• No results found

Analysekader motieven maatschappelijke betrokkenheid

De hernieuwde beleidsaandacht voor maatschappelijke betrokkenheid bij natuur is relatief pril (EZ, 2014c). Aangezien het beleid nog weinig concreet is uitgewerkt en kwantitatieve doelen ontbreken (zie ook Hoofdstuk 3), is een beleidsevaluatie nu niet mogelijk. Maar om aan te kunnen geven hoe het ingezette beleid en de waargenomen ontwikkelingen zich verhouden tot de door het Rijk beoogde doelen, kijken we naar de motieven en aannames van het beleid. Daarvoor hebben we een drietal overwegingen.

• Het Rijk heeft verschillende beweegredenen, motieven, waarom en waartoe zij maatschappelijke betrokkenheid bij natuur wil versterken. Zo vindt het Rijk onder andere dat bescherming van natuur een gedeelde verantwoordelijkheid is, zoals verwoord in de Rijksnatuurvisie. Ook burgers en bedrijven hebben uiteenlopende motieven en doelen om actief bij natuur betrokken te zijn. Motieven van de overheid en maatschappelijke partijen hoeven niet per se dezelfde te zijn. Zo kan de overheid op burgerbetrokkenheid inzetten om bepaalde (natuur)doelen beter of efficiënter te realiseren, terwijl een burger primair aan besluitvorming deelneemt vanuit de wens betrokken te willen zijn bij keuzes van de overheid, of een bedrijf vanuit gemeenschappelijke verantwoor- delijkheid. Maar als de motieven van het Rijk en burgers/bedrijven congruent zijn, is het aanne- melijk dat wordt bijgedragen aan de beoogde ambities van het Rijk

• Inzicht in de meervoudigheid van motieven van overheden, burgers en bedrijven voor maat- schappelijke betrokkenheid bij natuur helpt te verklaren waarom in beleidsstukken en door ver- schillende actoren zo verschillend naar maatschappelijke betrokkenheid bij natuur gekeken wordt.

• Het versterken van maatschappelijke betrokkenheid dient tevens verschillende doelen en heeft verschillende resultaten. Een initiatief kan daarbij een grote bijdrage hebben voor het ene doel, maar een beperkte bijdrage voor een ander doel. Deze meervoudigheid in doelen en resultaten hebben we in beeld gebracht aan de hand van de motieven. Het potentieel resultaat van initia- tieven schatten we daarbij in en beoordelen we voor de verschillende motieven.

In deze studie toetsen we de praktijk van maatschappelijke betrokkenheid aan de motieven en aan- names achter het Rijksnatuurbeleid. We onderscheiden hier zes motieven voor het versterken van maatschappelijke betrokkenheid bij natuur, gebaseerd op een discoursanalyse van het Rijksnatuur- beleid (figuur 2.3). De studie van Buijs et al. (2017) is hierin gebruikt als startpunt om diverse argumenten voor maatschappelijke betrokkenheid bij natuur te identificeren. In deze studie zijn ar- gumenten voor burgerbetrokkenheid onderzocht zoals deze herkenbaar zijn in het Rijksbeleid over de periode 1990-2015 (zie paragraaf 3.3). Deze argumenten zijn als vertrekpunt gehanteerd en zijn verbreed zodat ze niet alleen betrekking hebben op burgers, maar ook die van bedrijven en andere maatschappelijke partijen. De argumenten voor maatschappelijke betrokkenheid hebben betrekking op:

Natuur en biodiversiteit. Maatschappelijke betrokkenheid bij natuur beoogt een bijdrage te leveren

aan het beschermen van natuur en biodiversiteit. Bijvoorbeeld aan het behalen van natuurdoelstel- lingen van de overheid met betrekking tot VHR kwaliteit en algemene natuurkwaliteit. Dit is een zogenaamd instrumenteel motief dat overheden kunnen hanteren, bijvoorbeeld om de kosten voor natuurbeheer te verminderen of vanuit de gedachte dat met enkel maatregelen rond beschermde gebieden, natuurdoelen niet kunnen worden behaald. Een motief van burgers en bedrijven is dat zij

middels hun handelen hun effect op natuur willen verminderen en positief willen bijdragen aan na- tuurbescherming.

Natuur en economie. Maatschappelijke betrokkenheid wordt als wenselijk/noodzakelijk gezien omdat

wordt verwacht dat natuur en economie wederzijds van elkaar kunnen profiteren. Natuur kan profi- teren van (verduurzaming) economische activiteiten en bedrijven kunnen profiteren van natuur en landschap (ecosysteemdiensten). Natuur biedt inspiratie voor innovatie en nieuwe verdienmodellen. Ook overwegingen ten aanzien van efficiëntie en kostenverlaging kunnen overwegingen zijn voor overheden en bedrijven om de relatie tussen natuur en economie te versterken.

Natuur als meerwaarde. Maatschappelijke betrokkenheid bij natuur kan een meerwaarde hebben

voor andere dan ecologische waarden. Zo kan de overheid maatschappelijke betrokkenheid bij natuur stimuleren omdat het kan bijdragen aan het realiseren van publieke opgaven, zoals gezondheid en klimaatadaptatie. Maatschappelijke partijen kunnen betrokken zijn bij natuur omdat het andere voor- delen brengt voor de persoon of organisatie (bijvoorbeeld sociale cohesie, recreatie, gezelligheid, reputatie, zingeving, democratie en zelfbeschikking).

Draagvlak voor natuur en natuurbeleid. Draagvlak betreft de steun van de Nederlandse bevolking

voor en betrokkenheid bij de natuur en het natuurbeleid. Maatschappelijke betrokkenheid bij natuur kan leiden tot een groter draagvlak voor natuur en natuurbeleid, en daardoor een zorgvuldiger om- gang met de natuur door die actoren. Dit is met name een motief dat overheden kunnen hebben ten aanzien van maatschappelijke betrokkenheid bij natuur.

Legitimiteit. Legitimiteit van beleid is verbonden met verschillende aspecten en kent verschillende

definities. Zo biedt de werking van een representatieve democratie legitimiteit aan (natuur)beleid. Volgens Buijs et al. (2017) kan worden gesteld dat natuurbeleid legitimiteit krijgt als burgers direct betrokken worden bij beheer en beleid en er in beleidsdoelen en -middelen uitdrukking aan hun waarden en belangen wordt gegeven. Dit is vooral een motief van overheden, vanuit de gedachte dat middels maatschappelijke betrokkenheid recht wordt gedaan aan diverse natuurbeelden, en hier- door het publiek belang van natuur wordt versterkt.

Verantwoordelijkheden. De bescherming van, en zorg voor, de natuur kan worden gezien als een

gedeelde verantwoordelijkheid van de hele samenleving. Er zijn burgers en bedrijven die vinden dat zij medeverantwoordelijk zijn voor de zorg voor natuur en willen hun steentje bijdragen. Ook de overheid hanteert gedeelde verantwoordelijkheid als motief omdat zij vindt dat maatschappelijke partijen dienen bij te dragen aan het zorgen voor natuur. De verwachting is dat hiermee het oplos- send vermogen om natuur te beschermen wordt vergroot.

Figuur 2.4: De ambities en doelen van de overheid zijn meervoudig, zowel gericht op natuurkwaliteit zelf als maatschappelijk welzijn en welvaart verbonden hieraan.

Figuur 2.4 vat bovengenoemde argumenten voor maatschappelijke betrokkenheid bij natuur samen. Het is van belang te benadrukken dat deze zes, veelomvattende, motieven niet alleen door de over- heid maar ook door burgers, bedrijven en andere maatschappelijke partijen kunnen worden gehan- teerd. In de praktijk zullen verschillende motieven samenhangen. Verder is het mogelijk dat maatschappelijke partijen andere of aanvullende motieven hebben op hierboven genoemde. Inzicht in de meervoudigheid van motieven voor maatschappelijke betrokkenheid van natuur bij overheden, maatschappelijke organisaties, bedrijfsleven en burger helpt te verklaren waarom in be- leidsstukken en door verschillende actoren zo verschillend naar maatschappelijke betrokkenheid bij natuur gekeken wordt. Zo zijn verschillende opvattingen rondom maatschappelijke betrokkenheid terug te zien in het Rijksbeleid. Hierin zijn zowel instrumentele (maatschappelijke betrokkenheid als middel) als principiële (maatschappelijke betrokkenheid als doel) motieven herkenbaar zijn. Zo han- teert de overheid natuur en biodiversiteit, natuur en economie, meerwaarde als instrumentele mo- tieven waarbij maatschappelijke betrokkenheid bij natuur vooral een middel is om andere beoogde ambities dichter bij te brengen. Draagvlak, legitimiteit en het delen van verantwoordelijkheden zijn meer principieel van aard, waarbij maatschappelijke betrokkenheid als waarde/ambitie op zichzelf wordt gezien.