• No results found

2. De zwarte bladzijde in de geschiedenismethodes

2.2 Van de jaren zeventig tot het millennium

Hoewel er in de jaren '70 meer belangstelling kwam voor het ellendig bestaan van de slaaf en het slachtofferschap meer werd beklemtoond, resulteerde dat niet in meer aandacht voor het Nederlandse slavernijverleden in de geschiedenismethodes van het voortgezet onderwijs (zoals dat wel het geval was bij de geschiedschrijving waar de historici meer gingen schrijven over het Nederlandse slavernijverleden). Volgens de historica Lucia Hogervorst duurde het twee decennia voordat historici meer gingen schrijven over ''het Nederlandse aandeel in de slavenhandel en de slavernij'' en daarmee weerspreken de lesboeken ''het beeld dat in de media stand gehouden wordt''.147

Bovendien zorgde de Antilliaanse en Surinaamse gemeenschap in Nederland in combinatie met nieuwe onderzoeksresultaten uit de wetenschappelijke wereld voor een andere kijk op het Nederlandse slavernijverleden.148

2.2.1. De schematische narratieve templats en de specifieke narratieven

In de dertien bestudeerde Nederlandse geschiedenismethodes tussen de jaren '70 en de eeuwwisseling is niet aanzienlijk meer belangstelling voor het Nederlandse slavernijverleden op te merken. In Merlijn: geschiedenis voor mavo/havo/vwo worden enkele pagina's aan de Nederlandse geschiedenis van de slavernij en de slavenhandel besteed, maar de behandeling van deze thema's is zeer globaal en de rol van de Nederlanders wordt nauwelijks besproken (alleen kort wordt vermeld dat de Nederlandse handelaren de slaven vanuit Afrika naar het Amerikaanse continent vervoerden).149 Ook worden de Nederlanders af en toe genoemd als de slavenhandel van

de Europese handelaren in de leesboeken wordt benoemd, maar verder blijft het daarbij.150 Opvallend is het feit dat in Achter het heden: een actuele geschiedenis door

de auteur J.S. Wijnen wel in wordt geschreven over de slavernij tijdens de Romeinen, de middeleeuwen, de ontdekkingsreizen omstreeks 1500, Nederlands-Indië, de Verenigde Staten en de trans-Atlantische slavenhandel in het algemeen, maar er door hem op geen 147 Volgens het onderzoek van Hogervorst komt dat tot uiting in de geschiedenisboeken voor het

basisonderwijs in de jaren '90, maar aangenomen kan worden dat tijdgeest niet anders tot uiting zal zijn gekomen in de geschiedenismethodes op het voortgezet onderwijs. Hogervorst, ''Is de slaaf slecht bedeeld in het onderwijs?''; Van der Sanden, ''Is het lesmateriaal over de slavernij te oppervlakkig?''; en Lucia

Hogervorst, ''Volop aandacht voor slavernij in schoolboeken''. https://www.nrc.nl/nieuws/2010/07/10/volop- aandacht-voor-slavernij-in-schoolboeken-11918768-a518467 (geraadpleegd op 10 mei 2019).

148 Hogervorst, ''Is de slaaf slecht bedeeld in het onderwijs?''.

149 Zie de bijlage: in Merlijn (1983) wordt het tekort aan arbeidskrachten op plantages beschreven dat aangevuld werd met honderdduizenden West-Afrikanen die door Britse en Nederlandse handelaren per schip werden opgehaald en op Amerikaanse slavenmarkten werden verkocht.

150Zie de bijlage: in de geschiedenismethode Sprekend Verleden: een geschiedenis van de wereld 2b (1980) wordt er gemeld dat voor vele slaven het leven in het Caribisch gebied begon en ze te werk werden gesteld op de plantages van West-Europeanen (Britten, Fransen, Nederlanders en Spanjaarden); en in de

geschiedenismethode Merlijn (1983) wordt geschreven over de slaven die door de Portugese en Spaanse kolonisten op de eilanden in het Caraïbisch gebied te werk werden gesteld op de suikerplantages en de honderdduizenden West-Afrikanen die die door de Britse en de Nederlandse kooplui per schip worden opgehaald en op de Amerikaanse slavenmarkten verkocht.

enkele manier aandacht wordt besteed aan de Nederlandse slavenhandel en slavernij van de zwarte bevolking in Brazilië, Suriname, de Nederlandse Antillen, Zuid- en West- Afrika en Nieuw-Nederland (Noord-Amerika). Weliswaar wordt in deze geschiedenismethode de vergelijkingen getrokken tussen de slavernij en de gastarbeiders die in de jaren '70 uit voormalige West- en Oost-Indische koloniën afkomstig waren (''Toch werd er ook het nodige gedaan om te voorkomen dat ze buitenlanders tot slaven werden.'') en illegalen (''Zij kwamen in een positie terecht die nauwelijks verschilde van die slavernij.''), maar daar blijft het verder bij in het geval van het Nederlandse slavernijverleden.151 Sowieso wordt er in de dertien bestudeerde

leesboeken weinig geschreven over de voormalige West-Indische koloniën – alleen unieke gebeurtenissen als het zelfbestuur van Suriname en de Nederlandse Antillen in 1954 en de onafhankelijkheid van Suriname op 25 november 1975 worden benoemd – maar verder gaat de interesse vooral naar Nederlands-Indië in de bestudeerde geschiedenismethodes.152

Hoewel het Zuid-Afrikaanse slavernijverleden alweer in relatie tot de witte boeren in Zuid-Afrika en de Boerenoorlogen wordt behandeld – zoals dat ook het geval was bij de bestudeerde leesboeken voor de jaren '70 en net zo pover wordt vermeld – is er aandacht van de auteurs voor een andere specifiek narratief en schematische

narratieve templats: in Achter het heden wordt de afschaffing van de slavernij in 1833

door het Verenigd Koninkrijk in zijn koloniën benoemd; en de algemene verhaallijn komt in twee bestudeerde leesboeken als volgt voor: in Achter het heden wordt beschreven hoe de Afro-Amerikaanse bevolking met slavernij door de witte Zuid-Afrikaanse boeren werd onderdrukt; en in Speurtocht door de eeuwen: de nieuwste geschiedenis van 1914 wordt beschreven hoe de witte Zuid-Afrikaanse boeren zich verzetten tegen de Britse politiek (en dan vooral de afschaffing van de slavernij) en hoe ze de strijd aangingen met het Verenigd Koninkrijk.153 Verder wordt de slavernij van de zwarte bevolking in Zuid-

Afrika niet behandeld. Daarentegen is er wel aandacht van de auteurs in vier van de dertien bestudeerde geschiedenismethodes voor de discriminatie van de zwarte bevolking met de apartheidspolitiek dat in Zuid-Afrika tussen 1948 en 1994 van kracht

151 Zie de bijlage: in de geschiedenismethode Achter het heden (1981) is er aandacht voor moderne slavernij; en J.S. Wijnen, Achter het heden: een actuele geschiedenis (Groningen: Wolters-Noordhoff, 1981): 211-212.

152 Zie de bijlage: in de schoolboeken Geschiedenis van gisteren (1976) en Speurtocht door de eeuwen 4: de nieuwste geschiedenis vanaf 1914 (1977) wordt er geschreven over de binnenlandse autonomie in 1954 van de Nederlandse Antillen en Suriname; en in de schoolboeken Geschiedenis van gisteren (1976) en Speurtocht door de eeuwen 4: de nieuwste geschiedenis vanaf 1914 (1977) wordt er ook geschreven over de

onafhankelijkheid van Suriname op 25 november 1975.

153 Zie de bijlage: in de geschiedenismethode Achter het heden (1981) wordt de afschaffing van de slavernij door het Verenigd Koninkrijk benoemd als de specifieke narratief; en de schematische narratieve templats die worden gebruikt: in de geschiedenismethode Achter het heden (1981) de onderdrukking van de zwarte bevolking door de witte Zuid-Afrikaanse boeren en in de geschiedenismethode Speurtocht door de eeuwen: de nieuwste geschiedenis van 1914 (1977) wordt geschreven over de witte boerenbevolking in Kaap de Goede Hoop, hun verzet tegen de Britse politiek en vooral tegen de opheffing van de slavernij, en het verlies van de strijd van de Boerenrepublieken tegen het Verenigd Koninkrijk.

was.154 Opvallend is dat niet, want de apartheid was een actueel onderwerp rond het

uitbrengen van deze leesboeken in de jaren '70 en '80.

Nog steeds wordt de slavernij in de bestudeerde lesboeken vooral geassocieerd met het Noord-Amerikaanse slavernijverleden en vaak in relatie tot de periodes rond de Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog en de Amerikaanse Burgeroorlog. De meest gebruikte schematische narratieve templat in de dertien bestudeerde leesboeken bleef hetzelfde als voor de jaren '70 en werd in vier geschiedenismethodes gebruikt – en dat is niet verrassend want de tegenstellingen tussen de Noordelijke en Zuidelijke Staten, met de slavernij als een van de breekpunten, was van grote invloed in het tot stand komen van de Amerikaanse Burgeroorlog.155 In het geval van de meest gebruikte specifieke

narratief binnen de leesboeken was er echter wel enkele variatie: de afschaffing van de

slavernij in de Verenigde Staten door president Abraham Lincoln in 1863 werd in zes van de dertien bestudeerde geschiedenismethodes genoemd.156 De andere ''unieke

gebeurtenissen'' werden alleen in Sprekend Verleden: een geschiedenis van de wereld

2b benoemd: de eerste Afrikaanse slaven die in 1619 in Virginia landden, de afschaffing

van de slavenhandel in 1808 op Afrika, de stichting van de Republiek Liberia in 1847 door duizenden voormalige slaven uit de Verenigde Staten en het Hooggerechtshof dat de slavernij weer toestond in alle Amerikaanse staten in 1857.157 Al eerder genoemde

specifieke narratieven van voor de jaren '70 die worden gereproduceerd in de

bestudeerde lesboeken: de uitvinding van de cotton-gin en het boek De Hut van Oom

Tom.158

In de bestudeerde leesboeken wordt er bijzonder veel geschreven over het leed en de ongelijke behandeling van de zwarte bevolking in de Verenigde Staten, wat ongetwijfeld te maken heeft met de groeiende emancipatie van minderheidsgroepen vanaf de jaren '60. Dit kwam tot uiting in een algemene verhaallijn met enkele variaties, waarbij de nadruk begon te liggen op de discriminatie en onderdrukking van Afro- Amerikaanse bevolking door de witte bevolking na de abolitie van de slavernij en hun

154 Zie de bijlage: in de geschiedenismethodes Geschiedenis van gisteren (1976), Speurtocht door de eeuwen 4: de nieuwste geschiedenis vanaf 1914 (1977), Achter het heden (1981) en Historisch perspectief: boek II (1985) wordt er geschreven over de apartheidspolitiek en het uittreden van Zuid-Afrika uit het Gemenebest.

155 Zie de geschiedenismethodes in de bijlage voor de tegenstellingen tussen de Noordelijke en Zuidelijke staten tijdens de Burgeroorlog: Speurtocht door de eeuwen 3: De tijd na 1815 (1977), Speurtocht door de eeuwen 4: de nieuwste geschiedenis vanaf 1914 (1977), Sprekend Verleden: een geschiedenis van de wereld 2b (1980) en Vragen aan de geschiedenis: 3/4 m (1993).

156 Zie de geschiedenismethodes in de bijlage voor de afschaffing van de slavernij door Abraham Lincoln: Avorama (1971), Sprekend Verleden: een geschiedenis van de wereld 2b (1980), Achter het heden (1981), Historisch perspectief: boek I (1984) en Historisch perspectief: boek II; en in de geschiedenismethode Kijk op de tijd (1984) werd alleen niet benoemd dat Abraham Lincoln de slavernij afschafte, maar wordt de datum en gebeurtenis verder wel benoemd.

157 Zie de bijlage: Sprekend Verleden: een geschiedenis van de wereld 2b (1980).

158 Zie de bijlage: in de geschiedenismethode Sprekend Verleden: een geschiedenis van de wereld 2b (1980) wordt de uitvinding van de cotton-gin beschreven; en in de geschiedenismethodes Sprekend Verleden: een geschiedenis van de wereld 2b (1980), Achter het heden (1981) en Vragen aan de geschiedenis: 3/4 m (1993) wordt het boek De Hut van Oom Tom benoemd (in de geschiedenismethode Sprekend Verleden: een

geschiedenis van de wereld 2b (1980) wordt ''1850'' als tijdsaanduiding gebruikt voor het uitgeven van het boek in plaats van ''1852'' en dat is onjuist).

strijd om meer gelijkheid (in acht van de dertien bestudeerde geschiedenismethodes).159

In de bestudeerde geschiedenismethodes zijn de volgende specifieke narratieven op te merken: de predikant Martin Luther King (in vier bestudeerde leesboeken); de uitspraken van het Hooggerechtshof in verband met de emancipatie van de Afro- Amerikaanse bevolking (in vier bestudeerde leesboeken); de vertoningen van rassenhaat in het plaatsje Little Rock in Arkansas in 1955 en werden militairen ingezet om zwarte kinderen naar school kunnen te laten gaan (in drie bestudeerde leesboeken); en de volgende gebeurtenissen werden een keer in de leesboeken benoemd: de Afro- Amerikaanse vrouw Rosa Parks die op 1 december 1955 niet in de bus opstond en werd gearresteerd, de bloedige onlusten bij de ''Negro-revolt'' in 1963 waarbij de Afro- Amerikaanse bevolking in opstand kwam en de zwarte bevolking in de zuidelijke staten die zich door federale ambtenaren als kiezers laten inschrijven in 1965.160 In de

bestudeerde geschiedenismethodes wordt er in deze tijdsperiode ook het verband gelegd tussen de presidenten van de Democratische Partij, Roosevelt, Truman, Johnson en Kennedy, en hun inzet om de rassenproblemen omtrent de Afro-Amerikaanse bevolking op te lossen.161 Daarentegen wordt de Republikeinse president Nixon in een

minder positief licht gezien in Sprekend Verleden: een geschiedenis van de wereld 3b en wordt geschreven over zijn mededeling dat hij wilde dat de Afro-Amerikaanse bevolking 159 Zie de bijlage: in de geschiedenismethodes Avorama (1971), Geschiedenis van gisteren (1976),

Speurtocht door de eeuwen 3: De tijd na 1815 (1977), Speurtocht door de eeuwen 4: de nieuwste geschiedenis vanaf 1914 (1977), Sprekend Verleden: een geschiedenis van de wereld 2b (1980), Achter het heden (1981), Sprekend Verleden: een geschiedenis van de wereld 3b (1982) en Historisch perspectief: boek II (1985). 160 Zie de bijlage: in de geschiedenismethode Sprekend Verleden: een geschiedenis van de wereld 3b (1982) werd er geschreven over de bus-boycot in Montomery van Martin Luther King en zijn arrestatie in 1955; in de geschiedenismethode Historisch perspectief: boek II (1985) werd er geschreven over dat Martin Luther King de leider van de Southern Christian Leadership Conference (SCLC) na een geslaagde busboycot in 1956; in de geschiedenismethode Historisch perspectief: boek II (1985) wordt geschreven over de mars naar Washington met Martin Luther King in 1963 en zijn welbekende rede. Die mars wordt ook besproken in de

geschiedenismethode Sprekend Verleden: een geschiedenis van de wereld 3b (1982), maar daar wordt Martin Luther King niet genoemd; en in de geschiedenismethodes Avorama (1971), Geschiedenis van gisteren (1976) en Sprekend Verleden: een geschiedenis van de wereld 3b (1982) wordt er geschreven over de moord op Martin Luther King op 4 april 1968; in de geschiedenismethode Historisch perspectief: boek II (1985) wordt de uitspraak benoemd van het Hooggerechtshof in 1896 dat de segregatie niet in strijd was met de grondwet, mits er aparte maar gelijkwaardige voorzieningen voor de zwarte bevolking waren; en in de

geschiedenismethodes Geschiedenis van gisteren (1976), Speurtocht door de eeuwen 4: de nieuwste

geschiedenis vanaf 1914 (1977), Sprekend Verleden: een geschiedenis van de wereld 3b (1982) en Historisch perspectief: boek II (1985) wordt er geschreven over de uitspraak van het Hooggerechtshof in 1954 dat de scheiding tussen wit en zwart op scholen ongrondwettig was; in de geschiedenismethodes Geschiedenis van gisteren (1976), Sprekend Verleden: een geschiedenis van de wereld 3b (1982) en Historisch perspectief: boek II (1985) wordt er geschreven over de gebeurtenissen in Little Rock; in de geschiedenismethode Historisch perspectief: boek II (1985) wordt er geschreven over Rosa Parks die weigerde op te staan in de bus; de geschiedenismethode Historisch perspectief: boek II (1985) die schrijft over de ''Negro-revolt'' in 1963; en in de geschiedenismethode Speurtocht door de eeuwen 4: de nieuwste geschiedenis vanaf 1914 (1977) werd er geschreven over de zwarte bevolking in de zuidelijke staten die zich door federale ambtenaren als kiezers laten inschrijven.

161 Zie de bijlage: de schematische narratieve templats in de geschiedenismethodes Speurtocht door de eeuwen 4: de nieuwste geschiedenis vanaf 1914 (1977) en Sprekend Verleden: een geschiedenis van de wereld 3b (1982) gaan over de inzet van Roosevelt, Truman, Johnson en Kennedy om de zwarte bevolking te helpen; en de specifieke narratieven zijn op te merken in de volgende geschiedenismethodes: in de

geschiedenismethode Historisch perspectief: boek II (1985) wordt geschreven over president Kennedy die in 1963 bij het Congres een wet op de burgerrechten indiende; in de geschiedenismethode Speurtocht door de eeuwen 4: de nieuwste geschiedenis vanaf 1914 (1977) wordt geschreven over Kennedy die in een televisie- uitzending erkende dat de afstammelingen van slaven die op 1 januari 1863 vrij waren geworden, nog steeds niet bevrijd waren van de ketenen van onrecht; en in de geschiedenismethodes Geschiedenis van gisteren (1976), Speurtocht door de eeuwen 4: de nieuwste geschiedenis vanaf 1914 (1977) en Historisch perspectief: boek II (1985) wordt er geschreven over de wet op burgerrechten in 1964, waardoor de zwarte bevolking wettelijk gelijke rechten kreeg.

hun problemen naar de achtergronden zouden schuiven, omdat zij voor te veel achterdocht en jaloezie zouden zorgen bij de witte bevolking.162

In plaats van dat de bestudeerde leesboeken de Nederlandse geschiedenis van de slavernij of slavenhandel behandelen, wordt er in tien van de dertien bestudeerde geschiedenismethodes geschreven over andere thema's gerelateerd aan de zwarte bevolking in de voormalige Nederlandse koloniën in Brazilië, Suriname, de Nederlandse Antillen, Zuid- en West-Afrika en Nieuw-Nederland (Noord-Amerika): de Portugese en Spaanse ontdekkingsreizen tijdens het begin van de vijftiende eeuw tot het midden van de zestiende eeuw, de koloniale expansie van de Europese grootmachten van het einde van de vijftiende eeuw tot en met de zeventiende eeuw, de exploitatie van de nieuwe veroverde gebieden, het modern imperialisme in de negentiende eeuw en de dekolonisatie van de Amerikaanse en de Afrikaanse koloniën.163 In het bijzonder zijn de

zaken in de volgende leesboeken interessant: in Sprekend Verleden: 3b wordt de economische afhankelijkheid van ontwikkelingslanden ten opzichte van de Westerse landen beschreven als een vorm van imperialisme: ''neokolonisme'' (een vorm exploitatie van voormalige koloniale landen door rijke landen); en in Historisch perspectief:

Wereldgeschiedenis van de 20e eeuw, boek II 1945-heden wordt de ontwikkelingshulp

voor ''de Derde Wereld'' behandeld.164

2.2.2. Discoursanalyse

In de dertien bestudeerde geschiedenismethodes worden relatief weinig nieuwe termen gebruikt die tegenwoordig als controversieel kunnen worden gezien. In Speurtocht door

de eeuwen 3: De tijd na 1815 schrijft D.J. Roorda over de ''primitieve volkeren'' in Afrika,

wat ''gebrekkig, onbeholpen'' betekent en ''primitieve volken die technisch weinig ontwikkeld zijn''.165 In Europa wordt de term vaak denigrerend gebruikt voor ''de raciale

en temporale 'ander'' en ''niet van deze tijd'' en Europese kwaliteiten als rationaliteit en vooruitgang misten.166 De term ''negerstammen'' is ook omstreden omdat het woord

vaak in verband wordt gebracht met ''primitief, simpel en wild'' bij niet-Europese culturen (hoewel er sommige groepen de term juist omarmen).167 De auteurs van het

document Woorden doen ertoe raden aan om de term ''primitief'' alleen te gebruiken in een beschrijvende en historische context met aanhalingstekens en bij de term ''stam'' is het afhankelijk of de mensen deze gebruiken om zichzelf te beschrijven.

162 Zie de volgende geschiedenismethodes in de bijlage: Sprekend Verleden: een geschiedenis van de wereld 3b (1982).

163 Zie de volgende geschiedenismethodes in de bijlage: Avorama (1971), Geschiedenis van gisteren (1976), Speurtocht door de eeuwen 3: De tijd na 1815 (1977), Speurtocht door de eeuwen 4: de nieuwste geschiedenis vanaf 1914 (1977), Sprekend Verleden: een geschiedenis van de wereld 2b (1980), Achter het heden (1981), Sprekend Verleden: een geschiedenis van de wereld 3b (1982), Merlijn (1983), Historisch perspectief: boek II (1985) en Op weg naar 2000 (1986).

164 Zie de volgende geschiedenismethodes in de bijlage: Sprekend Verleden: een geschiedenis van de wereld 3b (1982) en Historisch perspectief: boek II (1985).

165 Zie de bijlage: Speurtocht door de eeuwen 3: De tijd na 1815 (1977).

166 Het Tropenmuseum, het Afrikamuseum, het Museum Volkenkunde en het Wereldmuseum, Woorden doen ertoe: 137.

In het bovengenoemde voorbeeld is een negatieve stereotypering ter discussie gesteld, maar soms kan een geschetst beeld van een bevolkingsgroep vanuit goede intenties zijn gemaakt en kan dit een tegenovergesteld effect hebben: in Avorama is er aandacht voor de ''ambassadeurs'' van de zwarte bevolking in de muziek, film en sport en in Sprekend Verleden: een geschiedenis van de wereld 2b wordt er geschreven over de bijdragen die de zwarte bevolking hebben geleverd aan de Amerikaanse economie en allerlei uitingen van de cultuur.168 Enerzijds is het goed dat de auteurs van de

bestudeerde geschiedenismethodes aandacht besteden in de lesboeken voor de positieve verhalen van de zwarte bevolking, maar anderzijds is een mogelijk gevaar dat het resulteert in stereotyperingen waar Afro-Amerikaanse mannen mee worden geassocieerd (namelijk dat de vrolijke zwarte man hoofdzakelijk goed is in acteren, muziek maken of sporten) en voorbij gaat aan de raciale problemen waarmee ''de normale zwarte man'' te maken krijgt of in het verleden te maken kreeg.169

De meest interessante trend tussen de jaren '70 en de eeuwwisseling is dat de auteurs in de bestudeerde geschiedenismethodes veel schrijven vanuit het perspectief van de zwarte slaaf en hun onderdrukking door de witte bevolking. Twee ontwikkelingen binnen de geschiedschrijving van het Nederlandse slavernijverleden kunnen die trend verklaren (die eerder zijn behandeld in de eerste deelvraag): de historische studies in de jaren '60 gingen voornamelijk over de onmenselijkheid van de slavenhandel en de slavenhandel in Afrika en deze ontwikkeling had haar doorwerking in de bestudeerde geschiedenismethodes en/of de nieuwe stromingen niet-westerse geschiedenis en sociale geschiedenis hadden hun invloed op de geschiedenismethodes, waardoor er meer belangstelling kwam voor het perspectief van de voormalige Nederlandse koloniën en/of haar volkeren. In drie van de dertien bestudeerde geschiedenismethodes wordt er geschreven over de gruwelheden die de slaven ondergingen. De teksten zullen ongetwijfeld confronterend zijn geweest voor de leerlingen op het voortgezet onderwijs, maar op die manier werden ze zich wel bewust van hoe de slaven in het verleden werden behandeld.170 J.S. Wijnen beschrijft de behandeling van slaven als volgt in Achter

het heden:

''De Afrikaanse negers verloren bij aankomst op de slavenmarkten in Amerika hun eigen naam, hun banden met hun gezin en hun familie. Zij werden een gebruiksvoorwerp en kregen van hun eigenaar een naam zoals een kind een naam

168 zie de bijlage: de geschiedenismethodes Avorama (1971) en Sprekend Verleden: een geschiedenis van de