• No results found

Het journalistieke product voor Elsevier 34 Een analytisch hoofdverhaal van 2700 woorden,

Rendement RJO Willem II/RKC*

Hoofdstuk 5 Journalistieke traject en verantwoording

5.5 Het journalistieke product voor Elsevier 34 Een analytisch hoofdverhaal van 2700 woorden,

- Presentatie onderzoeksresultaten per Regionale Jeugdopleiding met leeswijzer van 550 woorden, - Terug in de tijd: Spelers van Nederlands elftal onder vijftien jaar uit 2002 in het heden (500 woorden) - Drie kaders van 30 regels / 270 woorden:

School - Thorbecke Lyceum Rotterdam (LOOT-school 'van' Feyenoord) Club - Hoofd opleidingen – Koos van Tamelen van FC Utrecht

Ouder(s) - Nico Dijkshoorn, vader van voormalig AZ-jeugdspeler Bob

- Uitleg van KNVB over de nieuwe opzet van Regionale Jeugdopleidingen à 25 regels / 230 woorden, met overzichtskaart van alle Regionale Jeugdopleidingen.

De resultaten die we in ons kwantitatief onderzoek hadden gevonden bepaalden de insteek van het hoofdverhaal. Dat het eerste conceptverhaal als kritisch werd ervaren door de KNVB was logisch. De vele dilemma’s die we schetsen zetten de toon. Maar ons kwantitatieve onderzoek naar de doorstroomcijfers,

rechtvaardigde die insteek van het verhaal volledig. De kritiek die de KNVB had op de inhoud van ons verhaal, hadden we dan ook in no time ontkracht. Een reactie van de KNVB daarna bleef uit. Ze wisten dat we gelijk hadden.

Vanwege de schrikbarend lage slagingskanswilden we de meest aansprekende dilemma’s van een voetbalopleiding kenbaar maken. Min of meer als waarschuwing aan toekomstige spelers en hun ouders. Behalve het feit dat voetballen bij een mooie profclub hartstikke leuk en stoer is voor de jeugdspelers, zijn er ook een hoop nadelen te benoemen. Naast het gebrek aan pedagogische begeleiding, missen spelers op sociaal gebied een heleboel dingen.

Een duidelijk sociaal/maatschappelijke insteek was dus nodig. Ook omdat het artikel anders niet bij Elsevier zou passen en omdat uit onze literatuurstudie bleek dat de meeste journalisten deze invalshoek niet of nauwelijks hebben gekozen. Hier was dus een belangrijke rol voor ons weggelegd.

Na het literatuuronderzoek en de interviews met autoriteiten als Albert Buisman, Paul Verweel en Bram Bakker kwamen we tot de conclusie dat een aanzienlijk deel van het artikel moest gaan over het gebrek aan

pedagogische handvatten bij clubs. Veel clubs zijn slechts prestatiegericht en hebben minder oog voor de ontwikkeling van het kind. We zijn van mening dat kinderen, dus ook de jeugdspelers van BVO’s, recht hebben op pedagogische begeleiding door trainers die daar verstand van hebben. We vonden dit een belangrijk thema om aan te kaarten.

Om niet te veel onze eigen visie in het artikel te laten gelden, hebben we er voor gekozen om veel te quoten. Dat is niet geheel gebruikelijk in een analytisch artikel, maar het was belangrijk dat deskundigen de schokkende uitspraken zouden doen. Alleen dan begreep de leek de ernst van de situatie.

Quotes van ex-jeugdspelers, die praktijkervaring hadden, verwoorden wat wij al dachten. Voor het verhaal was het goed dat we die uitspraken in hun mond konden leggen.

We hebben ook meerdere ouders gesproken. We kozen voor Eisha Ozcan in het hoofdverhaal omdat zij volgens ons het toonbeeld is van het gemiddelde voetbalgezin. Omdat ouders degene zijn die uiteindelijk bepalen of hun zoon naar een jeugdopleiding mag, vonden wij dat hun stem niet kon ontbreken in het verhaal. Ouders moeten enorm investeren in de ‘droom’ van hun kind. Naast de jeugdspelers zelf, moeten ouders ook opofferingsgezind zijn. We wilden dit laten zien, als een van de dilemma’s in het verhaal, omdat mensen van buitenaf dit vaak niet door hebben.

Ook school vonden wij een belangrijk thema om te vermelden. Zeker omdat school voor jeugdspelers extreem belangrijk is - het biedt ze mogelijkheden als ze afvallen; wat vaker wel dan niet voorkomt - konden we niet onder het maatschappelijke aspect van onderwijs uit. Veel jongens zitten op een LOOT-school waar er van alles voor ze geregeld wordt zodat ze optimaal kunnen schakelen tussen voetbalen en studie. Dit is een prima oplossing, alleen vermoeden wij dat veel spelers op een lager niveau studeren vanwege het intensieve voetbalprogramma. Hier zijn we niet dieper ingedoken. Ook is het zo dat jongens door het vele trainen, haast geen tijd meer hebben voor huiswerk. Feit is wel dat spelers soms een jaartje langer doen over hun opleiding. Dit heeft uiteraard te maken met het drukke voetbalrooster, wedstrijden en (buitenlandse) toernooien.

Naast het hoofdverhaal hebben we gebruikt gemaakt van kaders. Dit hebben we gedaan omdat het hoofdverhaal nogal analytisch van aard is. In de kaders geven mensen de ruimte om hun mening te

verkondigen en vakinhoudelijke visie te verduidelijken. We hebben gekozen om ouders, school en club in beeld te brengen. Deze driehoeksverhouding is een bepalende factor tijdens de opleiding tot beroepsvoetballer. De kaders zijn daarnaast een luchtige aanvulling op het vrij zakelijke hoofdverhaal.

In de leeswijzer verduidelijken hoe we tot de onderzoeksresultaten zijn gekomen. Dit is essentieel omdat we daarmee open en duidelijk communiceren naar de lezer over de opbouw van ons onderzoek. We laten zo zien op welke manier de resultaten te herleiden zijn.

Omdat we in ons verhaal hebben gekeken naar de kansen die jeugdspelers hebben om betaald voetballer te worden, leek het ons leuk en informatief om een oud Nederlands jeugdelftal onder 15 uit te lichten. We stelden de vraag: waar zijn de grootste talenten van vroeger als voetballer terechtgekomen? Volgens ons illustreert dit kader precies wat er kan gebeuren met jongens die deel uit hebben gemaakt van een

profopleiding. De één wordt profvoetballer bij een mooie club en de ander is nu opticien en voetbalt bij een derdeklasser voor zijn plezier. We vroegen aan die jongens wat voor werk ze nu doen en welke studie ze gevolgd hebben. Dit geeft het kader ook een sociaal/maatschappelijk gezicht. Met een oude elftalfoto, opgevraagd bij de KNVB, hadden we bovendien een mooie beeldondersteuning.

De structuur van voetbalopleidingen is met ingang van het vorige seizoen veranderd. De KNVB heeft dertien topleidingen tot betaald voetballer aangewezen; de zogenaamde RJO’s. Omdat de beroepsopleiding tot betaald voetballer hiermee volledig op de schop is gegaan wilden wij de belangrijkste zaken en veranderingen in een kader uiteenzetten.

De kop van het artikel ‘Jongensdroom of Kinderhandel?’ is na de voorgaande uitleg logisch. Uit ons onderzoek is naast het teleurstellende rendement van voetbalopleidingen gebleken dat clubs hoofdzakelijk gericht zijn op prestaties en winst maken. Het gaat ze slechts om het handjevol talenten dat uiteindelijk doorbreekt. Het overgrote deel van de spelers die afvallen; daar kijken clubs niet naar om. Dat bleek uit de interviews die we met veel personen hebben gehad. Spelers worden gebruikt als opvulling van een team om ervoor te zorgen dat de beste spelers nog beter worden. Daarom kunnen we spreken van kinderhandel. Ook vanwege het feit dat clubs vanwege ‘concurrentieoogpunt’ steeds vroeger beginnen met het binnenhalen van talentjes. De jongste spelers zijn soms maar zes jaar oud. Clubs zoeken naar goudmijntjes en de jongensdroom van veel

jeugdvoetballers springt vroeg of laat als een zeepbel uit elkaar.