• No results found

I Netwerken voor bewustwording en activering

Activering van bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties

Er is in de afgelopen jaren door bedrijven in een veelheid aan platforms en initiatieven met verschil- lende inzet en activiteiten samengewerkt aan bewustwording en kennisdeling met zowel andere be- drijven als met maatschappelijke partijen. In deze platforms en netwerken is de rol van natuur en biodiversiteit voor bedrijven onder de aandacht gebracht, door kennis in te brengen over impacts op en diensten uit de natuur, door nieuwe concepten en methoden toe te lichten, en is de relatie tussen bedrijven en biodiversiteit nader onderzocht door het uitvoeren van bedrijfsfootprints. Uit het hierna volgende (niet uitputtende) overzicht van netwerkinitiatieven komt een ontwikkeling in karakter naar

voren. Dat karakter is langzaam verschoven van discussie en verkenning van concepten, via experi- menteren en concretere pilots met veel samenwerkende partijen, tot uiteindelijk het aangaan van eigen uitdagingen en het afgeven van commitment.

Opeenvolging van netwerken actief met bewustwording en innovatie voor natuur en bio- diversiteit

In Nederland is in 2005 op initiatief van IUCN-NL het Leaders for Nature netwerk (LfN) opgestart. Aanleiding was een openbrief van 85 CEO’s, waarin de regering opgeroepen werd om meer werk te maken van natuur- en milieubeleid samen met bedrijven en maatschappelijke organisaties. Het LfN- netwerk is in Nederland 10 jaar bezig geweest met het activeren en betrekken van bedrijven, via kennisverspreiding, training over nieuwe concepten en methoden, en forums voor het delen van kennis en ervaring over concrete projecten19.

Mede op initiatief van de overheid zijn vanaf 2009 allerlei initiatieven gelanceerd waarmee bedrijven worden gestimuleerd tot duurzaam en natuurinclusief ondernemen. Veel van deze initiatieven en platforms zijn in de vorm van een Green Deal gegoten, waarbij door de overheid capaciteit voor ondersteuning en experimenten beschikbaar is gesteld. Vooral actieve en pro-actieve bedrijven heb- ben hier aan deelgenomen.

Veel verschillende bedrijven en sectoren betrokken bij Green Deals

Analyse van de 41 Green Deals voor biodiversiteit die zijn afgesloten tussen 2011 en 2016 laat zien dat er opgeteld 336 organisaties bij betrokken zijn geweest. De helft (50%) is afkomstig uit het bedrijfsleven (bron: www.greendeals.nl; bewerking WeCR). Het gaat om 274 unieke organisaties. Er is dus zo’n 20% overlap tussen Green Deals in de deelnemende bedrijven. Zo gaat het bij de Natural Captains en de ondertekenaars van het Den Haag bedrijvenakkoord over natuurlijk kapitaal bijvoor- beeld om dezelfde groep bedrijven. Een analyse van de betrokken partijen leert dat er ook een relatie tussen Green Deals is: de actoren die met elkaar in een deal zitten, komen ook als partner weer samen in een latere deal (www.greendeasl.nl; bewerking WeCR). Hierdoor ontstaat de indruk dat het deels gaat om een gemotiveerde groep van welwillende bedrijven, een coalition-of-the-willing. De deelnemende bedrijven zijn uit veel verschillende sectoren afkomstig. Het gaat om een breed scala aan sectoren: naast de agrarische, visserij- en recreatiesector zijn ook nieuwere partijen ver- tegenwoordigd uit onder meer de bouwwereld, nutsbedrijven, zand- en grindwinningsbedrijven, de zorgsector, de financiële wereld en havenbedrijven. Aan de Green Deals uit de subsidieregeling Be- drijfsleven en Biodiversiteit (opgezet in 2012-2013) namen bedrijven deel uit de verwerkende indu- strie, de groothandel, land- en bosbouw, en de financiële dienstverlening (Schuerhoff & Ruijs, 2015). Aan de Green Deal Transparantie nam alleen al een groot aantal bedrijven uit zeer verschillende sectoren deel (EZ et al., 2016). Er zijn ook initiatieven gericht op een specifieke sector, zoals de Community of Practice (CoP) for Finance, waaraan vooral bedrijven uit de financiële dienstverlening hebben deelgenomen. Naast bedrijven spelen ook kennisorganisaties in de verschillende initiatieven een belangrijke rol (Henkens et al., 2017).

Verschillende fasen in Green Deals zichtbaar

Terugkijkend op alle initiatieven en Green Deals is er een trend te zien van verkenning en agendering, naar samenwerken en experimenteren, en uiteindelijk concretisering en commitment. Opvallend is verder dat de deals die later zijn afgesloten uit meer betrokken organisaties bestaan die samenwer- ken binnen een gezamenlijke uitdaging.

In 2009 is een Taskforce voor Bedrijfsleven en Natuurlijke hulpbronnen ingesteld door de overheid die verkend heeft hoe natuur en economie elkaar kunnen versterken. Na het verschijnen van het rapport van deze adviesgroep (LNV et al., 2008) is in 2011 het Platform voor Biodiversiteit, Ecosys- temen en Economie (Platform BEE) opgericht, een initiatief van VNO/NCW in samenwerking met IUCN Nederlands Comité, met ondersteuning vanuit het Ministerie EZ met capaciteit en financiële middelen. Uit dit Platform zijn weer allerlei andere initiatieven en projecten voortgekomen.

Ongeveer tegelijkertijd is er in 2011 een Community of Practice (CoP) voor Bedrijven en Biodiversiteit opgezet om de relevantie en waarde van biodiversiteit voor bedrijven aan te geven te bediscussiëren, met de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) als organisator, procesbegeleider en aanja- ger. Er deden 15 bedrijven mee aan deze CoP, zowel kleine éénmansbedrijven als grote (tot 65.000 werknemers) uit zowel de primaire sector, de verwerkende industrie en de dienstverlening. Deze bedrijven zijn als koplopers aan te merken en kunnen later als ambassadeur binnen hun sector opereren. Ze droegen bij aan kennis- en methodiekontwikkeling en de netwerken functioneerden als kraamkamer voor nieuwe samenwerkingen in daaropvolgende initiatieven. Deze fase kenmerkt zich als agendering en activering van bedrijven door zowel NGO’s als overheid.

Na deze fase is er steeds meer aandacht gekomen voor concrete projecten en experimenten, het uittesten van nieuwe methoden, en het werken met natuurinclusieve bedrijfsmodellen. Uit het Plat- form BEE is bijvoorbeeld het netwerk van Natural Captains voortgekomen, waarin zo’n vijftig bedrij- ven actief zijn geweest met uitdagingen voor natuurinclusief ondernemen binnen de bedrijfspraktijk. Ze werden daarbij geadviseerd door een netwerk van overheidsinstanties, gelijksoortige bedrijven, kennisorganisaties en procesbegeleiders. Een aantal van de betrokken bedrijven heeft methoden voor biodiversiteitsfootprint en impact assessment uitgetest met inzet van footprint-experts (Arets et al., 2017). De inzichten die deze methoden leveren zijn nuttig voor zowel bewustwording over impacts als voor het gestructureerd doordenken van natuurvriendelijkere alternatieven voor bedrijfs- processen.

In de Green Deal over transparantie is veel aandacht besteed aan nieuwe benaderingen voor het waarderen van sociaal en natuurlijk kapitaal (EZ et al., 2016). Een aantal bedrijven uit dit initiatief heeft ook deelgenomen aan het bediscussiëren en testen van het internationaal ontwikkelde Natural Capital Protocol voor ecosysteem accounting. Ook zijn er in deze fase platforms en communities opgezet gericht op een specifieke sector. In de CoP Finance and Natural Capital (FiNC) werd de relevantie van natuur door een aantal financiële instellingen bediscussieerd en geconcretiseerd. Aan de Green Deal voor Duurzaam bosbeheer namen bedrijven uit de gehele houtketen deel, van impor- teurs, tot verwerkers en retailers.

Tot slot is er een fase te zien waarin concrete toezeggingen worden gedaan door bedrijven en bran- cheorganisaties, met betrekking tot wat een voorwaarde is voor verdere opschaling. In de slotmani- festatie van het Platform BEE in 2016 heeft een aantal bedrijven het akkoord voor natuurlijk kapitaal ondertekend, waarin ze aangeven te willen werken aan het opschalen van duurzame werkwijzen, en het verankeren van natuurlijke waarden in bedrijfsmodellen (Platform BEE, 2016). Concrete afspra- ken en sector brede commitment zijn verder opgenomen in de internationale mvo-convenanten20 die die door acht sectoren zijn afgesloten (zoals banken, verzekeringen, voedsel, goud, textiel, en bos- beheer). Hierbij is sprake van het stimuleren van opschaling naar hele sectoren en concretisering van gezamenlijke doelen op het vlak van verantwoord ondernemen, waaronder verantwoord gebruik van natuur en biodiversiteit.