• No results found

3. Bevindingen

3.1 De voornaamste leefwerelden en de voornaamste kenmerken daarvan

3.1.3 Kenmerken van de vrienden leefwereld

De vrienden leefwereld bestaat volgens de studenten uit vrienden die zij kennen via hun huidige mbo-college, hun woonomgeving, middelbare of basisschool en/of vorige opleiding die zij op een ander mbo-college hebben gevolgd. Uit de interviews blijkt dat de vrienden leefwereld zich voornamelijk kenmerkt door gezelligheid. De studenten beschrijven verschillende activiteiten die zij uitvoeren, zodra zij zich in hun vrienden leefwereld bevinden. Deze activiteiten zijn vooral: uit eten gaan, naar de bioscoop gaan, een drankje doen, praten en shoppen. Zo geven verschillende studenten aan:

We gaan dan gewoon lopen, lachen en soms eten of drinken we buiten. Het meeste wat we doen is gewoon lopen. Stad.. Soms komen ze gewoon letterlijk bij mij in de buurt en dan gaan we gewoon door parkjes lopen, gezelligheid (respondent 6).

Ja het is gewoon praten, grapjes maken, vertellen wat we hebben gedaan. Kijk dit en dat is gebeurd. We eten vooral veel als we samen zijn (respondent 8).

Respondent 6 en 8 beschrijven verschillende activiteiten die zij uitvoeren met hun vrienden. In casus 3 wordt weergegeven hoe respondent 13 zich voelt, zodra hij in de vrienden leefwereld verkeert. Voor hem kenmerkt de vrienden wereld zich aan een wereld waarin hij leuke dingen verricht en zich vrolijk en op zijn gemak voelt.

De ervaring van respondent 11 ligt haaks op die van respondent 13. Respondent 13 geeft aan dat zij liever alleen dingen doet dan in een groep, omdat ze dan minder irritaties heeft:

Ook als ik ga winkelen, ga ik altijd alleen. Want als ik naar de stad ga, ik raak altijd geïrriteerd aan mijn vrienden of zij aan mij. Want zij willen de Primark in ik wil de Zara in en dan raak je elkaar kwijt. Dan moet je elkaar weer bellen. En dan ga ik met haar mee en dan duurt het weer te lang en dan raak ik geïrriteerd want ik wil een andere winkel in en zo ook weer andersom. Daarom doe ik het lekker alleen. Ik ga heen waar ik wil en niemand die zegt waar ga je heen,wat doe je. Gewoon op je eigen tijd, je eigen tempo, dat is het beste. Klinkt saai, maar ik vind het beter. Ik kan niet met vriendinnen.. Ook als we ergens gaan eten. De een zegt kom we gaan naar Vapiano, de andere gaat naar Domino ja en ik wil dan allebei niet. Op een gegeven moment ga je geïrriteerd raken want dan moet er toch iets uitkomen en dan moet je toch iets eten wat jij niet wil, omdat je ergens anders zin in hebt. Zo gaat het. Dus ik ga gewoon alleen.

Ook in bovenstaand citaat wordt zelfstandigheid benadrukt, wat overigens overeenkomt met een feminiene school leefwereld (El Hadioui, 2011).

33 Casus 3

De echte ik is denk ik toch wel als ik met mijn vrienden ben. Dan ben ik echt een heel ander persoon. Meestal ben ik dan vrolijk. Ik lach altijd. Chillen is ook een moment. Je doet iets leuks en je gaat niet chagrijnig de straat op. We kunnen gewoon altijd lachen met elkaar, ook al gebeurt er iets vervelends, we hebben elkaar om elkaar te helpen. Daar ben ik toch het vrolijkst. Ik ben een andere persoon. Maar ik ben op allerlei plekken anders. Op werk ben ik werkgericht. Op school ben ik schoolgericht. Met vrienden ben ik gewoon heel chill en hier ben ik ook het vrolijkst. Thuis ben ik gewoon normaal. Weet je je hebt met iedereen een andere band. School is formeel (respondent 13).

Daarnaast gelden er in de vrienden leefwereld geen specifieke regels of verwachtingen, volgens de studenten. De verwachtingen die zij van elkaar hebben, hebben vooral te maken met bepaalde normen en waarden. Hieronder worden voorbeelden geschetst:

Ja we zijn altijd eerlijk tegen elkaar, dat we elkaar kunnen vertrouwen. We verwachten niet van dat je je zo moet gedragen, maar gewoon dat je eerlijk bent en dan vinden we het goed hoe jij je gedraagt. Eentje is rustig eentje is gek, maar dat is juist goed, want je kan niet altijd jezelf voordoen als dat anderen willen dat jij bent (respondent 1).

Oh ze merken wel op als er wat is, dan zien ze het gelijk en dan zeggen ze wat is er met jou? Waar zit je mee? Dat merk je wel aan elkaar. Maar verder is het gewoon automatisme, je bent er voor elkaar, je steunt elkaar. Als er wat is dan moet je gewoon helpen en dan ben je er ook gelijk. We hoeven niet per se van elkaar te verwachten, het is er al (respondent 6).

Ik heb wel vriendinnen. Mijn klasgenoot respondent 10, zij is een vriendin. Ik heb ook een andere vriendin die zit een klas hoger. Maar voor de rest heb ik niet echt vriendinnen. Wel klasgenoten en kennissen, maar een vriendin is iemand die je kan vertrouwen. Bij wie je je kan openstellen (respondent 3).

Studenten geven aan dat eerlijkheid, steun /troost, openheid en vertrouwen essentiële waarden zijn in hun vriendschap. Overigens is bij de laatste respondent te zien dat zij anders dan respondent 6, zoals in paragraaf 3.1 beschreven staat, wel een grens trekt tussen klasgenoten (school leefwereld) en vriendinnen (vrienden leefwereld). De basis voor het wel of niet kunnen spreken van een persoon die deel uitmaakt van de vrienden leefwereld, ligt aan de aanwezigheid van de waarden vertrouwen en openheid.

Voor respondent 12 overlapt de vrienden leefwereld met de thuis leefwereld, doordat zij zichzelf kan zijn en zich nauw verbonden voelt met haar vrienden:

Mijn vrienden, we zijn gewoon close. Mijn vrienden zijn eigenlijk gewoon net als mijn family. We kunnen onszelf zijn.

Kortom, de vrienden leefwereld kenmerkt zich met name door gezelligheid. In deze leefwereld verrichten de studenten verschillende activiteiten zoals uit eten gaan, naar de bioscoop gaan, een drankje doen, praten en shoppen. Niet door alle studenten wordt de aanwezigheid van vrienden tijdens bepaalde activiteiten buiten de school- en thuisleefwereld op prijs gesteld: sommige kunnen zich er namelijk aan irriteren.

Overigens kenmerkt de vrienden leefwereld zich niet door bepaalde gedragingen en/of verwachtingen, maar spreken studenten wel van essentiële normen en waarden die de basis vormen voor vriendschap. Een persoon die uitmaakt van de vrienden leefwereld van de studenten, dient de waarden eerlijkheid, steun /troost, openheid en verbondenheid te dragen.