• No results found

Het strategisch plan Rijksvastgoedbedrijf

In document Strategische inkoop van rijksvastgoed (pagina 52-55)

In dit onderzoek wordt de Marktvisie bestempeld als het strategisch plan van het Rijksvastgoedbedrijf. In de simplificeerde ABC structuur voor strategisch planning (Bryson 2011), is de Marktvisie factor “C”. Dit strategisch plan is opgesteld om de organisatie van huidige situatie “A”, naar de nieuwe situatie “B” te leiden. In deze paragraaf is de totstandkoming van dit strategisch plan nader toegelicht. Aan het einde van deze paragraaf zijn de gebeurtenissen in een tijdlijn geplaatst. Na de fusie in juli 2014 kreeg het Rijksvastgoedbedrijf te maken met de verschillende doelstellingen die de organisatie diende te behalen. Zo werd er bepaald dat de organisatie al het overtollige vastgoed van verschillende ministeries over moest nemen in eigen portefeuille (Rekenkamer, 2017). Het beheer van deze vastgoedportefeuille kwam hierdoor bij een centraler gelegen overheidsorganisatie te liggen. Dit lag in lijn met het programma ‘Compacte Rijksdienst’. Ook werden er bijvoorbeeld doelstellingen op het gebied van duurzaamheid geformuleerd om aan nationale en Europese wetgeving te voldoen (Rijksvastgoedbedrijf, 2014). Voor het behalen van deze en andere doelstellingen had de organisatie te maken met een breed scala aan belanghebbende partijen. Hiertoe behoorde ook marktpartijen waarbij diensten werden ingekocht door het Rijksvastgoedbedrijf.

In de bouwsector verliep de samenwerking tussen publieke opdrachtgevers en private opdrachtnemers niet zoals gewenst. Verschillende factoren hebben de relaties tussen partijen door de jaren heen ontwricht. Deze relaties kwamen hierdoor onder spanning te staan waardoor allerlei negatieve aspecten volgden in de resultaten en samenwerking (Marktvisie, 2016, p. 3). Deze verstoring was aanleiding voor de directeur-generaal van Rijkswaterstaat, Jan Hendrik Dronkers, om in januari 2015 een oproep te doen tot verandering. Deze oproep is de aftrap geweest voor de algemene Marktvisie (Rijkswaterstaat, 2017). Hierop volgde vele sessies en dialogen met marktpartijen om gezamenlijk tot een oplossing te komen voor deze problematiek. Tot de sessies behoorde bijvoorbeeld de Marktvisiecafés waarin men werd gestimuleerd om in een ‘semi- informele’ omgeving over de problematiek te praten. Uit deze gesprekken zijn dominante trends naar voren gekomen (Marktvisie, 2016, p. 3).

Om deze trends te kunnen ondervangen hebben partijen gezamenlijk een aantal voorwaarden opgesteld ter verbetering van de coöperatie. Dit is in het ‘TOP overleg’ in mei 2015 afgesproken met een scala aan publieke en private partijen in de bouwsector. Hierop volgde de “leidende principes” (Marktvisie, 2016, p. 5). Er zijn in totaal vijf hoofdprincipes op zorgvuldige wijze vastgesteld in samenspraak met alle partijen. Deze principes zijn afspraken die opdrachtgevers en opdrachtnemers met elkaar maken. De afspraken zijn gericht op het verbeteren van de coöperatie tussen de partijen en hebben betrekking op de thema’s tenderen, EMVI (Economisch Meest Voordelige Inschrijving), menselijke factoren, risicomanagement en financiële totstandkoming (Marktvisie, Leidende principes voor een betere samenwerking tussen opdrachtgever en opdrachtnemer in 2020, N.d.-b). Organisaties dienen deze principes actief in hun organisatiebeleid te integreren. De leidende principes zijn vastgelegd in het visiedocument ‘De leidende principes’ (Marktvisie, N.d.-a).

In januari 2016 hebben vele gebeurtenissen betrekking gehad op de strategie van het Rijksvastgoedbedrijf. In januari is er bij het Rijksvastgoedbedrijf een nieuw hoofd inkoop en

contractmanagement aangesteld. Hij stapte over vanuit Rijkswaterstaat en was in zijn vorige rol nauw betrokken bij de opstelling van de algemene Marktvisie (Marktvisie, 2016). Het Rijksvastgoedbedrijf ondertekende in diezelfde periode de algemene Marktvisie (Rijksvastgoedbedrijf, 2017-b, p. 10). Hiermee committeerde de organisatie zich aan het nastreven van zowel de afspraken in de algemene Marktvisie als de leidende principes. Op 13 januari, een jaar na de oproep tot verandering, is door alle publieke en private partijen gezamenlijk de algemene Marktvisie gepresenteerd. Op basis van deze Marktvisie werken partijen samen aan een ‘vitale en

duurzame bouwsector’ (Rijksvastgoedbedrijf, 2017-a). De Marktvisie is door partijen als het

Rijksvastgoedbedrijf, Rijkswaterstaat, ProRail, Bouwend Nederland, NLingenieurs, MKB Infra, Astrin, Uneto VNI en de Vereniging van Waterbouwers ondertekent (Marktvisie, N.d.-a).

Zoals van iedere partij die aansluit op de Marktvisie wordt verwacht, is ook het Rijksvastgoedbedrijf aan de slag gegaan met de vormgeving van de organisatie specifieke vertaling van de Marktvisie. De organisatie is gestart met het identificeren van belanghebbende partijen en het proactief inzamelen van informatie. Hiervoor organiseerde de organisatie de ‘RVB Cafés’ in de periode vanaf april tot en met september 2016. In deze sessies zijn de problemen en knelpunten tussen de organisatie en externe partijen belicht. Ook zijn er intern verschillende bijeenkomsten georganiseerd voor het ophalen van informatie.

In deze periode zijn ook andere ontwikkelingen van invloed op het beleid van het Rijksvastgoedbedrijf. Het ICBR adviseert eind 2015 aan de minister van Wonen en Rijksdienst om de geactualiseerde masterplannen voor rijksvastgoed vast te stellen (Blok, Vernieuwing van de rijksdienst [Kamerbrief], 2016-b). Januari 2016 volgde hierop informatie van de minister van W&R aan de Tweede Kamer over de actualisatie van deze plannen en de onderbouwing hiervan betreffende werkgelegenheid en vastgoedbehoefte per provincie. Er kon wederom een besparingsslag worden gerealiseerd op het gebied van rijksvastgoed (Rijksvastgoedbedrijf, 2016). Hierop volgde verdere correspondentie over de nadere vormgeving van de geactualiseerde masterplannen met verschillende publieke organisaties en de Tweede Kamer (Blok, 2016-b). Deze gesprekken hebben bijvoorbeeld plaatsgevonden met provincies en gemeenten (Rijksvastgoedbedrijf, 2016). Over het algemeen gezien was het afstoten van rijksvastgoed een belangrijk taak voor het Rijksvastgoedbedrijf in 2016 (Rekenkamer, 2017, pp. 68,69). De Algemene Rekenkamer oordeelt in een adviesrapport over 2016 echter dat de gerealiseerde besparing echter onvoldoende inzichtelijk is. In het Jaarverslag van het ministerie van W&R miste hiervoor voldoende gedetailleerde informatie (Rekenkamer, 2017, p. 69). Het definitieve besluit voor het rijkshuisvestingsstelsel en daarmee de masterplannen is uiteindelijk op 22 juni 2016 vastgesteld. Het besluit is op 16 juli officieel in werking getreden (Blok, 2016-a). Na de vaststelling van de masterplannen per provincie kon het Rijksvastgoed aan de slag met de plannen (Rijksvastgoedbedrijf, 2016). Met haar toenmalige portefeuille diende de organisatie de vastgoedbehoefte van departementen te matchen met het aanbod waarbij de masterplannen als leidraad diende (Blok, 2016-a).

Daarop volgend maakt het kabinet in 2016 het besluit om verdere ontwikkeling na te streven op het gebied van kwaliteit en schaalvergroting. Deze oproep is gedaan om binnen de financiële kaders, de maatschappelijke ambities te kunnen vervullen en innovatie te realiseren. Samen met belanghebbenden wordt er gestart met de ontwikkeling en realisatie van de ‘Bouwagenda’

(Rijksvastgoedbedrijf, 2017-b, p. 12). Dit is een initiatief waarbij partijen in de publieke en private organisatie actief in de bouwsector worden betrokken bij de totstandkoming van deze ambitie en het oplossen van maatschappelijke vraagstukken (Kamp et al., 2016). De Marktvisie van het Rijksvastgoedbedrijf sluit aan op dit initatief (Rijksvastgoedbedrijf, 2017-b, p. 12).

Eind 2016 presenteert het Rijksvastgoedbedrijf de ‘RVB Marktvisie’. Dit strategische document volgt op de algemene Marktvisie en de leidende principes waar de organisatie zich aan gecommitteerd heeft. Iedere publieke of private organisatie die de algemene Marktvisie onderschrijft, maakt een eigen organisatie specifieke strategische vertaling van het plan. De RVB Marktvisie is het strategische plan van het Rijksvastgoedbedrijf waarin onder andere de missie, visie en doelstellingen zijn uitgewerkt (Rijksvastgoedbedrijf, 2017-a). Het document is opgesteld in nauwe samenwerking met verschillende belanghebbende partijen. De inhoud van het plan was daarom voor veel belanghebbenden geen verrassing. Het Rijksvastgoedbedrijf heeft partijen echter ook na de presentatie van de RVB Marktvisie de ruimte gegeven om feedback te geven op het plan. Er hebben minimale wijzigingen plaatsgevonden naar aanleiding hiervan. Het management van het Rijksvastgoedbedrijf ging in januari 2017 akkoord met de RVB Marktvisie. Daaropvolgend is in februari de definitieve versie van de RVB Marktvisie gepubliceerd (Rijksvastgoedbedrijf, 2017-b).

3.5.2 TIJDLIJN STRATEGISCH PLAN RIJKSVASTOEDBEDRIJF

De verschillende gebeurtenissen in deze en voorgaande paragraven zijn weergegeven in de volgende tijdlijn.

In document Strategische inkoop van rijksvastgoed (pagina 52-55)