• No results found

extra­ statutaire activiteiten en herstructureringen

In document Volume 1: (pagina 171-174)

In 2017 betaalde het Fonds aan de slachtoffers van sluitingen en herstructureringen 197 482 952,52 EUR.

Tabel 3.2.I

Verdeling en evolutie van de uitgaven inzake sluitingen sinds 2013

Extra ­ Extra ­ Sluitings­ Contractuele Overbruggings­ statutaire statutair

Jaar vergoedingen vergoedingen vergoedingen Bedrijfstoeslag uitgaven Sabena Totaal 2013 10 233 811,91 198 312 268,97 2 194 940,59 7 749 438,29 281 770,22 407 430,20 219 179 660,18 2014 11 392 272,37 194 103 881,47 3 237 916,24 7 345 009,84 15 728,23 371 627,54 216 466 435,69 2015 11 201 858,41 211 473 276,49 3 563 847,22 6 653 544,52 12 440,16 299 771,60 233 204 738,40 2016 12 340 503,65 214 912 014,13 1 724 985,34 7 143 991,10 13 148,04 109 047,61 236 243 689,87 2017 9 152 559,34 179 801 364,32 1 602 451,69 6 911 784,74 8 464,81 6 327,62 197 482 952,52 Verschil

2017/2016 ­3 187 944,31 ­35 110 649,81 ­122 533,65 ­232 206,36 ­4 683,23 ­102 719,99 ­38 760 737,35 Evolutie

2017/2016

(in %) ­25,83% ­16,34% ­7,10% ­3,25% ­35,62% ­94,20% ­16,41%

172

Tabel 3.2.II

Evolutie van het aantal begunstigden sinds 2013

Extra ­ Extra ­ Sluitings­ Contractuele Overbruggings­ statutaire statutair

Jaar vergoedingen vergoedingen vergoedingen Bedrijfstoeslag uitgaven Sabena Totaal

2013 7 789 19 176 656 2 706 108 103 30 538

De totale uitgaven van het Fonds in 2017, alsook het aantal vergoede begunstigden daalden wel degelijk ten opzichte van 2016. Sinds het begin van de economische crisis van 2008 zijn de uitgaven van het FSO alleen maar toegenomen (met uitzondering van de jaren 2012 en 2014 met een lichte daling).

Voor het eerst kende het FSO een grotere daling van de totale uitgaven (­ 16,41%).

Er dient opgemerkt te worden dat een begunstigde meer dan één type vergoeding kan ontvangen in hetzelfde jaar (voorbeeld: sluitingsvergoeding en contractuele vergoedingen). In totaal kregen 19 251 verschillende personen in de industriële en commerciële sector een vergoeding van het Fonds in 2017 (t.o.v. 21 514 personen in 2016).

De grootste tendensen in de uitgaven van het Fonds, per soort vergoedingen, zijn de volgende:

Contractuele vergoedingen (179 801 364,32 EUR) In 2017 ontvingen 15 521 begunstigden contractuele vergoedingen voor een totaalbedrag van 179 801 364,32 EUR. Gemiddeld is dat een bedrag van 11 584,39 EUR per rechthebbende. Die uitgaven vertegenwoordigen 91,05% van de totale uitgaven van het Fonds.

Sinds het begin van de economische crisis stegen de uitgaven voor contractuele vergoedingen jaarlijks (met uitzondering van de jaren 2012 en 2014 waar er een lichte daling merkbaar was). In 2017 daalden de uitgaven voor contractuele vergoedingen (­ 16,34%). Die daling is toe te schrijven aan minder hoge gemiddelde kosten (­ 8,25%) en ook aan een lager aantal vergoede werknemers (­ 8,81%).

Rekening houdend met de behandelingstermijn van een ondernemingsdossier werden in 2017 voornamelijk de werknemers vergoed waarbij de sluiting van de onderneming plaatsvond in de jaren 2016 en 2017.

Bedrijfstoeslag (6 911 784,74 EUR)

In 2017 betaalde het Fonds aan 2 300 verschillende begunstigden een bedrijfstoeslag. Dat stemt overeen met een totaalbedrag van 6 911 784,74 EUR, wat 3,50% van de totale uitgaven vertegenwoordigt. De gemiddelde maandelijkse vergoeding bedraagt 268,12 EUR.

In tegenstelling tot de dalende tendens die sinds 2002 zichtbaar was, stegen de uitgaven voor bedrijfstoeslag in 2012 en 2013 om terug te dalen in 2014 en 2015. In 2016 ontving het Fonds uitzonderlijk veel nieuwe aanvragen bedrijfstoeslag. Dat zorgde voor een nieuwe stijging van de uitgaven. In 2017 kende het Fonds een daling van de uitgaven (­ 3,25%), alsook van de begunstigden (­ 7,63%). De maandelijkse vergoeding steeg daarentegen (+ 5,30%).

Aangezien de betaling van de werklozen met bedrijfstoeslag zich over meerdere jaren uitstrekt, betaalde de dienst in 2017 de lopende dossiers verder en werd daarnaast begonnen met de betaling van 290 nieuwe dossiers (ten opzichte van 551 in 2016).

Aangezien het Fonds in 516 dossiers stopte met betalen, daalde het aantal begunstigden.

173

3

Uitvoering van de opdrachten van het Fonds

Sluitingsvergoedingen (9 152 559,34 EUR) De sluitingsvergoeding wordt berekend op de jaren dienstanciënniteit in de onderneming en de leeftijd van de persoon.

In 2017 ontvingen 5 582 werknemers een slui­

tingsvergoeding voor een totaalbedrag van 9 152 559,34 EUR. Gemiddeld is dat een bedrag van 1 639,66 EUR per rechthebbende. Die uitgaven vertegenwoordigen 4,63% van de totale uitgaven van het Fonds.

In 2017 daalden de uitgaven inzake sluitingsvergoe­

ding sterk (­ 25,83%) ten opzichte van het jaar 2016 waarin die uitgaven een historisch hoog niveau be­

reikten.

De daling van de uitgaven in 2017 is voornamelijk te wijten aan de sterke daling van het aantal begunstigden (­ 23,25%). De gemiddelde kosten per begunstigde daalden lichtjes, namelijk van 1 696,76 EUR naar 1 639,66 EUR (­ 3,40%).

Overbruggingsvergoedingen (1 602 451,69 EUR) Er werd in 2017 aan 440 werknemers een overbrug­

gingsvergoeding toegekend voor een totaalbedrag van 1 602 451,69 EUR. Dat komt neer op gemiddeld 3 641,94 EUR per begunstigde. Die uitgaven verte­

genwoordigen ongeveer 0,81% van de totale uitga­

ven van het Fonds. Gezien het zeer kleine aandeel in de totale uitgaven kunnen we hier niet spreken over bepaalde tendensen.

De extra­statutaire uitgaven (inclusief de tegemoetkomingen in het extra­statutair dossier Sabena) (14 792,43 EUR)

Bij sommige sluitingen is een CAO niet tegenstelbaar aan het Fonds. Het Beheerscomité heeft in die gevallen de bevoegdheid om het Fonds de toestemming te verlenen om betalingen te verrichten aan de ex­werknemers van die ondernemingen. Voor het vervullen van die taken zijn het de overheid, de regionale investeringsmaatschappijen of een andere financier die voorafgaandelijk de nodige financiële middelen ter beschikking stellen van het Fonds.

In 2017 bleef het Fonds een begunstigde in het dossier Zender Industrie België verder uitbetalen.

Het Fonds zal in dat dossier tot eind 2025 maandelijks een bedrijfstoeslag betalen.

De uitgaven voor de extra­statutaire activiteiten bedroegen 8 464,81 EUR in 2017, en dat voor rekening van de FOD Mobiliteit en Transport (voor de onderneming Hoverspeed) en voor de onderneming Zender Industrie België. De extra­statutaire uitgaven kenden reeds enkele jaren een dalende tendens.

Het Sociaal Plan Sabena, gesloten op 8 november 2001 tussen de regering en de werknemers organisaties, voorziet naast de wettelijke vergoedingen in verschillende types van geïndividualiseerde ver ­ goedingen (volgens anciënniteit, loon, leeftijd en het statuut van de werknemer). Het Fonds voert de betaling van die vergoedingen uit voor rekening van de Belgische staat. In 2017 heeft het Fonds 6 327,62 EUR betaald in het kader van dat sociaal plan.

In 2017 heeft het FSO zijn tegemoetkoming voor het Sociaal Plan Sabena en de onderneming Hoverspeed afgesloten. De laatste begunstigden (6) werden vergoed.

174

3.2.2

Klassieke taken socialprofitsector

In document Volume 1: (pagina 171-174)