• No results found

Het onderzoek van Frontier Economics/Consentec (2007-2009)

A.6.1 Achtergrond

Op verzoek van de Energiekamer hebben Frontier Economics en Consentec in de periode 2007-2009 nader onderzoek verricht naar de relatie tussen de aansluitdichtheid en de kosten per aansluiting.106 Ook Frontier Economics en Consentec proberen ‘grip’ te krijgen op de relatie hiertussen, waarbij onderscheiden wordt tussen het geometrische effect (de economies of scale) en het effect van urbanisatie (zie Figuur 4).

Figuur 4. Relatie tussen aansluitdichtheid en gemiddelde aansluitkosten (bron: Frontier Economics en Consentec).107

104 KEMA/PwC, op.cit., p.16. 105 KEMA/PwC, op.cit., p.19v.

106 Frontier Economics en Consentec, Impact of connection density on regional costs differences for

network operators in the Netherlands, Report, April 2009 107 Frontier Economics en Consentec, Report, op.cit, p.2.

Methoden om de pijp en leiding gerelateerde kosten te bepalen

7 juli 2009 pagina 79 van 94

Frontier Economics en Consentec merken hierbij op:108

For the curve to be upward sloping as connection density increases, it must be the case that, for the relevant range of connection densities, the “urbanisation effect” more than compensates for decreasing costs per connection associated with higher density. We also note the possibility that companies in the relevant sample may be scattered around the turning point of the U-curve (provided it exists in the first place) so that while this density-cost relationship may exist in principle, it may not lead to material differences between firms in the Netherlands. [cursivering van Frontier Economics en Consentec]

A.6.2 Verschillen tussen netbeheerders

Op basis van een Model Network Analysis hebben Frontier Economics en Consentec vastgesteld dat de pijp en leiding gerelateerde kosten per aansluiting proportioneel zijn aan de pijp- en leidinglengte per aansluiting, tenzij de eenheidskosten afhankelijk zijn van de aansluit-dichtheid:109

Line/pipe cost per connection are proportional to line/pipe length per connection if constant unit cost (i.e. cost per km of line/pipe) are assumed. “Constant unit cost” here means that the cost of one km of line or pipe do not depend on the connection density of the area where the line/pipe is laid.

If unit cost increase with connection density (this would represent the urbanisation effect) the downward slope of the relation becomes weaker; for strongly increasing unit cost the relation between connection density and line/pipe cost per connection can assume a U-shaped relationship with connection density.

Met betrekking tot de verschillen in aansluitdichtheid tussen de netbeheerders, concluderen Frontier Economics en Consentec vervolgens:110

We have found similar results for both gas and electricity. Specifically, we have noticed that the DNOs tend to differ significantly in terms of levels of connection density. However, these variations do not appear to be matched by similar variations in costs per connection or per unit of Composite Output. The differences in costs appear to be smaller for electricity than for gas, but, in both cases the DNOs tend to be more similar in terms of costs than in terms of connection density.

Vanwege onder andere de beperkte steekproef (twaalf gasnetbeheerders en negen elektriciteit-netbeheerders) bleek het evenwel lastig om een statistisch betrouwbare relatie aan te tonen tussen de aansluitdichtheid en de totale kosten.

A.6.3 Effect van het verschil in aansluitdichtheid op de kosten per aansluiting

Om een schatting van de aan het verschil in aansluitdichtheid gerelateerde kosten te verkrijgen, hebben Frontier Economics en Consentec Model Network Analysis (hierna: ‘MNA’) toegepast. Op basis hiervan hebben zij geconcludeerd dat er een negatieve relatie bestaat tussen de aansluitdichtheid en de kosten per aansluiting alsmede dat er geen bewijs is voor het urbanisatie-effect:111

By applying MNA we have estimated the impact of the observed differences in (actual) connection density on the (theoretically) required amount and cost of electricity lines and gas pipes. The cost estimate was based on unit cost data (i.e. cost per km of line/pipe) provided by some of the DNOs. According to the MNA the actual differences in connection density between the supply areas of the Dutch DNOs suggest a significant difference in line/pipe related cost per connection. Additionally, the MNA shows that the impact of connection density on the line/pipe length per connection substantially outweighs the unit cost differences between different degrees of urbanisation. The resulting relationship between connection density and costs per connection resulting from the MNA is therefore negative. We

108 Frontier Economics en Consentec, Report, op.cit, p.2. 109 Frontier Economics en Consentec, Report, op.cit, p.20. 110 Frontier Economics en Consentec, Report, op.cit, p.4. 111 Frontier Economics en Consentec, Report, op.cit, p.4.

therefore find no evidence for the existence of a so-called U-curve in the range of connection densities found in the Netherlands. [cursivering van Frontier Economics en Consentec]

A.6.4 Vaststelling van de relatie tussen aansluitdichtheid en actuele kosten

Frontier Economics en Consentec hebben via verschillende methoden geprobeerd om een statistisch significante relatie vast te stellen tussen de actuele netwerkkosten en de aansluitdichtheid. Onafhankelijk hoe zij deze analyse uitvoerden (met of zonder hoogspannings-verbindingen en met verschillende definities voor kosten en aansluitdichtheid) bleek een statistisch significante relatie niet aantoonbaar:112

The lack of significant results may be attributed to the small sample size, which makes this type of analysis more likely to be less statistically robust, and on the relatively low variance in the cost data. On the basis of this econometric analysis alone, it is therefore difficult to draw strong conclusions on the relationship between connection costs and connection density in the Netherlands.

Frontier Economics en Consentec hebben erop gewezen dat vanwege de beperktheid van statistische technieken in een dergelijke situatie geen conclusies mogen worden verbonden aan de aan- of afwezigheid van een aangetoonde relatie tussen aansluitdichtheid en kosten:113

The lack of significant results may be attributed to the small sample size, which makes this type of analysis less robust. Therefore, any conclusion regarding the impact of connection

density on costs may need to be based on the results of the MNA alone. As noted above, we

did not use actual infrastructure-related costs in the analysis as this information was not available. However, it is possible that the small sample size would still prevent obtaining statistically significant results. In fact, using infrastructure-related costs does not provide any guarantee that the results will be statistically significant. [cursivering van D-Cision]

A.6.5 Vaststelling van de relatie tussen aansluitdichtheid en afgeleide kosten

Om een relatie tussen kosten en aansluitdichtheid vast te stellen in de afwezigheid van een voldoende grote selectie netbeheerders om significante uitkomsten te verkrijgen uit een statistisch analyse, hebben Frontier Economics en Consentec vervolgens de relatie tussen de actuele netwerklengte (als een benadering voor de kosten) en de gemodelleerde netwerklengte (als een benadering voor de complexiteit van het netbeheer, gegeven het verschil in aansluitdichtheid) onderzocht. Hieruit blijkt wel een statistisch significante relatie. Echter, Frontier Economics en Consentec zagen ervan af om hieraan een conclusies te verbinden met betrekking tot het effect van de aansluitdichtheid op de kosten:114

The results for electricity as well as for gas yield clearly significant relationships between MNA output per connection (being a measure of connection density) and actual line/pipe length per connection (being a proxy of actual line/pipe related cost). This confirms the applicability of MNA in the Dutch context, thereby underpinning the relevance of the above mentioned MNA results. However, these findings cannot be used to determine the impact of connection density on the total cost of the DNOs, because we could not draw conclusions about actual line/pipe related cost shares per DNO based on the available cost data.

A.6.6 Berekeningswijze van de kosten

Frontier Economics en Consentec hebben bij hun berekening van de model netwerklengte in zowel de variant met constante eenheidskosten (hun ‘Approach 3’) als met variabele eenheidskosten (hun ‘Approach 4’) eenheidskosten gebruikt om de gemodelleerde pijp en lijnlengte mee te wegen.

112 Frontier Economics en Consentec, Report, op.cit, p.5. 113 Frontier Economics en Consentec, Report, op.cit, p.63v. 114 Frontier Economics en Consentec, Report, op.cit, p.5.

Methoden om de pijp en leiding gerelateerde kosten te bepalen

7 juli 2009 pagina 81 van 94

Bij de berekening met constante eenheidskosten (vaste kosten per km leiding of pijp) zijn de kosten van de verschillende spanningsniveaus relatief ten opzichte van elkaar bepaald. Voor gas heeft dit niet plaatsgevonden aangezien de Model Network Analysis voor gas niet differentieerde naar drukniveau.115

Bij de berekening met variabele eenheidskosten (kosten per kilometer leiding of pijp) is een toename van de eenheidskosten voor gebieden met een hogere aansluitdichtheid verondersteld. Hierbij zijn vijf klassen van urbanisatie gehanteerd (van stedelijk tot landelijk) waarbij de kosten lineair zijn geïnterpoleerd (zie Figuur 5). De eenheidskosten in stedelijke gebieden zijn 20 % hoger verondersteld voor gas respectievelijk 20-30 % hoger voor elektriciteit dan in landelijke gebieden. De gehanteerde data is gereproduceerd in Tabel 8.116

Figuur 5. Wijze van vaststelling van de eenheidskosten voor gebieden met een verschillende urbanisatiegraad door interpolatie in de studie van Frontier Economics en Consentec.117

Tabel 8. Eenheidskosten zoals gebruikt in de studie van Frontier Economics en Consentec.118

115 Frontier Economics en Consentec, Report, op.cit, p.27. 116 Frontier Economics en Consentec, Report, op.cit, p.27v. 117 Frontier Economics en Consentec, Report, op.cit, p.28. 118 Frontier Economics en Consentec, Report, op.cit, p.29.

Appendix B. Nadere beschrijving van methode #5:

(model-berekening)

B.1 Inleiding

Het deze bijlage wordt een nadere uitwerking gepresenteerd van methode #5, de bepaling van de pijp en leiding gerelateerde kosten via een modelberekening.