• No results found

Hoofdstuk 3 Berichtgeving in Nederlandse kranten

3.1. Introductie

3.3.3. Kwalitatieve Analyse Opiniepagina’s

Zoals hierboven reeds is genoemd, zijn er 25 artikelen verschenen op de pagina’s

Opinie&Debat van NRC Handelsblad. Alleen in augustus zijn geen artikelen verschenen. De meeste artikelen verschenen in de maand december (negen), op de voet gevolgd door

september (acht). In totaal zijn er vijf artikelen als hoofdartikel verschenen op de

opiniepagina’s. Van deze artikelen zijn er drie voor Turkse toetreding, een is tegen en er is een artikel dat als neutraal is te kwalificeren. Van alle verschenen artikelen op deze pagina’s zijn er negen voor Turkse toetreding, twaalf tegen en vier neutraal.

In juli zijn twee artikelen op de opiniepagina’s verschenen. Hiervan is een artikel een hoofdartikel. Dit is verschenen op de eerste dag van het Nederlandse voorzitterschap van de Unie. Het artikel is gekwalificeerd als tegen het noemen van een datum voor de toetreding van Turkije:

“Het breekt de Unie nu op dat nimmer een principieel debat is gevoerd over de vraag of het land wel bij Europa hoort – historisch, geografisch, politiek, cultureel en religieus. Een toetredingsdatum mag onder geen beding worden genoemd, hoezeer Turkije en wellicht een voorstanders als bondskanselier

Schröder daaraan ook hechten. Het noemen van een datum wekt valse hoop en ondermijnt het uitvoeren van de Kopenhagencriteria.”73

Het tweede artikel dat in juli is verschenen is ook tegen toetreding van Turkije. Roel Janssen, redacteur van NRC Handelsblad, heeft deze maand ook een artikel tegen uitbreiding van de Unie met Turkije geschreven, hoewel hij zich bewust is van het feit dat afwijzing bijna niet mogelijk is:

“De Europese Unie moet de grootste afzonderlijke uitbreiding uit zijn bestaan niet goedkeuren op basis van Turks wensdenken en evenmin onder Amerikaanse politieke druk. Een Europese afwijzing van Turkije zou geboden zijn, maar dit lijkt diplomatiek gezien onmogelijk nadat de EU opeenvolgende Turkse regeringen veertig jaar aan het lijntje heeft gehouden. Wanneer de Europese regeringsleiders in december onder Nederlands voorzitterschap een besluit moeten nemen over het begin van

onderhandelingen met Turkije, doen ze er dus wijs aan om kritische voorwaarden te blijven stellen, geen garantie op toetreding maar verregaande samenwerking aan te bieden en vooral geen definitieve datum toe te zeggen.”74

Zoals hierboven is genoemd, zijn in september acht artikelen op de pagina’s

Opinie&Debat verschenen. Vier van deze artikelen zijn voor toetreding van Turkije, drie zijn tegen en een is neutraal, te weten een pleidooi van Jozias van Aartsen om niet al bij voorbaat

73

Nederland, EU, Turkije in NRC Handelsblad 1 juli 2004.

74

‘nee’ tegen Turkije te zeggen.75 Onder de artikelen die gekwalificeerd zijn als zijnde pro toetreding van Turkije, is een hoofdartikel. Dit artikel is verschenen op 23 september. Hoewel het voor Turkse toetreding is, plaatst het nog enkele kanttekeningen hierbij. Turkije heeft vorderingen gemaakt in de richting van Europees lidmaatschap, maar de overspelwet die het land als onderdeel van strafwethervormingen wil invoeren, gaat te ver om er, volgens de krant, geen punt van te maken.76

De overige drie artikelen die te kwalificeren zijn als pro Turkse toetreding, gebruiken verschillende argumenten. Martti Ahtisaari en Albert Rohan, respectievelijk voorzitter en rapporteur van de Onafhankelijke Commissie voor Turkije, zijn van mening dat niet meer afgeweken kan worden van politieke toezeggingen die gedaan zijn. Bovendien menen zij dat het afwijzen van Turkije kan leiden tot het stuklopen van het hervormingsproces in de Turkse Republiek en het kan zorgen voor instabiliteit en politieke onrust.77 Andere argumenten die op deze pagina’s worden gebruikt, zijn het feit dat het debat over Turkse toetreding niet over religie moet gaan, maar over de vraag hoe de EU de scheiding tussen kerk en staat in Turkije kan versterken.78 Bovendien heeft het land een geweldige ontwikkeling doorgemaakt. Bij het debat over de overspelwet wordt uit het oog verloren dat het land al veel wetten hervormd heeft.79

Van de drie artikelen die in september tegen Turkse toetreding zijn verschenen, zijn er twee nagenoeg hetzelfde. Op 21 en 30 september verschenen artikelen van de hand van de Amsterdamse politicoloog Ahmet Erdogan, die van mening is dat de EU een verkeerde agenda voor Turkije vormt. Hiermee bekijkt hij de Turkse toetreding tot de Unie vanuit Turks oogpunt en niet vanuit Europees oogpunt. Een ander argument dat hij gebruikt is het feit dat de financiële steun voor Turkije, na toetreding, nihil zal zijn.80 Het derde artikel tegen Turkse toetreding is van de hand van Rene Cuperus. Hij is van mening dat Europa verdeeld is en nog niet klaar is voor Turkse toetreding:

“Hoe zeker is het dat het toetredingsperspectief tot stabiele verhoudingen binnen en buiten Turkije zal leiden? Het vergt moed en leiderschap van de Europese politici om de realiteit te herontdekken en dit existentiële moment voor de toekomst van Europa wijs in te schatten en daarnaar te handelen. Het is nog niet te laat om op eerder gedane beloften terug te komen. Soms kan dat fatsoenlijk zijn.”81

75

Burgers moeten meestemmen over oversteken van Bosporus in NRC Handelsblad 10 september 2004.

76

Vreemdgaan in Turkije in NRC Handelsblad 23 september 2004.

77

EU is niet slechter af met Turkije in NRC Handelsblad 6 september 2004.

78

Turkije moet een faire kans krijgen in NRC Handelsblad 13 september 2004.

79

Ja in NRC Handelsblad 13 september 2004.

80

Turkije is beter af buiten Europa in NRC Handelsblad 21 september 2004; Nee; argumenten voor toeterding

zijn geen van alle overtuigend in NRC Handelsblad 30 september 2004. 81

In oktober zijn de verhoudingen gelijk. Er zijn twee artikelen verschenen die positief zijn over een eventueel Turks lidmaatschap en evenzoveel die daartegen pleitten. Op 5 oktober is een artikel verschenen waarin gezegd wordt dat de redenen om Turkije in de Unie in te lijven niet de juiste zijn. Het islamitische karakter van het land speelt bijna geen rol in de relaties die het land met haar buurlanden onderhoudt. In plaats daarvan zou de Unie het momentum moeten ‘gebruiken om actief een energiebeleid te gaan uitvoeren met als nevendoel daarmee de kans op regionale stabiliteit te vergroten.’82 Daarnaast is ook een hoofdartikel verschenen dat pleit voor Turks lidmaatschap.83 Van de twee artikelen die als negatief zijn te kwalificeren, is een een vertaling van een artikel dat verscheen in de

Frankfurter Allgemeine Zeitung. In dit artikel wordt gewezen op het feit dat Turkije buiten

Europa ligt. Daarnaast ontbreekt volgens de auteur het ‘wij-gevoel’ dat Europeanen zelfs tijdens twee wereldoorlogen kenden.84 In het tweede negatieve artikel pleitte Anton van Schijndel, advocaat in Amsterdam en destijds kandidaat-kamerlid voor de VVD, tegen het afdoen van Turkije als routinezaak. Volgens hem moet Nederland het recht houden om op termijn te beslissen of ‘onze integratiedoelstellingen te verenigen zijn met vrije huwelijks- en arbeidsmigratie’.85

Evenals in juli, zijn in november maar twee artikelen over de toetreding van Turkije tot de Unie verschenen. Beide artikelen zijn gekant tegen Turkse toetreding. Het argument dat hiervoor gebruikt wordt, is dat Europa niet klaar is voor Turkije. De Unie moet volgens de auteur, Dominique Moisi van het Franse Instituut voor Internationale Betrekkingen, nog bijkomen van de vorige uitbreiding. Daarnaast is hij van mening dat:

“de Turken moeten beseffen dat het debat dat in Europa plaatsvindt niet alleen gaat over mensenrechten of economische concurrentievermogen. Het gaat over hun wezen – over een groot moslimvolk dat historisch onderdeel van de Europese beschaving is, maar dat geografisch en cultureel gezien niet als een natuurlijk onderdeel wordt gezien.”86

Het tweede artikel is van de hand van de Franse oud-premier Valéry Giscard d’Estaing.87 Hij is tegen een Turks lidmaatschap, maar pleit voor een politieke samenwerking die een speciaal partnerschap tussen Turkije en de Unie mogelijk moet maken.

“De verplichtingen die in de jaren zestig van de vorige eeuw met Turkije zijn aangegaan vielen in een ander kader. Het ging toen om een mogelijke toetreding van Turkije tot de ‘gemeenschappelijke markt’ – toentertijd een uitsluitend economische aangelegenheid. Gesteld kan worden dat die verplichtingen

82

EU koestert illusies over Turkije in NRC Handelsblad 5 oktober 2004.

83

Turkije, mettertijd in NRC Handelsblad 7 oktober 2004.

84

Frankfurter Allgemeine Zeitung in NRC Handelsblad 7 oktober 2004.

85

‘Turkije’ geen routinezaak in NRC Handelsblad 28 oktober 2004.

86

EU is niet klaar voor Turkije in NRC Handelsblad 2 november 2004.

87

zijn nagekomen, want de Europese Unie heeft immers in 1995 een douaneovereenkomst met Turkije gesloten, die dit land toegang geeft tot die markt.”

Giscard d’Estaing verwerpt het argument dat de Turkse religie een argument tegen toetreding van het land is. Hij is ook van mening dat Turkije niet Europees, maar Aziatisch is. Volgens de oud-premier is tevens de levensstandaard van inwoners van Turkije lager dan die van inwoners van Europa.

Wat opvalt in december is dat vier artikelen zijn verschenen die als neutraal te

kwalificeren zijn. Een van de artikelen in deze categorie geeft de uitslag van een webcongres dat de krant heeft gehouden. Het artikel is gekwalificeerd als neutraal, omdat het percentage voor- en tegenstanders gelijk is, 46 procent. De voorstanders van het openen van

onderhandelingen met Turkije wijzen op het feit dat de toetreding bijdraagt aan de

hervormingen die het land doorvoert, dat niet toelaten de groei van het aantal extremisten bevordert en het feit dat het land voldoet aan de politieke eisen. Tegenstanders wijzen op het feit dat Turkije niet Europees is, dat niet vanuit economische motieven met het land

onderhandeld moet worden, dat de culturele verschillen te groot zijn en dat het land de mensenrechten schendt en Cyprus niet erkent.88 Een ander artikel in deze categorie geeft tien gouden regels voor Turkije en de EU.89 Het gaat te ver om deze regels hier te bespreken. Voor inhoud van het artikel verwijs ik naar de bijgevoegde cd-rom, waarop artikelen zijn na te lezen. Tevens geeft de krant op 20 december 2004 een overzicht van meningen die in andere, buitenlandse kranten worden gegeven. Het gaat hier om de Frankfurter Allgemeine

Zeitung, de Financial Times, de Wall Street Journal, Le Monde en de Süddeutsche Zeitung.90

Er zijn in december twee artikelen verschenen die tegen Turkse toetreding zijn. Het gaat in beide gevallen om lezersbrieven. In een lezersbrief van 23 december gaat het meer om politici die een fout hebben gemaakt inzake de besluitvorming rond het openen van de toetreding van Turkije.91 De lezer vindt dat politici geen aandacht hebben besteed aan de publieke opinie in de besluitvorming. De auteur van de tweede lezersbrief ondersteunt zijn tegenstand tegen de toetreding van Turkije met de volgende argumenten: Turkije is niet Europees en bovendien is het onwenselijk:

“Als elke natie die ooit met de oude Griekse cultuur direct of indirect te maken heeft gehad recht zou hebben om tot de Europese Unie toe te treden, dan zouden de grenzen van Europa zich van Chili tot de oostkust van India uitstrekken. Er zijn minstens twee grote obstakels […] die Turkije on-Europees en

88

Webcongres is verdeeld over Turkije en de EU in NRC Handelsblad 11 december 2004.

89

Tien gouden regels voor Turkije en de EU in NRC Handelsblad 16 december 2004.

90

Het ‘ja, maar’ tegen Turkije in NRC Handelsblad 20 december 2004.

91

dus onwenselijk voor Europa anno 2004 maken: een steeds discriminerende Islam en de permanente schending van de mensenrechten, vooral van de vrouw.”92

In december zijn verder drie artikelen verschenen die als voor toetreding van Turkije te kwalificeren zijn. Een van deze artikelen is geschreven door Erik-Jan Zuercher, hoogleraar Turkse talen en culturen. Hij gaat in op het feit dat tegenstanders van Turkse toetreding de islam als argument tegen Turkse toetreding gebruiken:

“Intussen woedt in de media en de publieke opinie natuurlijk een heel ander debat. Het wordt beheerst door de angst dat met de toetreding van Turkije 70 miljoen moslims de EU binnenkomen. De angst voor de islam in Europa, en in het bijzonder in Nederland, is wijdverbreid en hij is ook begrijpelijk. Politici en opiniemakers moeten deze angst niet buiten de orde verklaren als de toetreding van Turkije tot de EU aan de orde komt.”93

Op 15 december is een hoofdartikel verschenen dat positief staat ten opzichte van Turkse toetreding. Hierin wordt Turkije vergeleken met een economisch paard van Troje. Volgens de krant is er geen sprake van dat Turkije bij een eventuele toetreding een paard van Troje wordt. Ze wijst op de gevolgen van Turkse toetreding:

“Een vooruitzicht op lidmaatschap brengt rust op de financiële markten, haalt risicopremies uit de rentes die Turken betalen en verbetert het investeringsklimaat. Een verwaterd besluit, of zelfs conflict over toetreding, zal het omgekeerde effect hebben.”94

NRC Handelsblad heeft op 21 december een lezersbrief geplaatst waarin de lezer de krant

oproept om positiever te zijn over de toetredingsonderhandelingen met Turkije:

“Ten eerste is Turkije niet het enige land dat met een lege portemonnee aan de EU-deur rammelt. Dit geldt evenzeer voor de tien landen die in mei van dit jaar lid zijn geworden. De islam is in Turkije een belangrijke godsdienst met inderdaad fundamentalistische trekken. Maar geldt dit niet evenzeer voor het katholicisme in Polen, Ierland en het Vaticaan? Zij zijn niet oerconservatief en wordt door hen het recht van de vrouw op bijvoorbeeld abortus niet met voeten getreden?”95

92

Terechte vraagtekens bij Turkije en de EU in NRC Handelsblad 27 december 2004.

93

Turkse islam is geen bedreiging in NRC Handelsblad 9 december 2004.

94

Turkije en Troje in NRC Handelsblad 15 december 2004.

95

3.2.4. Conclusie

Concluderend kan gezegd worden dat in NRC Handelsblad een goede afweging probeert te maken tussen positief, negatief en neutraal nieuws. In de meeste gevallen geeft de krant puur de feiten weer. Op de opiniepagina’s wordt echter meer ruimte gegeven aan tegenstanders van de Turkse toetreding om hun geluid te laten horen. Bijna de helft van de artikelen die

verschenen op de pagina’s Opinie&Debat is negatief van toon ten opzichte van de Turkse toetreding. Dit komt ook naar voren in de laatst besproken lezersbrief, waarin de auteur de krant oproept om positiever te schrijven over de toetredingsonderhandelingen met Turkije.

Wat verder opvalt, is het feit dat buitenlandse auteurs de gelegenheid krijgen om hun mening op te laten tekenen in de krant. Valéry Giscard d’Estaing krijgt veel ruimte om de lezer te laten weten waarom hij tegen Turkse toetreding tot de Unie is. Daarnaast is het

opvallend dat de krant op 21 en 30 september nagenoeg hetzelfde artikel van Ahmet Erdogan, politicoloog, plaatst. Deze pleit tegen Turkse toetreding, maar dan vanuit Turks oogpunt en niet vanuit het Europese. Ook laat de krant zien wat in de rest van Europa leeft, door op 20 december een overzicht te geven van meningen die in andere Europese, maar ook in Amerikaanse kranten, worden gegeven.

Een argument dat in deze krant vaker voorkomt, is het feit dat Europa niet klaar zou zijn voor verdere uitbreiding, na de uitbreiding met tien nieuwe lidstaten van mei 2004. Bovendien wordt in deze krant meer aandacht besteed aan de positie van de vrouw en het schenden van de mensenrechten. Zelden wordt gewezen op het feit dat de islam in Turkije de grootste godsdienst is en dat in Europa grote angst bestaat voor deze religie.

Zowel op de nieuwspagina’s als op de opiniepagina’s wordt aandacht besteed aan het feit dat aan Turkije beloften zijn gedaan en dat het land al geruime tijd in de wachtkamer van de Unie zit.