algemene registratieplicht voor alle goede doeleninstellingen, maar stelt een register in voor fondsenwervende instellingen die aan bepaalde normen voldoet en koppelt registratie tevens aan de ANBI status. Het is denkbaar dat filantropische instellingen in het maatschappelijk verkeer actief zijn, ook als fondsenwerver, die niet geregistreerd zijn en dus niet onder het toezicht en handhavingsmogelijkheden van het validatiestelsel vallen.

Hoe ziet u dit? En hoe ziet u de rol van het validatiestelsel hierbij?

12. Er bestaat kritiek op de nieuwe regelgeving omdat met name kleine goede doeleninstellingen moeite lijken te hebben om hieraan te voldoen en noodgedwongen op houden te bestaan.

Vindt u deze kritiek terecht? Zo ja, vindt u dit een noodzakelijk gevolg van de nodige wijzigingen binnen de sector, of vindt u dit een onnodig nadelig gevolg voor de sector en de maatschappij?

13. Op dit moment zijn er nog twee andere wetten voorbereiding voor stichtingen. Eén die de publicatieplicht voor stichtingen in handelsregister invoert en één die de positie van bestuurders bij stichtingen in overeenstemming moet brengen met

deze van besloten en naamloze vennootschappen en die mogelijkheden geeft bestuurders van stichtingen via de rechter aan te spreken op hun functioneren.

Wat vindt u hiervan? Hoe ziet u deze wetsvoorstellen in relatie tot het validatiestelsel?

14. Hoe ziet u de rol van de overheid?

15. Zijn er nog zaken die u relevant acht, maar nog niet aan de orde zijn geweest?