• No results found

6.1. Wat is cultuureducatie ?

Cultuureducatie bestaat uit een verzameling verschillende educaties: Kunsteducatie, Erfgoededucatie, Media-educatie en Literatuureducatie. Er bestaan veel definities van wat cultuureducatie is. Een brede definitie van cultuureducatie die door expertisecentrum Cultuurnetwerk Nederland wordt

aangehouden, is: ‘alle vormen van educatie waarbij cultuur als doel of als middel wordt ingezet’ (website Cultuurnetwerk Nederland 140908). Het laat in het algemeen mensen kennismaken met kunst- en cultuuruitingen en verdiept het inzicht hierin. Dit kan, net zoals binnen de NME, op zowel een instrumentele als emancipatoire wijze gebeuren.

Doelstellingen van cultuureducatie zijn behalve het kennismaken of verdiepen in kunst, cultureel erfgoed en/of media en literatuur, ook het (leren) genieten, leren beoordelen, en het zelf beoefenen van verschillende vormen van cultuuruitingen.

Het beleidsterrein van cultuureducatie raakt aan dat van de amateurkunst, het onderwijs, de kunst- en cultuursector en het sociaal cultureel werk. De deelsectoren van cultuureducatie hebben alle eigen (sub)doelstellingen. Elke sector heeft daarnaast zijn eigen infrastructuur (op zowel) landelijk,

regionaal en plaatselijk niveau. De definities van de verschillende sectoren en doelstellingen per sector worden door Cultuurnetwerk Nederland als volgt gedefinieerd (ibidem 140908):

Sectoren binnen cultuureducatie

Kunsteducatie

Kunsteducatie heeft betrekking op alle vormen van educatie waarbij kunst en/of kunstzinnige middelen en technieken als doel of als middel worden gebruikt. Strikter gedefinieerd is kunsteducatie doelgericht leren omgaan met kunst, als persoonlijk uitdrukkingsmiddel en als cultureel fenomeen. ‘Het doel van kunsteducatie is

niet enkel het verwerven van kennis van kunstobjecten en kunstprocessen, maar tevens het bestuderen van wat deze objecten en processen bij de beschouwer bewerkstelligen: een proces van reflectie op de werkelijkheid’.

(Onderwijsraad, 2006). Via kunsteducatie maken mensen kennis met kunst en kunnen zij hun kunstzinnige talenten ontwikkelen. Kunsteducatie schoolt amateurkunstenaars en professioneel kunstenaars. Kunsteducatie omvat alle kunstvormen: muziek, dans, theater, beeldende kunst, architectuur, film, fotografie, literatuur; niet alleen tradionele maar ook moderne vormen als popmuziek, gaming, creatieve nieuwe media, mode, design, enzovoorts

Erfgoededucatie

Erfgoededucatie omvat onderwijs met en over cultureel erfgoed: materiële en immateriële sporen uit het verleden. Monumenten, archeologische vondsten of archieven zijn voorbeelden van materieel erfgoed. Tradities, verhalen, rituelen en gebruiken worden immaterieel of levend erfgoed genoemd. Cultureel erfgoed maakt de lesstof tastbaar, visueel en hoorbaar. De fysieke ervaring en de eigen omgeving spelen een belangrijke rol. Erfgoed brengt het verleden dichtbij en versterkt daarmee het historisch besef. Tegelijkertijd is het een praktisch leermiddel om de les te verlevendigen. Erfgoed kan daarom een zinvolle bijdrage leveren aan een groot aantal schoolvakken en leergebieden.

Media-educatie

Media-educatie leert mensen kundig en kritisch om te gaan met (massa)media, zowel met de klassieke (kranten, radio, tv) als met nieuwe media (internet). Media-educatie draagt bij tot grotere ‘mediawijsheid’. De Raad voor Cultuur omschrijft dit begrip als de kennis en vaardigheden waarmee burgers zich bewust kunnen bewegen in een gemedialiseerde samenleving. Media-educatie is geen apart vak, maar wordt ingezet bij diverse leergebieden zoals kunstzinnige oriëntatie in het basisonderwijs en de vakken CKV en maatschappijleer in het voortgezet onderwijs.

Literatuureducatie

Literatuureducatie is gericht op literaire competentie. Daarvan is sprake als iemand de weg weet in het brede aanbod van boeken, kennis heeft van kenmerken van literaire teksten en een beargumenteerd oordeel kan geven. In het verlengde van literatuureducatie ligt leesbevordering, het streven naar leesplezier. Beter begrip van literatuur kan daar aan bijdragen. Literatuureducatie wordt meestal tot het taalonderwijs gerekend, maar past bijvoorbeeld ook binnen het vak CKV.

6.2 Beschrijving van het cultuurwerkveld

6.2.1. Organisaties op landelijk, provinciaal en lokaal niveau; doelen en werkwijzen

Organisaties op landelijk niveau:

A. Cultuurnetwerk Nederland

Cultuurnetwerk Nederland is de enige landelijke instelling die zich op het gebied van cultuureducatie op alle genoemde terreinen van cultuureducatie beweegt. Volgens de uitgebreide en heldere informatie

op de website van Cultuurnetwerk Nederland (www.cultuurnetwerk.nl) richt de organisatie zich op het uitwisselen en verspreiden van kennis en ervaring over cultuureducatie binnen onderwijs,

amateurkunst, overheid en de kunst en cultuursector. Het is opgezet als kenniscentrum, informatiecentrum, netwerkcentrum, onderzoekscentrum en adviescentrum:

Als kenniscentrum dient het als verzamelaar, beheerder, generator en verspreider van kennis over cultuureducatie (binnen verschillende educaties en binnen verschillende sferen als vrije tijd, onderwijs of culturele instellingen)

Als informatiecentrum herbergt het een collectie literatuur, les- en beeldmateriaal. Via websites, publicaties en (digitale nieuwsbrieven) wordt het vrij toegankelijke materiaal bewerkt voor verschillende doelgroepen en verder verspreid.

Als netwerkcentrum dient het als spin in het web voor alle instellingen die zich met cultuureducatie bezighouden. Het organiseert landelijke en regionale bijeenkomsten, brengt instellingen en

deskundigen bij elkaar en is de brug tussen het onderwijs, overheden die zich bezighouden met cultuurbeleid, het professionele kunst- en erfgoedcircuit en de vrijetijdssector (amateurkunst en welzijn)

Als onderzoekscentrum onderzoekt het beleidsvraagstukken en de theorie en praktijk van cultuureducatie. Nieuwe ontwikkelingen en trends worden in kaart gebracht. De leerstoel

cultuureducatie en participatie aan de Universiteit Utrecht is door het Cultuurnetwerk Nederland tot stand gekomen.

Tenslotte adviseert en begeleidt het instituut mensen en organisaties bij het formuleren van cultuureducatiebeleid en bij het vertalen van dit beleid in praktische activiteiten.

B. Sectorinstituten kunst en erfgoed, amateurkunst, landelijke instellingen voor cultuureducatie, verenigingen en onderwijsinstellingen.

Een voorbeeld van een branche- en werkgeversverenging van de instellingen voor kunsteducatie- en participatie is De Kunstconnectie/VKV. Deze vereniging heeft 190 leden (Willems in: Kunsteducatie; een beleidshandreiking 2006), waarbij vrijwel iedere provinciale instelling voor kunst en cultuur en 90% van de centra voor de kunsten lid zijn. De organisatie ontwikkelt het arbeidsvoorwaardenbeleid voor de sector, sluit CAO Kunsteducatie af en helpt leden bij de uitvoering. Verder ontwikkelt het samen met de leden het strategisch toekomstbeleid, werkt aan professionalisering van de sector, cultureel ondernemerschap, kwaliteitszorg en innovatie. Een ander bekend landelijk instituut, maar dan op het gebied van erfgoededucatie is de Stichting Erfgoed Educatie Nederland dat vanaf 2007 het gebruik van erfgoededucatie in het onderwijs via deskundigheidsbevordering, advisering en de ontwikkeling en onderhoud van netwerken in de sector stimuleert.

Organisaties op provinciaal niveau:

A. Provinciale steunpunten kunst, cultuur, amateurkunst, cultuurmakelaars en-bemiddelaars, erfgoedhuizen, cultuurhuizen

Provinciale instellingen worden gesubsidieerd door de provincie. Vaak werken zij op lokaal niveau samen met de centra voor de kunsten. Zij zorgen voor directe ondersteuning van kunst- en culturele organsiaties en activiteiten. In een Kulturhus of Cultuurhuis zijn verschillende instellingen op het gebied van zorg, welzijn, cultuur, educatie en zakelijke dienstverlening samengebracht in één gebouw: bijvoorbeeld een bibliotheek, VVV, de lokale omroep, kinderopvang, sociaal-cultureel werk, theater, school of huisartsenpraktijk. De bibliotheek speelt vaak een centrale rol als het gaat om

informatievoorziening, educatie en cultuur. Kenmerkend voor een Kulturhus is dat de instellingen samen één (beheers)management en één programmering hebben. In sommige gevallen hebben de organisaties zich gespecialiseerd op ondersteuning van binnenschoolse educatie, dan wel op het ondersteunen van zowel de binnen- en buitenschoolse educatie als de amateurkunst. Binnen de erfgoedsector is er de laatste jaren eveneens sprake van een groeiende samenwerking van provinciale instellingen. Deze instellingen heten in sommige gevallen ‘ Erfgoedhuis’ . Een aantal provinciale Erfgoedinstellingen hebben in 2005 het Overleg Provinciale Erfgoedinstellingen Nederland (OPEN) opgericht. Dit overleg moet de ondersteuning van erfgoed in elke provincie verstevigen en uitbreiden (Van der Putten: Erfgoededucatie; een beleidshandreiking 2006).

Organisaties op lokaal niveau

: A. Lokale centra voor de kunst.

Lokale centra voor de kunst zijn professionele instellingen voor kunst- en cultuureducatie. Sommige centra, zoals het Utrechts Centrum voor de Kunst (UCK) verdelen hun organisatie in twee

hoofdafdelingen: Afdeling Cursussen voor particulieren, bedrijven en instellingen, waar zij cursussen, workshops, vooropleidingen en activiteiten op maat aanbieden in verschillende disciplines als muziek, dans, theater, beeldende kunst, digitale media etc. De tweede afdeling is de Afdeling Onderwijs, waar teams uit het Primair en Voortgezet Onderwijs binnen- en naschoolse activiteiten organiseren voor deze typen onderwijs en in de wijken (www.uck.nl).De centra voor de kunsten worden mede door de gemeenten gefinancierd en zijn vaak partner voor de gemeente in het vormgeven van het

kunsteducatiebeleid.

B. Musea en andere aanbieders (verenigingen en clubs)

In het cultuurbeleid van de overheid hebben locale instellingen als musea, theatergezelschappen, poppodia een verantwoordelijkheid om te werken aan cultuureducatie, het publieksbereik te vergroten