• No results found

Leggen boeien voor vaarwegmarkering (Foto Rijkswaterstaat)

Door baggerwerken worden opslibbende vaargeulen en havens voortdurend op voldoende diepte gehouden voor de scheepvaart. Veel baggerwerk vindt plaats in een relatief klein gebied in de vaargeul met veerbootroute Holwerd-Ameland, omdat de opslibsnelheid daar zeer hoog is. Voor het vrijkomend slib bij het

Waddenzee. Het is op dit moment toegestaan om zand dat bij noodzakelijk onderhoud van vaargeulen vrijkomt in een beperkte omvang aan wal te brengen. Het beleid ‘geen zand onttrekken uit het kustfundament’ wordt hierbij

vastgehouden. Rijkswaterstaat heeft in 2016 een besluitvormingstraject in gang gezet met betrekking tot zandonttrekking bij vaargeulonderhoud in de Waddenzee. Op grond van het landelijk kustbeleid heeft Rijkswaterstaat besloten om deze vorm van onttrekking van zand aan de Waddenzee vanaf 2018 geleidelijk af te bouwen tot nul. In 2013 is de drempel in de vaarweg Boontjes verwijderd. Hiermee kunnen dieper stekende schepen varen tussen Harlingen en Kornwerderzand (naar het IJsselmeer).

Er lopen op diverse plaatsen in de Waddenzee kabels en leidingen. Kabels en leidingen dienen conform vergunningen onder het sediment te liggen. Het onderhoud hieraan kan bestaan uit het inspuiten of bezanden van deze kabels en leidingen. Dit gebeurt vaak met gespecialiseerde werkschepen.

Boven de Waddenzee geldt een minimum vlieghoogte van 450 meter. Er is een aantal corridors waar lager gevlogen mag worden onder voorwaarden. Voor noodzakelijk laagvliegen (zoals monitoring) worden voorwaarden gehanteerd om verstoring van fauna te beperken. Vliegvelden liggen bij Den Helder (De Kooy) en op Texel en Ameland en hiervandaan vertrekken en landen civiele of militaire vliegtuigen, helikopters (vooral naar offshore mijnbouw) en sportvliegtuigjes. Er is een procedure gestart voor het ontwikkelen van een helihaven in de Eemshaven. Daar waar water en land elkaar ontmoeten in het waddengebied zijn dijken,

dammen, oeververdedigingen en sluizen aangelegd. Om de veiligheid te waarborgen worden deze verdedigingsstructuren geregeld onderhouden en wordt op de

Waddeneilanden de basiskustlijn in stand gehouden door frequent uitvoeren van zandsuppleties. De veiligheid tegen overstromingen prevaleert altijd boven andere belangen in de Waddenzee.

Lozingen van bedrijven zijn geconcentreerd rond de havengebieden en moeten voldoen aan de eisen volgens de Waterwet. De belangrijkste locaties voor het onttrekken en lozen van koelwater door bedrijven bevinden zich in het Eemshaven- gebied en nabij het Zeehavenkanaal van Delfzijl. Koelwater kent een

grensparameter ‘warmtelast’. Deze wordt op grond van het bij de Waterwet behorende beleid beoordeeld volgens de criteria mengzone, onttrekking en opwarming. Deze mengzone is een variabel gebied dat een bepaalde grootte niet mag overschrijden.

Naast bedrijfsmatige lozingen is er op diverse plekken langs de kust sprake van het spuien van zoet binnenwater op de Waddenzee, met name vanuit het IJsselmeer, de Eems en het Lauwersmeer.

In de Waddenzee worden, afhankelijk van het sediment waaruit gewonnen wordt, schone of kleischelpen gewonnen. Het quotum van de winning in de Waddenzee en de buitendelta’s van de aangrenzende Noordzeekustzone bedraagt niet meer dan de natuurlijke netto schelpenproductie in de Waddenzee. De wingebieden zijn beperkt tot de diepere geulen van de zeegaten Marsdiep, Vlie en het Friese Zeegat. Op een aantal locaties in en buiten de Waddenzee zijn gaswinstations vanwaar gas van onder de Waddenzee wordt opgepompt. Het gaat hierbij om Groningenveld, Ameland, Moddergat, Lauwersoog, Vierhuizen, Zuidwal en Anjum. Het belangrijkste effect dat hier vanuit gaat is bodemdaling. Er is een voortdurende monitoring van de

Natura 2000-beheerplan Waddenzee

Pagina 62 van 331

bodemdaling en de effecten. Bij onvoorziene, niet acceptabele effecten van de bodemdaling door gaswinning wordt de winning verminderd of worden de effecten voorkómen of hersteld.

In het waddengebied voeren militairen (oefen)activiteiten uit: zoals Texel (Mokbaai/de Hors), Vliehors en Marnewaard. Verder vinden bij Breezanddijk beproevingen van munitie plaats (in zuidelijke richting, dus over het IJsselmeer). Op de Vliehors oefenen militaire vliegtuigen met bommen, raketten en boordwapens op gronddoelen. Ook wordt er getraind voor snelvaren en voor het aanlanden met amfibische vaartuigen.

Ten behoeve van rampenbestrijding en reddingswerkzaamheden oefenen

verschillende hulpdiensten geregeld in het waddengebied. Dit gebeurt zowel op het water als door de lucht volgens opgezette oefenprogramma’s. Ook vinden er gebiedsinspecties plaats. De werkelijke reddingswerkzaamheden zijn

vanzelfsprekend niet aan snelheidsregels en vlieghoogten gebonden.

Agrarisch gebruik

In zomerpolders vindt agrarisch gebruik en onderhoud plaats, zoals: beweiden, onderhoud watergangen, paden en afrasteringen, maaien, bemesten, plaatsen drinkbakken en distelbestrijding. Bij de uitvoering van het onderhoud wordt in de praktijk rekening gehouden met vooral het belang van (broed)vogels.

4.4 Ontwikkelingen in activiteiten

Diverse activiteiten veranderen in de loop der tijd, bijvoorbeeld omdat er sprake is van nieuwe technieken of nieuwe inzichten en maatschappelijke ontwikkelingen. Hieronder wordt per sector kort ingegaan op dergelijke ontwikkelingen.

Visserij

In 2010 is een ‘Brede visie op duurzame visserij in de Waddenzee’ opgesteld (Lit. 56). De hierin geschetste toekomstvisie voor het jaar 2020 gaat hoofdzakelijk over de beroepsvisserij in het Nederlandse deel van de Waddenzee. Daarnaast is ook aandacht voor de relatie tussen de beroeps- en sportvisserij en de beroepsvisserij en andere (economische) activiteiten in de regio. Voor de huidige situatie is een aantal knelpunten benoemd. Zo zouden vissers graag flexibeler willen zijn in de keuze van de verschillende vormen van visserij die zij zouden kunnen beoefenen. Vissers hebben nu niet altijd de mogelijkheid om zo doelmatig mogelijk te vissen op die soorten die de natuur op een bepaald moment biedt. Sommige visserijvormen zijn niet goed afgestemd op wat het ecosysteem heeft te bieden en kan verdragen (Lit. 56). Om te weten hoe een visserijvorm, passend binnen de draagkracht van het ecosysteem, er precies uit ziet, is meer kennis over dat systeem nodig en over de impact die visserij op het systeem heeft. Het streven van de klankbordgroep ‘Hollenga’ voor 2020 is om de balans tussen de waddenvisserij de natuur in beeld te brengen. De visserij van de toekomst is beter afgestemd op het ecosysteem en is sociaal en economisch aantrekkelijk. Er moet aandacht geschonken worden aan de flexibilisering van de vloot, zodat deze zich naar 2020 toe makkelijker kan

aanpassen aan wat de natuur te bieden heeft, zonder dat huidige beperkingen nog in de weg staan. Parallel hier aan moeten visserijtechnieken die nadelige effecten op het ecosysteem hebben, aangepast worden.

In 2014 heeft een evaluatie plaatsgevonden van de transitie van de

mosselzaadvisserij in de westelijke Waddenzee, op basis van het in 2008 gesloten convenant. De werkwijze van sluiting van gebieden wordt veranderd, waarbij in de

toekomst gebieden worden gesloten waar vanuit historisch perspectief

mosselbanken zijn te verwachten. Hierbij worden grotere gebieden gesloten in plaats van zeer veel kleine gebiedjes en kan combinatie worden gezocht met eventuele zonering van de garnalenvisserij.

Sinds de jaren ’90 is er sprake van een toename in de garnalenvangsten en de intensiteit van de garnalenvisserij op de Waddenzee is relatief hoog. De verwachting is dat de vraag naar garnalen in de toekomst redelijk stabiel zal blijven. Overheden, natuur- en visserijorganisaties maken afspraken over maatregelen die zien op een verdere verduurzaming van deze sector. De garnalensector wil daarbij parallel werken aan een beter toekomstperspectief. Voor de komende tijd, die verder reikt dan deze beheerplanperiode, zijn en worden afspraken gemaakt over

verduurzaming, zowel vanuit een breder natuurbelang als economisch perspectief. Daarbij wordt onder andere ingezet op innovatie in vangsttechniek en in de

verwerking van het product (aan boord en aan de wal). Nieuwe technieken en vistuigen als de pulskor en de Seewing zijn inmiddels technisch beschikbaar.