• No results found

3. De Stasi en de Protestantse kerk, vanaf

3.2 De rol van de Stasi in het godsdienstbeleid van de DDR

3.2.2. Infiltratie in de Protestantse kerk

Met het openen van de Stasi-archieven in 1991 werd bewezen dat er ook Stasi- infiltratie had plaatsgevonden binnen de Protestantse kerk. Gehrhard Besier en Stephen Wolf publiceerden in 1992 "Pfarrer, Christen und Katholiken". Das

Ministerium für Staatssicherheit der ehemaligen DDR und die Kirchen. Dit was

een verzamelwerk van documenten van contact tussen de Stasi en de Kerken uit het Stasi-archief. De grote aanwezigheid van Stasi-agenten in de samenleving was algemeen bekend onder de Oost-Duitsers. Het was zelfs een belangrijk onderdeel van de terreur van de Stasi omdat de wetenschap dat iedereen een mogelijke informant was ertoe leidde dat mensen minder snel ongewenst gedrag durfden te vertonen. De Kerk was echter een organisatie in de ogen van buitenstaanders dat weerstand leek te bieden tegen het regime, waar kritiek werd geuit op het beleid, en waar mensen binnen de kerkmuren geacht waren vrij te kunnen spreken. Na de val van de Muur was het een grote deceptie dat ook de Kerk op grote schaal was geïnfiltreerd.186

Conway is kritisch over de publicatie omdat de samenstellers niet duidelijk maakten hoe ze aan de documenten waren gekomen, noch of deze veelomvattend

185 De Graaf, Over de Muur, 16, 66-67,70, 209.

waren. De Stasi had in haar bestaan enerzijds kilometers dossiers samengesteld over haar bevolking waardoor er een heel grote selectieprocedure aan vooraf moest zijn gaan. Daarnaast waren de dossiers beschermd door de Stasi-

Unterlagen-Gesetz zodat zij niet openlijk toegankelijk waren voor iedereen. Deze

wet moest anonimiteit garanderen zodat onbevoegden niet in andermans dossiers konden zien wie de betrokkenen waren. Dit boek was de eerste uitgave over dit onderwerp en zorgde voor veel opschudding onder de bevolking, al kwam dat deels door de introductie van de auteurs; deze was zeer beschuldigend naar de in de documenten genoemde clerus. Conway vindt het belangrijk dat de bronnen openbaar werden gemaakt, maar de auteurs presenteerden volgens hem citaten uit de Stasi-archieven als feiten en er gebruikten geen kerkarchieven voor wederhoor. Hij ziet in deze publicatie een poging om zo snel mogelijk na het vrijgeven van de Stasi-archieven te publiceren uit angst dat er bronnen zouden worden verwijderd of de archieven weer zouden worden gesloten.187

Volgens John C. Schmeidel bestond in de jaren tachtig ongeveer acht procent van de dominees en kerkbestuurders uit IM's.188 Dennis vindt het moeilijk

aantallen te noemen, maar schat het totaal IM's in de kerkelijke sfeer op slechts ongeveer 1.000. De Stasi-infiltratie vond plaats in de gehele structuur van de BEK, van de kerkelijke verenigingen, de lokale Kerkenraden tot aan de top van de BEK. Maar de meeste nadruk kreeg de top omdat de SED op deze manier het Kerkbeleid probeerde te kunnen doorzien en zo mogelijk beïnvloeden. De Stasi probeerde invloed te krijgen op mensen op sleutelposities en de IM’s binnen de BEK bestonden uit advocaten en secretaresses. Ook de bisschop Gienke van Greifswald, de hoogste toezichthouder van de Kerk in Berlijn-Brandenburg Günter Krusche en de persoonlijke secretaresse van BEK-voorzitter bisschop Schönherr waren informant. Volgens Mike Dennnis bestonden de deelnemers van een aantal kerkelijke synodes zelfs voor 25 van de 100 leden uit informanten.189

Bij de verkiezing van de bisschop van Berlijn-Brandenburg in 1981, bleken achteraf gezien, 12 van 110 afgevaardigden van de deelstaten IM. 190 De Stasi in

de deelstaat Berlijn-Brandenburg wilde bij elke kerkelijke conventie tenminste 187 John S. Conway, '"Pfarrer, Christen und Katholiken" Das Ministerium für Staatssicherheit der ehemaligen DDR und die Kirchen by Gerhard Besier; Stephen Wolf ed.', Central European

History 26 2 (1993), 248-250.

188 Schmeidel, Stasi, 64. 189 Dennis, The Stasi, 146-147.

een Berlijnse dominee als IM, bij voorkeur twee om discussies aan te sturen. Dit plan is nooit verwezenlijkt, in 1989 waren er slechts drie dominees uit Berlijn- Brandenburg werkzaam als IM, waarvan twee in dezelfde gemeente.191

Chantage was volgens Childs en Popplewell één van de klassieke methoden om IM's te werven onder de clerus, zoals door het organiseren van seksfeesten door Stasi-medewerkers, die vervolgens deze kennis als chantagemiddel gebruikten.192 Een andere tactiek voor het werven van

geestelijken was hen een zogenaamde adviesfunctie voor de Stasi aan te bieden.193

Ook het omkopen door hulp bij het vinden van een woning of toegang tot scholen voor de kinderen van kerkelijke medewerkers, waar zij door de kerkelijke achtergrond van hun ouders normaal gesproken niet tot werden toegelaten. Een niet-omkoopbare kerkbestuurder, die de Stasi toch graag rekruteerde, werd in zijn privésfeer tegen gewerkt door IM's uit hun persoonlijke kring.194

De vrije ruimte binnen de kerkelijke verenigingen trok ontevreden mensen aan. De Kerk functioneerde hierbij als eenregulerende kracht door de mensen die de Kerk als ontmoetingsplaats gebruikten aan te moedigen zich aan de wetten te houden. De Kerken hadden er volgens Miller geen belang bij oppositionele activiteiten te promoten.195 De Stasi had ook informanten binnen deze

verenigingen en had hierbij de voorkeur voor informanten zonder christelijke achtergrond omdat de Stasi hen niet volledig kon vertrouwen. Deze informanten infiltreerden vervolgens in de Kerkelijke verenigingen.196 De informatie die deze

IM's doorgaven aan hun leidinggevenden, werd vervolgens via de Partij en lokale overheden teruggekoppeld aan de BEK. De BEK trachtte de verstandhoudingen met de overheid zo goed mogelijk te houden en probeerde dominees zover te krijgen dissidenten die gebruik maakten van de Kerkelijke ruimten, te temperen en bijeenkomsten meer religieus dan politiek van karakter te krijgen. De BEK was dus een belangrijk onderdeel geworden van het controlemechanisme van de MfS

191 Ulrich Schröter, ‘Die “Bearbeitung”der Landeskirche Berlin-Brandenburg durch das MfS’ in Vollnhals ed., Die Kirchenpolitik von SED und Staatssicherheit, 191-210, aldaar 195-196.

192 Childs en Popplewell, The Stasi, 108-109. 193 Schmeidel, Stasi, 70.

194 Dennis, The Stasi, 147.

195 Barbara Miller, The Stasi files unveiled: Guild and complience in a unified Germany (New Jersey 1999), 77-78.

en Mary Fulbrook noemt het zelfs een sleutelpositie in het controle- mechanisme.197

De IM's speelden hier misschien nog wel een belangrijkere rol dan de BEK, vind ik. Want informatie verstrekken aan hun leidinggevenden was niet het enige rol van de IM's in de kerkgroepen. Ze werden namelijk ook ingezet om van binnenuit de groepen te verzwakken door de werking van de groepen te verstoren, door bijvoorbeeld te zorgen voor chaos tijdens de discussies, onderling wantrouwen of rivaliteit te veroorzaken of de aandacht van discussies naar minder prangende zaken te verschuiven.198 Ook werden een paar groepen opgericht door

IM's, met minimaal twee IM's, als tegenwicht voor meer radicale groepen. 199 Op

deze manier van obstructie werden ook contacten tussen groepen verstoord en dit zou weleens een belangrijke reden kunnen zijn waarom er nooit een eenheid ontstond tussen de verschillende groepen.200

Dennis noemde slechts 1.000 IM's. Dit lijkt heel weinig, maar de Stasi telde in 1989 slechts 160 groepen.201 Wanneer er voor elke groep twee IM's

werden ingezet waren er 320 IM's nodig. Daarnaast werden de leden van de kerkgroepen, net als alle andere burgers, ook in de gaten gehouden in hun dagelijks leven door IM's buiten deze kerkgerichte 1.000 om. Het lage aantal zou ook kunnen betekenen dat de Stasi er vertrouwen in had dat de kerkleiding voldoende onder controle was en vervolgens de groepen onder zich onder controle zou houden en ze daarom niet als zeer grote bedreiging werden gezien.

Halverwege de jaren tachtig werd het arresteren en uitzetten naar de BRD een tactiek om de meest gevaarlijke leden van Kerkgroepen te neutraliseren. Het uitzetten was niets nieuws: Wolff Biermann was in 1976 zijn staatsburgerschap kwijt geraakt na het herhaaldelijk uiten van kritiek op het regime, en dit werd later op grotere schaal toegepast.202 Het was de bedoeling om de angel uit een

beweging te halen. Dit werkte zeker destabiliserend op een groep, omdat het meestal om de meest actieve leden ging. Het wekte ook onrust op omdat

197 Fulbrook, Anatomy of a dictatorship, 116-117.

198 Jens Gieseke, The history of the Stasi. East Germany's secret Police, 1945-1990 (Munchen 2014), 151.

199 Schmeidel, Stasi, 71.116.

200. Gieseke, The history of the Stasi 151.

201 Bergman en anderen, 'Deel 1. De Political Opportunity Structure', in: Vakgroep Politiek Gedrag, Der Vorhang fällt, 15-43, aldaar 20.

ontevreden burgers, die graag het land wilden verlaten, het regime gingen provoceren in de hoop te worden uitgezet te worden.203

De BEK was zich bewust van de alom aanwezigheid van de Stasi in de maatschappij en met medewerkers werden afspraken gemaakt over de omgang met de Stasi. Ten eerste was de clerus gebonden aan het beroepsgeheim; vertrouwelijke gesprekken tussen dominees en gelovigen mochten dus nooit worden doorgespeeld. Ten tweede zworen kerkelijke functionarissen bij aantreden dat zij geen geheime afspraken zouden hebben met de Stasi en pogingen tot rekruteren of ondervragingen door de Stasi moesten worden gemeld bij de BEK. Slechts enkele kerkelijke functionarissen kregen een mandaat om te onderhandelen met vertegenwoordigers van de staat.204 Één van deze

functionarissen was Manfred Stolpe, secretaris van de BEK. Hij was één van de belangrijkste onderhandelaars van de BEK tussen theologen en politici uit Oost- en West-Duitsland, onder andere bij het gesprek tussen Kerk en Honecker op 6 maart 1978. En zo bleek na het openen van de Stasi-archieven, een belangrijke IM van de Stasi.205

Rond Manfred Stolpe is veel controverse ontstaan na het openen van de Stasi-archieven. Bewijs was er volgens Fulbrook genoeg dat hij als informant werkzaam was voor de Stasi. Ondanks dat hij nooit officieel getekend heeft om IM te worden, heeft Stolpe informatie van verscheidene gesloten kerkbijeenkomsten doorgespeeld naar de Stasi en wel gedurende twee decennia. Zij meent ook dat hij niet ongemerkt van informatie werd ontdaan, omdat hij afsprak op geheime locaties en zijn gesprekpartners geheimhield voor de BEK.206

De informatie die Stolpe doorspeelde was blijkbaar waardevol genoeg dat Mielke, de minister, hem beloonde met een medaille van verdienste en een premie van 1.000 DM.207 Toch wil dit volgens Fulbrook niet per se betekenen dat Stolpe

hiermee de BEK tegenwerkte.Fulbrook en Miller leggen de echte controverse bij de motieven van Stolpe. Deed hij het ten gunste van de staat of van de Kerk? Speelde hij interne informatie door aan de Stasi om de staat te helpen de controle over de BEK te verhogen of probeerde hij met zijn diensten de relatie met het regime te verbeteren en hen op die manier gunstig te stemmen richting de Kerk?

203 Bloem, Bedachtzame revolutionairen, 61.

204 Burgess, The East German church and the end of communism, 113. 205 Miller, The Stasi files unveiled, 76.

206 Fulbrook, Anatomy of a dictatorship, 119. 207 De Graaf, Over de Muur, 272.

Of was het een combinatie van de twee?208 Stolpe verdedigde zichzelf dat

contacten met de Stasi onvermijdelijk waren in zijn functie en hij de Kerk en dissidenten wilde helpen door zijn contacten met machthebbers.209

In de meeste gevonden literatuur gaat de discussie rond Manfred Stolpe vooral om zijn motivatie. Fulbrook ziet in het voorbeeld van Stolpe echter de wisselwerking tussen de BEK en de Stasi duidelijk worden. 210 Volgens Miller en

Fulbrook speelde de BEK een belangrijke rol in het controlemechanisme van de Stasi. Maar is het niet zo dat juist de wisselwerking tussen de BEK en de Stasi ervoor zorgde dat de BEK de mogelijkheden en rechten kreeg na 1978? Zou het mogelijk zijn geweest dat de BEK autonomie kreeg zonder dat de SED enige controle had? Ik denk het niet. De staat profiteerde van de BEK als controlemechanisme en de BEK profiteerde van de infiltratie van de Stasi door de vrijheden die het binnen de eigen muren kreeg. Bovendien was dit het systeem waar de BEK en dus Stolpe mee te maken hadden. De DDR was een legitieme staat en waarom zou Stolpe dan geen gebruik maken van hoe dit systeem in elkaar stak.

208 Fulbrook, Anatomy of a dictatorship, 119-120. 209 Childs en Popplewell, The Stasi, 108-109. 210 Fulbrook, Anatomy of a dictatorship, 119-120.