4. Strategieën, situaties, ingewikkeldheden
4.6 Een visie op zorg
In beide ziekenhuizen wordt door verschillende professionals gezegd dat familie-gericht zorgen met
een visie op zorg te maken heeft. Het is een attitude, geen methode. Het zijn waarden om uit te dragen,
geen maniertjes. Dit is niet altijd gemakkelijk, zeker wanneer de waarden niet bekend zijn of als de
invulling van familie-gericht zorgen aan de individuele zorgverlener wordt overgelaten. In beide
ziekenhuizen wordt geprobeerd om de waarden van familie-gericht zorgen (bijvoorbeeld door de
familie te laten vertellen hoe het gaat) in de visite aandacht te geven. De visite is gestructureerd: in een
bepaalde volgorde worden de onderwerpen besproken en het medische team neemt een vaste fysieke
positie aan in de kamer van de patiënt bijvoorbeeld. De balans tussen waarden van familie-gericht
zorgen en het structureren van deze praktijk is moeilijk, want familie-gericht zorgen moet geen
maniertje worden.
Verpleegkundige in ziekenhuis NL: Of we [verpleegkundigen] betrokken worden... Nou,
niet, beetje, beetje. Het werd gewoon, hè, geïmplementeerd. Op een afdelingsoverleg met
een klein filmpje. Toen dacht ik, we gaan weer terug naar af. Vroeger liepen we ook
visite aan bed. Ik ging er toen over lezen. En toen dacht ik, oh, het komt vanuit een hele
visie. Dat is misschien ook wel een beetje gezegd, hoor. Dat de ouders en kinderen echt
verantwoordelijk zijn voor zichzelf en eigen, en eeh, ziekte, en daar ook bij betrokken
moeten worden. Dat daar een heel concept achter zit, dat heb ik me toen niet zo heel erg
gerealiseerd. Ik heb het idee van heel veel verpleegkundigen niet zo. Dat ze dat niet
weten. Ja, dat is lastig. Drinkt een slok water. Het lastigste van family-centered care is dat
het zo breed is en er zitten zoveel kanten aan. Het is heel lastig om je vinger erop te
leggen. Je kunt zeggen: “Wij doen aan family-centered care”, maar dan doe je misschien maar één onderdeeltje. Denkt even na. Het [familie-gerichte zorg] is niet zo, hij doet alles
zelf, ze doen alles zelf. En ik ben alleen maar ondersteunend, ze moeten het maar zelf
uitzoeken. Dat is het niet. Het heeft ook wel iets met verbondenheid te maken ofzo. Dat je
ouders neerleggen, en dan voelen ze zich heel eenzaam en dan is het respect volgens mij
een beetje weg.
Interviewer: Hoe doe je dat dan?
Verpleegkundige: Tja, ja, je moet het ook doen. Stilte
Verpleegkundige: Ja, het wordt uitgewerkt in maniertjes hè. Maar eeh, het is geen
maniertje ofzo. Het is een visie, visie op zorg. Lacht. Ik word er ook een beetje dizzy van.
[Gesprek]
De verpleegkundige vertelt goed hoe de verschillende aspecten van familie-gerichte zorg in de visite
aan bod komen. Het is een breed en lastig te vatten concept. Toch is het moeilijk om het te benoemen
of precies te omschrijven. Hoe doe je dat nou, familie-gericht zorgen? En als er één onderdeel van
familie-gericht zorgen gedaan wordt, welke is dat dan? Het is zoeken tussen waarden en maniertjes
voor de visite. Familie-gerichte zorg betekent niet dat de zorg de verantwoordelijkheid van de ouders
wordt en zij de regie nemen, waarbij de verpleegkundige ondersteuning geeft. Het is ook niet het
volledig verzorgen van de patiënt en niets delen met ouders. Familie-gericht zorgen is de balans tussen
overlaten of overnemen. Aanvoelen, afstemmen en respect voor de situatie zijn daarbij belangrijke
wegwijzers. Dat is niet gemakkelijk: hoe geef je dat vorm als verpleegkundige en welke (nieuwe) rol
vraagt dat?
Paramedicus in ziekenhuis NL: Wat mij opvalt is dat er met hele goede bedoelingen hier
wordt gewerkt, maar dat ik soms ook denk, er wordt wel heel veel aan de individuele
zorgverlener overgelaten. Weinig richtlijnen, weinig visie.
Familie-gerichte zorg zijn allemaal verschillende modellen, verschillende mentale visies.
Hier zijn ze nog heel erg zoekende, in dit ziekenhuis, in Nederland, hoe doe je dat nou,
hoe geef je dat nou vorm. Het is niet alleen de bedvisite, het is het totale plaatje.
In ziekenhuis NL
Ik kom binnen in de artsenkamer. Vandaag loopt met de visite ook een andere
onderzoeker mee. Zij is in gesprek met een kinderarts. De onderzoeker vertelt dat het
concept abstract is en vanuit het management komt. Zij wil weten: wat is nodig voor de
afdeling voor familie-gerichte zorg, wat speelt er hier. Zij spreekt ook met andere
instellingen op congressen: ‘Iedereen zegt dat het nodig is, omdat de patiënt mondiger wordt, de patiënt wil meer de regie. Maar andere ziekenhuizen weten ook niet goed hoe
het te implementeren. De hoge piefen van ziekenhuizen zeggen dat ze het goed voor
elkaar hebben, patiënt-centered care, maar dan spreek je andere mensen, van de
werkvloer, en die geven aan dat het nog helemaal niet makkelijk is. Het is ook lastig, je
kunt er niet echt een model op loslaten, je moet de patiënt betrekken. Het concept moet
gevormd worden in de organisatie. En hier, ja, wij weten nog niet precies wat nodig is om
het vorm te geven.’
De (zorg)professionals vertellen dat patiënt-gerichte zorg past in een grotere ontwikkeling van dat
patiënten mondiger worden. Patiënten zouden het willen: patiënt-gerichte zorg is een vereiste,
patiënten willen zelf de regie. Het wisselen van behandelaar en ziekenhuis gebeurt makkelijker en
sneller dan voorheen. De toegang tot (medische) informatie is gemakkelijker en ook in gedrag van
patiënten en families richting zorgprofessionals zijn de grenzen verschoven. Het is de vraag in
hoeverre deze ideeën tijdens de familie-gerichte visite mee spelen en naar voren komen. Hoe krijgt het
concept vorm in de organisatie en op de afdeling tijdens de visite? En vanuit wie en welk probleem
komt het concept naar voren? Wat precies nodig is voor familie-gerichte zorg, en hoe dat vorm te
geven tijdens de visite, is (nog) niet duidelijk, en dus ook niet wat familie-gericht zorgen dus is. Het
moet nog invulling krijgen op de afdelingen waar de visite familie-gericht is.