4. Strategieën, situaties, ingewikkeldheden
4.2 Informeren en advies geven
Hoewel de visite begint met vragen over hoe het gaat met de patiënt, wordt er verder tijdens de visite
voornamelijk informatie en advies gegeven, de communicatie is voornamelijk vanuit de professionals
naar de patiënt en de familie. Niet alle informatie is van waarde voor patiënten en families, en niet alle
feiten en adviezen zijn even informatief.
Zaalarts in ziekenhuis VS: Wij bespraken, net zoals op de meer specialistische afdelingen,
de patiënten altijd via het SOEP [subjectief, objectief, evaluatie, plan] model. Dat waren
hele verhalen waarbij een professional voor lange tijd aan het woord was. We merkten dat
families helemaal niet zo geïnteresseerd zijn in getallen. Zij hebben andere zorgen: gaat
het beter of slechter vandaag? En ze willen weten wanneer ze naar huis kunnen.
[Gesprek]
Een familie-gericht, gedeeld proces wordt als ideaal beschouwd, maar ‘wat willen jullie’ of ‘wat heeft
jouw voorkeur?’ komt nog weinig voor. Vaak wordt er, vooral in de besluitvorming, door de zorgprofessionals aangegeven: ‘we gaan nu [dit] doen’ of ‘vandaag wordt er nog [hiernaar] gekeken’.
Families vertellen dat informatie vaak op deze manier met hen gecommuniceerd wordt. Zij geven aan
dat dit een manier is waarop ze bij de zorg betrokken worden. In beide ziekenhuizen wordt met de
familie en patiënt af en toe gegevens of details gecheckt, bijvoorbeeld over eerdere opnames of over
dosering van medicatie.
Gesprek 1 in ziekenhuis NL
Vader: Elke keer als er iets ging gebeuren dan kwamen ze langs: ‘we willen dit gaan
onderzoeken’. Ik weet niet wat er gebeurde als we ‘nee’ zouden zeggen. Lacht een beetje
omdat we dit graag willen onderzoeken. Meestal werd het dus zo geïntroduceerd als: dit
moeten we gaan doen. [Gesprek]
Gesprek 2 in ziekenhuis NL
Vader: We worden gedeeltelijk betrokken bij de zorg. Ze vragen aan ons hoe het gaat en
welke vragen we hebben. Het overgrote deel vertellen ze wel wat ze plan van zijn of wat
ze gaan doen. Dus dat vertellen ze wel. Maar ze komen niet iedere dag langs. [Gesprek]
Gesprek 3 in ziekenhuis VS
Zaalarts: Families weten wanneer de visites zijn en dat ze aanwezig kunnen zijn. Maar
echt opties tijdens de visite... Nee. Wij leiden de visite, en als zij zorgen of vragen
hebben, is de visite misschien niet de beste plek om deze te laten horen. Als je begint met
de patiënt te veel de regie te geven over de visite, gaat de visite heel veel tijd kosten en
wordt deze heel ongestructureerd. Dus nee, families kunnen eigenlijk weinig veranderen
aan het plan gedurende de visite. [Gesprek]
Ouders doen vaak nog weinig mee in deze besluitvorming en uitten vaak niet zelf hun eigen ideeën
over het beste plan voor de patiënt.
Moeder in ziekenhuis NL: Zij [zaalarts] gaf aan dat ze gaan proberen hem [zoon van
moeder en patiënt] vaste voeding te geven. Ja, zolang hij dat broodje weet binnen te
houden, mogen ze vaste voeding proberen van mij. Als dat niet lukt, dan, als hij al een
broodje uitspuugt, heb ik zoiets van, kunnen we het beter niet doen, laten we z’n maag
wat rust geven, hebben wij ook als we een griepje hebben. [Gesprek]
Aan ouders wordt weinig geleerd over het ziektebeeld en er wordt niet altijd ingegaan op
In ziekenhuis NL
[...]
Arts-assistent: Ik hoor u zeggen een bacterie. Waarschijnlijk was het een virus. We
dachten eerst ook aan een reflux component, ik heb dat nog even overlegd met jullie
behandelend arts. Daar hebben jullie om drie uur een gesprek mee, dacht ik? Jullie
kunnen richting huis, zijn jullie daar ook comfortabel mee?
Vader: Helder verhaal. Dan nog wat anders, de eerste vier weken was er niets van
kuchen. Het hoort nu ook bij de ziekte, maar we zagen dat eerder niet.
Arts-assitent: We verwachten dat dat minder wordt, maar het hoort inderdaad ook bij het
slijm in de longetjes.
Kinderarts: Hij ziet er veel beter uit dan vorige week.
Vader: Ja, de antibiotica heeft echt geholpen denk ik. [Observatie]
Hier wordt aan vader van een zes weken oude baby met taaislijmziekte veel informatie gegeven, over
de oorzaken, de afspraken, het ontslag, de prognose in maar een paar zinnen. In deze paar zinnen is de
informatiedichtheid hoog en kan ook gezien worden dat vader andere zorgen heeft (over het kuchen,
dat was er eerst niet) en de verbetering deels wijdt aan het gebruik van antibioticum (waarschijnlijk
was het een virus).
Ouders vinden ook niet alle informatie interessant en kunnen ook niet alle informatie onthouden.
Moeder in ziekenhuis NL: Ik kijk het ook per dag aan, ja wat gaan we doen, dus eeh. Het
kan beter in stapjes, anders vergeet ik het toch, als ze het van de hele week gaan vertellen.
[Gesprek]
Patiënten lijken vaak andere dingen te willen weten. Een moeder die zich afvraagt hoe zij de volgende
keer een urineweginfectie bij haar zoon van 1 jaar ziet, want hij had voor deze opname ook geen
Of een andere moeder, die nu een afspraak heeft gekregen voor een slikfoto op vrijdag, en dan
maandag terug moet komen voor een andere poliafspraak. Zij wil dat liever op een dag, anders is dat
heel lastig te organiseren met het gezin. Of een oma, vlak voor ontslag, die nu niet weet hoelang de
sonde nog blijft en wanneer haar kleinkind weer meer kan drinken dan alleen melk.
Zorgprofessionals lijken zich ervan bewust te zijn dat niet alle informatie even informatie is voor de
patiënt en de familie. Families geven aan het prettig te vinden dat zij op de hoogte worden gehouden
van nieuwe plannen die gemaakt zijn. Uit observaties en gesprekken blijkt dat er aan de patiënt en
familie veel informatie wordt gegeven, maar veel minder andersom. Daarnaast stellen families tijdens
de visite andere vragen, vaak praktische vragen, waar ze graag antwoord informatie over zouden
willen hebben.