• No results found

De kans op een nieuwe beroepsziekte bij werknemers neemt toe

In document Arbobalans 2020 (pagina 95-97)

45 DAGEN MET EEN

De kans op een nieuwe beroepsziekte bij werknemers neemt toe

in de periode van 2014 (3,2%) tot 2018 (3,7%), wat vooral veroor- zaakt wordt door een toename van de kans op een psychische beroepsziekte (van 1,4% in 2014 naar 1,9% in 2018).

De kans op een nieuwe beroepsziekte in de werkzame beroeps- bevolking (werknemers en zelfstandigen) blijft ongeveer gelijk, zowel totaal als voor verschillende diagnosecategorieen.

In 2018 overleden 4.100 mensen als gevolg van een beroepsziekte (schatting van het RIVM): ruim 800 mensen in de werkzame beroepsbevolking en ruim 3.300 in de gepensioneerde beroeps- bevolking. De meeste mensen, ruim 2.600, overleden aan werkgerelateerde kanker.

Ongezonde arbeidsomstandigheden, zoals blootstelling aan stoffen en fysieke en psychische belasting, veroorzaken bijna 5% van de totale ziektelast in Nederland in 2018. Beroepsziekten met de hoogste ziekte- last in de werkzame en gepensioneerde beroepsbevolking samen zijn ziekten van de ademhalingswegen (21% van de totale ziektelast door arbeidsrisico’s), gevolgd door aandoeningen van het bewegingsapparaat, psychische aan- doeningen en kanker.

Een werknemer die aangeeft het afgelopen jaar een beroepsziekte te hebben opgelopen, verzuimt gemiddeld 39 dagen méér dan een werknemer zonder beroepsziekte.

Beroepsziekten veroorzaken veel extra verzuim, in totaal 10 miljoen dagen in 2018. Dit is ongeveer 19% van het totaal aantal verzuimdagen in de werknemerspopulatie.

Psychische beroepsziekte; vastgesteld door arts Bewegingingsapparaat beroepsziekte; vastgesteld door arts Stoffen-gerelateerde beroepsziekte; vastgesteld door arts Totaal

WWW.MONITORARBEID.TNO.NL

5 BEROEPSZIEKTEN

Auteurs: Marjolein Douwes, Marlijn Heijnen, Petra Eysink (RIVM), Steven Visser (NCvB), Henk van de Molen (NCvB) en Ernest de Vroome.

5.1 INLEIDING

5.1.1 Inhoud van dit hoofdstuk

Een beroepsziekte is in de Arbowet gedefinieerd als ‘een ziekte of aandoening als gevolg van een belasting die in overwegende mate in arbeid of arbeidsomstandig­ heden heeft plaatsgevonden’. Beroepsziekten treffen niet alleen werkenden, maar openbaren zich soms pas na het werkzame leven. In dat geval moet de ziekte of aandoening zich hebben ontwikkeld door arbeidsomstandigheden tijdens het werkzame leven. Daardoor komt een deel van de beroepsziekten niet voor in de gegevens over de werkzame beroepsbevolking, maar in die over de gepensio­ neerde bevolking. Cijfers over beroepsziekten worden door verschillende organi­ saties, op verschillende manieren, verzameld. Op basis van recente cijfers uit deze verschillende bronnen geven we in dit hoofdstuk een overzicht van het voor­ komen, de risico’s, de oorzaken en de gevolgen van beroepsziekten. De gebruikte bronnen worden in paragraaf 5.1.2 kort beschreven.

De centrale vragen in dit hoofdstuk zijn de volgende: • Hoeveel komen beroepsziekten voor?19 (paragraaf 5.2)

• Wat is de aard en incidentie van beroepsziekten per sector en beroepsgroep? (paragraaf 5.3)

• Welke kenmerken hangen samen met het ontstaan van beroepsziekten? (paragraaf 5.4)

• Hoeveel verzuim en verzuimkosten gaan gepaard met beroepsziekten? (paragraaf 5.5)

• Hoeveel personen overlijden als gevolg van beroepsziekten? (paragraaf 5.6) • Wat is de ziektelast als gevolg van beroepsziekten? (paragraaf 5.7)

19 Gekeken wordt naar zowel de incidentie als de prevalentie. De incidentie is het aantal personen dat in een gegeven jaar een beroepsziekte heeft opgelopen, of het aantal nieuwe ziekten in een gegeven jaar. De prevalentie van een beroepsziekte is het totale aantal personen met een beroepsziekte op een specifiek moment binnen een populatie, ongeacht wanneer deze beroepsziekte is opgelopen.

van PIM kunnen van jaar op jaar sterk variëren, omdat de geregistreerde aantallen klein zijn. Het aantal meldingen is in 2019 sterk teruggelopen, waardoor ook de betrouwbaarheid van schattingen is verminderd. Om die reden vermelden we PIM­ cijfers alleen bij de incidentie van beroepsziekten en niet in de overige paragrafen in dit hoofdstuk. Het NCvB verzamelt geen gegevens over de prevalentie van beroepsziekten, oftewel het aantal mensen dat op een zeker moment aan een beroepsziekte lijdt. Ook over het voorkomen van beroepsziekten onder niet­werk­ nemers, zoals zelfstandig ondernemers en gepensioneerden zijn geen cijfers bekend bij het NCvB.

Doodsoorzakenstatistiek en andere volksgezondheidsregistraties

Om het voorkomen van en de sterfte aan een groot aantal aandoeningen te beschrijven gebruikt het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) de Doodsoorzakenstatistiek van het CBS, 2018 en andere volksgezondheid­ en zorg­ registraties (VZ; 2018), zoals Nivel Zorgregistraties (NZR) van het Nivel (2018) en de Nederlandse Kankerregistratie (NKR) van het Integraal Kanker Centrum Neder­ land (2018). Met de cijfers uit deze bronnen schat het RIVM de sterfgevallen, incidentie en ziektelast van verschillende beroepsziekten door het deel van de ziekte te schatten dat gerelateerd is aan werk (Volksgezondheidenzorg.info, 2020a; Volksgezondheidenzorg.info, 2020b; VTV­2018, 2020; Hilderink e.a., 2020). Dit gebeurt zowel voor de werkzame bevolking (tot 65 jaar) als de gepensi­ oneerde beroepsbevolking (65 jaar en ouder). Hiervoor maakt het RIVM gebruik van de Populatie Attributieve Fractie (PAF) voor de betreffende ziekte (VTV­2018, 2020a); zie ook paragraaf 1.4.3.

Verschil in operationalisatie van beroepsziekten

De bronnen bestaan uit tellingen en schattingen van het aantal mensen met een beroepsziekte en het aantal ziektegevallen. De verschillende bronnen operationa­ liseren het begrip beroepsziekten op een andere manier. Het PIM geeft geschatte aantallen op basis van meldingen van beroepsziekten door bedrijfsartsen. In de NEA en ZEA gaat het om aantallen werknemers en zzp’ers die zelf rapporteren dat ze in het jaar voorafgaand aan de bevraging één of meer beroepsziekten hebben die vastgesteld is (of zijn) door een arts. Het RIVM rapporteert ziekten en aan­ doeningen van werkenden en gepensioneerden zoals opgenomen in registraties. De werkgerelateerdheid wordt geschat. Voor zowel de RIVM­gegevens als de zelf gerapporteerde gegevens uit de NEA en ZEA geldt dat het aantal ziekten groter is dan het aantal personen met een ziekte, aangezien een persoon meer dan één ziekte kan hebben.

In dit hoofdstuk maken we onderscheid tussen vier categorieën beroepsziekten:

(1) psychische beroepsziekten (onder andere overspannenheid/burn­out, depres­

sie en PTSS), (2) beroepsziekten van het bewegingsapparaat (klachten aan arm, nek of schouders, lage rugaandoeningen, heupartrose, knieartrose en overige aandoeningen aan het bewegingsapparaat), (3) stoffen-gerelateerde beroeps-

ziekten (contacteczeem, astma, COPD, infectieziekten en overige stoffen­gerela­

teerde aandoeningen) en (4) overige beroepsziekten (onder andere gehoorpro­ blemen, hart­ en vaatziekten en overige aandoeningen die in geen van de drie bovengenoemde categorieën thuishoren). Deze vier verschillende categorieën beroepsziekten sluiten elkaar niet per definitie uit. Mensen kunnen meer dan een beroepsziekte hebben, waardoor ze in meerdere categorieën vallen en percenta­ ges niet altijd optellen tot 100.

Cijfers over beroepsziekten kunnen helpen bij het opzetten en implementeren van preventief beleid en het evalueren daarvan. Veel cijfers in dit hoofdstuk zijn schat­ tingen waaraan geen absolute waarde mag worden toegekend. Wel zijn duidelijke conclusies te trekken over welke beroepsziekten het meest worden gerappor­ teerd, welke sectoren er vooral mee te maken hebben en waar de hoogste ziekte­ last ligt. Naast de actuele cijfers van hoe vaak, bij wie en in welke sectoren beroepsziekten voorkomen, laten we trends in incidentie zien.

5.1.2 Bronnen

De gepresenteerde cijfers zijn afkomstig uit verschillende bronnen, waaronder de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA) uit 2018 (de betreffende vragen zijn in 2019 niet gesteld) en de Zelfstandigen Enquête Arbeid (ZEA) uit 2019. Uitgebreide informatie over de NEA en de ZEA is te vinden in hoofdstuk 1. Daarnaast is gebruik gemaakt van de volgende specifieke bronnen:

Het Peilstation Intensief Melden (PIM)

Vanuit het Peilstation Intensief Melden (PIM) van het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten (NCvB; Van der Molen e.a., 2020) kwamen in 2019 591 meldin­ gen van 101 bedrijfsartsen. In totaal zijn er 1674 bedrijfsartsen in Nederland. Deze gegevens zijn gebaseerd op een meldings­ en registratiesysteem waarin de (medische) informatie wordt verzameld van de meldingen van beroepsziekten. Bedrijfsartsen zijn volgens de Arbowet verplicht melding te doen van beroepsziek­ ten. Doordat de deelnemende bedrijfsartsen ook de omvang en de aard van hun werknemerspopulatie aangeven, kunnen we op basis van PIM schatten hoe vaak beroepsziekten voorkomen in de populatie werknemers. De schattingen op basis

FIGUUR 5.1 Venndiagram van elke combinatie van het proportionele aantal werknemers

met één of meerdere beroepsziekten.

n Psychisch n Bewegingsapparaat nStof nOverige Psychisch Bewegingsapparaat Stof Overige

5.2 HOEVEEL KOMEN BEROEPSZIEKTEN VOOR?

In dit hoofdstuk over beroepsziekten werken we met incidentie per jaar: het aantal personen dat in een gegeven jaar een beroepsziekte heeft opgelopen (PIM, NEA, ZEA), of het aantal nieuwe beroepsziekten in een gegeven jaar (Volksgezondheid Toekomst Verkenningen [VTV] ziekten).

5.2.1 Wat is de incidentie van beroepsziekten?

Op basis van de gegevens van de bedrijfsartsen die deelnemen aan PIM wordt het aantal in 2019 nieuw ontstane beroepsziekten geschat op 8900. Het aandeel werk­ nemers met een door een arts vastgestelde beroepsziekte komt hiermee op 0,12 procent van de totale werknemerspopulatie (zie tabel 5.1). Volgens de NEA heeft 3,7 procent van de werknemers in 2018 naar eigen zeggen één of meer door een arts vastgestelde beroepsziekte opgelopen. Dit komt neer op ruim 266 duizend werknemers. Zzp’ers rapporteren minder vaak nieuwe beroepsziekten dan werk­ nemers, namelijk 1,6 procent, wat neerkomt op ruim 14 duizend zzp’ers per jaar. Het RIVM schat op basis van volksgezondheid­ en zorgregistraties dat in 2018 447.900 nieuwe gevallen van beroepsziekten zijn ontstaan: 407.300 in de werk­ zame en 40.600 in de gepensioneerde beroepsbevolking.

In document Arbobalans 2020 (pagina 95-97)