• No results found

BURN-OUT EN HET WERK

In document Arbobalans 2020 (pagina 70-72)

4 Ook bepalen werknemers vaker zelf hun werktijden:

BURN-OUT EN HET WERK

In dit kader zoomen we nader in op de mate waarin ‘psychische klachten, over­ spannenheid, en burn­out’ gerelateerd zijn aan werk. In tabel 3.3 zagen we dat deze klachten verantwoordelijk zijn voor het verzuim van 8 procent van de werk nemers en ook in paragraaf 3.3 gaven we aan dat er sprake was van een gestage, sterke toename van het aandeel van het totale verzuimvolume dat is terug te voeren op dit type psychische klachten. Dit aandeel nam toe van 20 procent in 2014 naar 27 procent in 2019. Het aandeel dat toe te schrijven is aan het werk, bleef daarbij redelijk stabiel over deze periode, zoals tabel 3.6 laat zien.

Tabel 3.6 (bovenste deel) toont ook de mate waarin werknemers hun ‘psychi­ sche klachten, overspannenheid en burn­out’ (deels) toeschrijven aan hun werk. In 2019 geeft 39 procent van de werknemers die de laatste keer verzuimden vanwege dit type klachten, aan dat het verzuim ‘hoofdzakelijk’ het gevolg is van hun werk. Volgens nog eens 38 procent waren deze klachten ‘voor een deel’ het gevolg van hun werk. De resterende 22 procent ziet geen aan het werk gerelateerde redenen voor deze klachten.

In het onderste deel van de tabel zien we dat in 2019 van het totale aantal verzuim dagen door ‘psychische klachten, overspannenheid en burn­out’ 42 pro­ cent hoofdzakelijk werkgerelateerd is. Dit is vergelijkbaar met 2014, terwijl het in 2017 en 2018 nog wat hoger lag, namelijk ruim 45 procent van het verzuim­ volume door psychische klachten. Daarnaast zien we dat 41 procent van de verzuim dagen door psychische klachten voor een deel is gerelateerd aan het werk.

TABEL 3.6 Percentage werknemers dat aangeeft dat hun verzuim vanwege ‘psychische

klachten, overspannenheid en burn­out’ werkgerelateerd was, en het overeenkomstige percentage van alle verzuimdagen vanwege ‘psychische klachten, overspannenheid en burn­out’ dat werkgerelateerd was.

  2014 % 2015 % 2016 % 2017 % 2018 % 2019 %

Mate van werkgerelateerdheid van ‘psychische klachten e.d.’ (als percentage van de werknemers)

Hoofdzakelijk werkgerelateerd 38,5 37,0 36,9 42,6 40,6 39,3 Voor een deel werkgerelateerd 39,9 38,4 40,1 36,6 37,1 38,5 Geen gevolg van werk/ weet niet 21,5 24,6 23,0 20,8 22,3 22,3

Mate van werkgerelateerdheid van ‘psychische klachten e.d.’ (als percentage van alle verzuimdagen)

Hoofdzakelijk werkgerelateerd 41,8 37,3 40,5 46,5 45,2 41,9 Voor een deel werkgerelateerd 40,8 44,9 41,9 38,1 39,1 40,7 Geen gevolg van werk/ weet niet 17,3 17,0 16,6 14,8 15,4 17,0 Bronnen: NEA 2014 tot en met 2019 (TNO/CBS)

Noot: Tabel 3.6 toont alleen gegevens van werknemers die in de afgelopen 12 maanden verzuimden.

3.9 HOE SNEL HERVATTEN WERKNEMERS HET WERK?

Een belangrijke vraag, als een werknemer zich eenmaal heeft ziekgemeld, is wan­ neer deze weer terugkomt op het werk. Op basis van de duur van de laatste verzuim episode hebben we herstelcurves gemaakt. Werkgevers en begeleiders van ziekteverzuim kunnen daarmee nagaan hoe snel werknemers gemiddeld het werk weer hervatten. In figuur 3.6 zijn de herstelcurves voor verschillende gezond­ heidsklachten weergegeven. Het gaat daarbij om de volledige duur van de laatste verzuimepisode, waarbij ook verzuim langer dan een jaar is meegenomen.

De lijn met de bolletjes geeft aan wat de gemiddelde hersteltijd is onder de werk­ nemers in het algemeen. In eerdere jaren was vrijwel hetzelfde verloop te zien (zie Klein Hesselink e.a., 2014; Kraan & De Vroome, 2018). Van alle verzuim duurt ongeveer 16 procent slechts één werkdag. Na maximaal vier werkdagen met ver­ zuim is ongeveer drie op de vijf (59%) werknemers weer terug op het werk, binnen

twee weken is bijna vier op de vijf werknemers (78%) weer terug en 86 procent is binnen vier weken terug. Na een half jaar ligt het herstelpercentage op 97 procent en na een jaar op 99 procent. Er zijn in deze NEA­steekproef nauwelijks werkne­ mers met een verzuimepisode die langer duurt dan een jaar. Mogelijk komt dit (mede) doordat werknemers die langer verzuimen de vragenlijst niet invullen, omdat zij in de praktijk niet aan het werk zijn. De percentages overschatten (voor enkele gezondheidsklachten) dus mogelijk enigszins de duur naar volledig herstel. FIGUUR 3.6 Herstelcurves van werknemers bij verschillende gezondheidsklachten

0% 20% 40% 60% 80% 100% 10% 30% 50% 70% 90%

Gemiddelde hersteltijd Hoofdpijn

Griep of verkoudheid Klachten buik, maag of darmen Klachten nek, schouders, armen, polsen, handen

Psychische klachten, overspannenheid, burn-out

Klachten hart- en vaatstelsel

t/m 1 wer kdag t/m 2 w erkd agen t/m 3 w erkd agen t/m 4 w erkd agen tót 2 wek en tót 3 wek en tót 4 wek en t/m 2 maa nden t/m 3 maa nden t/m 4 maa nden t/m 5 maa nden t/m 6 maa nden t/m 9 maa nden t/m 12 maa nden t/m 2 jaar méé r dan 2 ja ar

Bron: NEA 2019 (TNO/CBS)

Noot: Ten behoeve van de leesbaarheid zijn in de figuur alleen de drie gezondheids- klachten met de langste en de drie met de kortste hersteltijd opgenomen. Weggelaten zijn de hersteltijden bij rugklachten, klachten heup, benen, knieën of voeten, vermoeidheid of concentratie problemen, conflict op het werk, klachten luchtweg, huidklachten, klachten oren of ogen, klachten in verband met zwangerschap en overige klachten.

Er zijn grote verschillen in hersteltijd tussen de gezondheidsklachten. Werknemers herstellen het snelst van hoofdpijn, griep of een verkoudheid en van klachten aan de buik, maag of darmen (bovenste drie lijnen in figuur 3.6). Ruim 95 procent van de werknemers is binnen 1 à 2 weken hersteld van de eerste twee gezondheids­ klachten en 89 procent van de groep met klachten aan de buik, maag of darmen. Klachten met een minder snel herstel zijn vooral psychische klachten, overspan­ nenheid en burn­out, en klachten aan het hart en vaatstelsel (onderste twee lijnen in figuur 3.6). Na een jaar is respectievelijk 4,5 en 3,2 procent van de werknemers met zulke gezondheidsklachten nog niet (volledig) terug op het werk.

3.10 WAT ZIJN DE KOSTEN VAN LOONDOORBETALING VAN WERKGERELATEERD VERZUIM VAN WERKNEMERS?

De loongegevens over 2019 zijn op het moment van schrijven nog niet beschik­ baar. Daarom is voor deze paragraaf over de kosten van loondoorbetaling gedu­ rende verzuim van werknemers gebruik gemaakt van looncijfers uit 2017 en 2018. Er worden twee jaren gebruikt om een stabielere schatting te kunnen maken (zie voor de methode paragraaf 1.4.3).

Over de periode 2017­2018 geeft 45 procent van alle werknemers in de NEA aan weleens te hebben verzuimd in het afgelopen jaar. Bij 26 procent van deze werk­ nemers komt dit hoofdzakelijk of gedeeltelijk door het werk. De geschatte kosten van loondoorbetaling aan werknemers die verzuimen bedragen in totaal jaarlijks ruim 13 miljard euro. Van deze kosten komt 6 miljard euro door werkgerelateerd verzuim (zie figuur 3.7). Dit is 46 procent van alle kosten en dat is veel meer dan de eerder genoemde 26 procent werkgerelateerd verzuim. Dit komt doordat de verzuimduur van werk gerelateerd verzuim langer is. Klachten door PSA zijn door de gemiddeld lange duur hierbij verantwoordelijk voor 58 procent van de werk­ gerelateerde verzuimdagen en 64 procent van de verzuimkosten. Fysieke arbeids­ belasting, zoals zwaar werk of langdurig dezelfde handelingen verrichten, veroor­ zaakt 25 procent van de werk gerelateerde verzuimdagen en 20 procent van de verzuimkosten.

TABEL 3.7 Geschatte gemiddelde jaarlijkse kosten van loondoorbetaling bij verzuim in

totaal en voor werkgerelateerd verzuim gemiddeld voor de periode 2017­2018, voor alle werknemers en werknemers per sector.

AANT

AL WERKNEMERS

In document Arbobalans 2020 (pagina 70-72)