2.1.1
Procedure
De RVA gaat na of de werkloze toelaatbaar is tot het recht op werkloosheidsuitkeringen en bepaalt te
vens het bedrag van de uitkering. Dat gebeurt nadat de werkloze een uitkeringsaanvraag heeft ingediend bij een uitbetalingsinstelling. De uitbetalingsinstel
ling stelt een dossier samen en dient het in bij het bevoegde werkloosheidsbureau.
Een werkloosheidsdossier bevat zowel papieren stukken (bv. de door de werknemer ondertekende uitkeringsaanvraag) als elektronische aangiften of berichten. De RVA stelt dus de individuele rechten die gebaseerd zijn op de arbeidsprestaties, groten
deels vast, gebruikmakend van de arbeidstijdgege
vens beschikbaar in de multifunctionele databank van de RSZ.
De RVA ontvangt die dossiers en gaat na of er vol
doende gegevens zijn om het recht op uitkeringen toe te kennen, te verlengen of aan te passen. Is het dossier onvolledig, dan wordt het dossier terugge
stuurd naar de uitbetalingsinstelling om de ontbre
kende gegevens op te vragen.
Na ontvangst van een volledig dossier gaat de RVA na of de werkloze voldoet aan alle toelaatbaarheids
en toekenningsvoorwaarden.
Is dat het geval, dan wordt het recht op uitkeringen toegekend en het bedrag van de uitkering vastge
steld. Die beslissing wordt via een elektronisch be
richt overgemaakt aan de uitbetalingsinstelling die de werkloze schriftelijk op de hoogte brengt van die positieve beslissing. De uitbetalingsinstelling gaat maandelijks na of de werkloze nog recht heeft op de uitkering en staat in voor de betaling van de uitkering.
Stelt de RVA vast dat de werkloze niet toelaatbaar of niet vergoedbaar is, dan wordt de werkloze daarvan op de hoogte gebracht. Bevat het dossier aanwijzin
gen dat de werkloze mogelijk een fout of een over
treding heeft begaan met betrekking tot bepaalde toekenningsvoorwaarden (bv. de werkloze werd ontslagen wegens een foutieve houding), dan wordt het geschil in het proces Vergoedbaarheid (zie punt 2.3.1) onderzocht, rekening houdend met de reglementaire bepalingen die kunnen leiden tot een beperking of schorsing van het recht op uitkeringen.
56
2.1.2
Cijfergegevens
Aantal dossiers
De RVA ontving in 2017 1 994 146 dossiers. Dat be
tekent een daling van 1,13% ten opzichte van 2016 (2 016 921 dossiers). Die daling doet zich voor bij alle types ingediende dossiers, behalve de aanvra
gen om berekening van het beroepsverleden en de
‘bijzondere categorieën’.
Die 1 994 146 dossiers betreffen niet alleen aanvra
gen van personen die voor het eerst of na een on
derbreking uitkeringen aanvragen. Het gaat onder meer ook om aangiftes van wijzigingen die invloed hebben op het bedrag van de uitkering, zoals wijzi
gingen in de gezinssamenstelling.
De volgende tabel geeft een overzicht van de ver
schillende types ingediende dossiers.
Tabel 2.1.2.I
Procentuele samenstelling per type ingediend dossier in 2017
Type 2017 Overgangen (wijziging van uitbetalingsinstelling
en/of van werkloosheidsbureau) 5,04%
Werkloosheid met bedrijfstoeslag 1,55%
Wijzigingsaangiften (gezinssamenstelling,
adres, betaalwijze …) 12,52%
Beroepsverleden (invloed op het
uitkeringsbedrag van bepaalde werklozen) 6,6%
Bijzondere categorieën (haven, zeevisserij, grensarbeid, diamant, beroepsopleiding,
activeringsuitkering ...) 18,61%
Volledige werkloosheid (eerste aanvraag na arbeid of studies, na onderbreking van de
werkloosheid … en deeltijdse arbeid) 39,55%
Tijdelijke werkloosheid (werkgebrek, slecht weer, jeugd en seniorvakantie,
onthaalouders) 16,10%
Totaal 100%
57
2
Toelaatbaarheid
Grafi ek 2.1.2.I
Aantal indieningen per maand gedurende de laatste 3 jaar
Afwerkingstermijn
De snelle betaling van de werklozen behoort tot de basisdoelstellingen van de RVA. Zo kan vermeden worden dat werklozen gedurende een periode geen inkomen hebben. De RVA wil de dossiers dus zo snel mogelijk afhandelen.
De reglementering bepaalt dat de RVA de dossiers dient te behandelen binnen een termijn van één maand.
Voor 2017 werd 97,6% van de dossiers behandeld binnen de termijn van 14 dagen.
De RVA heeft bijzondere aandacht voor die dossiers waarin het risico bestaat dat de aanvragers bij de aanvang van de werkloosheidsperiode financiële moeilijkheden zouden kennen door het uitblijven van de uitkering. Op die manier wordt het risico dat zij een beroep moeten doen op het OCMW in afwachting van de toekenning van uitkeringen beperkt (zie ook punt 1.3 inzake de samenwerking met de OCMW’s).
Terugzendingen van onvolledige dossiers
Om de werkloze zo snel mogelijk te betalen, is het wenselijk dat het aantal dossiers dat de RVA moet te
rugzenden wegens onvolledigheid, zo laag mogelijk is.
Een dergelijke terugzending impliceert dat het dossier voorlopig geblokkeerd is, en heeft ook tot gevolg dat het dossier tweemaal moet worden behandeld.
Het percentage van dergelijke teruggezonden dossiers is ten opzichte van 2016 licht gedaald, namelijk van 7,7% naar 7,5%. Dat betekent dat 149 442 dossiers in 2017 tweemaal werden behandeld.
Het terugzendingspercentage van de dossiers met een eerste uitkeringsaanvraag is gedaald: 16,49%
van die dossiers diende wegens onvolledigheid teruggezonden te worden tegen 16,91% in 2016.
Dat dit percentage hoog blijft, is het gevolg van de
complexiteit van de regelgeving en het aantal gegevens dat moet worden ingediend en nagekeken.
Om het aantal terugzendingen terug te dringen, heeft de RVA de private uitbetalingsinstellingen geresponsabiliseerd. Een laag percentage terugzen
dingen naar de lokale afdeling van een private uitbetalingsinstelling leidt tot de toekenning van een financiële bonus in toepassing van artikel 168bis van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering. Bij het vastleggen van het percentage wordt enkel rekening gehouden met terugzendingen die de uitbetalings
instelling had kunnen vermijden.
Correctheid van de afgewerkte dossiers
De correctheid van de toepassing van de reglemen
tering door de RVA wordt getoetst via de principes van de Statistical Process Control (SPC). De correctheid van de behandeling van willekeurig geselecteerde afgewerkte dossiers wordt gemeten aan de hand van 10 verschillende elementen. Uit die SPCcontrole blijkt dat de 16 entiteiten in 2017 gemiddeld 96,79% van de dossiers volledig correct hebben uitgewerkt.
Beslissingen tot niettoekenning van uitkeringen Tabel 2.1.2.II geeft voor 2017 het aantal dossiers weer waarin de RVA vaststelde dat er geen recht was op uitkeringen wegens het niet vervullen van de toelaatbaarheidsvoorwaarden. Het betreft hier dus enkel beslissingen tot niettoelating op grond van het feit dat objectieve voorwaarden niet werden vervuld (bv. een ontoereikend beroepsverleden) en geen ‘betwiste zaken’ (zie verder punt 2.3.2).
Op een totaal van 1 994 146 dossiers werd in 67 230 gevallen (3,37%) beslist om geen uitkeringen toe te kennen.
Ingediend in 2015 Ingediend in 2016 Ingediend in 2017
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
58
Tabel 2.1.2.II Beslissingen 2017
Toelichting bij tabel 2.1.2.II
Groep 1 (onvoldoende arbeid/studies)
Het betreft hier het aantal beslissingen tot niettoelating omwille van een onvoldoende aantal arbeidsdagen of het niet voldoen aan de voorwaarden voor de schoolverlaters.
Groep 2 (onvolledig/laattijdig ingediend dossier) Het betreft hier het aantal beslissingen tot niettoelating of van uitgestelde toelating wegens een onvolledig of laattijdig ingediend dossier.
Groep 3 (beperking van het recht van deeltijdse werknemers)
Deze groep betreft voornamelijk de deeltijdse werknemers die niet voldoen aan de voorwaarden om het statuut van deeltijdse werknemer met behoud van rechten te kunnen genieten, bv. omdat hun loon het grensbedrag overschrijdt.
Groep 4 (nietvergoedbaarheid andere redenen) Tot deze groep beslissingen behoren:
1. niettoekenning van uitkeringen omdat de werk loze nog beschikt over een inkomen en omdat niet is voldaan aan de cumulatie voorwaarden (5 203 gevallen);
2. niettoekenning van uitkeringen tijdens een pe
riode van loopbaanonderbreking of tijdskrediet of, in geval van uitkeringsaanvraag na een werk
verlating om zijn kinderen op te voeden of om een zelfstandige activiteit uit te oefenen, tijdens een reglementair voorziene carenzperiode (10 689 gevallen);
3. niettoekenning van uitkeringen ingevolge de leeftijdsvoorwaarden en het verbod van cumulatie met een pensioen (12 041 gevallen);
Totaal aantal gevallen 1. Niettoelating (onvoldoende arbeid/studies) 23 107 2. Niettoelating ingevolge een onvolledig of
laattijdig ingediend dossier 10 937 3. Beperking van het recht van deeltijdse
werknemers 2 211
4. Nietvergoedbaarheid 30 975
Totaal 67 230
4. niettoekenning van uitkeringen ingevolge onbe
schikbaarheid voor de arbeidsmarkt (56 gevallen).
Het betreft hier beslissingen tot niettoekenning van uitkeringen wegens werkverlating of ontslag wegens foutief gedrag van de werknemer;
5. niettoekenning van uitkeringen wegens verblijf in het buitenland, gevangenzetting of niet voldoen aan de voorwaarden inzake huisarbeid (2 464 gevallen);
6. niettoekenning van uitkeringen ingevolge arbeidsongeschiktheid in de zin van de wetgeving op de verplichte ziekte en invaliditeitsverzeke
ring (522 gevallen).
59
2
Toelaatbaarheid