• No results found

GEBRUIK GEMAAKT VAN MEDISCHE HULP (MEERDERE ANTWOORDEN MOGELIJK)

In document Arbobalans 2020 (pagina 91-94)

4 Ook bepalen werknemers vaker zelf hun werktijden:

GEBRUIK GEMAAKT VAN MEDISCHE HULP (MEERDERE ANTWOORDEN MOGELIJK)

WERK- NEMERS (%) ZZP’ERS (%) Op het werk 18 4

(Spoedeisende) eerste hulp ziekenhuis 21 23

Ziekenhuis of kliniek, geen nacht blijven 19 21

Ziekenhuis of kliniek, minstens een nacht blijven 3 5

Elders 32 30

Geen 20 22

Bronnen: NEA 2019 (TNO/CBS), ZEA 2015­2017­2019 (TNO/CBS)

* Meerdere antwoorden mogelijk. Hierdoor is de som van de categorieën groter dan 100 procent.

TABEL 4.8 Verzuim, verzuimdagen en verzuimkosten door arbeidsongevallen onder

werknemers van 15 tot 75 jaar in de periode 2014­2019.

2014 2015 2016 2017 2018 2019

Percentage werknemers met

arbeidsongeval met verzuim 1,7 1,4 1,4 1,6 1,5 1,5

Aantal werknemers in de populatie met arbeids ongeval met verzuim

(x 1.000) 110 96 100 120 110 110

Gemiddeld aantal extra verzuimdagen per werk nemer met arbeids ongeval

met verzuim per jaar 23,6 20,5 21,2 21,7 25,9 27,7

Volumepercentage in verzuimdagen 6,1 4,1 4,4 5,0 5,1 5,4

Gemiddelde loonkosten per werk­ nemer met arbeids ongeval met

verzuim per werkdag (€) 210 200 200 210 210 210*

Gemiddelde extra verzuim kosten per werknemer met arbeidsongeval met

verzuim per jaar (€) 4.900 4.100 4.300 4.600 5.400 5.800*

Totale extra verzuimkosten door arbeids ongevallen met verzuim in de

populatie per jaar (mln. €) 560 390 430 530 590 660*

Bronnen: NEA 2014­2019 (TNO/CBS)

Noot. TNO-bewerkingen. Berekeningen zijn uitgevoerd op ruwe aantallen dagen en kosten; populatieaantallen en -kosten zijn afgerond.

* Voorlopig cijfer, gebaseerd op gemiddelde loonkosten per werknemer met arbeidsongeval in 2018 omdat die over 2019 nog niet beschikbaar zijn.

Op basis van de NEA 2019 blijkt dat werknemers die een arbeidsongeval met ver­ zuim rapporteren gemiddeld 27,7 dagen extra verzuimen, ten opzichte van werk­ nemers die geen ongeval rapporteren. Dit komt neer op 5,4 procent van het totale verzuimvolume. In 2018 verzuimden werknemers met een arbeidsongeval gemid­ deld 25,9 dagen extra, ten opzichte van werknemers die geen ongeval rapporteer­ den (5,1% van het verzuimvolume). Per werknemer met een arbeids ongeval met verzuim betekent dit gemiddeld ongeveer 5400 euro aan extra verzuimkosten. De totale extra verzuimkosten door arbeidsongevallen in de populatie in 2018 komen naar schatting uit op 590 miljoen euro. Dat is meer dan een jaar eerder. In 2017 ging het nog om circa 530 miljoen euro. In 2014 lagen de geschatte totale ver­ zuimkosten ongeveer op het niveau van 2018 (560 miljoen euro). Na een daling in 2015 zijn ze weer toegenomen. Voor 2019 worden de totale verzuimkosten voor­ à

In de genoemde periode had 79 procent van de werknemers met een arbeids­ ongeval met verzuim één ongeval met verzuim, 13 procent had er twee en 8  procent had meer dan twee ongevallen met verzuim. Uit de gebruikte data komt geen verschil naar voren tussen het aantal ongevallen waarmee uitzend­ krachten te maken krijgen en werknemers met een vaste arbeidsrelatie. Ruim zeven op de tien werknemers met een ongeval met verzuim (73%) verzuimden bij het meest recente arbeidsongeval minstens 4 dagen. Ook met betrekking tot het aantal verzuimdagen bestaat er geen significant verschil tussen uitzend­ krachten en vaste werknemers.

Bijna een kwart (24%) van de werknemers met een vaste arbeidsrelatie gaf als oorzaak van het meest recente ongeval met verzuim een psychische factor. Bij uitzendkrachten was dit 8 procent. Uitzendkrachten hadden daarentegen vaker dan vaste werknemers een arbeidsongeval met verzuim door fysieke overbelasting, het geraakt zijn door een voorwerp, een beknelling, een val van hoogte, contact met stroom, hitte, kou, gevaarlijke stoffen of lawaai, of een verkeers ongeval op de openbare weg. Wat betreft het soort letsel dat men opliep gaf ruim een kwart van de vaste werknemers (26%) aan psychisch letsel te hebben opgelopen, tegenover 8 procent van de uitzendkrachten. Uitzend krachten hadden daarentegen vaker te maken met ontwrichtingen, verstruikingen, verrekingen, wonden, oppervlakkige letsels en ander lichamelijk letsel.

Kortom: Op basis van de uitgevoerde analyse bestaan er, wat betreft de onder­ zochte ongevalskenmerken, verschillen tussen uitzendkrachten en vaste werk­ nemers in de oorzaak van het meest recente arbeidsongeval met verzuim en het soort letsel dat daarbij is opgelopen. Het aantal ongevallen en het aantal verzuimdagen van het meest recente ongeval met verzuim verschillen niet tussen uitzendkrachten en werknemers met een vaste arbeidsrelatie.

4.5.3 Kosten van verzuim door arbeidsongevallen

Deze paragraaf beschrijft, op basis van een schatting van TNO, de kosten van loondoorbetaling door het extra verzuim van werknemers met een arbeidsongeval met verzuim, ten opzichte van werknemers zonder ongeval. Omdat de loongege­ vens over 2019 nog niet beschikbaar zijn, worden deze geschat (zie tabel 4.8). Zie voor de methode paragraaf 1.4.3.

lopig geschat op 660 miljoen euro. Bij deze schattingen gaat het alléén om loon­ doorbetalingskosten. Voor meer informatie over de schattingen van de verzuim­ dagen en –kosten zie paragraaf 1.4.3.

Samenvattend

In deze paragraaf is onderzocht hoe het meest recente ongeval met verzuim van werknemers en zelfstandig ondernemers zonder personeel (zzp’ers) is ontstaan, welk soort letsel het ongeval tot gevolg had en welke medische hulp is geraad­ pleegd. Het betreft zelfgerapporteerde gegevens. In het slot van de paragraaf is een globale schatting gepresenteerd van extra verzuimdagen en verzuimkosten als gevolg van arbeidsongevallen.

Bij werknemers was psychische overbelasting het vaakst oorzaak van het meest recente arbeidsongeval. Bij zzp’ers blijken uitglijden, struikelen of anderszins val­ len de belangrijkste oorzaken van een ongeval. Kijkend naar de gevolgen van arbeidsongevallen dan zijn deze meestal lichamelijk van aard. Het belangrijkste letsel is zowel bij werknemers als zzp’ers in de meeste gevallen een ontwrichting, verstuiking of verrekking. Wel lopen werknemers naar verhouding vaker dan zzp’ers geestelijk letsel op, bijvoorbeeld na een arbeidsongeval in de vorm van een traumatische ervaring.

Het merendeel van de werknemers en zzp’ers (ongeveer vier op de vijf) heeft na het ongeval medische zorg ontvangen. Bij beide groepen is dat het vaakst in het ziekenhuis gebeurd, op de spoedeisende hulp of een afdeling voor dagbehande­ ling. Overnachten in het ziekenhuis na een ongeval kwam daarentegen bij beide groepen relatief weinig voor.

In 2018 verzuimden werknemers met een arbeidsongeval gemiddeld 25,9 dagen extra ten opzichte van werknemers die geen ongeval hadden. De totale extra ver­ zuimkosten door arbeidsongevallen in de populatie in 2018 komen naar schatting uit op 590 miljoen euro. Dit betreft enkel loondoorbetalingskosten. In 2019 ver­ zuimden werknemers met een arbeidsongeval gemiddeld 27,7 dagen extra ten opzichte van werknemers zonder ongeval. Gegevens over loondoorbetaling zijn voor dat jaar nog niet beschikbaar, maar de voorlopige totale verzuimkosten wor­ den geschat op 660 miljoen euro.

BEROEPSZIEKTEN

In document Arbobalans 2020 (pagina 91-94)